In Nederland spreekt het kabinet bij de start van een kabinetsperiode een jaarlijks maximum aan uitgaven af, het zogenoemde uitgavenkader, waaronder het grootste gedeelte van de uitgaven van het Rijk valt. Het uitgavenkader bestaat uit drie deelkaders: het kader Rijksbegroting in enge zin (RBG-eng), het kader Sociale Zekerheid en Arbeidsmarktbeleid (SZA) en het Budgettair Kader Zorg (BKZ). In deze paragraaf worden de uitgaven uit 2016 vergeleken met het voor 2016 geldende uitgavenkader.
MN 2016 | FJR 2016 | Verschil | |
---|---|---|---|
Rijksbegroting in enge zin | |||
Uitgavenkader (in lopende prijzen) | 106,8 | 109,0 | 2,3 |
Uitgavenniveau | 108,1 | 110,6 | 2,4 |
Over-/onderschrijding | 1,3 | 1,5 | 0,2 |
Sociale Zekerheid en Arbeidsmarktbeleid | |||
Uitgavenkader (in lopende prijzen) | 78,1 | 77,4 | – 0,7 |
Uitgavenniveau | 77,5 | 76,6 | – 0,9 |
Over-/onderschrijding | – 0,6 | – 0,8 | – 0,2 |
Budgettair Kader Zorg | |||
Uitgavenkader (in lopende prijzen) | 68,6 | 67,9 | – 0,6 |
Uitgavenniveau | 67,8 | 66,1 | – 1,7 |
Over-/onderschrijding | – 0,7 | – 1,8 | – 1,1 |
Totale uitgavenkader | |||
Uitgavenkader (in lopende prijzen) | 253,4 | 254,4 | 1,0 |
Uitgavenniveau | 253,5 | 253,3 | – 0,2 |
Over-/onderschrijding | 0,0 | – 1,1 | – 1,1 |
Het uitgavenkader, als afgesproken bij de start van het kabinet, wijzigt het kabinet met de loon- en prijsontwikkeling van de economie als geheel. Het uitgavenkader voor 2016 is zodoende uitgekomen op in totaal 254,4 miljard euro. Uiteindelijk is het kabinet daar 1,1 miljard euro onder gebleven. Dit kwam door onderschrijdingen bij de deelkaders Sociale Zekerheid en Arbeidsmarktbeleid en het Budgettair Kader Zorg van in totaal 2,6 miljard euro, zoals tabel 2.3.1 toont. Het deelkader Rijksbegroting in enge zin – het deelkader voor uitgaven die niet gerelateerd zijn aan de zorg en sociale zekerheid – zette daar een overschrijding 1,5 miljard euro tegenover.