De overheidsfinanciën zitten sinds de start van de financiële crisis in roerig vaarwater. De uitgaven zijn harder gestegen dan de economie, terwijl de inkomsten zich min of meer gelijk hebben ontwikkeld met de economie. De stijging van de uitgaven betrof bijna 5 procentpunt van het bbp, terwijl de inkomstenstijging bijna 1 procentpunt van het bbp betrof.
In onderstaand figuur 3.4.1 is de ontwikkeling weergegeven van de uitgavenquote en inkomstenquote sinds het begin van de crisis. Het verschil tussen deze twee lijnen is steeds het EMU-saldo in het betreffende jaar. Zoals blijkt uit onderstaand figuur had Nederland in 2008 voor het laatst een overschot, en voor 2014 wordt een tekort van 3,3 procent bbp verwacht (zie ook paragraaf 3.3). Deze paragraaf geeft een nadere duiding van de ontwikkeling van de uitgaven- en inkomsten sinds het begin van de crisis.
Figuur 3.4.1 Ontwikkeling (netto) uitgavenquote en lastenquote
Noot: In figuur 3.4.1. wordt gebruik gemaakt van de netto uitgavenquote, hetgeen betekent dat de niet-belastingmiddelen in mindering zijn gebracht op de bruto uitgaven.
Bron: Macro Economische Verkenning 2014 (CPB)