Base description which applies to whole site

96. Apparaatsuitgaven kerndepartement

Artikel

Dit artikel bevat alle personele en materiële uitgaven en bijbehorende ontvangsten van het Ministerie van SZW. In beleidsartikel 11 zijn de bijdragen aan ZBO’s verder toegelicht.

Budgettaire gevolgen

Tabel 5.96.1 Apparaatsuitgaven kerndepartement budgettaire uitgaven (x € 1.000)

Artikelonderdeel

Realisatie 2014

Realisatie 2015

Realisatie 2016

Realisatie 2017

Realisatie 2018

Begroting 2018

Verschil 2018

Verplichtingen

256.278

288.815

252.321

274.694

309.776

308.856

920

Uitgaven

250.857

291.218

255.510

265.018

302.402

308.856

– 6.454

                 

Personele uitgaven

179.912

186.049

197.625

206.042

244.120

243.745

375

 

waarvan eigen personeel

173.719

177.265

189.394

198.259

230.573

234.222

– 3.649

 

waarvan externe inhuur

3.470

6.427

5.846

5.004

11.348

6.636

4.712

 

waarvan overige personele uitgaven

2.723

2.357

2.385

2.779

2.199

2.887

– 688

                 

Materiële uitgaven

70.945

105.169

57.885

58.976

58.282

65.111

– 6.829

 

waarvan ICT

13.004

10.400

6.013

5.556

6.962

9.555

– 2.593

 

waarvan bijdrage aan SSO's

46.394

81.784

38.607

38.187

41.254

39.770

1.484

 

waarvan overige materiële uitgaven

11.547

12.985

13.265

15.233

10.066

15.786

– 5.720

                 

Ontvangsten

4.761

4.569

13.563

22.300

26.216

36.655

– 10.439

A. Personele en materiële uitgaven

Kerndepartement inclusief RSO

A1. Eigen personeel

De € 3,6 miljoen lagere uitgaven dan begroot worden verklaard door de latere aansluiting van departementen op de RSO. De latere aansluiting zorgt voor lagere personeelslasten van RSO.

A2. Externe inhuur

De € 4,7 miljoen hogere uitgaven dan begroot komen doordat er externe inhuur is ingezet op automatiseringsprojecten. De hiervoor beschikbare middelen zijn gedurende het jaar overgeboekt vanaf het ICT-budget.

A3. Overige personele uitgaven

De € 0,7 miljoen lagere uitgaven dan begroot worden verklaard door een sterke afname van het aantal WW-uitkeringen onder de post-actieven in 2018 en door een herziening van de eerdere toekenningen aan de post-actieven.

A4. ICT

De € 2,6 miljoen lagere uitgaven dan begroot worden aan de ene kant verklaard doordat begrote middelen op ICT niet zijn aangewend voor materiële ICT-uitgaven maar voor de inhuur van externen ten behoeve van automatiseringsprojecten en aan de andere kant door onderbenutting van het budget in 2018, waarvan een deel doorschuift naar 2019.

A5. Bijdrage aan SSO’s

De € 1,5 miljoen hogere uitgaven dan begroot worden verklaard door een herschikking binnen de budgetten van de RSO. Een deel van het budget onder overige materiële uitgaven heeft betrekking gehad op uitgaven die verantwoord worden onder bijdrage aan SSO’s.

A6. Overige materiële uitgaven

De € 5,7 miljoen lagere uitgaven dan begroot worden verklaard door een herschikking binnen de budgetten van RSO, zie onder bijdrage aan SSO’s en door de latere aansluiting van departementen op de RSO. Ten slotte wordt het deel van de materiële uitgaven dat betrekking had op directe doorbelasting van schoonmaakwerkzaamheden RSO verantwoord op een rekening buiten begrotingsverband.

B. Ontvangsten

De ontvangsten zijn in 2018 lager uitgekomen dan begroot met name doordat er minder departementen bij de RSO zijn aangesloten dan verwacht, wat leidt tot minder inkomsten voor de RSO. Daarnaast is de doorbelasting aan Brzo-bedrijven van de toezichtkosten van inspecties niet doorgegaan.

Rijksschoonmaakorganisatie (RSO)

De RSO is in 2016 gestart met het uitvoeren van de schoonmaakactiviteiten. De voorbereidingen zijn gestart in 2014. De opbouw van de organisatie zal in de komende jaren geleidelijk plaatsvinden naar gelang er meer departementen aansluiten. De bijbehorende uitgaven komen ten laste van de begroting van het Ministerie van SZW. De schoonmakers zijn in dienst van het Rijk.

Ter financiering van aanloopkosten van de RSO is voor de eerste jaren een transitiebudget voorzien, omdat de inkomsten in de eerste jaren onvoldoende zijn om de uitgaven te dekken.

Tabel 5.96.2 laat de apparaatuitgaven van RSO afzonderlijk zien. Zowel de uitgaven als ontvangsten kennen een lagere realisatie dan in de begroting werd voorzien, doordat bijvoorbeeld het Ministerie van Defensie nog niet in 2018 is aangesloten. Daarnaast worden de uitgaven en vergoedingen die verband houden met directe doorbelasting van schoonmaakwerkzaamheden aan opdrachtgevers sinds 2018 verantwoord op een rekening buiten begrotingsverband. Ten slotte zal een deel van de overige schoonmaakvergoedingen niet in 2018 maar in 2019 worden ontvangen omdat de facturatie aan het einde van 2018 heeft plaatsgevonden.

Tabel 5.96.2 Extracomptabele tabel apparaatsuitgaven kerndepartement en apparaatsuitgaven RSO (x € 1.000)

Artikelonderdeel

Realisatie 2014

Realisatie 2015

Realisatie 2016

Realisatie 2017

Realisatie 2018

Begroting 2018

Verschil 2018

Kerndepartement exclusief RSO

             

Uitgaven

249.897

288.976

245.314

243.805

274.118

275.199

– 1.081

Ontvangsten

4.761

4.569

3.576

2.396

4.126

7.377

– 3.251

               

Rijksschoonmaakorganisatie

             

Uitgaven

960

2.242

10.196

21.213

28.284

33.657

– 5.373

Ontvangsten

0

0

9.987

19.904

22.090

29.278

– 7.188

Totaaloverzicht

Tabel 5.96.3 geeft een samenvatting van de apparaatsuitgaven van het kerndepartement, het (voormalig) Agentschap SZW en van de ZBO’s en RWT’s van het ministerie. De toelichting op de ontwikkeling bij het kerndepartement is te vinden bij tabel 5.96.1. Zie beleidsartikel 11 en bijlage E1 voor een toelichting op de ZBO’s/RWT’s, en artikel 98 voor Agentschap SZW.

Tabel 5.96.3 Totaaloverzicht apparaatsuitgaven/kosten inclusief agentschappen en ZBO’s/RWT’s (x € 1.000)
 

Realisatie 2014

Realisatie 2015

Realisatie 2016

Realisatie 2017

Realisatie 2018

Begroting 2018

Verschil 2018

Totaal apparaatsuitgaven Ministerie

250.857

291.218

255.510

265.018

302.402

308.856

– 6.454

               

Totaal apparaatskosten agentschap

19.091

15.997

16.106

15.332

47

0

47

Agentschap SZW

19.091

15.997

15.997

15.332

47

0

47

               

Totaal apparaatskosten ZBO’s1 en RWT’s

2.134.164

2.035.028

1.943.346

2.021.872

1.949.782

1.982.602

– 32.820

UWV (inclusief BKWI)

1.908.187

1.807.067

1.726.331

1.784.939

1.695.784

1.751.078

– 55.294

SVB

219.405

221.590

210.012

230.224

247.7182

225.255

22.463

IB

6.572

6.371

7.003

6.709

6.280

6.269

11

1

Dit betreft zowel begrotingsgefinancierde als premiegefinancierde kosten. De ontvangsten artikel 11 zijn in mindering gebracht op de uitgaven.

Bezetting

De bezetting is in totaal met 420 fte toegenomen ten opzichte van 2017. Dit doet zich enerzijds voor bij de Inspectie SZW ten gevolge van het Inspectie Control Framework dat zorgt voor een versterking van de handhavingsketen en anderzijds bij de RSO doordat steeds meer departementen aansluiten.

Tabel 5.96.4 Bezettingsoverzicht (fte)
 

Realisatie

2014

Realisatie 2015

Realisatie 2016

Realisatie 2017

Realisatie 2018

Kerndepartement exclusief RSO

2.254

2.265

2.226

2.227

2.429

RSO

0

12

260

398

616

Bezetting totaal ultimo

2.254

2.277

2.486

2.625

3.045

Concrete maatregelen voor invulling van de taakstelling 2016–2018

Invulling taakstelling

De taakstelling is voor het kerndepartement SZW onder meer ingevuld door een verdere versobering van de bedrijfsvoering. Voorts zijn de processen rond het beroep en bezwaar van de Wet Arbeid Vreemdelingen vereenvoudigd en gestroomlijnd. SZW heeft de taakstelling van het kerndepartement extra verhoogd om hiermee formatieplaatsen te kunnen creëren voor medewerkers uit de doelgroep kwetsbare groepen.

De taakstelling van het UWV en de SVB is ingevuld door besparingsmogelijkheden als gevolg van aanpassing in werkprocessen en efficiëntiemaatregelen.

Tabel 5.96.5 Extracomptabele tabel invulling taakstelling (x € 1.000)
 

2016

2017

2018

Structureel

Departementale taakstelling (totaal)

23.354

52.803

64.978

64.978

         

Kerndepartement

3.354

7.703

9.378

9.378

         

ZBO’s totaal

20.000

45.100

55.600

55.600

UWV (inclusief BKWI)

17.700

39.700

48.900

48.900

SVB

2.300

5.400

6.700

6.700

Licence