In het kader van de Rijksbrede operatie Inzicht in Kwaliteit is in de begroting 2022 een overgang gemaakt naar de SEA. In de begroting 2023 is een verdere verbeterslag gemaakt. De Strategische Evaluatie Agenda (SEA) laat zien hoe IenW de komende jaren werkt aan het voortbrengen van inzichten over de doeltreffendheid en doelmatigheid van ons beleid. Deze inzichten zijn nodig om beleid te kunnen opstellen en om goed geïnformeerde besluiten te kunnen nemen. Ook draagt het bij aan het (bij)sturen of door ontwikkelen van beleid op basis van lessen uit de praktijk. Door het benutten van deze inzichten wordt een hogere maatschappelijke toegevoegde waarde van beleid beoogd. Naar aanleiding van de Herziening Regeling periodieke rapportage (RPE), vervangt de SEA de eerdere werkwijze van het overzicht van beleidsdoorlichtingen en de bijlage met geplande onderzoeken en evaluaties (Kamerstukken II, 31 865, nr. 203). Criteria in de RPE zijn in de totstandkoming van de SEA toegepast. Na afloop van de overgangsperiode zal de nu nog gehanteerde term ‘beleidsdoorlichting' voor de reguliere ex-post synthese-evaluaties plaatsmaken voor ‘periodieke rapportage'.
Nauwe samenwerking vindt plaats met andere ministeries en met kennisinstellingen van IenW, zoals het KiM en het PBL om beleidsonderzoek verder te brengen. Waar nodig wordt een bredere groep stakeholders daarbuiten geconsulteerd en bij evaluatieprocessen betrokken.
De SEA is opgebouwd uit hoofdthema’s, thema’s en subthema’s. IenW kent de volgende hoofdthema’s: Water en Bodem, Mobiliteit, Luchtvaart en Maritiem en Milieu en Internationaal. Deze hoofdthema’s zijn onderverdeeld in thema’s die samenvallen met de opzet van de begrotingsartikelen. Daarbinnen worden subthema’s (beleidsthema’s) onderscheiden. De beleidsthema’s zijn deels nog in ontwikkeling en sluiten zo goed mogelijk aan op het beleidsprogramma.
In onderstaande tabellen is voor elk SEA-beleidsthema een overzicht opgenomen van de in 2023 opgeleverde periodieke rapportages/beleidsdoorlichtingen, aangevuld met andere door IenW geprioriteerde (evaluatie)onderzoeken. Dit overzicht is gebaseerd op de tabel en de uitwerking van de SEA van de begroting 2023.
Voor het overzicht van eerder opgeleverde onderzoeken wordt verwezen naar de bijlage overzicht afgeronde evaluaties en overig onderzoek zoals opgenomen in eerdere jaarverslagen 2022, 2021 en 2020.
Alle ministeries samen voeren jaarlijks honderden onderzoeken uit om beleid te evalueren. Vanaf 2022 worden al deze ingeplande en uitgevoerde onderzoeken hier gepubliceerd.
Thema | Subthema | Type onderzoek | Afronding | Status | Conclusies/ aanbevelingen | Artikel | Hyperlink |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Integraal Waterbeleid | Algemeen Waterbeleid | Monitoring: Jaarlijkse voortgangsrapportage De Staat van Ons Water | 2024 | Lopend | Met de Staat van Ons Water wordt elk jaar gerapporteerd over de voortgang van het waterbeleid in het afgelopen kalenderjaar. De Staat van ons Water is bedoeld om meer inzicht te hebben in de kwaliteit van ons (drink)water, alsook om inzicht te hebben in de mate van bescherming tegen wateroverlast en toenemende droogte. | 11 | |
Waterkwaliteit | Monitoring: Tussenevaluatie Kaderrichtlijn Water 2023/2024 van de Nederlandse plannen voor de KRW | 2024 | Lopend | De tussenevaluatie 2024 moet uitwijzen of en welke aanvullende maatregelen nodig zijn. De tussenevaluatie wordt onder regie van IenW uitgevoerd, in nauwe samenwerking met onder meer LNV, waterschappen, provincies en drinkwaterbedrijven. Via een proces van Joint Factfinding wordt toegewerkt naar één gedeeld beeld van doelbereik KRW en resterende opgaven, en het verdere handelingsperspectief. Het afgelopen jaar is het onderdeel «Joint Factfinding – De Basis op orde» afgerond. Hiermee is een belangrijke stap gezet naar een gedeeld beeld van Rijk en Regio in de analyse van de belangrijkste issues rond de waterkwaliteit. Verder is het traject doorrekening ingezet en een studie naar trends in waterkwaliteit over de afgelopen 30 jaar.Eind 2024 is de volledige rapportage gereed. | 11 | ||
Monitoring: 3e evaluatie VL/NL-samenwerking Schelde-estuarium | 2024 | Te starten | Elke 5 jaar wordt door de Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie op grond van het Verdrag Beleid en Beheer Schelde-estuarium de VL/NL-samenwerking in het Schelde-estuarium geëvalueerd. De eerste 2 evaluaties zijn respectievelijk voorjaar 2014 en voorjaar 2019 aangeboden aan het parlement. | 11 | |||
Monitoring: KIMA (Kennis en Innovatie Marker Wadden) | 2022 | Afgerond | Het project heeft veel nieuwe kennis opgeleverd maar dekennisontwikkeling is nog niet af, 5 jaar monitoring is daarvoor te kort. Op verschillende niveaus is zichtbaar geïnnoveerd; dit blijft niet beperkt tot het technische domein en zit ook in de aanpak van en samenwerking in het project. Er zijn overwegend positieve ecologische effecten op lokaal niveau, op systeemniveau is het nog te vroeg voor conclusies. Bouwen met slib heeft (internationale) potentie. Marker Wadden is een aantrekkelijk gebied voor vogels en bezoekerservaren de natuur als zeer positief. | DF | Beleidsevaluatie Marker Wadden 2022 | Rapport | Rijksoverheid.nl | ||
Monitoring: Rapportage Levend Markermeer | 2022 | Afgerond | De werkgemeenschap Levend Markermeer voert (sinds 2018) in opdracht van DGWB een ecologische systeemstudie uit in het IJsselmeergebied om meer grip te krijgen op de ecologische productiviteit van het Markermeer en als brede toepassing op de praktijk van inrichting en beheer. | DF | Levenskansen van een hongerig Markermeer - Rijkswaterstaat Publicatie Platform | ||
Monitoring: Jaarevaluatie drinkwatertarieven | Jaarlijks | Afgerond | De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) houdt in het kader van de doelmatigheid van de drinkwaterbedrijven toezicht op de totstandkoming van de drinkwatertarieven en op de bedrijfsverslagen van de drinkwaterbedrijven. Drinkwaterbedrijven hebben de plicht om in hun verzorgingsgebied de drinkwatervoorziening te faciliteren. Omdat klanten niet de mogelijkheid hebben om een keuze te maken in de drinkwaterleverancier geeft de Drinkwaterwet de grenzen aan waarbinnen de drinkwaterbedrijven mogen opereren. | 11 | Drinkwater | Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) (ilent.nl) | ||
Monitoring: Evaluatie Informatiehuis Marien | 2023 | Afgerond | Na 10 jaar is het Informatiehuis Marien (IHM) geëvalueerd. Conclusies zijn dat het IHM de samenwerking tussen opdrachtgevers IenW/Rijkswaterstaat, LNV en Defensie/Dienst der Hydrografie versterkt en vereenvoudigt op het gebied van ontsluiten en delen van data over het gebruik en de milieutoestand van de Noordzee. De Open Data Viewer op de website van het Noordzeeloket functioneert goed als platform voor het vinden en hergebruiken van data. Daarnaast is het IHM succesvol in het verzorgen van de Nederlandse rapportages aan de Europese Commissie over de implementatie van de Kaderrichtlijn Mariene Strategie. De taken van het IHM zijn uitgebreid met het datamanagement voor het MONS programma van het Noordzee akkoord. | 11 | |||
Monitoring: Evaluatie Programma Noordzee | 2025/2026 | Lopend | Het Programma Noordzee 2022-2027 zal worden geëvalueerd in 2025 of 2026. Ten behoeve hiervan is in 2023 een beleidstheorie opgesteld. | 11 | |||
Waterveiligheid | Monitoring: Rapportage eerste beoordelingsronde primaire waterkeringen | 2023 | Afgerond | Uit de beoordelingen volgt dat, volgens verwachting, veel keringen nog niet voldoen aan de nieuwe normen die zijn geïntroduceerd in 2017. De eerste inschatting van beheerders nu is dat van de in totaal circa 3.500 km, bijna 2.000 km aangepakt moet worden. Bijna de helft hiervan staat geprogrammeerd in het huidige programma 2024-2035 van het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Ten opzichte van de inschatting van circa 1500 km voorafgaand aan de invoering van de nieuwe normen is dus sprake van een toename. | 11 | Kamerbrief over Landelijk Veiligheidsbeeld Primaire Waterkeringen | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl | |
Ex-post: Evaluatie Waterwet, 5 artikelen t.a.v. waterveiligheid | 2024 | Lopend | De evaluatie van Waterwet artikel III is eind 2021 naar de Kamer gestuurd. | 11 | Kamerbrief over Verslag evaluatie artikel III Deltawet | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl | ||
Monitoring: Beoordeling jaarlijkse kustlijn t.o.v. de Basiskustlijn | Jaarlijks | Afgerond | Rijkswaterstaat berekent jaarlijks aan de hand van de jaarlijkse kustmetingen en de trend van de afgelopen jaren (maximaal tien jaar) of de kust voldoet aan de BKL. Met een dergelijke jaarlijkse berekening wil Rijkswaterstaat tijdig een structurele kustachteruitgang langs de Nederlandse kust signaleren en daar, als dat nodig is, naar handelen De actuele data is te vinden op de site van Rijkswaterstaat. | 11 | |||
Ex-post: Evaluatie Subsidieregeling Bevaarbaarheid Ijsselmeergebied | 2025 | te starten | In 2025 loopt de subsidieregeling Bevaarbaarheid IJsselmeer gebied af. In de evaluatie wordt onderzocht of de regeling doelmatig en doeltreffend is geweest, op basis waarvan wordt besloten of de regeling wordt verlengd. | DF | |||
Bodem en Ondergrond | Ruimtegebruik en Bodem | Ex-post: Evaluatie «Besluit financiële bepalingen bodemsanering» en de «Regeling financiële bepalingen bodemsanering 2005» | 2022 | Lopend | Het evaluatieonderzoek is uitgevoerd, maar de conceptrapportage wordt in 2024 nog beoordeeld door een onafhankelijk adviesbureau. Verwachting is dat in Q2 van 2024 aan de kamer gerapporteerd kan worden. | 13 | |
Evaluatie doeltreffendheid specifieke uitkeringen meerjarenprogramma bodem | 2025 | Te starten | Sinds enkele jaren wordt gewerkt met incidentele specifieke uitkeringen aan medeoverheden, waar voorheen een brede doeluitkering werd ingezet in de bestuurlijke samenwerking tussen Rijk en medeoverheden. IenW wil de effectiviteit van deze werkwijze evalueren. | 13 | |||
Evaluatie tbv herijking bodemregelgeving | 2025 | Te starten | Het doel van de herijking is om tot een solide toekomstbestendig bodemstelsel te komen, waarin bodem en grondwater beschermd zijn, en waar een goede balans tussen beschermen en benutten bereikt wordt. Als start van de herijking worden huidige knelpunten tussen regelgeving, praktijk en beleid in beeld gebracht. | 13 | |||
Ex-ante onderzoek visie bodemherstel | 2024 | Te starten | Er komt een visie bodemherstel. Voor de implementatie van de visie wordt een onderzoek uitgevoerd over de opzet van effectief beleid en monitoren van deze visie. | 13 | |||
Ex-post: Evaluatie van de Wet elektriciteit en drinkwater BES (Wedb) | 2023 | Afgerond | De evaluatie bevestigt voor het kabinet dat de Wet elektriciteit en drinkwater BES voor het overgrote deel naar behoren functioneert en dat de doelstellingen van de wet hiermee gediend zijn. Voor de lange en intensieve procedure van een wetswijziging zijn op dit moment te weinig aanknopingspunten. | 13 | Kamerbrief Evaluatierapport Wet Elektriciteit en Drinkwater BES | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl |
Thema | Subthema | Type onderzoek | Afronding | Status | Conclusies/ aanbevelingen | Artikel | Hyperlink |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Wegen en Verkeersveiligheid | Netwerk, verkeersveiligheid en slimme en duurzame mobiliteit | Ex-post synthese: Artikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid | 2023 | Lopend | Conform de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek (RPE) dienen alle begrotingsartikelen eens per 4 tot 7 jaar onderzocht worden. De vorige beleidsdoorlichting van artikel 14 is afgerond in 2017 en betrof de onderzoeksperiode 2011 ‒ 2015. De komende beleidsdoorlichting zal betrekking hebben op de periode 2016 ‒ 2022. Er zijn thans nog geen conclusies beschikbaar. | 14 | |
Verkeersveiligheid | Ex-post: Evaluatie Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2030 | 2025 | Nog te starten | Het Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2030 (SPV) wordt geëvalueerd, om onder meer nieuwe technologische en maatschappelijke ontwikkelingen mee te nemen in het plan. | 14 | ||
Monitoring: Staat van de Verkeersveiligheid | Jaarlijks | Terugkerend | In de jaarlijkse Staat van de Verkeersveiligheid analyseert SWOV de ontwikkelingen op het gebied van de verkeersveiligheid. Belangrijke veiligheidsindicatoren hierbij zijn: het aantal verkeersdoden, het aantal verkeersgewonden en de risico’s. | 14 | |||
Ex-post: Evaluatie Wegenverkeerswet 1994 | 2023 | Afgerond | De WVW 1994 is het kader dat onder meer de toegang tot de weg bepaalt en de voor alle verkeersdeelnamers voorgeschreven gedragingen en interacties op de weg bevat. De evaluatie was gericht op de hoofdlijnen. Waar relevant is onderliggende regelgeving betrokken, zoals BABW, RVV alsmede de Wegenwet 1930. De onderzoekers stellen in het rapport: «De wet is in belangrijke mate doeltreffend in bijdragen aan het realiseren van de maatschappelijke hoofddoelstellingen uit artikel 2, lid 1. De mate waarin is niet vast te stellen. Het oorspronkelijk wettelijke kader paste goed in de tijdsgeest van deregulering in de jaren ’90. Door toevoeging van gedetailleerde artikelen, zoals de taakomschrijvingen van het CBR en de RDW, incorporeren van EU-regelgeving en adaptatie aan de maatschappelijke ontwikkelingen is de wet complexer geworden. En zien we dat de geboden vrijheid op het gebied van verkeersgedrag en weginrichting en de juist beperkte vrijheid voor het CBR en de RDW er steeds meer toe leidt dat er beperkingen door de wet ontstaan. De doeltreffendheid van de wet neemt dus naarmate de tijd vordert af.» Het uitgesproken oordeel over de doeltreffendheid verschilt tussen de verschillende maatschappelijke doelstellingen. Daarbij geven de onderzoekers aan dat de wet op onderdelen aangepast of verbeterd zou kunnen worden om te voldoen aan aankomende behoeften van een veranderend verkeerslandschap. | 14 | wetten.nl - Informatie - Wegenverkeerswet 1994 - BWBR0006622 (overheid.nl) | ||
Slimme en duurzame mobiliteit | Ex-post: Evaluatie Hand aan de Kraan | 2021, 2022 en 2024 | Nog te starten | Ook in 2023 is de HadK evaluatie uitgevoerd met de conclusie dat aanpassingen aan de nog resterende fiscale stimulering in 2024 niet aangepast hoeven te worden. | 14 | ||
Monitoring NAL | Jaarlijks | Over het algemeen scoort laadinfrastructuur in Nederland nog steeds een ruim voldoende. De gemiddelde rapportcijfers nemen iets af ten opzichte van 2022. Laadpalen in het buitenland, dit jaar voor het eerst meegenomen in de rapportcijfers, worden als laagst beoordeeld. | 14 | ||||
Tussenevaluatie fiscale regelingen van emissievrije voertuigen en plug-in-hybrides | 2023 | Afgerond | De financiële interventie van de overheid was noodzakelijk om EV-ingroei te stimuleren. De fiscale regelingen hebben bijgedragen aan emissievrij rijden. Met name het tijdelijk verlaagde bijtellingspercentage voor EV lijkt een groot effect te hebben gehad. | 14 | |||
Ex-post: Evaluaties Implementatie RED II en AFID | Jaarlijks/Tweejaarlijks | Nog te starten | De Renewable Energy Directive, Directive (EU) 2018/2001) (RED II) is in 2022 geïmplementeerd. Evaluatie hiervan zal nog moeten worden opgestart. De Regulation on the deployment of alternative fuels infrastructure (EU) 2023/1804 (AFIR) is in juli 2023 aangenomen als richtlijn i.p.v. de eerdere directive (AFID, EU 2014/94). Implementatie vindt plaats in 2024. In 2024 zal ook bezien worden in welk jaar een eerste evaluatie zal worden opgeleverd en met welke frequentie. | 14 | |||
Ex-durante: Evaluatie BAZEB | 2023 | doorlopend | In het Bestuursakkoord Zero Emissie Regionaal Openbaar Vervoer Per Bus (BAZEB) hebben ov-autoriteiten in 2016 met het rijk afgesproken dat de gehele vloot OV-bussen in 2030 zero emissie is. De voortgang van de instroom van zero-emissie bussen wordt elk kwartaal gerapporteerd op website https://zeroemissiebus.nl/. Hieruit blijkt dat inmiddels meer dan 30% van de bussen de overstap heeft gemaakt. Daarmee liggen we op koers om het einddoel in 2030 te halen. | 14 | |||
Ex-post: Evaluatie Wereldwijde productie van zero-emissie bestelauto's | 2024 | Te starten | Deze evaluatie staat voor 2024, is vooralsnog niet gepland. Monitoring gebeurt door RVO. | 14 | |||
Monitoring: Klimaatbeleid | Jaarlijks | Doorlopend | Jaarlijks wordt er een Monitor Klimaatbeleid opgesteld en sinds 2021 is er een online dashboard Klimaatbeleid die enkele keren per jaar wordt geüpdatet. | 14 | |||
Werkgerelateerd personenvervoer | Ex-post: Evaluatie Investering fietsenstallingen bij OV-stations | 2025 | Te starten | Voor de modaliteit Werkgerelateerde Personenvervoer voorzien wij een evaluatie van de investering van 75 miljoen euro in fietsenstallingen bij OV-stations. Deze evaluatie zal rond 2025 worden uitgevoerd. | 14 | ||
Ex-post: Evaluatie Programma Kies de Beste Band | 2024 | Lopend | Voorlopig wordt doorgegaan met de campagne tot en met december 2024. Doel is hier een structurele doorlopende campagne van de maken. Tussentijds vinden evaluaties plaats. De tussentijdse evaluaties hebben de voorkeur boven een evaluatie van het programma als geheel. | 14 | |||
Geluid | Ex-post synthese: Geluid | 2022 | Afgerond | Op 3 februari 2023 heeft de Staatssecretaris het eindrapport aan de kamer gestuurd met een kabinetsreactie. De in die reactie toegezegde evaluaties zijn opgenomen in de SEA. | 14, 16, 20 | Eindrapport beleidsdoorlichting geluid | Tweede Kamer der Staten-Generaal | |
Openbaar Vervoer en Spoor | Openbaar Vervoer en Spoor | Ex-post synthese: Artikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor | 2025 | Te starten | Conform de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek (RPE) dienen alle begrotingsartikelen eens per 4 tot 7 jaar onderzocht worden.De vorige beleidsdoorlichting van artikel 16 is afgerond in 2018 en betrof de onderzoeksperiode 2013‒ 2017). De komende beleidsdoorlichting zal betrekking hebben op de periode 2018 ‒ 2024. | 16 | |
Ex-post: Evaluatie reisaftrek OV | 2023 | Lopend | Fiscale Maatregel; Minfin rapporteert hierover. | IX,1 | |||
Ex-post: Evaluatie verlaagd btw-tarief alle goederen/diensten | 2023 | Lopend | Fiscale Maatregel; Minfin rapporteert hierover. | IX,1 | |||
Ex-ante: Analyse van de arbeidsmarkteffecten van de Hanzelijn: casestudie station Dronten | 2022 | Lopend | PBL onderzoekt (op eigen initiatief) hoe de Hanzelijn de kans op het vinden en behouden van werk van inwoners rond een nieuw station beïnvloedt, hoe de baten verdeeld zijn, of er sprake is van verdringingseffecten en wat de werkgelegenheidseffecten zijn op het niveau van buurt en gemeente. De onderzoeksresultaten worden naar eind eerste kwartaal 2024 verwacht. | 16 | |||
Taxi's | Ex-post: Evaluatie van de taxiwetgeving in de Wp2000 | 2023 | Afgerond | De evaluatie van de taxiwetgeving in de Wp2000 is afgerond. De uitkomsten en aanbevelingen worden eind Q1 2024 gedeeld met de Tweede Kamer. | 16 | n.t.b. |
Thema | Subthema | Type onderzoek | Afronding | Status | Conclusies/ aanbevelingen | Artikel | Hyperlink |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Luchtvaart | Gezamenlijke publieke belangen Directie Luchtvaart breed | Ex-post synthese: Periodieke rapportage Artikel 17 Luchtvaart | 2024 | In uitvoering | De periodieke rapportage van begrotingsartikel 17 Luchtvaart Hoofdstuk XII van de rijksbegroting voor de periode 2016-2022 is in uitvoering. Het doel is om inzicht te krijgen in de (voorwaarde voor) doeltreffendheid en doelmatigheid van het gevoerde beleid dat valt onder het huidige begrotingsartikel en om na te gaan of de (voorwaarde voor) doeltreffendheid en doelmatigheid van het beleid kan worden vergroot. | 17 | |
Ex-durante: Evaluatie onderzoek publieke belangen | 2023 | Vervallen | Deze evaluatie is onderdeel geworden van de periodieke rapportage artikel 17 Luchtvaart. In de periodieke rapportage wordt het beleid geëvalueerd langs de publieke belangen uit de Luchtvaartnota. Daarnaast wordt via de monitoring van uitvoeringsagenda luchtvaartnota bepaald of de acties behorende bij de verschillende publieke belangen op koers liggen. | 17 | |||
Monitoring: Publieke waarden van de luchtvaartnota 2020-2050 | Elke twee jaar | In uitvoering | In de uitvoeringsagenda Luchtvaartnota zijn verschillende onderzoeken voorzien voor de komende jaren, onder andere t.b.v. monitoring en evaluatie van het beleid. I.v.m. controversieelverklaring van de Luchtvaartnota is de aanpassing van de uitvoeringsagenda Luchtvaartnota actualisatie in 2022 gestart waarvan in 2023 de resultaten zijn gepubliceerd (Kamerstukken II, 2022-2023, 31 936, nr. 1048). Via monitoring en evaluatie wordt bepaald of de acties op koers liggen, hoe het staat met het doelbereik en of het nodig is om het beleid bij te stellen. De monitoring en evaluatie van de effecten en het doelbereik worden elke twee jaar uitgevoerd. Begin 2024 wordt de eerste voortgangsrapportage verwacht. | 17 | |||
Veilige Luchtvaart | Ex-post: Periodieke evaluatie NLVP | 2024 | Uitgesteld | Het NLVP behelst de implementatie van Annex 19 bij het verdrag van Chicago. Op dit moment is in internationaal verband een grote wijzigingen van Annex 19 in voorbereiding. Deze wijzigingen hebben invloed op de implementatie van de Annex en zodoende ook op het NLVP. De acceptatie van deze wijzigingen is voorzien voor eind 2024. Gezien de looptijd van het huidige NLVP is de evaluatie ook naar 2024 verschoven. De resultaten van de evaluatie worden meegenomen in de nieuwe versie van het NLVP. De publicatie van het volgende NLVP loopt zo synchroon met de meest recente internationale verplichtingen. | 17 | ||
Ex-durante: Evaluatie Schipholbeleid | Jaarlijks | Afgerond | De minister informeert de Kamer over de ontwikkelingen m.b.t. het Schipholbeleid onder dossiernummer 29665. | 17 | n.t.b. | ||
Ex-post: Systeemmonitor Luchtvaartveiligheid | Jaarlijks | Afgerond | Voor ruim 60% van de indicatoren is een positieve voortgang zichtbaar, variërend van een geringe tot ruime voortgang. Voor de helft van de resterende indicatoren blijft de score onveranderd, voor de andere helft is er sprake van een, veelal beperkte, verslechtering. Uit de systeemmonitor blijkt dat net als vorig jaar voor de volgende thema’s ruimte is voor een verdere versterking van het luchtvaartveiligheidssysteem:• het ontwikkelen van een methodiek voor het bepalen van de hoeveelheid benodigde fte binnen de ILT;• het volgens planning uitvoeren van de maatregelen uit de roadmap veiligheidsverbetering Schiphol door het ISMS;• het verder verbeteren van het functioneren van het Analysebureau Luchtvaartvoorvallen (ABL);• het aantoonbaar implementeren van internationale kaders met betrekking tot het oplossen van veiligheidsproblemen (Kamerstukken II, 2022-2023, 29 665, nr. 476). | 17 | |||
Ex-post: Evaluatie implementatie aanbevelingen OVV-onderzoek Veiligheid vliegverkeer Schiphol | 2022 | Afgerond | In algemene zin concluderen de onderzoekers dat «sinds 2019 enorme voortgang is geboekt en het merendeel van deze maatregelen nu zijn afgerond en systematisch geborgd zijn in de beleidskaders en systemen van de sector en de overheid» (Kamerstukken II 2021-2022, 296 65, nr. 419). | 17 | |||
Ex-post: Evaluatie beleidskeuze opleidingen- en examinering drones | 2023 | Afgerond | De onderzoekers adviseren dat de beleidskeuze voor het opleidings- en examinering systeem voor dronepiloten in de Open categorie wordt herzien en stellen een aantal stappen voor hoe deze herziening geïmplementeerd kan worden. De onderzoekers adviseren om het maken van verdere beleidskeuzes over de specifieke categorie uit te stellen tot er zekerheid is vanuit EASA. Verder bevelen de onderzoekers aan om op dit moment nog geen invulling te geven aan de inrichting van een opleiding- en examinering systeem in de Gecertificeerde categorie (Kamerstukken II, 2022-2023, 31 936, nr. 1085). | 17 | |||
Ex-post: Onderzoek beveiliging luchtvaart | 2023 | Afgerond | De herbeoordeling vitale functies roadmap is in november 2022 opgeleverd en het cyber security scope-onderzoek luchtvaart (NIS2/sectorale regelgeving) is in 2023 afgerond. Deze onderzoeken zijn vertrouwelijk. | 17 | n.v.t. | ||
Nederland goed verbonden | Monitoring: Benchmark luchthavengelden en overheidsheffingen | Jaarlijks | Afgerond | Uit de benchmark blijkt dat het prijsniveau van Schiphol in 2022 voor de luchtvaartmaatschappijen met bijna 10% is gestegen. Dit komt met name door een stijging van de passagiersgelden. Van de twaalf andere luchthavens in de benchmark hebben zeven luchthavens een hoger prijspeil dan Schiphol. Dit zijn Londen Heathrow, Frankfurt, Londen Gatwick, München, Zürich, Düsseldorf en Paris Charles de Gaulle. Het verschil in prijsniveau met Paris Charles de Gaulle is beperkt. Vijf luchthavens hebben een lager prijspeil dan Schiphol. Dit zijn Madrid, Brussel, Istanbul, Kopenhagen en Dubai. Ondanks de stijging van het prijsniveau blijft de positie van Schiphol in de rangorde ten opzichte van 2021 ongewijzigd (Kamerstukken II, 2022, 2023, 31 936, nr. 1056). | 17 | ||
Monitoring: Staat van Schiphol | Jaarlijks | Afgerond | Op 28 maart 2023 heeft de Kamer de meest recente Staat van Schiphol ontvangen (Kamerstukken II, 29665, nr. 464). Ook deze Staat draagt bij aan het inzichtelijk maken van de beheersing van de veiligheidsrisico’s. In de Kamerbrief van 4 juli 2023 gaat de minister in op de bevindingen over het ISMS en de grondafhandeling op Schiphol uit de Staat en de acties die het ministerie hierop neemt (Kamerstukken II, 2022-2023, 29 665, nr. 476). | 17 | |||
Capaciteitsmonitor uitwijkluchthavens (voorheen: luchtvaartcapaciteit SPL ivt andere Europese luchthaven) | 2023 | Afgerond | Op 21 december 2023 heeft de Kamer een monitor ontvangen gericht op de capaciteit op uitwijkluchthavens (Kamerstukken II, 31 936, nr. 1140). Deze studie komt voort uit de onderzoeksagenda bij de werkwijzer luchtvaartspecifieke MKBA’s. Daarin wordt aanbevolen de capaciteitskenmerken van relevante uitwijkluchthavens in kaart te brengen. Uitwijkluchthavens zijn die luchthavens waarvan reizigers noodgedwongen gebruik zullen maken, als er op Nederlandse luchthavens door capaciteitsbeperkingen geen mogelijkheden meer zijn om te vliegen. In keuzemodellen en MKBA’s wordt meestal aangenomen dat de capaciteit op uitwijkluchthavens niet beperkend is, waardoor de uitwijk naar deze luchthaven overschat kan worden. Ook wordt aanbevolen om beter rekening te houden met de kwaliteitskenmerken van uitwijkluchthavens. | 17 | |||
Monitoring: Netwerkkwaliteit en staatsgaranties | Jaarlijks | Afgerond | Uit de Monitor netwerkkwaliteit en staatsgaranties 2022 blijkt dat op Schiphol, de regionale luchthavens en de buitenlandse benchmarkluchthavens het herstel van het aanbod van bestemmingen en connectiviteit in 2022 doorzet. Ten opzichte van 2021 groeit het aanbod op alle luchthavens, maar het niveau ligt in de meeste gevallen nog wel ruim onder het pre-COVID-niveau van 2019. De netwerkontwikkeling van Air France KLM is ook in 2022 gelijkmatig verdeeld over Schiphol en Parijs Charles de Gaulle, hoewel vracht sterker op Parijs Charles de Gaulle herstelt (Kamerstukken II, 2023-2024, 31 936, nr. 1140). | 17 | |||
Ex-durante: Bereikbaarheid Caribisch Nederland waarborgen | 2023 | Afgerond | De Kamer is per brief van 13 juni 2023 geïnformeerd over het onderzoek waarin mogelijke invoering van een openbare dienstverplichting (PSO, public service obligation) voor de Cariben wordt verkend (Kamerstukken II 2022-2023, 31 936, nr. 1082). Dit vanuit de wens de connectiviteit tussen de Caribisch-Nederlandse eilanden te verbeteren.De instelling van een PSO vereist hoogstwaarschijnlijk een structurele financiële overheidsbijdrage. Hiervoor zijn op dit moment geen financiële middelen begroot. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en IenW verkennen gezamenlijk in overleg met andere partijen de mogelijkheden voor financiering. Dit vanuit het economisch en maatschappelijk perspectief dat samenhangt met betere bereikbaarheid. Deze verkenning is op dit moment nog niet afgerond. De besluitvorming over een mogelijke overheidsbijdrage voor een PSO zal aan een volgend kabinet zijn. | 17 | |||
Gezonde en aantrekkelijke leefomgeving | Ex-ante: Verkennen mogelijkheden ruimtelijke ontwikkelingen rond luchthavens | 2025 | In uitvoering | Voor alle luchthavens is de procedure gestart op weg naar een Luchthavenbesluit. Vaststelling hiervan is voorzien in de eerste helft van 2025. In de Luchthavenbesluiten zullen de voorwaarden worden geformuleerd voor het gebruik van de luchthavens en in hoeverre er dan ruimte kan zijn voor ontwikkeling van de luchthavens. | 17 | ||
Monitoring: Evaluatie Schipholbeleid (o.a. geluidhinder) | Jaarlijks | Afgerond | In 2017 heeft de Onderzoeksraad voor Veiligheid in het rapport Veiligheid Vliegverkeer Schiphol een aantal aanbevelingen gedaan om de veiligheid op Schiphol verder te verbeteren. Sindsdien heeft de Tweede Kamer ieder half jaar een voortgangsrapportage ontvangen waarin de voortgang, die betrokken partijen het voorgaande half jaar hebben bereikt, is beschreven. In 2023 is de achtste voortgangsrapportage veiligheid Schiphol verstuurd aan de Tweede Kamer (evaluatie Schipholbeleid) (Kamerstukken II 2022-2023, 296 65, nr. 476). | 17 | |||
Impactanalyse maatregelen in de nacht Schiphol (voorheen: reductie nachtvluchten Schiphol) | 2024 | In uitvoering | In Q2 2023 kondigde Schiphol het 8-puntenplan aan met daarin een plan voor een nachtsluiting. Op dat moment stond IenW op het punt onderzoek naar een (gedeeltelijke) nachtsluiting op Schiphol uit te laten voeren. Er is voor gekozen om eerst te verkennen of de door Schiphol aangekondigde (gedeeltelijke) nachtsluiting effect heeft op het onderzoek en hoe dit zich verhoudt tot de maatregelen die ter consultatie zijn voorgelegd in de balanced approach-procedure. Aan de hand daarvan is bekeken wat de resterende onderzoeksbehoefte is. Eind 2023 is een aangevulde onderzoeksopdracht uitgezet onder de noemer Impactanalyse maatregelen in de nacht Schiphol. | 17 | |||
Duurzame Luchtvaart | Ex-ante: m.e.r. burgerluchthavens | n.t.b. | In uitvoering | In april 2023 heeft de Commissie voor de milieueffectrapportage een advies uitgebracht over de reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport in het kader van het luchthavenbesluit Rotterdam The Hague. | 17 | ||
Ex-ante: Effectenstudie CO2 plafond | 2023 | Afgerond | De effectenstudie concludeert dat het CO2-plafond een effectief borgingsinstrument is voor de CO2-doelen uit de Luchtvaartnota. Wel zijn er verschillen tussen de varianten. Er treden volgens de effectenstudie alleen neveneffecten op als het CO2-plafond knelt (bijv. effecten op de economie of op geluidsemissies). Dit is het geval indien de uitstoot in een toekomstscenario zonder CO2-plafond hoger uitkomt dan binnen het CO2-plafond zal zijn toegestaan. Als het plafond knellend is, moet de CO2-uitstoot worden teruggebracht. Dit kan door minder (ver en/of vaak) te vliegen, efficiëntere vliegtuigen in te zetten of door meer duurzame brandstof bij te mengen. Sectorpartijen dienen een strategische afweging te maken voor de manier van emissiereductie die wordt toegepast. De ordegrootte van neveneffecten verschilt per variant. Dit is in de effectenstudie inzichtelijk gemaakt en tegen elkaar afgezet (Kamerstukken II, 2022-2023, 31 936, nr. 1027). | 17 | |||
Ex-ante: Monitoring Duurzamer vliegen | 2024 | In uitvoering | Ex-ante monitoring door middel van ontwikkeling rapportages voor duurzame luchtvaarttafel. De gedachte is dat deze monitor voort borduurt op model(aanpassingen) en aannames conform effectenstudie CO2-plafond en Klimaat- en Energieverkenning (KEV) 2022. | 17 | |||
Ex-ante: Innovatiekrachtanalyse voor schonere en stillere vliegtuigen, vliegtuigmotoren en brandstoffen | 2022 | Afgerond | Deze innovatiekrachtanalyse dient als basis en input voor een missiegerichte innovatiestrategie voor de Nederlandse Luchtvaart. Hierin staan de publieke belangen veiligheid, verbondenheid, leefomgeving en duurzaamheid centraal. Op basis van interviews, enquêtes en workshops met betrokkenen zijn voor 5 casussen (i.e. Airport Energy Hub, USpace, Multimodaal transport, Trajectory Based Operations en Geluidadaptief bouwen) de belangrijkste barrières en oplossingsrichtingen voor innovatie in kaart gebracht. | 17 | |||
Scheepvaart en Havens | Algemeen | Ex-post synthese: Artikel 18 Scheepvaart en Havens | 2022 | afgerond | Doordat het algemene beleidsdoel uit de Rijksbegroting geen directe koppeling kent met subdoelen en verbonden beleidsinzet, was het voor de onderzoekers op het niveau van een syntheseonderzoek niet mogelijk een uitspraak te doen over de doeltreffendheid en doelmatigheid van het beleid. Op individuele onderdelen kon er in algemene zin geconcludeerd worden dat de meeste beleidsinstrumentenals waarschijnlijk cq. doeltreffend zijn beoordeeld. Wat betreft de doelmatigheid blijft het moeilijk om goed inzicht te verwerven. Evaluaties slagen er vaak niet in om daar duidelijke uitspraken over te doen, omdat het niet altijd mogelijk is om kwantitatieve effecten van het beleid, bij de opzet, in beeld te brengen. | 18 | Scheepvaart en havens | Ministerie van Financiën - Rijksoverheid (rijksfinancien.nl) |
Ex-post: Evaluatie binnenvaart effect overgangsbepalingen | 2023 | afgerond | Aanleiding voor dit onderzoek is de toezegging aan de Tweede Kamer om onderzoek te laten uitvoeren naar technische voorschriften voor binnenschepen die vanaf 2035 in werking treden, en naar oplossingen voor mogelijke knelpunten. Dit onderzoek is een beoordeling van de (economische) effecten vanwege het aflopen van de overgangstermijnen voor bestaande schepen vanaf 1 januari 2035 op het vaargebied van de Rijn en vanaf 30 december 2049 op het vaargebied buiten de Rijn. Daarnaast brengt het onderzoek oplossingen in beeld voor mogelijke knelpunten voor bestaande schepen die het gevolg zijn van het moeten voldoen aan de technische voorschriften. De onderzoekers geven een uitgebreide set aan oplossingsrichtingen en een handelingsperspectief voor het ministerie van IenW mee: zet een demonstratieproject op om toepassing van de hardheidsclausule aan te moedigen, draag bij aan de instelling van hardheidsclausulecoaches bij de binnenvaart brancheorganisaties, onderzoek de haalbaarheid van collectieve oplossingen op internationaal niveau, ontwikkel een verbeterd overzicht/inzicht over de werking van de langjarige overgangsbepalingen en hardheidsclausule, smart shipping: geef impuls en versterk toepassingen op kleine vaarwegen, onderzoek levensverlenging bestaande vloot kleine scheepvaart versus warme sanering van deze vloot. | 18 | |||
Multimodaal Goederenvervoer | Ex-ante: Onderzoek buisleidingen | 2022 | afgerond | Als onderdeel van het goederenvervoerbeleid is onderzocht wat de kansen en beleidsmogelijkheden zijn om modal shift naar buisleidingen te stimuleren. Dit is bekeken vanuit het perspectief dat buisleidingen een veiliger, stiller en schoner alternatief kunnen bieden voor transport van gevaarlijke stoffen. Het onderzoek bevat een statistische component, waarin is gekeken wat realistische mogelijkheden zijn voor modal shift. Daarnaast zijn in het onderzoek op basis van interviews, literatuuronderzoek en kennis bij het onderzoeksbureau aanbevelingen gedaan om modal shift te stimuleren. | 18 | ||
Ex-ante: Onderzoek toekomstbestendigheid Delta Corridor | 2022 | afgerond | Het Rijk voorziet tot 2050 een toename in aanleg van nieuwe buisleidingen in de leidingenstroken in Nederland, onder andere door initiatieven zoals de Delta Rhine Corridor. In dit licht gezien heeft het Ministerie van IenW en het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat opdracht gegeven voor de voorliggende studie naar de toekomstbestendigheid van de leidingenstroken en specifiek de route vanaf Oostvoorne naar Chemelot in Geleen. Het voorliggende rapport onderzoekt via een GIS-analyse vijf toekomst_x0002_scenario’s om de effecten, knelpunten en maatregelen als gevolg van toekomstige uitbreiding van buisleidinginfrastructuur en hoogspanningskabels in dit tracé in beeld te brengen. | 18 | Toekomstbestendigheid leidingstroken | Rapport | Rijksoverheid.nl | ||
Mariteme veiligheid | Ex-post: Evaluatie nationaliteitseis kapitein zeeschepen | 2024 | te starten | De evaluatie moet bijdragen aan de vormgeving en formulering van beleid voor een betere instroom in het nautisch onderwijs en positionering in de arbeidsmarkt. Het is een feitelijke terugkoppeling op hoe de huidige vrijstelling is geformuleerd. | 18 | ||
Klimaatmitigatie | Ex ante Onderzoek Normering emissies binnenvaart | 2024 | afgerond | - Er kan mogelijk een wettelijke basis worden gecreëerd voor het emissielabel. Vanwege het internationale karakter van de binnenvaart heeft een internationaal gecoördineerde invoering, via de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR) en EU-regelgeving, de meeste impact.- Uit het onderzoek komen knelpunten naar voren voor een opgelegd label niveau. Als deze route verder verkend wordt, moet aan verschillende (soms complexe) voorwaarden worden voldaan. Er moet bijvoorbeeld rekening worden gehouden met internationale verdragen en Europese wetgeving. Ook is een gelijk speelveld belangrijk, immers is de binnenvaart een internationaal opererende bedrijfstak. | 18 | Verzamelbrief Maritieme Zaken | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl | |
Ex post Tijdelijke subsidieregeling duurzame binnenvaartmotoren 2020 ‒ 2021 | 2024 | te starten | Het betreft de evaluatie naar de doeltreffendheid en de effecten van deze subsidieregeling in de praktijk. | 18 | |||
Ex ante Roadmap Brandstoftransitie | 2024 | lopend | Door RVO wordt in opdracht van IenW de Roadmap Brandstoftransitie Zeevaart opgesteld. Hierin worden de meest waarschijnlijke transitiepaden uitgewerkt voor verschillende vlootsegmenten, en wordt in kaart gebracht wat dit betekent voor de toekomstige brandstofmix in de zeevaart. Deze roadmap wordt opgesteld in samenwerking met partijen uit de gehele brandstofketen gericht op de zeevaart, van brandstofproducenten tot reders en havens. | 18 | |||
Ex ante Onderzoek naar data over emissies van zeevaart | 2024 | afgerond | Er wordt nog een besluit genomen over het onder nationaal klimaatbeleid brengen van zeevaart. Na het nemen van dit besluit wordt de Kamer geïnformeerd en zal het onderzoek naar data over emissies van de zeevaart aan de Kamer worden aangeboden. Dit zal naar verwachting in het derde kwartaal van 2024 plaatsvinden. | 18 | |||
Ex-ante onderzoek REDIII verplichtingen (‘Luchtvaart en zeevaart in de nieuwe jaarverplichting energie vervoer’) | 2024 | afgerond | Het onderzoek geeft een analyse van de hoogte van eventuele jaarverplichtingen voor de levering van brandstof aan zee- en luchtvaart vanuit de RED III. Voor zeevaart zijn daarbij drie scenario’s onderzocht, waarbij de jaarverplichting aansluit bij de verplichtingen (op het schip) vanuit FuelEU Maritime. Deze scenario’s geven input aan de invulling van een sectorale verplichting, die onderdeel zijn van de nationale implementatie van de RED III binnen de Energie voor Vervoer-systematiek | 18 | |||
Ex-ante onderzoek Stimuleren verduurzaming zeevaart | 2024 | lopend | Het kabinet heeft in het Meerjarenprogramma 2025 van het Klimaatfonds middelen gereserveerd voor de ontwikkeling van duurzame zeeschepen, gericht op het opschalen van innovatieve duurzame aandrijftechnieken in de zeevaart. Het betreft de vroege fase van opschaling, waarin nog een aanzienlijke onrendabele top aanwezig is. Voor het vormgeven van een nieuw instrument heeft Rebel onderzoek uitgevoerd naar o.a. de benodigde kapitaal investeringen en de operationele meerkosten bij gebruik van duurzame aandrijftechnieken voor zeevaartschepen. De uitkomsten van dit onderzoek zijn gebruikt bij het opstellen van een fiche ter uitwerking van de eerder genoemde reservering en als voorstel om op te nemen in het Meerjarenprogramma 2025 van het Klimaatfonds. | 18 | |||
Fiscale regelingen | Ex-post: Evaluatie fiscale regelingen zeeschepen | 2022 | afgerond | Het rapport concludeert dat de tonnage regeling en de afdrachtsvermindering zeevaart doeltreffend en doelmatig zijn op basis van interviews met een representatieve groep van sectorpartijen en cijfers over de internationale concurrentiepositie van de Nederlandse maritieme sector. Met name de doelmatigheid kan echter niet statistisch worden aangetoond. Ten aanzien van de willekeurige afschrijving wordt vastgesteld dat deze nauwelijks wordt gebruikt en daarmee even ondoeltreffend is als in de voorgaande evaluatie. Aan de hand van een zestal kernbevindingen, worden in het rapport aanbevelingen gedaan. | IX,1 |
Thema | Subthema | Type onderzoek | Afronding | Status | Conclusies/ aanbevelingen | Artikel | Hyperlink |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Lucht en Geluid | Lucht | Ex-post synthese: Luchtkwaliteit, het Schone Lucht Akkoord | 2025 | te starten | Het Schone Lucht Akkoord is een bestuurlijke overeenkomst tussen het Rijk en de decentrale partners (provincies en gemeenten), en is gericht op het realiseren van gezondheidswinst voor alle burgers door een permanente verbetering van de luchtkwaliteit verdergaand dan de EU-normen voor luchtkwaliteit. Hierbij wordt toegewerkt naar de WHO-advieswaarden in 2030. Voor luchtkwaliteit is in 2019 de beleidsdoorlichting Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) uitgebracht. Het NSL loopt tot de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Het Schone Lucht Akkoord is op 13 januari 2020 van start gegaan en loopt tot 2030. Er is behoefte om vijf jaar na de start van het Schone Lucht Akkoord, het beleid door te lichten. | 20 | |
Monitoring: Periodieke Monitoring Schone Lucht Akkoord | 2023 ‒ 2030 | Lopend | Op basis van bestaande monitoringtrajecten (het NSL, de GCN/GDN-kaarten, de KEV) en voorgenomen beleid van het Rijk, provincies en gemeenten worden prognoses voor de lucht- emissies, concentraties, en gezondheidseffecten in 2016 en 2030. Dit wordt gedaan om te toetsen of het Schone Lucht Akkoord op koers ligt om de doelen te halen. Deze voortgangsmetingen vinden om het jaar plaats en zijn toegezegd in de uitvoeringsagenda van het Schone Lucht Akkoord. De periodieke monitoring van het Schone Lucht Akkoord (voortgangsmeting) wordt begin 2024 afgerond en uiterlijk voor de zomer van 2024 aan de TK gestuurd | 20 | |||
Ex-ante: Gebiedsanalyse voor SLA-pilots hoog blootgestelde gebieden | 2023 | Lopend | Om een aanpak voor hoogblootgestelde gebieden te ontwikkelen (in het kader van het SLA), voert het RIVM een aantal gebiedsanalyses uit. Deze analyse vormen de eerste stappen in grotere pilots die tot aanbevelingen voor een landelijke aanpak zullen leiden. RIVM is met de pilots in gesprek met de betreffende partijen om meer (lokale) kennis te krijgen om hun analyses te verfijnen en nauwkeuriger te maken. De gebiedsanalyses zijn in 2023 uitgevoerd en worden momenteel gebruikt in de loop van de pilots voor hoogblootgestelde gebieden. Wanneer die pilots in 2024 af zijn, worden de bevindingen van het RIVM ook bekendgemaakt. | 20 | |||
Ex-ante: Verkenning aanvullende maatregelen houtstook van RHDV | 2022 | Afgerond | Beleidsverkenning aanvullende maatregelen om de emissies van particuliere houtstook te beperken. Het stoken van kachels, haarden, bbq's etcetera heeft een groot effect op onze leefomgeving. Het onderwerp staat in de belangstelling van de politiek en is sterk gepolariseerd. Je bent voorstander van hout stoken of tegenstander. Om toch stappen te kunnen nemen is het van belang om inzicht te hebben in de maatregelen die mogelijk zijn om de emissies en overlast van houtstook te beperken en het draagvlak in de maatschappij waar deze maatregelen op kunnen rekenen. Op basis van dit onderzoek kan het beleid ten aanzien van houtstook zo worden ingericht dat de maatregelen die getroffen worden zo effectief mogelijk zijn en op een zo breed mogelijk draagvlak kunnen rekenen in de maatschappij. | 20 | |||
Geluid | Ex-post synthese: Geluid | 2022 | Afgerond | Het doel van het beleid ‘Geluid’ is het bevorderen van een solide en gezonde leefomgeving door geluidhinder te voorkomen of te beperken. Hierbij ligt een belangrijke focus op geluidsanering, het aanpakken van knelpunten bij woningen met de hoogste geluidbelastingen. De doorlichting is eerder aangekondigd voor de jaren 2021-2022 in vervolg op de laatste doorlichting in 2016. In 2023 treedt de Omgevingswet in werking en verandert de wet- en regelgeving inhoudelijk. Een beleidsevaluatie in 2022 kan geen doorwerking meer hebben in de regels zoals die per 1-1-2023 van kracht gaan worden. Gegeven de inwerkingtreding van nieuwe regels voor de geluidsanering in 2023 kan op dat moment wel teruggekeken worden op de resultaten die bereikt zijn (ex-post) onder het bestaande recht (Wet geluidhinder). Een doorlichting gericht op evalueren van de werking van het nieuwe stelsel voor geluidsanering kan dan in 2027 plaatsvinden, in lijn met de voor dat moment geplande bredere evaluatie van de Omgevingswet. | 20 | ||
Duurzame Agro | Ex-ante: Onderzoek Duurzame Agro: emissiearme stalsystemen | 2022 | Afgerond | Naar aanleiding van een onderzoek van CBS dat suggereerde dat emissiearme stalsystemen minder goed functioneren dan verondersteld, onderzoekt WUR het proces van stalbeoordeling en regulering. Hierin wordt gekeken naar het meten van de emissiereductie, de toelatingsprocedure, het gebruik van de systemen in de praktijk en het toezicht daarop. De uitkomsten hiervan zullen worden gebruikt ter verbetering van de regulering van stikstof-, fijnstof- en geuremissies uit stallen. | 20 | ||
Duurzaamheid | Circulaire economie | Monitoring: Integrale Circulaire Economie Rapportage (ICER) | 2023 | afgerond | De integrale circulaire-economierapportage (ICER) is een tweejaarlijks product van PBL die zicht geeft op de stand van zaken in de transitie naar een circulaire economie.. De ICER is aan de Tweede Kamer gestuurd en gebruikt als input van het gelijktijdig gepubliceerder Nationaal Programma Circulaire Economie De voornaamste aanbevelingen sluiten nauw aan op de SER-verkenning (Kamerstuk 32 852, nr. 209) en zijn opgenomen in de aanbiedingsbrief (Kamerstuk 32 852 nr. 225):1. Stel concrete doelen op die gepositioneerd zijn in een visie voor de lange termijn.2. Ontwikkel een coherent pakket van beleidsmaatregelen met voldoende inzet van verplichtende maatregelen zoals normering en beprijzing3. Versterk de governance inclusief uitvoeringsstructuur met een duidelijke verdeling van de verantwoordelijkheden4. Zet in op een kabinetsbrede aanpak waarin circulariteit volledig wordt geïntegreerd in ander beleid om de ambitie om de economie circulair te maken in 2050 te behalen. | 21 | https://www.pbl.nl/publicaties/integrale-circulaire-economie-rapportage-2023 |
Monitoring: Denim Deal | 2024 | Lopend | In 2020 is de Green Deal Circulaire Denim (Denim Deal) gesloten. Ondertekenaars hebben daarin aangegeven jaarlijks data aan te leveren over hun voortgang op de 3 afgesproken doelen gedurende de looptijd van de deal (tot eind 2023). In 2021 is een nulmeting opgeleverd waarin het vertrekpunt voor de doelen wordt geschetst. In de volgende jaren zal de voortgang daarop worden weergegeven. In de eerste helft van 2024 verschijnt het laatste monitorrapport over 2023. | 21 | |||
Verkenning: Transitieagenda Consumptiegoederen | 2022 | Afgerond | Een circulaire economie gaat naast het reduceren van afval, materiaalgebruik en vervuiling ook om waarde-creatie: banen, economische groei en sociale inclusie. Deze waarde-creatie komt vaak niet goed over het voetlicht en deze studie beoogt om handvatten te geven om het concept beter te beschrijven. | 21 | |||
Verkenning: Reparatie | 2024 | Lopend | IenW overweegt om in samenwerking met Techniek Nederland een register op te zetten waarin reparateurs staan die de benodigde opleidingen hebben gedaan om als professioneel reparateur bekend te mogen staan. Om dit register ook echt te doen bijdragen aan meer reparatie, is het nodig te weten welke verwachtingen consumenten die een reparateur zoeken van zo'n register hebben en welke informatie erop te vinden moet zijn om ze ertoe aan te zetten voor reparatie te kiezen in plaats van vervanging van defecte apparaten. Daarop richt dit onderzoek zich. | 21 | |||
Verkenning: Verpakkingen | 2022 | Afgerond | Recycling van Nederlandse drankenkartons | 21 | |||
Plastic | Monitoring: Zwerfafval periodieke monitoring | 2022 | Afgerond | Monitoring drankverpakkingen in het zwerfafval, tweede helft 2021: dit onderzoek is ingesteld naar aanleiding van signalen dat producenten statiegeld op flessen ontwijken door over te stappen op drankkartons, waar geen statiegeld op zit. Het onderzoek moet verifiëren of dit tot een significante verschuiving leidt. | 21 | ||
Monitoring: Plastic Pact NL | 2027 | Lopend | In 2019 is het Plastic Pact NL gesloten. Ondertekenaars hebben daarin aangegeven jaarlijks data aan te leveren over hun voortgang op de 4 afgesproken doelen (meer met minder plastic) gedurende de looptijd van het Pact (tot eind 2025). Op basis van deze data wordt de gezamenlijke voortgang op de 4 doelen in een jaarlijkse monitoringsrapportage weergegeven. Eind 2023 is besloten dat het Plastic Pact NL gaat stoppen. Begin 2024 verschijnt daarom de laatste monitorrapportage. | 21 | |||
Ex-ante: Wegwerp plastics | 2022 | Afgerond | Onderzoek pilots naar herbruikbare voedselverpakkingen op festivals: in aanloop naar de nieuwe regelgeving voor wegwerpplastics worden pilots uitgevoerd met herbruikbare alternatieven, om ondernemers te laten zien wat mogelijk is en zo te helpen de overstap naar herbruikbaar te maken. | 21 | |||
Ex-ante: Wegwerp plastics | 2022 | Afgerond | Onderzoek retourlogistiek van herbruikbare verpakkingen: bij de overgang naar herbruikbare verpakkingen is één van de uitdagingen dat bekers en voedselcontainers na gebruik ingezameld en schoongemaakt moeten worden voordat ze opnieuw gebruikt kunnen worden. Dit onderzoek dient om in kaart te brengen hoe dit efficiënt georganiseerd kan worden. | 21 | Reverse logistics for reusable packaging | Report | Government.nl | ||
Ex-ante: Wegwerp plastics | 2024 | Lopend | Gedragsonderzoek naar drivers en belemmeringen voor hergebruik bij de consument: bij de overgang naar hergebruik spelen consumentengewoonten en percepties een grote rol, men is gewend aan wegwerp. Dit onderzoek brengt in kaart hoe consumenten meegenomen kunnen worden om hun gedrag aan te passen aan de nieuwe situatie met meer hergebruik. | 21 | |||
Ex-ante: Zwerfafval | 2023 | Afgerond | Onderzoek voor maatregelen om de aanwezigheid van sigarettenfilters in zwerfafval tegen te gaan: sigarettenpeuken zijn een grote en hardnekkige factor in zwerfafval. Dit onderzoek dient om beleidsinterventies in kaart te brengen die kunnen helpen het aantal filters in zwerfafval te reduceren. In afstemming met VWS vanwege gezondheidsfactoren en anti-rook beleid. | 21 | |||
Afvalstoffenbeheer | Ex-ante: Onderzoek Afvalstof of product | 2023 | lopend | Onderzoek ten behoeve van overige acties uit de verkenningen uit 2021 op het terrein van de beoordeling van afvalstof of product (zie ook kamerbrief Opvolging verkenningen Taskforce Herijking Afvalstoffen, 1 maart 2021 (zie ook TK, 32 852-140). Dit ondersteunende onderzoek is naar verwachting nodig om verder uitwerking te geven aan de resterende acties uit de kamerbrief van 21 maart 2021. Het treffen het opstellen van diverse ministeriële regelingen en handreikingen en het inrichten van een kennisplatform voor omgevingsdiensten bij hun beoordeling van materiaalstromen om kennis op te doen en uit te wisselen. Momenteel wordt er zowel aan de ministeriële regelingen en handreikingen als aan de oprichting van het Kennisplatform gewerkt. Dat laatste samen met IPO, VNG en Omgevingsdienst NL. | 21 | ||
Ex-ante: Onderzoek Storten | 2022 | afgerond | Het doel van dit onderzoek naar een uniforme rekenmethodiek voor de nazorg van stortplaatsen is te komen tot een voorstel voor een uniforme rekenmethodiek voor de nazorg van stortplaatsen. Provincies zijn wettelijk belast met de nazorg van stortplaatsen en de bijbehorende financiën en zij gaan hier verschillend mee om met wisselende resultaten. Vanuit het IPO is de wens geuit om te komen tot meer uniformiteit. Omdat de provincies onderling niet tot een consensus over de rekenmethodiek kunnen komen, is IenW op verzoek van het IPO een onderzoek gestart om tot die uniforme rekenrente te komen. Rapport is opgeleverd en aan het IPO aangeboden op 15 juli 2022. Het rapport biedt handvatten voor de provincies over hoe om te gaan met de methodiek van de rekenrente. Het is aan de provincies zelf om daarin keuzes te maken. Dit rapport is op 19 juli 2022 gepubliceerd op openoverheid.nl. | 21 | https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2022/07/19/rekenrente-nazorgfondsen-stortplaatsen | ||
Ex-ante: Onderzoek Storten | 2022 | afgerond | Het storten van afval wordt momenteel beschouwd als de laagste trede in de afvalhiërarchie. Echter, ook in een circulaire economie zal er nog steeds sprake zijn van (zo min mogelijk) storten van afval. Het onderzoek naar het richting geven van de modaliteit storten in de toekomst moet inzicht bieden in de benodigde stortcapaciteit in de toekomst en biedt de basis voor de verdere beleidsontwikkeling met werkprogramma voor het dossier storten. Rapport is opgeleverd en gepubliceerd op 9 noveber 2022. Het rapport biedt inzichten in de volumes van de stomen die ook in de toekomst nog gestort zullen worden en inzicht in de benodigde en beschikbare stortcapaciteit. In de kamerbrief over diverse onderwerpen ten aanzien van verbranden en storten van 18 juli 2023 is naar dit onderzoek gerefereerd en de bevindingen die worden meegenomen in het werkprogramma storten. | 21 | https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2022/10/07/analyse-van-de-toekomst-van-storten | ||
Ex-ante: Onderzoek Storten | 2023 | lopend | Op basis van onderzoek uit 2022 over de positie van storten in een circulaire economie wordt er in 2023 een werkprogramma opgezet met concrete acties. Verwacht wordt dat er nog nader onderzoek nodig is om tot het opstellen van het werkprogramma te komen. Het werkprogramma wordt naar verwachting uiterlijk Q2 2024 naar de Tweede Kamer verzonden. | 21 | |||
Ex-ante: Onderzoek Circulair Materialenplan | 2023 | lopend | Ten behoeve van de ontwikkeling van het Circulair Materialenplan, als opvolger van het Landelijk Afvalbeheerplan, brengt de m.e.r. de milieueffecten in beeld voor de belangrijkste nieuwe beleidsvoornemens die mogelijk een plek krijgen in het CMP. Speerpunt bij de m.e.r. vormt de hoogwaardige verwerking van materiaalstromen. Het m.e.r. onderzoek loopt nog. De resultaten en beleidsreactie daarop zullen samen met het ontwerp CMP in Q3 2024 naar de Tweede Kamer worden gezonden ihkv de inspraakprocedure. | 21 | |||
Ex-ante: Onderzoek Afval scheiden | 2033 | lopend | Onderzoek naar de stand van zaken en beperkingen van afval scheiden op basisscholen. Op basisscholen blijft de afvalscheiding achter. Dit onderzoek dient om na te gaan wat de problemen zijn waar scholen in de praktijk tegenaan lopen en wat daar beleidsmatig of anderszins aan kan worden gedaan. | 21 | |||
Omgevingsveiligheid en Milieurisico's | Omgevingsveiligheid en Milieurisico's | Ex-post synthese: Artikel 22 Omgevings- veiligheid en Milieurisico's | 2025 | te starten | Het doel van het beleid ‘Omgevingsveiligheid en Milieurisico’s’ is het realiseren van een schone, gezonde en veilige leefomgeving die door de inwoners van Nederland ook als zodanig wordt ervaren. In alle hierna opgenomen beleidsevaluaties vallend binnen artikel 22 dienen ter ondersteuning van deze beleidsdoorlichting. Over het beleid ‘Omgevingsveiligheid en Milieurisico’s’ is eind 2018 een rapport uitgebracht (TK 32 861 nr. 42). Eén van de aanbevelingen daarvan was om voor de volgende doorlichting te zorgen voor meer kwantitatief evaluatiemateriaal. Er is behoefte om in 2025 het beleid wederom door te lichten. | 22 | |
2-jaarlijkse evaluatie VTH | 2023 | afgerond | Het wettelijk verplichte 2-jaarlijks onderzoek naar de wettelijk vastgestelde kwaliteitscriteria voor de taakuitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) is in 2023 opgeleverd en naar de Kamer verstuurd (Kamerstuk 22343/28663, nr. 368) | 22 | |||
Ex-ante: onderzoek veiligheid energie transitie | 2023 | lopend | Vanuit het thema ‘veiligheid energietransitie’ wordt ex ante onderzoek gedaan om de beleidsvorming richting te kunnen geven. Dat betreft bijvoorbeeld de ontwikkelingen in de waterstofketen. Begin 2023 werd een onderzoek over mogelijk te verwachten volumes aan de Kamer gestuurd. Een verkenning van de maatschappelijke kosten en baten m.b.t. verschillende waterstofdragers (waaronder ammoniak) die eind 2023 verwacht wordt zal mede basis zijn voor de herijking van het kabinetsstandpunt ammoniak. | 22 | |||
Biotechnologie | Ex-post: Beleidsevaluatie Biociden | 2028 | te starten | Het beleid ‘Biociden’ is erop gericht dat biociden, middelen waarmee schadelijke of ongewenste organismen kunnen worden bestreden, werkzaam zijn en veilig voor mens en milieu worden toegepast. Hierbij wordt harmonisatie in Europa nagestreefd. Met de inwerkingtreding van de Europese biocidenverordening in 2012 is veel veranderd. Omdat de uitgangssituaties in de EU-lidstaten verschillend was, is in de EU nu nog een overgangsregime van toepassing. Nederland heeft het hier al bereikte beschermingsniveau in die periode niet verlaagd. In 2020 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de stand van dit beleid naar aanleiding van de door de Europese Commissie uitgevoerde Fact Finding Mission (TK 27858 nr. 510). De beoordeling en goedkeuring van werkzame stoffen onder de biocidenverordening gebeurt in een (Europees) werkprogramma. Dit Europese beoordelingsprogramma is vertraagd. Mogelijk met 5 jaar. Daarmee wordt ook de nationale evaluatie vertraagd. | 22 | ||
Ex-post: Beleidsevaluatie Veiligheid Biotechnologie | 2023 | Lopend | In 2023 is er een Trendanalyse biotechnologie opgesteld door COGEM en Gezondheidsraad (april 2023 door stas IenW aan TK verstuurd). In 2024 gaan we nav deze Trendanalyse aan de slag met een visietraject, waartoe de Trendanalyse oproept afhankelijk van nieuwe kabinetsplannen.In 2023 is er ook een beleidsevaluatie veiligheid biotechnologie uitgevoerd (planning is deze eind febr 2024. aan TK te sturen). | 22 | |||
Vervoer en Bedrijven | Ex-post: Evaluatie Cogem | 2025 | Te starten | De Commissie Genetische Modificatie (COGEM) informeert en adviseert de regering over genetisch gemodificeerde organismen (ggo's). Het is wettelijk verplicht om een 4- jaarlijkse evaluatie uit te voeren van het adviesorgaan inzake biotechnologie. Vier jaar geleden In 2021 vond de laatste evaluatie plaats. Er is behoefte om eens per vier jaar een evaluatie uit te voeren. | 22 | ||
Monitoring: Evaluatie uitvoering Basisnet | 2023 | Afgerond | Jaarlijks wordt de uitvoering van het Basisnet (weg, water, spoor) gemonitord aan de hand van de gerealiseerde vervoersbewegingen van gevaarlijke stoffen over de routes van het Basisnet in het voorgaande jaar. Dit is een wettelijke verplichting. Een overzicht van de gerealiseerde vervoersbewegingen van gevaarlijke stoffen in 2022 over weg, water en spoor is middels een brief aan de Tweede Kamer aangeboden. Daarin zijn ook de overschrijdingen van het wettelijk basisbeschermingsniveau en de vastgelegde risicoplafonds aangegeven. De uitkomsten over het wel of niet overschrijden van het wettelijk basisbeschermingsniveau als ook de vastgelegde risicoplafonds zijn de maat voor de evaluatie van de uitvoering van de Basisnet regelgeving. | 22 | https://www.infomil.nl/onderwerpen/veiligheid/basisnet/#h358ba084-3d9b-455c-b26e-94e39f561d62 | ||
Monitoring: Evaluatie juridische aspecten Basisnet | 2023 | Afgerond | Evaluatie originele Basisnet uitgevoerd. De conclusies hieruit (dat het Basisnet en het instrument van de risicoplafonds niet werken en ook niet kunnen werken) zijn meegenomen in de beleidsontwikkeling van het Robuust Basisnet. Dat is ook beschreven in de laatste Kamerbrief, waar de evaluatie als bijlage aan was toegevoegd. | 22 | |||
Ex-durante: Evaluatie Programma Robuust Basisnet | 2024 | te starten | In 2024 wordt gestart met een evaluatie van het Programma Robuust Basisnet (vervoer van gevaarlijke stoffen) dat in 2019 is begonnen en doorloopt tot de wijziging van de huidige regelgeving Basisnet in (vermoedelijk) 2025. Deze evaluatie zal met name op het proces gericht zijn, in aanvulling op de meer inhoudelijke evaluatie gericht op het functioneren van het basisnet zelf, die in 2023 is opgeleverd. Met een programmatische aanpak en betrokkenheid van diverse stakeholders is met het programma ingezet op het tot stand komen van een robuuster basisnet, allereerst voor de modaliteit spoor, met het oogmerk deze aanpak later ook te kunnen gebruiken voor de modaliteiten weg en water. | 22 | |||
Monitoring: Evaluatie VTH (Vergunningen, Toezicht, Handhaving) | 2025 | te starten | Vanaf 1 januari 2024 treedt de Omgevingswet in werking. Vanaf dat moment verplicht deze wet tot tweejaarlijks evalueren van de kwaliteit van de uitvoering VTH. Op basis van de oude Wet algemene bepalingen omgevingsrecht hebben in 2017, 2019, 2021 en 2023 evaluaties plaatsgevonden. Deze evaluaties worden gebruikt om, waar nodig, verbeteringen in het VTH-stelsel door te voeren. De tweejaarlijkse evaluatie van 2023 dient tevens als nulmeting voor het Interbestuurlijk Programma VTH dat van 2022- 2024 loopt.In dit IBP-VTH wordt opvolging gegeven aan de aanbevelingen van de Commissie Van Aartsen. De eerstvolgende evaluatie vindt plaats in 2025 waarmee dan ook de resultaten van het IBP-VTH in kaart worden gebracht. | 22 | |||
Ex-post: Evaluatie Atlas Leefomgeving | 2024 | lopend | De evaluatieaanbeveling om de doelmatigheid verder te onderzoeken wordt in 2022 opgevolgd door een maatschappelijke kosten-batenanalyse uit te voeren. De MKBA is er op gericht te bezien of de Atlas tegemoet komt aan maatschappelijke behoefte. Daarnaast wordt de efficiency van het beheer opnieuw onderzocht. MKBA is gestart in oktober 2023. Oplevering rapport verwacht Q4 2024 | 22 | |||
Monitoring: Evaluatie programma modernisering omgevingsveiligheid (MOV) | 2024 | lopend | Anticiperend op de aanstaande Omgevingswet is het programma Modernisering Omgevingsveiligheid (MOV) opgezet. Het programma MOV heeft onderzoek gedaan naar de behoeftes ten aanzien van omgevingsveiligheid van bestuurders van gemeenten, provincies, omgevingsdiensten, veiligheidsregio’s en gezondheidsdiensten. De evaluatie van het programma MOV gaat enerzijds in op de vraag of de gestelde doelen van het programma zijn bereikt en anderzijds op de vraag wat nog nodig is vanuit het ministerie van IenW voor de implementatie van de modernisering bij de inwerking treden van de Omgevingswet. | 22 | |||
Chemische Stoffen | Ex-post: Evaluatie asbestbeleid | 2026 | te starten | Het asbestbeleid is erop gericht om asbestdaken als belangrijkste resterende bron van asbestvezels in de leefomgeving te saneren. In 2020 is de subsidieregeling Saneren asbestdaken geëvalueerd. Er is een Landelijke Asbestdakenkaart met het aantal m2 asbestdaken dat nog gesaneerd moet worden. Deze kaart wordt periodiek bijgewerkt. De evaluatie richt zich op de vraag in hoeverre met het beleid het doel (aanpak van asbestdaken, de grootste bron aan vezels in de buitenlucht) is bereikt, en welke beleidsvragen nog resteren. Uw Kamer is in de voortgangsbrief asbest van 1 december 2021 geïnformeerd over het voornemen om in 2023 voor het onderwerp asbestdaken een beleidsevaluatie uit te voeren. Gelet op de recent gewijzigde focus zal ik deze evaluatie niet in 2023 maar begin 2026 uitvoeren, na afloop van de voorgenomen communicatie- en bewustwordingsactiviteiten. | 22 | ||
Ex-post: Evaluatie stelsel nucleaire veiligheid en stralingsbescherming | 2023 | Lopend | Evaluatie stelsel nucleaire veiligheid en stralingsbescherming (Kernenergiewet en onderliggende besluiten en regelingen) om na te gaan of het stelsel voldoende robuust is met oog op het bewerkstelligen van de ambities van het coalitieakkoord inzake kernenergie en afval. | 22 | |||
Ex-post: Evaluatie LAVS | 2023 | Lopend | Met de verplichtstelling van het Landelijke Asbestvolgsysteem (LAVS) wordt gericht ingezet op betere naleving van en toezicht op asbestregelgeving geldend voor gecertificeerde/accrediteerde bedrijven werkzaam in de asbestsaneringsketen (inventarisatie, verwijdering, eindbeoordeling en afvalafvoer). Daarmee wordt beoogd te voorkomen dat in de keten van werkzaamheden nadelige gevolgen optreden voor de gezondheid van de mens, in het bijzonder werknemers, en het milieu. De evaluatie van het LAVS gaat in op de vraag of de gestelde doelen van het LAVS zijn bereikt (effectiviteit) en of deze zo goedkoop mogelijk zijn bereikt (efficiëntie). | 22 |