Artikel
Dit artikel bevat alle personele en materiële uitgaven en bijbehorende ontvangsten van het Ministerie van SZW. In beleidsartikel 11 zijn de bijdragen aan ZBO’s verder toegelicht.
Budgettaire gevolgen
Artikelonderdeel | Realisatie 2014 | Realisatie 2015 | Realisatie 2016 | Realisatie 2017 | Realisatie 2018 | Begroting 2018 | Verschil 2018 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 256.278 | 288.815 | 252.321 | 274.694 | 309.776 | 308.856 | 920 | |
Uitgaven | 250.857 | 291.218 | 255.510 | 265.018 | 302.402 | 308.856 | – 6.454 | |
Personele uitgaven | 179.912 | 186.049 | 197.625 | 206.042 | 244.120 | 243.745 | 375 | |
waarvan eigen personeel | 173.719 | 177.265 | 189.394 | 198.259 | 230.573 | 234.222 | – 3.649 | |
waarvan externe inhuur | 3.470 | 6.427 | 5.846 | 5.004 | 11.348 | 6.636 | 4.712 | |
waarvan overige personele uitgaven | 2.723 | 2.357 | 2.385 | 2.779 | 2.199 | 2.887 | – 688 | |
Materiële uitgaven | 70.945 | 105.169 | 57.885 | 58.976 | 58.282 | 65.111 | – 6.829 | |
waarvan ICT | 13.004 | 10.400 | 6.013 | 5.556 | 6.962 | 9.555 | – 2.593 | |
waarvan bijdrage aan SSO's | 46.394 | 81.784 | 38.607 | 38.187 | 41.254 | 39.770 | 1.484 | |
waarvan overige materiële uitgaven | 11.547 | 12.985 | 13.265 | 15.233 | 10.066 | 15.786 | – 5.720 | |
Ontvangsten | 4.761 | 4.569 | 13.563 | 22.300 | 26.216 | 36.655 | – 10.439 |
A. Personele en materiële uitgaven
Kerndepartement inclusief RSO
A1. Eigen personeel
De € 3,6 miljoen lagere uitgaven dan begroot worden verklaard door de latere aansluiting van departementen op de RSO. De latere aansluiting zorgt voor lagere personeelslasten van RSO.
A2. Externe inhuur
De € 4,7 miljoen hogere uitgaven dan begroot komen doordat er externe inhuur is ingezet op automatiseringsprojecten. De hiervoor beschikbare middelen zijn gedurende het jaar overgeboekt vanaf het ICT-budget.
A3. Overige personele uitgaven
De € 0,7 miljoen lagere uitgaven dan begroot worden verklaard door een sterke afname van het aantal WW-uitkeringen onder de post-actieven in 2018 en door een herziening van de eerdere toekenningen aan de post-actieven.
A4. ICT
De € 2,6 miljoen lagere uitgaven dan begroot worden aan de ene kant verklaard doordat begrote middelen op ICT niet zijn aangewend voor materiële ICT-uitgaven maar voor de inhuur van externen ten behoeve van automatiseringsprojecten en aan de andere kant door onderbenutting van het budget in 2018, waarvan een deel doorschuift naar 2019.
A5. Bijdrage aan SSO’s
De € 1,5 miljoen hogere uitgaven dan begroot worden verklaard door een herschikking binnen de budgetten van de RSO. Een deel van het budget onder overige materiële uitgaven heeft betrekking gehad op uitgaven die verantwoord worden onder bijdrage aan SSO’s.
A6. Overige materiële uitgaven
De € 5,7 miljoen lagere uitgaven dan begroot worden verklaard door een herschikking binnen de budgetten van RSO, zie onder bijdrage aan SSO’s en door de latere aansluiting van departementen op de RSO. Ten slotte wordt het deel van de materiële uitgaven dat betrekking had op directe doorbelasting van schoonmaakwerkzaamheden RSO verantwoord op een rekening buiten begrotingsverband.
B. Ontvangsten
De ontvangsten zijn in 2018 lager uitgekomen dan begroot met name doordat er minder departementen bij de RSO zijn aangesloten dan verwacht, wat leidt tot minder inkomsten voor de RSO. Daarnaast is de doorbelasting aan Brzo-bedrijven van de toezichtkosten van inspecties niet doorgegaan.
Rijksschoonmaakorganisatie (RSO)
De RSO is in 2016 gestart met het uitvoeren van de schoonmaakactiviteiten. De voorbereidingen zijn gestart in 2014. De opbouw van de organisatie zal in de komende jaren geleidelijk plaatsvinden naar gelang er meer departementen aansluiten. De bijbehorende uitgaven komen ten laste van de begroting van het Ministerie van SZW. De schoonmakers zijn in dienst van het Rijk.
Ter financiering van aanloopkosten van de RSO is voor de eerste jaren een transitiebudget voorzien, omdat de inkomsten in de eerste jaren onvoldoende zijn om de uitgaven te dekken.
Tabel 5.96.2 laat de apparaatuitgaven van RSO afzonderlijk zien. Zowel de uitgaven als ontvangsten kennen een lagere realisatie dan in de begroting werd voorzien, doordat bijvoorbeeld het Ministerie van Defensie nog niet in 2018 is aangesloten. Daarnaast worden de uitgaven en vergoedingen die verband houden met directe doorbelasting van schoonmaakwerkzaamheden aan opdrachtgevers sinds 2018 verantwoord op een rekening buiten begrotingsverband. Ten slotte zal een deel van de overige schoonmaakvergoedingen niet in 2018 maar in 2019 worden ontvangen omdat de facturatie aan het einde van 2018 heeft plaatsgevonden.
Artikelonderdeel | Realisatie 2014 | Realisatie 2015 | Realisatie 2016 | Realisatie 2017 | Realisatie 2018 | Begroting 2018 | Verschil 2018 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Kerndepartement exclusief RSO | |||||||
Uitgaven | 249.897 | 288.976 | 245.314 | 243.805 | 274.118 | 275.199 | – 1.081 |
Ontvangsten | 4.761 | 4.569 | 3.576 | 2.396 | 4.126 | 7.377 | – 3.251 |
Rijksschoonmaakorganisatie | |||||||
Uitgaven | 960 | 2.242 | 10.196 | 21.213 | 28.284 | 33.657 | – 5.373 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 9.987 | 19.904 | 22.090 | 29.278 | – 7.188 |
Totaaloverzicht
Tabel 5.96.3 geeft een samenvatting van de apparaatsuitgaven van het kerndepartement, het (voormalig) Agentschap SZW en van de ZBO’s en RWT’s van het ministerie. De toelichting op de ontwikkeling bij het kerndepartement is te vinden bij tabel 5.96.1. Zie beleidsartikel 11 en bijlage E1 voor een toelichting op de ZBO’s/RWT’s, en artikel 98 voor Agentschap SZW.
Realisatie 2014 | Realisatie 2015 | Realisatie 2016 | Realisatie 2017 | Realisatie 2018 | Begroting 2018 | Verschil 2018 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal apparaatsuitgaven Ministerie | 250.857 | 291.218 | 255.510 | 265.018 | 302.402 | 308.856 | – 6.454 |
Totaal apparaatskosten agentschap | 19.091 | 15.997 | 16.106 | 15.332 | 47 | 0 | 47 |
Agentschap SZW | 19.091 | 15.997 | 15.997 | 15.332 | 47 | 0 | 47 |
Totaal apparaatskosten ZBO’s1 en RWT’s | 2.134.164 | 2.035.028 | 1.943.346 | 2.021.872 | 1.949.782 | 1.982.602 | – 32.820 |
UWV (inclusief BKWI) | 1.908.187 | 1.807.067 | 1.726.331 | 1.784.939 | 1.695.784 | 1.751.078 | – 55.294 |
SVB | 219.405 | 221.590 | 210.012 | 230.224 | 247.7182 | 225.255 | 22.463 |
IB | 6.572 | 6.371 | 7.003 | 6.709 | 6.280 | 6.269 | 11 |
Bezetting
De bezetting is in totaal met 420 fte toegenomen ten opzichte van 2017. Dit doet zich enerzijds voor bij de Inspectie SZW ten gevolge van het Inspectie Control Framework dat zorgt voor een versterking van de handhavingsketen en anderzijds bij de RSO doordat steeds meer departementen aansluiten.
Realisatie 2014 | Realisatie 2015 | Realisatie 2016 | Realisatie 2017 | Realisatie 2018 | |
---|---|---|---|---|---|
Kerndepartement exclusief RSO | 2.254 | 2.265 | 2.226 | 2.227 | 2.429 |
RSO | 0 | 12 | 260 | 398 | 616 |
Bezetting totaal ultimo | 2.254 | 2.277 | 2.486 | 2.625 | 3.045 |
Concrete maatregelen voor invulling van de taakstelling 2016–2018
Invulling taakstelling
De taakstelling is voor het kerndepartement SZW onder meer ingevuld door een verdere versobering van de bedrijfsvoering. Voorts zijn de processen rond het beroep en bezwaar van de Wet Arbeid Vreemdelingen vereenvoudigd en gestroomlijnd. SZW heeft de taakstelling van het kerndepartement extra verhoogd om hiermee formatieplaatsen te kunnen creëren voor medewerkers uit de doelgroep kwetsbare groepen.
De taakstelling van het UWV en de SVB is ingevuld door besparingsmogelijkheden als gevolg van aanpassing in werkprocessen en efficiëntiemaatregelen.
2016 | 2017 | 2018 | Structureel | |
---|---|---|---|---|
Departementale taakstelling (totaal) | 23.354 | 52.803 | 64.978 | 64.978 |
Kerndepartement | 3.354 | 7.703 | 9.378 | 9.378 |
ZBO’s totaal | 20.000 | 45.100 | 55.600 | 55.600 |
UWV (inclusief BKWI) | 17.700 | 39.700 | 48.900 | 48.900 |
SVB | 2.300 | 5.400 | 6.700 | 6.700 |