Base description which applies to whole site

Bijlage 4: Inhuur externen

Vanaf 2011 geldt als norm voor externe inhuur 10% van de personele uitgaven (motie Roemer). In onderstaande tabel staan de totale uitgaven voor externe inhuur van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Tabel 148 Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat Verslagjaar 2023 (bedragen x € 1.000)

Programma- en apparaatskosten1

 

1. Interim-management

8.223

2. Organisatie- en Formatieadvies

7.598

3. Beleidsadvies

20.260

4. Communicatieadvisering

4.864

Beleidsgevoelig (som 1 t/m 4)

40.946

5. Juridisch Advies

4.376

6. Advisering opdrachtgevers automatisering

35.133

7. Accountancy, financiën en administratieve organisatie

6.887

(Beleids)ondersteunend (som 5 t/m 7)

46.396

8. Uitzendkrachten (formatie & piek)2

240.429

Ondersteuning bedrijfsvoering

240.429

Totaal uitgaven inhuur externen

327.770

1

Realisaties van Agentschappen zijn o.b.v. kosten en de realisaties van de Bestuurskern zijn o.b.v. werkelijke uitgaven.

2

Deze categorie bestaat uit drie posten. (1) De uitzendkrachten van het ministerie (€9,7 miljoen); (2) de uitgaven externe inhuur ten behoeve van het primaire proces van de uitvoeringsorganisatie RWS, die niet of niet gemakkelijk zijn onder te brengen onder de acht door BZK onderscheiden categorieën externe inhuur (€72,8 miljoen); (3) Inhuurcontracten voor dienstverlening die niet tot de kernactiviteiten van RWS behoren en naar aard van de activiteit de aanschaf van een product betreffen, maar onder de definitie van externe inhuur vallen (€157,9 miljoen).

Toelichting op het inhuurpercentage 2023

In 2023 gaf het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat € 328 miljoen aan externe inhuur uit. De uitgaven voor het ambtelijke personeel bedroegen € 1.566 miljoen. Samen zijn de uitgaven € 1.893 miljoen. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, komt in 2023 op een inhuurpercentage van totaal 17,3%. Hiermee is de norm van 10% overschreden. Dit was noodzakelijk om de hoge productieopgave te kunnen realiseren.De belangrijkste oorzaak van de overschrijding is de inhuur op niet-kerntaken bij Rijkswaterstaat (RWS) ter hoogte van € 158 miljoen. Het inhuurpercentage in 2023 zonder inhuur op niet-kerntaken is 9,8% en wel binnen de norm van 10%.

Van de € 328 miljoen die IenW in 2023 aan inhuur heeft uitgegeven, is € 243 miljoen aan Rijkswaterstaat toe te wijzen. Binnen RWS is het inhuurpercentage 18,3%. Met de toenemende productieopgave stijgt de inhuur op niet-kerntaken om deze productieopgave waar te kunnen maken. De inhuur op niet-kerntaken in het primaire proces wordt met name onder de posten onderhoud in de staat van baten en lasten en aanleg op het Mobiliteitsfonds en het Deltafonds verantwoord.

Ook bij de andere onderdelen van IenW is met een inhuurpercentage van gemiddeld 15% in 2023 de norm van 10% overschreden. De noodzaak voor extra inhuur van capaciteit bij het KNMI, de Inspectie en Bedrijfsvoering betreft vooral expertise op terrein van automatisering. Bij de beleidskern betreft de extra inhuur voornamelijk tijdelijke (specialistische) inzet op programma’s voor het klimaatakkoord, de vrachtwagenheffing, de luchtruimherziening en Schiphol.

Tabel 149 Inhuur externen buiten raamovereenkomsten
 

2023

Aantal overschrijdingen maximumuurtarief

1

Toelichting op inhuur externen buiten raamovereenkomsten 2023

In 2023 is als gevolg van indexatie voor één functie die is ingehuurd buiten de raamovereenkomsten het maximumtarief van € 225 per uur (exclusief btw) overschreden. Het betreft een bijzondere/unieke functie van een gezamenlijke projectadviseur Vormgeving en Inpassing voor het gezamenlijke project Zuidasdok (RWS, ProRail en gemeente Amsterdam), waarbij continuïteit is vereist en de benodigde gecombineerde kennis en noodzakelijke autoriteit langere tijd aan het project verbonden moest zijn.

Licence