Activa | 31-12-2017 | 31-12-2016 | Passiva | 31-12-2017 | 31-12-2016 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Intra-comptabele posten | ||||||||
1) | Uitgaven ten laste van de begroting | 4.272.173 | 4.208.581 | 2) | Ontvangsten ten gunste van de begroting | 782.688 | 955.233 | |
3) | Liquide middelen | 349 | 322 | |||||
4) | Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding | 0 | 0 | 4a) | Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding | 3.485.617 | 3.222.089 | |
5) | Rekening courant RHB begrotingsreserve | 345.905 | 345.534 | 5a) | Begrotingsreserves | 345.905 | 345.534 | |
6) | Vorderingen buiten begrotingsverband | 2.194 | 4.393 | 7) | Schulden buiten begrotingsverband | 6.411 | 35.974 | |
8) | Kas-transverschillen | 0 | 0 | |||||
Subtotaal intra-comptabel | 4.620.621 | 4.558.830 | Subtotaal intra-comptabel | 4.620.621 | 4.558.830 | |||
Extra-comptabele posten | ||||||||
9) | Openstaande rechten | 0 | 5.597 | 9a) | Tegenrekening openstaande rechten | 0 | 5.597 | |
10) | Vorderingen | 440.328 | 2.980 | 10a) | Tegenrekening vorderingen | 440.328 | 2.980 | |
11a) | Tegenrekening schulden | 0 | 1.158 | 11) | Schulden | 0 | 1.158 | |
12) | Voorschotten | 4.630.811 | 206.463 | 12a) | Tegenrekening voorschotten | 4.630.811 | 206.463 | |
13a) | Tegenrekening garantieverplichtingen | 171 | 171 | 13) | Garantieverplichtingen | 171 | 171 | |
14a) | Tegenrekening andere verplichtingen | 373.778 | 260.593 | 14) | Andere verplichtingen | 373.778 | 260.593 | |
15) | Deelnemingen | 0 | 0 | 15a) | Tegenrekening deelnemingen | 0 | 0 | |
Subtotaal extra-comptabel | 5.445.088 | 476.962 | Subtotaal extra-comptabel | 5.445.088 | 476.962 | |||
Overall Totaal | 10.065.709 | 5.035.792 | Overall Totaal | 10.065.709 | 5.035.792 |
TOELICHTING OP DE SALDIBALANS per 31 december 2017 H XVIII
Waardesprong cijfers hoofdstuk XVIII per 01-01-2017
Met ingang van het verantwoordingsjaar 2017 is de kasbeheerder voormalig RVOB (onderdeel Rijksvastgoedbedrijf) verzelfstandigd. Daarnaast dienen vanaf 1-1-2017 de toeslagen van de Belastingdienst in de verantwoording van de betreffende ministeries opgenomen te worden i.p.v. in de verantwoording van het Ministerie van Financiën. Voor dit ministerie betreft het de Huurtoeslag.
Deze ontvlechting (RVB) en invlechting (Huurtoeslag) heeft ertoe geleid dat de balansstanden per 1-1-2017 (aanzienlijk) afwijken van de eindstand 2016. Dit betreft de navolgende balansposten met de navolgende bedragen
(in €):
T.a.v. RVOB | (Bedragen in €) | |
---|---|---|
BP 4 | Rekening-courant RHB | – 24.816.180 |
BP 6 | Vorderingen buiten begrotingsverband | 4.081.846 |
BP 7 | Schulden buiten begrotingsverband | – 28.898.026 |
BP 9 | Openstaande rechten | – 5.596.943 |
BP 10 | Vorderingen | – 104.914 |
BP 11 | Schulden | – 1.157.125 |
BP 14 | Andere verplichtingen | – 3.603.580 |
T.a.v. Huurtoeslag: | ||
BP 10 | Vorderingen | 489.056.790 |
BP 12 | Voorschotten | 3.981.108.487 |
Ad 1 en 2. Uitgaven en ontvangsten
Bij de begrotingsuitgaven en -ontvangsten zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen met betrekking tot het jaar 2017 waarvoor de Rijksrekening nog niet door de Tweede Kamer is goedgekeurd.
Ad 3. Liquide middelen
De post liquide middelen is opgebouwd uit:
(Bedragen in €) | |
---|---|
a) Centraal Fonds Volkshuisvesting | 348.329 |
Totaal | 348.329 |
Het saldo van deze rekening bevat voornamelijk de ontvangsten van de vorderingen op Vestia (€ 0,294 mln). De overige posten zijn uitgaven en ontvangsten die voor een deel nog moeten worden verrekend met de begrotingsreserve voor de sanering.
Ad 4a. Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding
Op de Rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding (RHB) is de financiële verhouding met het Ministerie van Financiën weergegeven. Opgenomen zijn de bedragen conform Rekening-courant afschriften en het saldobiljet van genoemd departement. De volgende Rekening-courantverhouding is opgenomen in de balans:
(Bedragen in €) | |
---|---|
a) Rekening-courant FIN/RHB | 3.485.616.086 |
Totaal | 3.485.616.086 |
Het saldo vertegenwoordigt de reguliere mutaties met betrekking tot Hoofdstuk XVIII.
Ad 5. en 5a. Begrotingsreserves
De post begrotingsreserves is als volgt opgebouwd:
(Bedragen in €) | |
---|---|
a) Rekening-courant Begrotingsreserve NHG | 106.949.390 |
b) Rekening-courant Fonds sanering WoCo's | 232.238.397 |
c) Rekening-courant Fonds Projecsteun WoCo's | 6.716.801 |
Totaal | 345.904.588 |
Risicovoorziening ten behoeve van garantieregelingen
Ad a): In 2011 is de begrotingsreserve Nationale Hypotheekgarantie (NHG) gevormd. Het doel hiervan is een reservering van middelen ter partiële dekking van een eventuele aanspraak op de achtervang functie van het Rijk door het Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW). Sinds 2016 ontvangt het Rijk een jaarlijkse vergoeding voor de achtervang van het WEW. Over 2017 bedroeg de vergoeding € 30,0 mln. Deze is in 2017 aan de begrotingsreserve NHG toegevoegd.
(bedragen in €) | |||||
---|---|---|---|---|---|
Saldo 1.1.2017 | Toevoegingen | Onttrekkingen | Saldo 31.12.2017 | Verwijzing naar begrotingsartikel | |
Nationale Hypotheekgarantie | 76.931.890 | 30.017.500 | 106.949.390 | Artikel 1 | |
Saneringssteun Woningcorporaties | 261.885.206 | 29.646.809 | 232.238.397 | Artikel 1 | |
Projectsteun Woningcorporaties | 6.716.801 | 6.716.801 | Artikel 1 | ||
345.533.897 | 30.017.500 | 29.646.809 | 345.904.588 |
Reguliere begrotingsreserves
Ad b) en c): Per 1 juli 2015 is de herziene Woningwet van kracht geworden. Hierin is onder meer geregeld dat de taak voor sanering en reguliere projectsteun van woningcorporaties door het Centraal Fonds Volkshuisvesting is overgegaan naar het Ministerie van BZK. De saneringstaak is op hetzelfde moment gemandateerd aan het waarborgfonds Sociale Woningbouw.
Bij de overdracht van deze taak zijn in 2015 tevens de fondsmiddelen voor sanering- en projectsteun overgekomen naar de begroting voor W&R en gestort in de begrotingsreserve voor sanerings- en projectsteun aan woningcorporaties. In 2017 is uit de begrotingsreserve een saneringsbijdrage van € 28,5 mln. aan de Woningstichting Geertruidenberg (WSG) verstrekt en zijn € 0,5 mln. kosten aan Vestia vergoed en daarnaast uitvoeringskosten ad € 0,64 mln.
Ad 6. Vorderingen buiten begrotingsverband
Het bedrag aan vorderingen buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:
(Bedragen in €) | |
---|---|
a) Centraal Fonds Volkshuisvesting | 311.935 |
b) Overige intracomptabele vorderingen | 1.882.000 |
Totaal | 2.193.935 |
Ad a) Dit bedrag bestaat voornamelijk uit vorderingen op de Vestia groep in verband met de afwikkeling van de bankrekening van het Centraal Fonds Volkshuisvesting.
Ad b) Overige intracomptabele vorderingen
Het bedrag aan vorderingen betreft een nog te ontvangen bedrag.
Ad 7. Schulden buiten begrotingsverband
Het bedrag aan schulden buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:
(Bedragen in €) | |
---|---|
a) Schulden Kasbeheerders Rijksdiensten | 5.719.035 |
b) Overige intracomptabele schulden | 691.876 |
Totaal | 6.410.911 |
Ad a) Schulden Kasbeheerders Rijksdiensten
Dit bedrag betreft de financiële verantwoordingen tot en met 31 december 2017 van de RVO.nl.
Ad b) Overige intracomptabele vorderingen
Dit bedrag betreft hoofdzakelijk te verrekenen bedragen met het eigen ministerie alsmede een bedrag van € 0,35 mln., zijnde het saldo van de af te wikkelen bankrekening van het Centraal Fonds Volkshuisvesting.
Ad 10. Vorderingen
Ad 10a. Tegenrekening vorderingen
Het saldo per 31 december 2017 wordt hieronder per ontstaansjaar en artikel gespecificeerd:
Ontstaansjaar | Stand 1-1-2017 | Verzelfstandiging RVB per 1-1-2018 | Gecorrigeerde stand per 1/1 | Opgeboekt | Afgeboekt | Stand per 31/12 |
---|---|---|---|---|---|---|
t/m 2014 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
2015 | 45.666 | 0 | 45.666 | – 45.666 | 0 | |
2016 | 2.933.400 | – 104.914 | 2.828.485 | – 2.828.485 | 0 | |
2017 | 0 | 0 | 0 | 266.239.266 | – 265.445.601 | 793.665 |
Totaal excl. Toeslagen | 2.979.066 | – 104.914 | 2.874.151 | 266.239.266 | – 268.319.752 | 793.665 |
Stand 1-1-2017 | Ingestelde vorderingen | Ontvangsten | Afboekingen | Stand per 31/12 | |
---|---|---|---|---|---|
Toeslagjaar vóór 2014 | 129.587.943 | 5.089.661 | – 38.199.791 | – 15.192.884 | 81.284.928 |
Toeslagjaar 2014 | 103.861.293 | 11.211.102 | – 58.284.824 | – 5.892.379 | 50.895.192 |
Toeslagjaar 2015 | 189.221.115 | 56.765.809 | – 134.026.896 | – 11.509.453 | 100.450.574 |
Toeslagjaar 2016 | 66.386.439 | 286.612.506 | – 189.629.971 | – 9.876.744 | 153.492.230 |
Toeslagjaar 2017 | 0 | 113.166.191 | – 58.220.991 | – 1.534.696 | 53.410.504 |
Toeslagjaar 2018 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subtotaal Toeslagen | 489.056.790 | 472.845.268 | – 478.362.472 | – 44.006.157 | 439.533.429 |
Stand 1-1-2017 | Opgeboekt | Afgeboekt | Stand per 31/12 | ||
TOTAAL | 491.930.941 | 739.084.534 | – 790.688.381 | 440.327.094 |
Artikel: | Omschrijving | Bedragen in € |
---|---|---|
Artikel 1 | Woningmarkt | 439.665.251 |
Artikel 2 | Woonomgeving en bouw | 18.265 |
Artikel 3 | Kwaliteit Rijksdienst | 643.578 |
Totaal: | 440.327.094 |
Naar de mate van opeisbaarheid:
Alle vorderingen zijn direct opeisbaar
Toelichting:
Artikel 1: Woningmarkt
Het saldo betreft voornamelijk op de door Belastingdienst ingestelde terugvorderingen (€ 439 mln.) van verstrekte huurtoeslagen. Daarnaast staan er vorderingen (€ 0,15 mln.) uit in het kader van de Eigen Woningregeling (EW) en de Wet Bevordering Eigenwoningbezit (BEW). Deze vorderingen ontstaan als, op grond van wijziging van de berekeningsgegevens, uitbetaalde bedragen achteraf worden verlaagd. Het beheer van deze vorderingen wordt uitgevoerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl). Daarnaast bestaat het saldo uit een vordering ontstaan als gevolg van door de Huurcommissie terug te betalen huurprijsverschillen (€ 0,4 mln.)
Artikel 2: Woonomgeving en bouw
Het betreft twee vorderingen (€ 0,02 mln.) welke in beheer zijn bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl).
Artikel 3: Kwaliteit en Rijksdienst
Het openstaande saldo bestaat uit een vorderingen op het A&O fonds (€ 0,5 mln.) met betrekking tot resterende personeelskosten uit 2016 inzake het project duurzaam perspectief en een vordering betreffende een eindfactuur van bijdrageverlening aan SSC ICT (€ 0,14 mln.) voor de meerkosten ICT-werkzaamheden Rijnstraat 8.
Ad 12. Voorschotten
Ad 12a. Tegenrekening voorschotten
De saldi van de per 31 december 2017 openstaande voorschotten en van de in 2017 afgerekende voorschotten worden hieronder per jaar gespecificeerd:
Ontstaansjaar | Stand 1-1-2017 | Correctie beginstand | Gecorrigeerde stand 1-1-2017 | Correctie beginbalans | Gecorrigeerde stand 1-1-2017 |
---|---|---|---|---|---|
t/m 2014 | 82.875.666 | 15.000 | 82.890.666 | – 20.294.571 | 62.596.094 |
2015 | 18.906.814 | 15.000 | 18.921.814 | – 14.485.034 | 4.436.780 |
2016 | 104.679.918 | 104.679.918 | 34.779.605 | 139.459.524 | |
2017 | |||||
Totaal excl. Toeslagen | 206.462.398 | 30.000 | 206.492.398 | 0 | 206.492.398 |
Gecorrigeerde stand 1-1-2017 | Verstrekt 2017 | Afgerekend 2017 | Stand 31-12-2017 | |
---|---|---|---|---|
62.596.094 | – 3.544.051 | 59.052.043 | ||
4.436.780 | – 3.458.129 | 978.650 | ||
139.459.524 | – 74.262.905 | 65.196.618 | ||
150.073.418 | – 9.895.163 | 140.178.255 | ||
Totaal excl. Toeslagen | 206.492.398 | 150.073.418 | – 91.160.248 | 265.405.567 |
Stand 1.1.2017 | Verstrekt 2017 | Afgerekend 2017 | Stand 31-12-2017 | |
---|---|---|---|---|
Toeslagjaar vóór 2014 | 5.968.747 | 0 | – 5.900.823 | 67.924 |
Toeslagjaar 2014 | 31.935.240 | 0 | – 25.132.361 | 6.802.879 |
Toeslagjaar 2015 | 201.798.096 | 0 | – 166.534.315 | 35.263.781 |
Toeslagjaar 2016 | 3.405.106.399 | 51.645.494 | – 3.086.228.758 | 370.523.135 |
Toeslagjaar 2017 | 336.300.005 | 3.283.984.232 | 0 | 3.620.284.237 |
Toeslagjaar 2018 | 0 | 332.462.683 | 0 | 332.462.683 |
Subtotaal toeslagen | 3.981.108.487 | 3.668.092.410 | – 3.283.796.257 | 4.365.404.640 |
Stand 1.1.2017 | Verstrekt 2017 | Afgerekend 2017 | Stand 31-12-2017 | |
---|---|---|---|---|
TOTAAL | 4.187.600.885 | 3.818.165.828 | – 3.374.956.505 | 4.630.810.207 |
Correctie Beginstand
Uit onderzoek is gebleken dat de eindbalans 2016 voor een bedrag van € 30.000,- te laag is vastgesteld. Dit werkt ook door in de beginstand 2017.
Correctie Beginbalans
Vanaf 1-1-2017 wordt de financiële administratie gevoerd in een ander financieel systeem. De eenmalige correctie naar ontstaansjaar is gewenst, omdat de voorschotten zich in het huidige systeem op een andere jaarlaag presenteren dan zoals ze in het vorige financiële systeem zaten, dan wel handmatig aan de betreffende jaren werden toegerekend.
De saldi van de per 31 december 2017 openstaande voorschotten worden hieronder per artikel gespecificeerd:
Artikel: | Omschrijving | Bedragen in € |
---|---|---|
Artikel 1 | Woningmarkt | 4.392.868.982 |
Artikel 2 | Woonomgeving en bouw | 168.029.887 |
Artikel 3 | Kwaliteit Rijksdienst | 8.077.138 |
Artikel 6 | Uitvoering Rijksdienst | 61.834.200 |
Totaal: | 4.630.810.207 |
Toelichting:
Artikel 1: Woningmarkt
Dit saldo betreft voornamelijk openstaande voorschotten (€ 4.365 mln.) die betrekkingen hebben op huurtoeslagen waarvoor nog geen definitieve toekenning van het toeslagrecht door de Belastingdienst heeft plaats gevonden. Daarnaast staat ontvangt de Huurcommissie jaarlijks een voorschot van de directie Woningmarkt voor de afhandeling van de huurprijsonderzoeken. Per 31 december 2017 bedraagt het saldo circa € 14,5 mln. Daarnaast staan er nog voorschotten open.
In 2017 en eerdere jaren zijn aan Platform 31 diverse voorschotten (€ 3,7 mln.) verstrekt in het kader van woningmarktonderzoeken die een doorlooptijd hebben tot in 2019. Daarnaast is er aan de kennisinstelling CBS voorschotten (€ 4,5 mln.) verstrekt voor met name WOON 2018 en de energiemodule 2018. Deze voorschotten hebben een doorlooptijd tot in 2019.
Artikel 2: Woonomgeving en bouw
Op dit artikel staan voor € 2,5 mln. aan voorschotten open voor de vergoeding van mensuren en projectmiddelen aan RVO.nl.
Aan de Stichting Nationaal Energiebespaarfonds (NEF) is een voorschot verleend van € 85 mln. ten behoeve van de financiering van het treffen van energiebesparende maatregelen door particulieren. Voorts is in het kader van energiebesparing een subsidie van € 20 mln. voor de Stichting Fonds Duurzaam Funderingsherstel verleend als eigen vermogen voor het fonds en kent een doorlooptijd tot in 2035. Daarnaast zijn er voorschotten (€ 12,5 mln.) verstrekt voor het uitvoeren van het meerjarige programma Energiesprong.
Met betrekking het beleidsprogramma energie gebouwde omgeving zijn er in de afgelopen jaren diverse voorschotten (€ 7,4 mln.) verstrekt die na ontvangst en beoordeling van de verantwoordingsinformatie in 2018 of 2019 worden afgewikkeld. Daarnaast zijn er nog subsidies verleend ten behoeve van de bouwkwaliteit (€ 1,5 mln.), innovatie (€ 2,9 mln.) en bouwregelgeving (€ 0,7 mln.). Ook zijn er voorschotten (€ 0,7 mln.) aan de NEN verleend die de ontwikkeling van normen begeleidt en stimuleert.
Artikel 3: kwaliteit Rijksdienst
De openstaande voorschotten hebben betrekking op een voorschot verstrekt aan Stichting A&O Fonds in 2017 (€ 3,4 mln.) ten behoeve van arbeidsmarktprojecten. Ook is er een voorschot (€ 1,9 mln.) aan Logius ten behoeve van Elektronisch berichtenverkeer tussen Rijksdiensten en haar leveranciers in het kader van Eprocurement. Daarnaast is er een voorschot vertrekt (€ 1,1 mln.) inzake het uitvoeren van werkzaamheden voor de versterking van ICT-werkgeverschap en werving van ICT-personeel.
Artikel 6: Uitvoering Rijksdienst
Het openstaande saldo betreft grotendeels een voorschot aan het RVB van € 61,6 mln. voor de zakelijke lasten en voor het uitvoeren van het rijkshuisvestingsbeleid met betrekking tot de beheer en plankosten, beheer monumenten, energiebesparing, ondersteuning en stimulering architectonische kwaliteit. Na ontvangst en beoordeling van de verantwoordingsinformatie zal dit voorschot in de loop van 2018 worden afgewikkeld.
Ad 13. Garantieverplichtingen
Ad 13a. Tegenrekening garantieverplichtingen
Het bedrag aan garantieverplichtingen is als volgt opgebouwd:
(Bedragen in €) | ||
---|---|---|
Verplichtingen per 1/1 | 170.168 | |
Aangegane verplichtingen in het verslagjaar inclusief negatieve bijstellingen | 0 | +/+ |
170.168 | ||
Tot betaling gekomen in 2017 | 0 | |
170.168 | -/- |
De garanties betreffen Hypotheekgaranties. Bij beschikking van 23 augustus 1974, nr. AB74/U1271, van de Minister van Binnenlandse Zaken, is de mogelijkheid geschapen om onder bepaalde voorwaarden een hypotheekgarantie te verlenen voor tijdige betaling van rente en aflossing op een hypothecaire geldlening, die in verband met de aankoop van een woning is afgesloten.
Er zijn ultimo september 2017 nog twee garanties geldig. Het theoretische risico bedraagt € 0,0029 mln.
Het maximale garantieplafond per 31 december bedraagt € 0,17 mln.
Niet in de balans opgenomen garantieverplichtingen
Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW)
Het Rijk en de gemeenten staan borg voor de stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Voor het WSW geldt dat indien het fondsvermogen na gebruikmaking van de zekerheidsstructuur een zeker minimum heeft bereikt, zoals vastgelegd in de achtervangovereenkomst, het WSW een beroep kan doen op de achtervangers.
Dit beroep is in beginsel ongelimiteerd. Het Rijk en de deelnemende gemeenten verstrekken in geval van eventuele liquiditeitsproblemen bij het WSW ieder voor 50% een renteloze lening aan het WSW.
Deze borgstelling vormt de tertiaire zekerheid van het fonds. De primaire zekerheid wordt gevormd door het eigen vermogen van de aangesloten corporaties. Indien de financiële positie van de corporatie, naar de eisen van kredietwaardigheid van het WSW, onvoldoende is, kan onder bepaalde voorwaarden saneringssteun worden verleend.
De secundaire zekerheid wordt gevormd door het vermogen van het WSW. Dit vermogen is opgebouwd uit een borgstellingreserve en een obligo op corporaties. Het totaalbedrag aan obligo’s is € 3,1 miljard. De kans dat de tertiaire zekerheid wordt aangesproken is zeer klein.
In onderstaande tabel wordt inzicht gegeven in de ontwikkeling van de vermogenspositie van de stichting WSW:
Kengetallen stichting WSW (x € 1 mln.) | Jaar 2017 | jaar 2016 | jaar 2015 | jaar 2014 | jaar 2013 |
---|---|---|---|---|---|
Gegarandeerde leningen | 81.057 | 82.217 | 83.800 | 85.100 | 86.200 |
Eigen vermogen WSW | nnb | 531 | 516 | 485 | 487 |
Obligoverplichtingen | 3.100 | 3.100 | 3.200 | 3.200 | 3.200 |
Garantievermogen | nnb | 3.652 | 3.716 | 3.685 | 3.687 |
Totaal aan schadebetalingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bron: jaarrekening WSW 2016, 2017 betreft voorlopige cijfers
Het WSW heeft tot op heden uit hoofde van haar borgstellingsfunctie nooit schadebetalingen gedaan. Belangrijke reden hiervan is dat aan financieel noodlijdende corporaties saneringssteun is gegeven voordat ze niet meer konden voldoen aan hun betalingsverplichtingen en de borgstelling van het WSW zou kunnen worden aangesproken.
Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW)
De Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) is de uitvoerder van de Nationale Hypotheek Garantie (NHG). Het Rijk is de achtervanger bij het WEW. Dit betekent dat, zodra het WEW onvoldoende risicovermogen heeft om aanspraken op de garantstelling te kunnen betalen, het Rijk zich verplicht heeft gesteld om achtergestelde renteloze leningen te verschaffen. Tot 2011 was het Rijk samen met de gemeenten achtervanger. Vanaf 1 januari 2011 is alleen het Rijk achtervanger; voor de oude gevallen blijven de gemeenten verantwoordelijk voor 50% van de achtervang.
De ontwikkeling van het aantal verliesdeclaraties over de langere termijn laat vanaf 2015 een daling zien. De afname is te verklaren door een combinatie van marktontwikkelingen en het beleid van het WEW.
Het garantievermogen van het waarborgfonds is verder toegenomen naar in totaal € 1.105 mln. op 31-12-2017. Deze ontwikkeling is voornamelijk toe te schrijven aan een verdere groei van het aantal afgesloten garanties, in combinatie een verdere afname van het aantal verliesdeclaraties en het gemiddelde verliesbedrag. In de liquiditeitsprognose van het WEW voor de periode 2017–2022 wordt geen aanspraak op de achtervang van de overheid voorzien.
In de onderstaande tabel wordt inzicht gegeven in de ontwikkeling van de vermogenspositie van het WEW:
Kengetallen stichting WEW (x € 1 mln.) | jaar 2017 | jaar 2016 | jaar 2015 | jaar 2014 | jaar 2013 |
---|---|---|---|---|---|
Totaal aan gegarandeerde leningen | 197.000 | 193.200 | 187.200 | 175.600 | 163.800 |
Garantievermogen | 1.105 | 970 | 889 | 808 | 779 |
Totaal aan schadebetalingen | 46,7 | 105,6 | 157,8 | 176,6 | 164,3 |
Bronnen: jaarrekening WEW 2016 en 4e kwartaalbericht 2017. Cijfers 2017 zijn voorlopige cijfers
Garantie Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf
Bij de overkomst van het Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf van het Ministerie van Financiën naar Wonen en Rijksdienst per 1-1-2013 heeft Wonen en Rijksdienst een door het Ministerie van Financiën verleende garantie overgenomen. Vanaf die datum heeft Wonen en Rijksdienst zich garant gesteld voor de eventuele verliezen op gebiedsontwikkelingsprojecten van het Rijksvastgoedbedrijf. Deze is gemaximeerd tot een bedrag van € 207 mln. (het vorderingenplafond).
Ultimo 2017 heeft het Rijksvastgoedbedrijf geen vordering meer voor verwachte verliezen op het moederdepartement opgenomen. Dit is voornamelijk te verklaren door een herfinanciering van de gehele leningportefeuille tegen een gunstiger rentepercentage.
Mocht een gebiedsontwikkelingsproject echter later toch leiden tot een betaling van Wonen en Rijksdienst aan het Rijksvastgoedbedrijf wordt dit budgettair gedekt uit het generale beeld (via het Ministerie van Financiën).
Ad 14. Andere verplichtingen
Ad 14a. Tegenrekening andere verplichtingen
(Bedragen in €) | ||
---|---|---|
Verplichtingen per 31-12-2016 | 260.592.008 | |
Verzelfstandiging RVB | – 3.603.580 | |
Verplichtingen per 1/1 | 256.988.428 | |
Aangegane verplichtingen in het verslagjaar inclusief negatieve bijstellingen | 4.421.759.156 | +/+ |
4.678.747.584 | ||
Tot betaling gekomen in 2017 | 4.272.172.656 | |
Negatieve bijstellingen verplichtingen uit eerdere begrotingsjaren | 32.797.437 | |
373.777.491 | -/- |
Toelichting:
De toelichting heeft betrekking op de negatieve bijstellingen die per saldo een omvang hebben van meer dan 10% en of meer dan € 0,1 mln. ten opzichte van de verplichtingenstand per 31-12-2016.
Artikel 1: Woningmarkt
Op dit artikel is een negatieve bijstelling gedaan met betrekking tot de bijdragen BEW-Oud en BEW-Plus. Inkomenstoetsen en verhuizingen hebben in 2017 geleid tot een verlaging van de verplichtingen (€ 13,8 mln.). Daarnaast zijn de werkelijke kosten met betrekking tot de uitvoeringskosten sanering steun WSW in 2016 lager uitgevallen dan begroot. De verplichting is met € 0,27 mln. bij gesteld.
Artikel 2: Woonomgeving en bouw
De verplichting FES IAGO is negatief bijgesteld (€ 0,45 mln.) omdat de verplichting niet meer tot betaling is gekomen. Ook is er op een verplichting met betrekking tot de helpdesk energielabel een bijstelling gedaan van € 1 mln. omdat deze voor nog maar maximaal € 0,64 mln. verder wordt uitgeput. Daarnaast is met betrekking tot stichting Milieu Centraal een deel van de verplichting (€ 0,17 mln.) afgeboekt omdat de daadwerkelijk vastgestelde subsidie lager uitviel.
Ook heeft er een negatieve bijstelling (€ 14,6 mln.) plaatsgevonden met betrekking tot de jaaropdrachten Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) omdat de verplichting in eerste instantie als inkoop in plaats van bijdrage was geboekt. Vervolgens heeft er nog een correctie plaatsgevonden (€ 0,1 mln.) doordat een verkeerde begunstigde bij de verplichting was aangegeven. Daarnaast is er een verplichting betreffende het RVO.nl verlaagd (€ 0,28 mln.) omdat er minder gebruik gemaakt is van de uitvoeringskosten dan aanvankelijk verwacht.
Artikel 6: Uitvoering Rijksdienst
Door een wijziging in de bekostigingssystematiek is de verplichting (€ 3,6 mln.) die ultimo 2016 is aangegaan voor de verrekening van de beheer en plankosten voor het Rijksvastgoedbedrijf komen te vervallen en afgeboekt. Daarnaast is een openstaande verplichting voor het jaar 2016 met betrekking tot de huisvestingskosten Hoge Colleges van Staat en AZ na ontvangst van een aantal facturen in 2017 met betrekking tot de werkzaamheden 2016 afgesloten en de verplichting bijgesteld (€ 1,1 mln.).