Uitgaven voor inkoop van adviseurs en tijdelijk personeel
Programma- en apparaatskosten | |
---|---|
1. Interim-management | 391 |
2. Organisatie- en Formatieadvies | 1.541 |
3. Beleidsadvies | 1.872 |
4. Communicatieadvisering | 1.993 |
Beleidsgevoelig (som 1 t/m 4) | 5.797 |
5. Juridisch advies | 110 |
6. Advisering opdrachtgevers automatisering | 6.219 |
7. Accountancy, financiën en administratieve organisatie | 13.613 |
(Beleids)ondersteunend (som 5 t/m 7) | 19.942 |
8. Uitzendkrachten (formatie & piek) | 14.784 |
Ondersteuning bedrijfsvoering | 14.784 |
Totaal uitgaven inhuur externen | 40.520 |
In 2023 bedroeg het totaal van de personele uitgaven € 460,8 miljoen. Dit is de som van € 420,3 miljoen voor het eigen personeel en € 40,5 miljoen externe inhuur. Het percentage externe inhuur komt hiermee op 8,8. Dit is een stijging ten opzichte van het niveau van 2022 (8,1).
De voornaamste stijging doet zich voor bij de Rijksschoonmaakorganisatie (onder andere vervanging van medewerkers in verband met ziekteverzuim en het niet kunnen invullen van vacatures; daarnaast was er inhuur voor het verder professionaliseren van de informatievoorziening) en de organisatie-onderdelen die zich bezighouden met ICT en met de uitvoering van subsidieregelingen van het noodpakket.
Rapportage overschrijding maximumuurtarief externe inhuur
Vanaf 2011 geldt dat ministeries rapporteren over het maximumuurtarief buiten de raamovereenkomsten om (motie De Pater – Van der Meer). Het maximumuurtarief vormt een aanvulling op het sturingsinstrumentarium externe inhuur (de procentuele uitgavennorm).
2023 | |
---|---|
Aantal overschrijdingen maximumuurtarief | 1 |
Toelichting overschrijding maximumuurtarief
In 2022 is buiten de raamovereenkomsten één keer boven het maximumuurtarief ingehuurd. Het betrof een specifieke casus voor mediation waarvoor geen geschikte raamovereenkomst beschikbaar was. Deze casus is ook gemeld in het jaarverslag 2022. De uitbetaling heeft in 2023 plaatsgevonden.