De overheid voorziet de uitvoeringsorganisaties van financiële middelen voor een rechtmatige, doelmatige, doeltreffende en klantgerichte uitvoering van socialezekerheidsregelingen, binnen de kaders die de overheid stelt.
De uitvoering van de socialezekerheidswetten vindt mede plaats door ZBO’s en RWT’s. De Minister van SZW bepaalt de kaders waarbinnen de uitvoering tot stand komt en stelt uitvoeringsbudget ter beschikking aan Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) inclusief het Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (BKWI), de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en het Inlichtingenbureau (IB). Zij maakt daarbij prestatieafspraken en stuurt op rechtmatige, doelmatige, doeltreffende en klantgerichte uitvoering. Hiertoe is een planning- en controlcyclus ingericht tussen de uitvoeringsorganen en het ministerie.
De Minister is verantwoordelijk voor het doen uitvoeren van de sociale‐ zekerheidswetgeving door de uitvoeringsorganen en draagt zorg voor:
– de vormgeving, het onderhoud en de werking van het stelsel van wet- en regelgeving (wet SUWI) waarbinnen de uitvoeringsorganen opereren;
– de vormgeving van het stelsel van socialezekerheidswetten die UWV en de SVB uitvoeren;
– de vaststelling van de budgetten die aan UWV, de SVB en het IB beschikbaar worden gesteld met daarbij passende prestatieafspraken;
– de sturing van en het toezicht op de rechtmatige, doelmatige, doeltreffende en klantgerichte uitvoering door UWV, de SVB en het IB en de verantwoording daarover;
– de vaststelling van de omvang van de middelen die aan de Landelijke Cliëntenraad (LCR) beschikbaar worden gesteld;
– de organisatie van de eigen uitvoering binnen het verband van de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN).
Prestatie-indicatoren UWV en SVB
In onderstaande tabellen zijn indicatoren voor UWV en de SVB weergegeven die de doelmatigheid, rechtmatigheid en klantgerichtheid van de uitvoering weergeven.
Realisatie 2019 | Realisatie 2020 | Realisatie 2021 | Realisatie 2022 | Realisatie 2023 | Begroting 20231 | Verschil 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Doelmatigheid: Percentage realisatie uitvoeringskosten binnen budget | 100 | 96 | 95 | 99 | 98 | 100 | ‒ 2 |
Rechtmatigheid: Percentage rechtmatigheid | 99,1 | 992 | 99,22 | 99,42 | 99,22 | 99 | 0,2 |
Klantgerichtheid: Cijfer klanttevredenheid uitkeringsgerechtigden | 7,1 | 7,4 | 7,5 | 7,5 | 7,6 | 7 | 0,6 |
Bron: UWV, jaarverslag.
Realisatie 2019 | Realisatie 2020 | Realisatie 2021 | Realisatie 2022 | Realisatie 2023 | Begroting 20231 | Verschil 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Doelmatigheid: Reële efficiëntiegroei | 0,1 | 5,6 | ‒ 3,0 | ‒2 | ‒3 | ‒4 | ‒ |
Rechtmatigheid: Percentage rechtmatigheid | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | 99 | 1,0 |
Klantgerichtheid: Cijfer klanten | ‒5 | 8,2 | ‒5 | 8,2 | ‒5 | 8 | ‒ |
Bron: SVB, jaarverslag.
In afwachting van een nieuwe KPI voor doelmatigheid rapporteert de SVB enkel nog kwalitatief over efficiency. Deze informatie is opgenomen in het jaarverslag 2022 van de SVB.
De extra inspanningen van de SVB voor maatwerk en persoonlijke dienstverlening komen niet goed naar voren in het efficiency cijfer. Daarom rapporteert de SVB kwalitatief over efficiency in het jaarverslag 2023. Een nieuwe KPI voor doelmatigheid is opgenomen in het jaarplan 2024 van de SVB.
In de jaarverslagen van UWV en de SVB kan een nader onderscheid per wet/regeling met betrekking tot het percentage rechtmatigheid worden teruggevonden.
Herijkingen KPI-sets UWV en SVB
Samen met SZW maken UWV en de SVB de beweging naar het sturen op publieke waarden. Concreet worden de bestaande sturingsafspraken (KPI’s) hieraan aangepast.
De SVB heeft in 2023 gewerkt aan een nieuw sturingskader op basis van deze publieke waarden. Hierin is er niet meer alleen aandacht voor kwantitatieve KPI’s zoals rechtmatigheid en tijdigheid. Het belang van de burger staat voorop. Het nieuwe sturingskader is opgenomen in het SVB Jaarplan 2024.
UWV geeft met een nieuwe set aan indicatoren beter inzicht in de realisatie van kerntaken en in de toepassing van de menselijke maat in de dienstverlening. Inmiddels is de set indicatoren verder aangevuld met indicatoren voor de verantwoording op het terrein van Sociaal Medisch Beoordelen (SMB). De resultaten hiervan zullen te zien zijn in de verantwoording over 2024.
Dienstverlening SVB
Naast de reguliere dienstverlening heeft de SVB in 2023 gewerkt aan technieken om niet-gebruik terug te dringen. Zo is uit de pilot ‘Tegengaan niet-gebruik AIO’ naar voren gekomen dat de techniek, die gegevensdeling met UWV mogelijk maakt en de SVB in staat stelt om potentieel gerechtigden te benaderen, bruikbaar is. De pilot wordt in 2024 verder uitgerold. Middels de verbeteraanpak «Operatie Gezonde Dienstverlening» is er door de SVB in 2023 ingezet op het verbeteren van de tijdigheid. De tijdigheid hangt samen met het gezond houden van de dienstverleningscapaciteit. Ervaren medewerkers investeren daarom een deel van hun tijd aan het opleiden en inwerken van nieuwe medewerkers. Deze begeleiding is essentieel, maar gaat ten koste van hun capaciteit in de uitvoering. De tijdigheidsnormen werden in 2023 derhalve nog niet voor iedere regeling of wet gehaald. Tot slot is in het kader van het doenvermogen van burgers vanuit het programma ‘Bestuursrecht op maat’ verder gewerkt aan het burgervriendelijk maken van de beleidsregels van de SVB. Eind 2023 is bijna 30% (eind 2022 was dit 24%) van de regels geëvalueerd en daar waar nodig gemoderniseerd of burgervriendelijker gemaakt.
Dienstverlening UWV
Met de UWV Strategie 2021-2025 heeft UWV als doel om de kwaliteit van de publieke dienstverlening te verhogen. Daarbij staan twee elementen centraal: meer aandacht voor de menselijke maat, en meer aandacht voor preventie. Dit laatste richt zich op het voorkomen van werkloosheid en op het voorkomen van arbeidsongeschiktheid. UWV heeft in 2023 diverse stappen gezet in verder verbeteren van de kwaliteit van de publieke dienstverlening. Voorbeelden hiervan zijn het openen van loketten bij gemeenten en het instellen van een vast contactpersoon bij de WW-dienstverlening. Een beschrijving van deze ontwikkelingen is opgenomen in de meest recente ‘Stand van de uitvoering sociale zekerheid’ (Kamerstukken II 2023/24, 26 448, nr. 742).
Sociaal-medische beoordelingen
Vanwege achterstanden bij sociaal medische beoordelingen staat de uitvoerbaarheid van het WIA-stelsel onder grote druk. Zoals beschreven in de Kamerbrief van 6 oktober 2023 (Kamerstukken II 2023/24, 26 448, nr. 729) begint de impact van de genomen maatregelen zichtbaar te worden. Voor het eerst sinds 2015 is er sinds medio 2023 een voorzichtige kentering zichtbaar in de achterstanden. De verwachting is dat er de komende jaren verdere verbetering zal optreden in het aantal cliënten dat UWV kan beoordelen vanwege een voorgenomen stijging van de totale beoordelingscapaciteit. De vraag naar beoordelingen blijft echter onzeker, waardoor de prognoses voor de komende jaren ook onzeker zijn.
Handhaving SVB
In samenwerking met SZW heeft de SVB een Meerjarenplan Handhaving (Kamerstukken II 2022/23, 26 448, nr. 693) opgesteld voor de periode 2023-2026 met daarin de speerpunten verdere versterking preventie, bredere focus op internationale handhaving en doorontwikkeling risicogericht handhaven met behulp van data-analyse. In het kader van deze speerpunten is er gewerkt aan respectievelijk het herontwerpen van de toekenningsbrief om zo korting op de AOW achteraf te voorkomen, zijn de rechtmatigheidsonderzoeken in het buitenland weer opgestart en is gestart met het onderzoeken van de mogelijkheden voor de inzet van algoritmes. De algoritmes worden hierbij getoetst aan verschillende normenkaders zoals het Toetsingskader Algoritmes van de Algemene Rekenkamer.
Ontwikkelingen risicoscans UWV
Risicoscan verblijf buiten Nederland
De risicoscan verblijf buiten Nederland voldeed niet aan de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) en de Telecommunicatiewet en is daarom sinds februari 2023 stopgezet. Zoals aangegeven in de brief van 9 oktober 2023 (Kamerstukken II 2023/24, 26 448, nr. 731) en de beantwoording van de Kamervragen (Kamerstukken II 2023/24, Aanhangsel van de Handelingen, nr. 179) zijn er verschillende vervolgacties met UWV afgesproken. UWV heeft vervolgens op basis van een onderzoek besloten om de afgesloten zaken te herzien. Aanvankelijk ging UWV uit van 460 afgesloten zaken waarbij er sprake was van een opgelegde boete. Kijkend naar de gehele periode waarin de scan heeft gedraaid en naar alle zaken waarbij rechtsgevolgen, waaronder ook waarschuwingen, hebben plaatsgevonden gaat het in totaal om 1.159 zaken. UWV werkt hiervoor een plan van aanpak uit.
Risicoscan verwijtbare werkloosheid
UWV voerde in 2023 een vervolgonderzoek uit naar de risicogestuurde aanpak van de controle op verwijtbare werkloosheid. Dit onderzoek had als doel het aantonen of de risicogerichte controle door middel van de risicoscan efficiënter is dan de andere in het onderzoek betrokken manieren van controleren. De resultaten van dit onderzoek worden begin 2024 verwacht.
Realisatie | Vastgestelde begroting1 | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 | 2023 | |
Verplichtingen | 519.087 | 589.863 | 654.624 | 700.110 | 741.755 | 657.751 | 84.004 |
Uitgaven | 519.222 | 589.977 | 654.624 | 699.830 | 741.196 | 657.751 | 83.445 |
Opdrachten | |||||||
Handhaving en gegevensuitwisseling | 0 | 0 | 0 | 573 | 681 | 3.106 | ‒ 2.425 |
Bekostiging | |||||||
Uitvoeringskosten CN | 0 | 0 | 0 | 7.441 | 9.044 | 10.018 | ‒ 974 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | |||||||
Uitvoeringskosten UWV | 396.851 | 434.577 | 487.173 | 507.942 | 525.400 | 450.257 | 75.143 |
Uitvoeringskosten SVB | 112.726 | 139.415 | 149.116 | 167.765 | 188.450 | 179.875 | 8.575 |
Uitvoeringskosten IB | 8.963 | 15.279 | 17.500 | 15.299 | 15.992 | 13.655 | 2.337 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | |||||||
Landelijke Cliëntenraad | 682 | 706 | 835 | 810 | 1.629 | 840 | 789 |
Ontvangsten | 52.252 | 173 | 88.058 | 82.925 | 54.288 | 0 | 54.288 |
Ontvangsten | |||||||
Restituties | 52.252 | 173 | 88.058 | 82.925 | 54.288 | 0 | 54.288 |
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 | 2023 | |
Uitgaven | 1.506.518 | 1.782.864 | 1.845.340 | 1.972.833 | 2.207.746 | 2.225.584 | ‒ 17.838 |
Bijdragen aan ZBO's/RWT's1 | |||||||
Uitvoeringskosten UWV | 1.359.118 | 1.629.664 | 1.670.751 | 1.818.002 | 2.008.578 | 1.970.787 | 37.791 |
Uitvoeringskosten SVB | 147.400 | 153.200 | 174.589 | 154.831 | 199.168 | 153.999 | 45.169 |
Nominaal | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 100.798 | ‒ 100.798 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Opdrachten
Met het opdrachtenbudget voor handhaving en gegevensuitwisseling wordt beleidsontwikkeling op het gebied van handhaving en preventie ondersteund. Vanaf het opdrachtenbudget is circa € 0,7 miljoen uitgegeven die onder deze post in het jaarverslag wordt verantwoord. Daarvan is € 0,45 miljoen uitgegeven aan onderzoek, zoals het onderzoek Kennis der verplichtingen en een internationale vergelijking van handhavingsbeleid. Circa € 0,2 miljoen is uitgegeven aan beleid ten aanzien van (de bestrijding van) ondermijning. Naast de uitgaven die direct onder deze post in het jaarverslag worden verantwoord, is budget beschikbaar gesteld waarvan de uitgaven elders worden verantwoord. Zo is in 2023 € 1,4 miljoen ter beschikking gesteld aan het project Innovatie Gegevensuitwisseling SUWI (IGS). Deze uitgaven worden in het jaarverslag verantwoord als bijdrage aan het Inlichtingenbureau. Aan drie gemeenten is een decentralisatieuitkering verstrekt voor het begeleiden van kwetsbare jongeren in het kader van preventie van ondermijnende criminaliteit. Hiervoor is een bijdrage gedaan aan het Gemeentefonds van € 0,6 miljoen.
Bekostiging
De RCN-unit SZW is een bij de Rijksdienst Caribisch Nederland gepositioneerd onderdeel van het departement dat namens de minister is belast met uitkeringsverstrekking, vergunningverlening en arbeidsinspectie in Caribisch Nederland.
De gerealiseerde uitgaven voor 2023 vallen ondanks de reguliere loon- en prijsbijstelling (€ 0,6 miljoen) € 1 miljoen lager uit dan begroot. Dit wordt verklaard door een afdracht aan BZK voor de Shared Service Organisatie Caribisch Nederland (€ 0,6 miljoen), een wisselkoersbijstelling van ‒ € 0,2 miljoen en vrijval bij de voortgangsrapportage en slotwet van € 0,6 miljoen.
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
De Minister van SZW stelt de financiële kaders vast voor het uitvoeringsbudget van UWV (inclusief BKWI), de SVB en het IB, waarbinnen deze organisaties hun jaarplannen dienen op te stellen. Deze financiële kaders hebben alleen betrekking op de uitvoering van SZW-taken door genoemde ZBO’s. In de jaarplannen nemen UWV en de SVB een verdeling van de uitvoeringskosten naar wet en/of fonds op. De Minister stuurt in eerste aanleg op het totaalbudget per organisatie. Uitgangspunt daarbij is dat de organisaties zelfstandig de uitvoering organiseren en over de realisatie via het jaarverslag verantwoording afleggen aan de Minister van SZW.
De uitvoeringskosten van UWV en de SVB wijzigen gedurende de jaren als gevolg van beleidswijzigingen en van volumeontwikkelingen in de onderscheiden wetten. Voor een nadere toelichting op de volumeontwikkelingen wordt naar de desbetreffende artikelen verwezen.
Budgettaire ontwikkelingen
De totale uitvoeringskosten UWV vallen € 112,9 miljoen hoger uit dan begroot, grotendeels verklaard door de loon- en prijsbijstelling over 2023 (€ 148,0 miljoen). Daarentegen zijn de volumes van de WW lager dan eerder geraamd waardoor deze uitvoeringskosten lager uitvallen. De totale uitvoeringskosten SVB vallen € 53,7 miljoen hoger uit dan begroot. Voor een deel wordt dit verklaard door de loon- en prijsbijstelling over 2023 (€ 20,5 miljoen). Met de afrekening van de begrotingsgefinancierde uitvoeringskosten zal het grootste deel in 2024 worden terugontvangen.
In de tabellen 84 en 85 zijn de gerealiseerde uitvoeringskosten van UWV en de SVB toegedeeld aan de onderscheiden wetten en regelingen. Deze toedeling is extracomptabel.
Realisatie 2019 | Realisatie 2020 | Realisatie 2021 | Realisatie 2022 | Realisatie 2023 | |
---|---|---|---|---|---|
UWV (incl. BKWI) | 1.755.969 | 2.064.328 | 2.157.924 | 2.325.944 | 2.533.978 |
Begrotingsgefinancierd | 396.851 | 434.577 | 487.173 | 507.942 | 525.400 |
IOW | 2.586 | 2.547 | 2.580 | 2.576 | 2.312 |
Wajong | 141.938 | 165.237 | 189.080 | 202.567 | 200.894 |
Re-integratie Wajong1 | 123.860 | 110.340 | 95.777 | 108.423 | 118.851 |
Basisdienstverlening | 93.778 | 83.050 | 91.932 | 84.137 | 93.738 |
Beoordeling gemeentelijke doelgroep | 20.000 | 20.000 | 20.000 | 20.000 | 20.000 |
WSW-indicatiestelling | 4.048 | 2.065 | 1.329 | 1.664 | 1.980 |
Scholingsexperiment WGA | 0 | 500 | 0 | 0 | 0 |
Scholingsbudget WW | 1.020 | 780 | 5.500 | 900 | 0 |
NOW 1 | 0 | 19.200 | 20.600 | 7.700 | 0 |
NOW 2 | 0 | 8.200 | 10.000 | 3.900 | 0 |
NOW 3 | 0 | 5.800 | 16.000 | 20.347 | 1.400 |
NOW 4 | 0 | 0 | 4.000 | 1.400 | 1.400 |
NOW 5 | 0 | 0 | 0 | 10.565 | 8.600 |
NOW 6 | 0 | 0 | 0 | 2.000 | 38.061 |
TOFA | 0 | 3.100 | 2.591 | 100 | 0 |
MCKW | 0 | 763 | 337 | 291 | 209 |
Uitvoering kassierstaak | 0 | 0 | 3.300 | 3.300 | 1.670 |
Centrale uitvoering landelijke ondersteuning | 0 | 0 | 3.000 | 3.100 | 3.040 |
Skills en mogelijkheden | 0 | 0 | 1.498 | 2.458 | 3.220 |
Inzet doelgroep banenafspraak | 0 | 0 | 3.100 | 4.000 | 0 |
STAP | 0 | 0 | 0 | 13.100 | 13.500 |
IPS voor gemeenten | 0 | 0 | 0 | 0 | 130 |
BKWI | 9.620 | 12.908 | 16.550 | 15.412 | 16.395 |
Premiegefinancierd | 1.359.118 | 1.629.751 | 1.670.751 | 1.818.002 | 2.008.578 |
WW | 542.251 | 626.189 | 622.234 | 587.109 | 656.262 |
ZW | 310.854 | 373.890 | 391.344 | 427.172 | 425.935 |
WAZO | 11.103 | 10.521 | 12.874 | 15.199 | 12.308 |
WAO | 84.435 | 68.185 | 72.036 | 80.165 | 64.302 |
Re-integratie WAZ/WAO/WIA/ZW1 | 126.805 | 106.626 | 131.981 | 164.699 | 182.380 |
WGA | 258.050 | 335.363 | 382.235 | 442.583 | 544.699 |
IVA | 128.844 | 64.926 | 75.563 | 88.281 | 111.736 |
WAZ | 2.931 | 3.070 | 2.944 | 4.034 | 3.196 |
Toevoeging aan bestemmingsfonds/egalisatiereserve | ‒ 106.155 | 40.981 | ‒ 20.460 | 8.760 | 7.760 |
Dit zijn uitvoeringskosten. Re-integratie in de vorm van voorzieningen en/of trajecten staan weergegeven op beleidsartikel 3. De uitvoeringskosten re-integratie hebben betrekking op de werkzaamheden die UWV verricht ten behoeve van de inkoop van externe re-integratiediensten en re-integratiedienstverlening voor werkzoekenden in de WIA, WAO, en Wajong die UWV zelf aanbiedt.
Realisatie 2019 | Realisatie 2020 | Realisatie 2021 | Realisatie 2022 | Realisatie 2023 | |
---|---|---|---|---|---|
SVB | 260.126 | 292.615 | 323.705 | 322.596 | 387.618 |
Begrotingsgefinancierd | 112.726 | 139.415 | 149.116 | 167.765 | 188.450 |
AKW | 71.216 | 97.326 | 101.565 | 115.105 | 131.841 |
TAS | 1.278 | 2.980 | 2.349 | 4.688 | 1.582 |
TSB | 7.680 | ||||
KOT/WKB | 8.333 | 5.634 | 9.0811 | 7.347 | 10.034 |
AIO | 28.901 | 30.916 | 33.600 | 38.625 | 35.079 |
Bijstand buitenland | 265 | 224 | 224 | 224 | 224 |
Overbruggingsregeling AOW | 600 | 503 | 489 | 0 | 250 |
Remigratiewet | 2.133 | 1.832 | 1.808 | 1.776 | 1.760 |
Premiegefinancierd | 147.400 | 153.200 | 174.589 | 154.831 | 199.168 |
AOW | 135.800 | 142.500 | 165.055 | 145.124 | 186.351 |
Anw | 11.600 | 10.700 | 9.534 | 9.707 | 12.817 |
Bijdrage aan nationale organisaties
De Landelijke Cliëntenraad (LCR) is een overlegorgaan ingesteld bij Wet SUWI waarin landelijke cliëntenorganisaties, vertegenwoordigers van gemeentelijke cliëntenraden en vertegenwoordigers van de centrale cliëntenraden van de SVB en UWV zitting hebben. De LCR heeft tot taak periodiek te overleggen met UWV, de SVB, de gemeenten en de Minister van SZW over onderwerpen op het terrein van werk en inkomen. De Minister van SZW stelt de financiële kaders vast voor de LCR, waarbinnen de LCR een jaarplan dient op te stellen. Er is in 2023 aanvullend budget beschikbaar gesteld aan de Landelijke Cliëntenraad voor extra werkzaamheden voor cliëntenparticipatie. Daarnaast is sprake van een overheveling van middelen van artikel 2 naar artikel 11 vanwege een gewijzigde financieringswijze. Hierdoor is er meer gerealiseerd dan begroot.
Ontvangsten
De ontvangsten bedragen in 2023 circa € 54 miljoen. Dit betreffen verrekeningen in 2023 over de realisaties van de uitvoeringskosten in 2022 van de rijksgefinancierde regelingen van UWV en de SVB. Het bedrag wordt grotendeels verklaard door de terugontvangsten op de uitvoering van de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor behoud Werkgelegenheid (NOW) 1-5 en re-integratie Wajong.