De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2022 wijzigingen aan te brengen in:
1. de departementale begrotingsstaat van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
Normaliter wordt nieuw beleid in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal de begrotingswet heeft geautoriseerd. Aangezien uitvoering van de maatregelen in verband met vaccin-inkoop, Werk aan uitvoering en standaardisatie gegevensuitwisseling, die in deze zevende incidentele suppletoire begroting zijn opgenomen in het belang van het Rijk zijn, en niet kunnen wachten tot formele autorisatie van beide Kamers der Staten-Generaal, zal het kabinet de uitvoering van deze nieuwe maatregelen starten nadat beide Kamers hierover zijn geïnformeerd. Hiermee wordt gehandeld conform artikel 2.27, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016. Voor de indiening van deze incidentele suppletoire begroting is uw Kamer vooraf geïnformeerd via de Startnota kabinet Rutte IV van 10 januari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925, nr. 143), de brief Lange termijn aanpak COVID-19 (Kamerstukken II 2021/22, 25295, nr. 1834) en de brief Nadere uitwerking lange termijn aanpak COVID-19 (Kamerstukken II, 2021/22, 25295 nr. 1883).
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,E.J. Kuipers