Base description which applies to whole site

Wetsartikelen 1 tot en met 3

De begrotingsstaat die onderdeel is van de Rijksbegroting, wordt op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2022 wijzigingen aan te brengen in:

De departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.

Normaliter wordt nieuw beleid in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal de begrotingswet heeft geautoriseerd. De stijging van de energierekening komt bij huishoudens met een laag inkomen hard aan en er bevinden zich inmiddels huishoudens in acute financiële nood. Daarom kan de uitvoering van de spoedeisende maatregelen uit deze 2e incidentele suppletoire begroting niet wachten tot formele autorisatie van beide Kamers der Staten-Generaal, en zal het kabinet gemeenten oproepen de uitvoering van de maatregelen te starten. Hiermee wordt gehandeld conform lid 2 van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016 . Voor de indiening van deze tweede incidentele suppletoire begroting is uw Kamer vooraf geïnformeerd via de brief «Kamerbrief aanvullende koopkrachtmaatregelen 2022» van 11 maart 2022 en de brief «Wetsvoorstel eenmalige energietoeslag lage inkomens» van 15 maart 2022.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,C.E.G. van Gennip

De minister voor Armoedebeleid, Participatie en PensioenenC.J. Schouten

Licence