De Tweede Kamer verzoekt het kabinet om bij de verantwoording over het jaar 2023 aandacht te besteden aan resultaatbereik in relatie tot onderuitputting, als gevolg van bijvoorbeeld arbeidskrapte. In deze bijlage wordt de totale onderuitputting gepresenteerd. Daarbij worden de grootste en/of belangrijkste meevallende realisaties apart toegelicht. De overige meevallende realisaties worden in de post «overige meevallers» toegelicht.
Post | Onderuitputting | als % van vastgestelde netto-begroting |
---|---|---|
COA | ‒ 41.820 | ‒ 0,1% |
Maatwerkregeling Duurzame Inzetbaarheid en Eerder Uittreden | ‒ 31.295 | ‒ 0,1% |
Opdrachten artikel 2 | ‒ 25.420 | ‒ 0,1% |
Saldo overige mee- tegenvallers | ‒ 119.501 | ‒ 0,2% |
waarvan Overige Subsidies (regelingen) | ‒ 47.708 | ‒ 0,1% |
waarvan Overige Opdrachten | ‒ 21.502 | 0,0% |
Totaal | ‒ 218.036 | ‒ 0,5% |
Toelichting
Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA)
Het oorspronkelijke budget 2023 was gebaseerd op de Meerjaren Productie Prognose (MPP-cijfers) van het Ministerie van J&V. Echter als gevolg van externe factoren (onvoldoende locaties, ontoereikende voorzieningen, krapte op de arbeidsmarkt) is het het COA niet gelukt om de jaarlijkse prognose daadwerkelijk te realiseren. Daarmee is het het COA dus niet gelukt om de volledige doelstelling van 2023 te behalen. De arbeidsmarktkrapte is deels een oorzaak geweest van deze onderuitputting.
Maatwerkregeling Duurzame inzetbaarheid en Eerder Uittreden (MDI&EU)
Er is in 2023 minder uitgegeven aan de subsidieregeling MDI&EU dan begroot. Omdat er in 2023 minder subsidie is aangevraagd dan er onder het subsidieplafond beschikbaar was, is er in 2023 een lager bedrag bevoorschot. Daarnaast zijn er in 2023 minder aanvullende voorschotten verstrekt voor lopende projecten waarvoor reeds in 2022 subsidie was aangevraagd. Onbenut budget blijft in latere jaren beschikbaar voor de MDI&EU en daarmee voor de beleidsdoelstelling. De arbeidsmarktkrapte is geen oorzaak geweest van deze onderuitputting.
Opdrachten artikel 2
Er heeft onderuitputting op artikel 2 opdrachten plaatsgevonden van € 25 miljoen. Dit komt doordat het niet mogelijk is gebleken alle voorgenomen activiteiten in 2023 te realiseren. Reden daarvoor is dat onder meer vanwege het opstarten van de Aanpak geldzorgen, armoede en schulden (GAS) sommige subsidies pas later konden worden toegekend. Deze vertraging heeft geen tot weinig impact gehad op het bereiken van de doelstellingen van de aanpak GAS. In het jaar 2024 wordt binnen SZW de focus gelegd op de verdere inrichting van de financiële administratie van de aanpak GAS. De arbeidsmarktkrapte is geen oorzaak geweest van deze onderuitputting.
Overige mee- en tegenvallers
De overige mee- en tegenvallers bestaan grotendeels uit onderuitputting op subsidieregelingen en opdrachten. Voor de subsidieregeling Nederland leert door is er onderuitputting van circa € 15 miljoen door het vervallen van toekenningen. Bij een aantal subsidies wordt de onderuitputting veroorzaakt door het verlengen van de subsidieperiode waardoor de geplande betalingen in 2023 naar 2024 of later verschuiven, waaronder van de subsidieregeling Stimuleringregeling LLO in MKB. De onderuitputting bij opdrachten kan onder meer worden verklaard door vertragingen, vervallen projecten en een lagere realisatie betreffende de uitvoering van diverse projecten.
Het overige saldo onderuitputting bestaat voor een deel uit overlopende verplichtingen. Deze uitgaven van 2023 zijn vertraagd en zullen in 2024 worden uitgegeven. Daarnaast zijn er kleine meevallers en aansluitingen bij realisatie, waaronder meevallers bij de ontvangsten van € 8,1 miljoen.