Base description which applies to whole site

3.2.1 Plafondtoets Rijksbegroting

Hieronder worden de relevante uitgaven onder plafond Rijksbegroting voor 2021 toegelicht. Enkele uitgaven die in 2021 niet opspelen maar wel in latere jaren worden in bijlage 1 Meerjarig beeld toegelicht.

Tabel 3.2.1 Ontwikkeling reguliere uitgaven plafond Rijksbegroting (in miljoenen euro; - is onderschrijding)
  

2021

1

Uitgavenplafond bij Miljoenennota 2021 (excl. corona)

147.573

 

Aanpassingen van het uitgavenplafond naar aanleiding van:

 

2

Overboekingen met Sociale Zekerheid en Zorg

‒ 198

3

Loon- en prijsontwikkeling

486

4

Volkshuisvestingsfonds

450

5

Valutaontwikkeling defensieuitgaven

‒ 31

6

Plafondcorrectie Infrastructuur en Deltafonds

‒ 291

7

Overige plafondcorrecties

35

8

Uitgavenplafond bij Voorjaarsnota 2021 (=1 t/m 7) (excl. corona)

148.024

   

9

Reguliere uitgaven bij Miljoenennota 2021

148.388

 

Uitgavenmutaties met aanpassing van het uitgavenplafond

 

10

Overboekingen met Sociale Zekerheid en Zorg

‒ 198

11

Loon- en prijsontwikkeling

486

12

Volkshuisvestingsfonds

450

13

Valutaontwikkeling defensieuitgaven

‒ 31

14

Plafondcorrectie Infrastructuur en Deltafonds

‒ 291

15

Overige uitgavenmutaties zonder beslag budgettaire ruimte

35

   
 

Uitgavenmutaties met beslag op budgettaire ruimte

 

16

Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS)

‒ 7

17

Accres Gemeente-, Provincie en BTW-compensatiefonds (GF, PF en BCF)

0

18

Overboekingen naar GF, PF en BCF en afrekening BCF

253

19

EU-afdrachten

190

20

Rente

126

21

Dividend staatsdeelnemingen

55

22

Kwijtschelden schulden POK

296

23

Private schulden Toeslagengedupeerden

185

24

Kabinetsreactie POK - Dienstverlening en informatiehuishouding

427

25

POK Compensatie Toeslagengedupeerden

876

26

Huurtoeslag

158

27

Prognosemodel Justitiële ketens (PMJ)

209

28

Meerjarige Productie Prognose (MPP)

‒ 25

29

Jeugdzorg

613

30

Leerlingen- en studentenraming

‒ 72

31

Studiefinanciering

39

32

Schikking ABN Amro (boete-deel)

‒ 300

33

Investeringspakket landen

93

34

Bestuurlijke afspraken Groningen

67

35

Groningen: Schade en versterken

135,3

36

Schuiven Groningen

934

37

Kasschuiven

‒ 169

38

Eindejaarsmarge (incl. GF/PF en HGIS)

956

39

In=uit taakstelling

‒ 956

40

Diversen

‒ 88

41

Reguliere uitgaven bij Voorjaarsnota 2021 (= 11 t/m 41)

152.834

   

42

Over-/onderschrijding uitgavenplafond bij Miljoenennota (= 10 – 1)

815

43

Over-/onderschrijding uitgavenplafond bij Voorjaarsnota (= 42 ‒ 8)

4.809

   

44

Uitgavenniveau corona bij Voorjaarsnota

30.359

45

Totale uitgaven bij Voorjaarsnota 2021 (=41+44)

183.193

Uitgavenmutaties met plafondaanpassing

Overboekingen met Sociale Zekerheid en Zorg

Overboekingen van de deelplafonds Sociale Zekerheid en Zorg leiden tot een neerwaartse bijstelling van het deelplafond Rijksbegroting.

Loon- en prijsontwikkeling

De loon- en prijsontwikkeling is hoger dan geraamd in de Miljoenennota 2020. Dit leidt tot een opwaartse bijstelling van de uitgaven aan deze post, en een opwaartse aanpassing van het uitgavenplafond die gelijk is aan de mutatie in de uitgaven.

Volkshuisvestingsfonds

Dit betreft een overboeking naar de begroting van BZK voor het in 2021 ingerichte Volkshuisvestingsfonds. Middels een specifieke uitkering worden de middelen uitgekeerd aan gemeenten om de woningvoorraad te herstructureren en de leefbaarheid te verbeteren. Het Volkshuisvestingsfonds is geen begrotingsfonds als bedoeld in de CW2016.

Valutaontwikkeling defensie-uitgaven

De CEP-raming van wisselkoersen van buitenlandse valuta met de euro leidt tot een lagere uitgaven in euro’s op het Defensiematerieelbegrotingsfonds. Conform kabinetsafspraak komen mee- en tegenvallers als gevolg van valutaschommelingen ten gunste of ten laste van het EMU-saldo. Dit wordt technisch verwerkt met een correctie van het uitgavenplafond.

Plafondcorrectie Infrastructuur en Deltafonds

Op het Infrastructuurfonds en het Deltafonds hebben in 2020 versnelde uitgaven plaatsgevonden. Voor deze versnellingen is bij Najaarsnota het plafond verhoogd. Bij Voorjaarsnota wordt het plafond met hetzelfde bedrag verlaagd.

Uitgavenniveau Corona

Het jaar 2021 kende bijzondere uitgaven in het kader van de coronacrisis. Om ervoor te zorgen dat deze uitgaven er niet toe zouden leiden dat er minder kon worden uitgegeven aan andere zaken, zijn de corona-gerelateerde uitgaven buiten het plafond geplaatst.

Uitgavenmutaties met budgettair beslag

HGIS

De ODA-middelen (official development assistance) binnen de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) zijn, conform reguliere systematiek, bijgesteld op basis van de groeiverwachting van het BNI in het Centraal Economisch Plan (CEP).

Overboekingen naar GF, PF en BCF

De grondslag van het GF, PF en BCF neemt toe als gevolg van overhevelingen van diverse middelen zoals de loon- en prijsbijstelling voor beschermd wonen. De afrekening van het BCF over 2020 leidt daarnaast tot een positieve afstorting in het Gemeente- en Provinciefonds.

Accres Gemeente-, Provincie- en Btw-Compensatiefonds (GF, PF en BCF)

De hoogte van de uitgaven van het Rijk werkt via de normeringssystematiek door in de indexatie van het Gemeentefonds, Provinciefonds en in het plafond van het Btw-compensatiefonds (het zogenaamde accres). Na het uitbreken van de coronacrisis is besloten om het accres voor de jaren 2020 en 2021 vast te zetten op de standen uit de meicirculaire 2020. Hierdoor leidt het accres niet tot budgettaire wijzigingen in 2021.

EU afdrachten

De betalingen uit de negende- en tiende aanvullende EU-begroting (DAB9 en DAB10 2020) zijn over de jaargrens heen geschoven. Het budgettaire kaseffect van 145 miljoen euro slaat hierdoor niet in 2020 maar in 2021 neer. Daarnaast leidt de nacalculatie over de periode 2016-2019 voor Nederland tot een nabetaling van 45 miljoen euro.

Rente staatsschuld

De rentelasten stijgen in 2021 als gevolg van geactualiseerde rentestanden in het CEP 2021 van het CPB en doordat de verwachte financieringsbehoefte op basis van de Outlook 2021 is geactualiseerd.

Dividend staatsdeelnemingen

De meest recente informatie over het verwachte dividend van de reguliere staatsdeelnemingen laat in de meeste jaren een tegenvaller zien. In 2021 komt de tegenvaller o.a. door het verlengde dringende advies van de Europese Centrale Bank (ECB) aan financiële instellingen om n.a.v. de COVID-19 crisis niet of zeer terughoudend te zijn met winst uitkeren. Enkele deelnemingen hebben verder zwaar te leiden onder de COVID-19 crisis, waardoor hier enkele jaren geen dividenden verwacht worden. Er zijn daarnaast echter ook deelnemingen met weinig last van de COVID-19 crisis en met een positieve bijstelling van de verwachte dividenduitkering.

Toeslagengedupeerden (22 tot en met 25)

De uitgaven gerelateerd aan de Toeslagenherstelactie worden uitgebreid toegelicht in paragraaf 3.3.

Huurtoeslag

De raming voor de huurtoeslag is gebaseerd op het Centraal Economisch Plan 2021 (CEP) van het CPB. Sinds de vorige CEP is het verwachte aantal werklozen gestegen door de economische gevolgen van COVID-19. Onder andere deze verandering leidt tot een tegenvaller op de huurtoeslag. Ten slotte laten de realisatiecijfers van de huurtoeslag voor 2020 een tegenvaller zien.

PMJ

Het Prognosemodel Justitiële ketens (PMJ) van het WODC raamt de capaciteitsbehoefte in de justitiële keten. De ramingen voor komende jaren laten een forse stijging in capaciteitsbehoefte en hieruit volgend stijging in uitgaven zien. Net zoals vorig jaar vinden de hoogste stijgingen plaats bij DJI in het gevangeniswezen, de forensische zorg en de justitiële jeugdinrichtingen.

MPP

Op basis van het gekozen (medium) Meerjarige Productie Prognose (MPP) scenario wordt een lagere asielinstroom verwacht. Dit zorgt voor (structurele) meevallers in de asielopvang bij het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA), waarvan een deel wordt teruggestort naar het ODA-budget van BHOS. Daarnaast wordt aan het COA reservecapaciteit toegekend en worden bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) de hogere kosten die eerder niet structureel verwerkt zijn, structureel gemaakt.

Aanpak problematiek jeugdzorg

Het Rijk stelt dit jaar 613 miljoen euro beschikbaar voor acute problematiek in de jeugdzorg. Van dit bedrag wordt 120 miljoen euro beschikbaar gesteld via de VWS-begroting (onder andere voor de tijdelijke uitbreiding van de crisiscapaciteit jeugd-GGZ, vereenvoudiging van de jeugdbeschermingsketen en het passend maken van accommodaties om de leefomstandigheden van kwetsbare jeugdigen te verbeteren). Daarnaast wordt 493 miljoen euro beschikbaar gesteld via de algemene uitkering van het Gemeentefonds. Onder andere voor meer inzet en regie op het voorkomen en aanpakken van wachttijden van (regionaal) ingekochte specialistische jeugdzorg, de consultatiefunctie en het breder invoeren van een Praktijk Ondersteuner Huisartsenzorg (POH) voor jongeren met lichte ggz-problematiek.

Daarnaast gaan het Rijk en gemeenten aan de slag met maatregelen om de structurele houdbaarheid van de uitvoering van de Jeugdwet te verbeteren. Onder meer door het stimuleren van tariefdifferentie en standaardisatie in de uitvoering en het versmallen van de medische verwijsroute door enkel te verwijzen naar gecontracteerd aanbod. Rond het verschijnen van de Voorjaarsnota zal de Commissie van Wijzen haar oordeel geven ten aanzien van de combinatie van maatregelen en middelen om de problematiek structureel (verder) aan te pakken vanaf 2022. Hierover wordt de Kamer binnenkort geïnformeerd.

Leerlingen- en studentenraming

De meevaller op de leerlingen- en studentenraming van 72 miljoen euro wordt met name veroorzaakt door een lager aantal leerlingen dan verwacht in het primair onderwijs en voortgezet onderwijs. Dit komt onder andere door de reisbeperkingen, opgelegd door de wereldwijde uitbraak van het coronavirus, waardoor er minder immigratie heeft plaatsgevonden. In het voortgezet onderwijs speelde ook mee dat een snellere doorstroom, veroorzaakt door lagere zittenblijfpercentages, zorgt voor een kleiner aantal leerlingen dan geraamd.

Studiefinanciering

De tegenvaller op de studiefinanciering in 2021 komt door verschillende tegenvallers, met name veroorzaakt door hogere aantallen studenten dan geraamd in de referentieraming. Ook is een groter aantal prestatiebeurzen omgezet dan verwacht en reisvoorzieningen toegekend.

Transactie ABN-AMRO (boetedeel)

Het OM en ABN AMRO zijn een transactie overeengekomen van 480 miljoen nadat ABN AMRO is tekortgeschoten in het bestrijden van witwassen. De transactie bestaat uit een boetedeel (300 miljoen) en een ontnemingsdeel (180 miljoen). Het boetedeel valt op de begroting van Justitie en Veiligheid onder de boeten en transactieontvangsten. Deze meevaller van 300 miljoen wordt verwerkt in de Voorjaarsnota.

Investeringspakket landen

Dit betreft de verwerking van het meerjarige en deels structurele investeringspakket voor zowel Curaçao, Aruba als Sint-Maarten. Het gaat om maatregelen die gericht zijn op o.a. het structureel versterken van de rechtsstaat, oprichting van een hervormingsentiteit, ondersteuning van het bedrijfsleven en verbetering van de onderwijshuisvesting.

Bestuurlijke afspraken Groningen

In november 2020 is het akkoord op hoofdlijnen met de regio ‘Bestuursakkoord versterking Groningen’ gepresenteerd. Zoals op 27 januari 2021 gemeld aan de Kamer, bedragen de kosten van het akkoord op hoofdlijnen in totaal 1,52 miljard euro. De benodigde middelen worden meerjarig gereserveerd op de aanvullende post.

Groningen actualisatie raming Schade en versterken

De raming voor de schadeafhandeling en de uitvoering van de versterkingsoperatie is geactualiseerd. De middelen voor schadeherstel worden toegevoegd aan de begroting van EZK en de middelen voor versterking worden toegevoegd aan de begroting van BZK. Deze kosten, exclusief de btw-kosten, worden doorbelast aan NAM. Daarnaast worden de middelen die nodig zijn voor de noodzakelijke voorziening voor aardbevingskosten bij EBN naar de EZK-begroting overgeheveld.

Kasschuiven Groningen

Op de begrotingen van BZK, EZK en de aanvullende post ‘algemeen’ vinden kasschuiven plaats om de middelen voor Groningen aan te laten sluiten op het verwachte ritme van de ontvangsten en uitgaven. Het betreft twee schuiven op de ontvangsten vanuit de NAM voor schade en versterken, een kasschuif om de Groningenmiddelen op de aanvullende post in het actuele ritme te zetten en een kasschuif om het oorspronkelijke uitgavenritme voor het bestuurlijke afspraken te versnellen.

Kasschuiven

Er worden diverse kasschuiven verwerkt op de departementale begrotingen. De grootste kasschuiven betreffen o.a. ODA-middelen die worden doorgeschoven naar latere jaren, de schuiven op het Infra- en Deltafonds en middelen voor de stikstof aanpak. Andere kasschuiven hebben onder andere betrekking op Urgenda en middelen voor versterkingsoperatie Groningen.

Eindejaarsmarge en in=uittaakstelling

Departementen kunnen een deel van de in 2020 niet-bestede middelen via de eindejaarsmarge doorschuiven naar 2021. Als tegenhanger van de eindejaarsmarge wordt een in=uittaakstelling geboekt op de aanvullende post. De gedachte achter de in=uittaakstelling is dat er aan het einde van dit jaar weer in dezelfde mate als in 2020 sprake zal zijn van onderbesteding op de begrotingen. Door hiervoor alvast een taakstelling in te boeken zorgt het uitkeren van de eindejaarsmarge 2020 niet voor een belasting van het uitgavenplafond.

Diversen

Deze post bestaat uit verschillende kleine mutaties, waaronder overboekingen naar het GF en PF.

Licence