De minister voor WR is systeemverantwoordelijk voor de rijksbrede bedrijfsvoering ten aanzien van personeelsbeheer, informatie- en communicatietechnologie (ICT), organisatie, huisvesting, inkoop, facilitaire dienstverlening en beveiliging.
De minister is op grond van het Coördinatiebesluit organisatie en bedrijfsvoering 2001 bevoegd regels te stellen aan de bedrijfsvoering van de ministeries op de zojuist genoemde terreinen. Daarnaast is hij op grond van dit besluit bevoegd shared servicecentra aan te wijzen. De minister oefent toezicht uit op het financieel beheer en de rechtmatige en doelmatige besteding van begrotingsgelden door de shared servicecentra op grond van de Regeling agentschappen. De minister verantwoordt zich over de rijksbrede bedrijfsvoering in de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk.
In het kader van het programma Compacte Rijksdienst worden steeds meer dienstverlenende taken gecentraliseerd uitgevoerd voor de rijksoverheid als concern, onder meer op het terrein van inkoop en facilitaire dienstverlening. Andere voorbeelden van rijksbrede bedrijfsvoering zijn P-Direkt op het terrein van personeelsbeheer en Logius op het terrein van digitale overheidsdiensten.
Bij een aantal van deze organisaties constateren wij onvolkomenheden of aandachtspunten in het beheer (zie § 3.3). Indien het beheer van shared servicecentra niet op orde is kan dit ook gevolgen hebben voor het beheer van de departementen die gebruikmaken van de diensten van deze organisaties. Nu de bedrijfsvoering van de rijksdienst wordt herzien, moeten de verantwoordelijkheden van de verschillende departementen ten opzichte van de shared serviceorganisaties helder zijn.
Wij bevelen de minister aan de taak, bevoegdheid en verantwoordelijkheid van deze organisaties daarom eenduidig te definiëren en de aansturing van deze organisaties in aansluiting daarop beter te organiseren.