Artikel 1 Belastingen
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2020 | 2.944.639 | 2.712.152 | 2.671.587 | 2.615.639 | 2.608.723 | |
Mutatie incidentele suppletoire begroting | ‒ 25.000 | ‒ 40.000 | ‒ 16.000 | ‒ 7.000 | ‒ 5.000 | |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2020 | 316.663 | 504.680 | 230.265 | 256.995 | 234.720 | |
Nieuwe mutaties | ||||||
Individueel keuzebudget | 69.500 | |||||
Kasschuiven | ‒ 26.966 | 11.956 | 15.010 | |||
Loon- en prijsbijstelling | 83.624 | 76.777 | 75.699 | 74.123 | 74.068 | |
Vorming begrotingsartikel Toeslagen | ‒ 118.125 | ‒ 65.367 | ‒ 63.548 | ‒ 63.548 | ||
Toeslagen (compensatie ouders en uitvoeringskosten) | 50.000 | 6.546 | ||||
Meerjarige uitvoeringskosten e-commerce | 19.072 | 39.349 | 28.321 | 28.556 | ||
Toekenning meerjarige middelen IV-organisatie | 100.000 | 77.000 | 81.500 | |||
Toekenning meerjarige middelen «Herstellen Toeslagen» | 47.185 | 43.922 | 43.889 | |||
Toerekening Douaneartikel | ‒ 71.367 | ‒ 71.367 | ‒ 71.367 | ‒ 71.367 | ||
Overig & extrapolatie | 27.421 | 13.415 | 14.541 | 16.830 | 16.900 | 2.908.610 |
Stand ontwerpbegroting 2021 | 3.439.881 | 3.108.560 | 3.047.448 | 2.970.915 | 2.948.441 | 2.908.610 |
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2020 | 156.444.315 | 156.099.799 | 165.718.196 | 170.084.672 | 174.523.966 | |
Mutatie nota van wijziging 2020 | ‒ 75.005 | ‒ 75.005 | ‒ 75.005 | |||
Mutatie incidentele suppletoire begroting | ‒ 1.238.275 | ‒ 554.000 | ‒ 160.000 | ‒ 55.000 | ‒ 33.000 | |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2020 | ‒ 361.518 | 233.940 | 236.538 | 234.474 | 234.474 | |
Nieuwe mutaties | ||||||
Belasting- en invorderingsrente | 20.000 | 15.000 | 15.000 | 15.000 | ||
Belastingontvangsten | ‒ 25.837.258 | ‒ 4.367.784 | ‒ 11.419.486 | ‒ 4.926.336 | ‒ 3.129.202 | |
Overig & extrapolatie | 6.817 | 10.975 | 10.282 | 12.752 | 12.752 | 179.268.441 |
Stand ontwerpbegroting 2021 | 128.959.076 | 151.347.925 | 154.325.525 | 165.365.562 | 171.623.990 | 179.268.441 |
Toelichting belangrijkste mutaties
Uitgaven
Individueel keuzebudget
In het cao Rijk 2018-2020 zijn afspraken gemaakt over de invoering van een individueel keuzebudget (IKB) per 1 januari 2020. De overgang naar het IKB leidt incidenteel tot hogere personele uitgaven in 2020, omdat onder het IKB het vakantiegeld en de eindejaarsuitkering eerder worden uitbetaald. Het kabinet heeft in 2019 besloten departementen te compenseren voor deze extra uitgaven.
Kasschuiven
Er worden enkele kasschuiven doorgevoerd. Het betreft onder meer een kasschuif van de middelen die beschikbaar zijn voor het project Beheerst vernieuwen en voor de implementatie van de EU-richtlijn btw e-commerce.
Loon- en prijsbijstelling
De tranche 2020 van de loon- en prijsbijstelling is in de 1e suppletoire begroting toegevoegd aan de begroting van Financiën (artikel 10). De loon- en prijsbijstelling wordt nu naar rato verdeeld over de artikelen.
Vorming begrotingsartikel Toeslagen
Zoals in de Kamerbrief ‘Verbeterd inzicht in de begroting van Financiën(IXB)’ van 26 juni jl. is vermeld, wordt er een eigenstandig begrotingsartikel ingericht voor Toeslagen (artikel 13). Met deze stap kunnen de activiteiten van, en de inzet van beschikbare middelen voor Toeslagen beter worden verantwoord en door de Kamer worden gevolgd. De directe uitgaven die door het dienstonderdeel Toeslagen inclusief de herstelorganisatie worden gedaan, worden overgeheveld van artikel 1 naar artikel 13. Op termijn zullen in het nieuwe begrotingsartikel ook de uitgaven worden opgenomen van dienstonderdelen binnen de Belastingdienst die taken verrichten die aan het toeslagenproces ondersteunend zijn, bijvoorbeeld op het gebied van facilitaire zaken, ICT, de Belastingtelefoon en heffing en inning.
Toeslagen (compensatie ouders en uitvoeringskosten)
Zoals aangegeven in ‘Kabinetsreactie op het eindrapport van de Advies commissie Uitvoering Toeslagen, het rapport van de ADR en het Zwartboek' en zoals vermeld in de 1e suppletoire begroting van Financiën, heeft het kabinet besloten middelen beschikbaar te stellen om de gevolgen van de handelwijze van de Belastingdienst en de onredelijke hardheid van het toeslagenstelsel zo veel mogelijk te repareren. Dit betreft cumulatief over de jaren 2020, 2021 en 2022 € 390 mln. voor compensatie aan ouders. Hiernaast is € 20 mln. extra beschikbaar gesteld op artikel 10 als gevolg van het besluit tot toekenning van OGS-compensatie. Deze middelen zijn geparkeerd op artikel 10 Nog onverdeeld, in afwachting van besluitvorming over de verantwoording van deze middelen. Hier staat o.a. € 100 mln. in 2020 gereserveerd. Er wordt verder € 50 mln. in 2020 overgeheveld naar artikel 1 ter dekking van uitgaven die in ieder geval op de Financiën begroting worden verantwoord. Daarnaast zijn er middelen beschikbaar gesteld, cumulatief € 110 mln., voor de uitvoeringskosten ervan door Toeslagen. De middelen in 2022 (€ 20 mln.), die nog gereserveerd stonden op artikel 10, worden nu overgeheveld naar artikel 1 (ca. € 7 mln.) en artikel 13 (ca. € 13 mln.).
Meerjarige uitvoeringskosten e-commerce
De EU-richtlijn btw e-commerce moet op dit moment per 1 januari 2021 geïmplementeerd zijn. De mutatie betreft het meerjarig budget voor de uitvoeringskosten die hiermee samenhangen. De overige uitvoeringskosten worden op artikel 9 Douane begroot.
Toekenning meerjarige middelen IV-organisatie
Voor het op orde brengen van de Belastingdienst zijn er in de 1e suppletoire begroting middelen beschikbaar gesteld voor de IV-organisatie (onder de noemer ‘borgen stabiliteit cruciale processen Belastingdienst’). Dit aangezien ICT aan de basis staat van een goede uitvoering van de bedrijfsprocessen van de Belastingdienst. In deze processen worden de gegevens van 15 miljoen burgers en 1,5 miljoen bedrijven verwerkt en uiteindelijk resulteert dit in € 1 miljard belastinginkomsten per dag en honderden miljoenen transacties per jaar. Die basis moet daarom op orde zijn. De middelen voor de jaren 2022 en verder zijn destijds op artikel 10 Nog onverdeeld geparkeerd en worden nu overgeheveld naar artikel 1.
Toekenning meerjarige middelen «Herstellen toeslagen»
In de 1e suppletoire begroting zijn middelen beschikbaar gesteld voor het herstellen van de Toeslagen-organisatie, onderdeel van ‘Belastingdienst op orde’. De middelen voor 2022 en verder zijn destijds geparkeerd op artikel 10 Nog onverdeeld. Met deze mutatie wordt een deel van de middelen overgeheveld naar artikel 1. Het betreft middelen voor maatwerk en structurele verbetering van de Toeslagen-organisatie, zowel kwalitatief als kwantitatief. De overige middelen worden op artikel 13 Toeslagen verantwoord.
Toerekening Douaneartikel
Zoals gemeld in de brief ‘Verbeterd inzicht in de begroting van Financiën(IXB)’ die 26 juni 2020 aan de Kamer is verzonden, is voor artikel 9 (Douane) het opnemen van uitgaven van dienstonderdelen van de Belastingdienst die samenhangen met de Douaneprocessen een volgende stap in het gekozen groeimodel. Vanaf de ontwerpbegroting IX 2021 worden deze uitgaven in artikel 9 middels een systematiek van toerekening weergegeven en toegelicht. Deze mutatie betreft de overheveling van deze middelen van artikel 1 naar artikel 9. De toerekening vindt plaats voor alle dienstonderdelen van de Belastingdienst die uitgaven doen ten behoeve van de Douaneprocessen, met uitzondering van het dienstonderdeel Informatievoorziening (IV).
Ontvangsten
Belasting- en invorderingsrente
Bij de belasting- en invorderingsrente wordt een (structurele) ramingsbijstelling van de ontvangsten verwerkt.
Belastingontvangsten
Zie de Miljoenennota voor een toelichting op de belastingontvangsten.
Verplichtingen
De Belastingdienst werkt aan het verbeteren van het verplichtingenbeheer en contractmanagement. Het verbeterde inzicht is meegenomen in de meerjarenraming verplichtingen en leidt er toe dat beter verantwoord kan worden in welke jaren de Belastingdienst aan te gane verplichtingen verwacht in afwijking van de kasuitgaven (betalingsritme).
Artikel 2 Financiële markten
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2020 | 26.608 | 24.258 | 24.248 | 22.897 | 22.897 | |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2020 | 11.294 | 834 | 84 | 84 | 84 | |
Nieuwe mutaties | ||||||
UBO-register trusts | 1.000 | 1.000 | ||||
Overig & extrapolatie | 566 | ‒ 39 | ‒ 39 | ‒ 60 | ‒ 60 | 22.921 |
Stand ontwerpbegroting 2021 | 39.468 | 26.053 | 24.293 | 22.921 | 22.921 | 22.921 |
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2020 | 9.155 | 10.255 | 9.955 | 7.700 | 7.700 | |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2020 | ‒ 250 | |||||
Nieuwe mutaties | ||||||
Extrapolatie | 8.700 | |||||
Stand ontwerpbegroting 2021 | 8.905 | 10.255 | 9.955 | 7.700 | 7.700 | 8.700 |
Toelichting belangrijkste mutaties
Uitgaven
UBO-register trusts
Op grond van een wijziging in de anti-witwasrichtlijn wordt er een register van uiteindelijke belanghebbenden ('ultimate befinicial owners' -UBO) voor trusts gebouwd. Het ministerie van Financiën draagt hier voor € 1 mln. aan bij.
Artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2020 | 442.176 | 440.520 | 440.520 | 439.020 | 406.020 | |
Mutatie incidentele suppletoire begroting | 1.000.000 | |||||
Mutatie 1e suppletoire begroting 2020 | 5.500 | 1.750 | ‒ 1.000 | |||
Nieuwe mutaties | ||||||
Kapitaalinjectie Invest International | 247.000 | 147.000 | 147.000 | 146.000 | ||
Opstart Invest International | ‒ 3.500 | 3.500 | ||||
Overig & extrapolatie | 129 | 158 | 158 | 126 | 126 | 255.146 |
Stand ontwerpbegroting 2021 | 1.444.305 | 692.928 | 586.678 | 586.146 | 552.146 | 255.146 |
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2020 | 1.816.656 | 1.875.500 | 2.015.500 | 1.953.500 | 1.918.500 | |
Mutatie incidentele suppletoire begroting | 22.227 | 76.350 | 86.377 | 102.997 | 119.618 | |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2020 | 145.000 | ‒ 495.000 | ||||
Nieuwe mutaties | ||||||
Winstafdracht DNB | 7.000 | ‒ 281.000 | ‒ 396.000 | ‒ 329.000 | ‒ 254.000 | |
Opbrengst verkoop vermogenstitels | 31.344 | |||||
Dividenden staatsdeelnemingen | ‒ 527.500 | ‒ 360.000 | ‒ 10.000 | ‒ 10.000 | ‒ 60.000 | |
Extrapolatie | 1.974.118 | |||||
Stand ontwerpbegroting 2021 | 1.494.727 | 815.850 | 1.695.877 | 1.717.497 | 1.724.118 | 1.974.118 |
Toelichting belangrijkste mutaties
Uitgaven
Kapitaalinjectie Invest International
Ten behoeve van het opstarten van Invest International (de internationale tak van Invest-NL) worden de gereserveerde middelen overgeboekt van de aanvullende post naar de begroting van Financiën. Voorwaarde voor besteding blijft wel dat de uitgave kan worden vormgegeven als een financiële transactie zonder effect op het EMU-saldo.
Opstart Invest International
Aangezien het wetgevingstraject vertraagd is, is een kasschuif van € 3,5 mln. van 2020 naar 2021 nodig.
Ontvangsten
Winstafdracht DNB
De winstafdracht van DNB wordt naar beneden bijgesteld. De coronacrisis incl. de extra aankopen in het kader van het Asset Purchase Programme (APP) en het Pandemic Emergency Purchase Programme (PEPP) van de ECB, leidt tot een sterke stijging van het renterisico dat DNB loopt. Om dit risico op te vangen vergroot DNB, conform de gemaakte afspraken met het ministerie van Financiën, haar financiële buffers ten laste van de verwachte winst voor de komende jaren. Dit resulteert in het niet afdragen van de winst aan de Nederlandse staat tot en met 2024.
Dividenden staatsdeelnemingen
De coronacrisis heeft impact op de staatsdeelnemingen. Dit heeft geleid tot een neerwaartse meerjarige bijstelling op de door de Staat te ontvangen dividenden.
Artikel 4 Internationale financiële betrekkingen
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2020 | 103.694 | 208.067 | 311.099 | 332.260 | 355.439 | |
Mutatie incidentele suppletoire begroting | 260.276 | |||||
Mutatie 1e suppletoire begroting 2020 | 3.290 | 11.432 | 7.762 | 3.283 | 5.108 | |
Nieuwe mutaties | ||||||
Wereldbank | 115.465 | ‒ 122.185 | ‒ 4.704 | ‒ 3.127 | 4.963 | |
ESM-rentecompensatie | ‒ 18.000 | ‒ 20.000 | ‒ 20.000 | ‒ 19.000 | ||
Overig & extrapolatie | 48 | 48 | 47 | 47 | 47 | 378.504 |
Stand ontwerpbegroting 2021 | 482.773 | 79.362 | 294.204 | 312.463 | 346.557 | 378.504 |
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2020 | 52.804 | 142.246 | 185.595 | 193.298 | 191.424 | |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2020 | ‒ 7.455 | ‒ 5.948 | ‒ 19.059 | ‒ 20.257 | ‒ 18.775 | |
Nieuwe mutaties | ||||||
Extrapolatie | 190.447 | |||||
Stand ontwerpbegroting 2021 | 45.349 | 136.298 | 166.536 | 173.041 | 172.649 | 190.447 |
Toelichting belangrijkste mutaties
Uitgaven
Wereldbank
Een deel van de in 2021 geraamde bijdrage aan de Wereldbank ter hoogte van ca. € 115 mln. wordt in 2020 betaald om beter aan te sluiten op het kasritme van de Staat. Deze bijstelling is budgetneutraal. Daarnaast is de uitgavenraming in de Financiënbegroting meerjarig bijgesteld naar aanleiding van een aanpassing in het betaalschema. De meerjarige bijstelling heeft betrekking op het betalingsschema voor de 19e kapitaalstorting aan de International Development Association (IDA) en is over de jaren 2021-2026 budgetneutraal.
ESM-rentecompensatie
Het ESM wordt gecompenseerd voor de negatieve rente die het ESM betaalt over het gestalde deposito bij DNB. DNB draagt als onderdeel van de winstafdracht op art. 3 van de Financiënbegroting de rente-ontvangsten af aan het ministerie van Financiën. De huidige raming van de ESM-compensatie door DNB aan het ministerie van Financien is bijgesteld naar nul. Daarom wordt de compensatie van het ministerie van Financien aan het ESM ook bijgesteld naar nul.
Artikel 5 Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2020 | 77.244 | 77.244 | 77.244 | 77.244 | 77.244 | |
Mutatie incidentele suppletoire begroting | 1.470.000 | |||||
Mutatie 1e suppletoire begroting 2020 | 70.244 | 70.244 | 70.244 | 70.244 | 70.244 | |
Nieuwe mutaties | ||||||
Schade herverzekering leverancierskredieten | ‒ 450.000 | 350.000 | ||||
Uitvoeringskosten herverzekering leverancierskredieten | 10.000 | |||||
Kostenvergoeding Atradius | 610 | 2.710 | 2.710 | 2.710 | 2.710 | |
Schade EKV | 74.900 | 80.000 | ||||
Overig & extrapolatie | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | 150.378 |
Stand ontwerpbegroting 2021 | 1.253.178 | 580.378 | 150.378 | 150.378 | 150.378 | 150.378 |
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2020 | 235.954 | 91.870 | 85.119 | 85.218 | 83.406 | |
Mutatie incidentele suppletoire begroting | 500.000 | |||||
Mutatie 1e suppletoire begroting 2020 | 20.244 | 20.244 | 20.244 | 20.244 | 20.244 | |
Nieuwe mutaties | ||||||
Recuperaties EKV | ‒ 140.000 | 140.000 | ||||
Recuperaties herverzekering leverancierskredieten | ‒ 110.000 | 100.000 | ||||
Begrotingsreserve EKV | 8.700 | 82.800 | 2.800 | 2.800 | 2.800 | |
Extrapolatie | 106.450 | |||||
Stand ontwerpbegroting 2021 | 514.898 | 434.914 | 108.163 | 108.262 | 106.450 | 106.450 |
Toelichting belangrijkste mutaties
Uitgaven
Schade herverzekering leverancierskredieten
In mei is de Kamer geïnformeerd over de bijstelling van de budgettaire effecten van de crisismaatregel herverzekering leverancierskredieten ten opzichte van de tweede incidentele suppletoire begroting (ISB).48In de tweede ISB was in de ramingen geen rekening gehouden met de vertraging in het uitbetalen van schade-uitkeringen. Bij een betalingstermijn van dertig dagen wordt op zijn vroegst pas 105 dagen nadat een levering is gefactureerd schade uitgekeerd aan de verzekerde. Daarom wordt een deel van de geraamde schade-uitkering (€ 350 mln.) van 2020 doorgeschoven naar 2021. Daarnaast valt de schade-uitkering in 2020 naar aanleiding van de goedkeuringsprocedure van de Europese Commissie (EC) € 100 mln. lager uit.
Uitvoeringskosten herverzekering leverancierskredieten
Zoals in de Kamerbrief over de herverzekering leverancierskredieten gemeld, wordt de raming van de uitvoeringskosten naar aanleiding van de schatting van de externe adviseur voor 2020 met € 10 mln. verhoogd. Daarnaast zal de Staat vanwege het doorlopen van schade-uitkeringen en incasso’s in 2021 de claims- en incassowerkzaamheden van de verzekeraars ook in 2021 voor een deel moeten vergoeden. De schatting van de uitvoeringskosten in 2021 wordt gemaakt op het moment dat er meer duidelijk is over de te verrichten werkzaamheden in 2021.
Kostenvergoeding Atradius
Voor de uitvoerder van de exportkredietverzekering, Atradius DSB (ADSB), is een ophoging van de uitvoeringkosten geraamd voor structurele uitbreiding van de capaciteit. Financiën heeft door gemaakte politieke keuzes en internationale ontwikkelingen nieuwe taken bij ADSB belegd, terwijl ADSB’s capaciteit sinds 2015 constant is gebleven. Om op een toekomstbestendige manier uitvoering te kunnen geven aan de exportkredietverzekering is een structurele ophoging van de uitvoeringkosten benodigd, ter hoogte van € 2,7 mln.
Schade EKV
In april is de Kamer geïnformeerd over de bijdrage van de Staat aan de continuïteit van het bedrijf Royal IHC.49De in de Kamerbrief gemelde voorlopige schade-uitkering van maximaal € 167 mln. wordt nu voor € 155 mln. in de begroting opgenomen, in 2020 en 2021 respectievelijk € 74,9 mln. en € 80,0 mln. Voor de resterende € 12 mln. zal in het najaar ingeschat worden of en in hoeverre dit deel van de schade-uitkering zich zal materialiseren.
Ontvangsten
Recuperaties EKV
Argentinië heeft aangegeven de openstaande vordering van € 140 mln. in 2020 niet te kunnen voldoen en heeft herstructurering aangevraagd bij de Club van Parijs. De uiterste betaaldatum voor deze vordering verstrijkt in 2021, waardoor vooralsnog de voor 2020 geraamde ontvangst wordt geraamd voor 2021.
Recuperaties herverzekering leverancierskredieten
Zoals in de Kamerbrief over de herverzekering leverancierskredieten gemeld, wordt € 100 mln. van de voor 2020 geraamde recuperaties in 2021 geïncasseerd. Daarnaast wordt naar aanleiding van de goedkeuringsprocedure van de EC de recuperaties in 2020 € 10 mln. lager uit dan geraamd.
Begrotingsreserve EKV
Zoals in de Kamerbrief over de bijdrage van de Staat aan de continuïteit van IHC gemeld, wordt de begrotingsreserve aangesproken voor de definitief afgeschreven schade-uitkering aan IHC. De definitief afgeschreven schade-uitkering bedraagt voor 2020 en 2021 respectievelijk € 8,0 en € 80,0 mln. Ook voor de ophoging van de uitvoeringkosten van Atradius DSB (€ 2,8 mln.) wordt de begrotingsreserve aangesproken.
Artikel 6 Btw-compensatiefonds
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2020 | 3.426.667 | 3.426.171 | 3.426.036 | 3.426.036 | 3.426.036 | |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2020 | 3.886 | 3.273 | 6.211 | 6.204 | 6.204 | |
Nieuwe mutaties | ||||||
Aanpassing BCF | 137.030 | 141.928 | 139.125 | 139.132 | 139.132 | |
Overig & extrapolatie | 3.747 | 3.571.372 | ||||
Stand ontwerpbegroting 2021 | 3.571.330 | 3.571.372 | 3.571.372 | 3.571.372 | 3.571.372 | 3.571.372 |
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2020 | 3.426.667 | 3.426.171 | 3.426.036 | 3.426.036 | 3.426.036 | |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2020 | 3.886 | 3.273 | 6.211 | 6.204 | 6.204 | |
Nieuwe mutaties | ||||||
Aanpassing BCF | 137.030 | 141.928 | 139.125 | 139.132 | 139.132 | |
Overig & extrapolatie | 3.747 | 3.571.372 | ||||
Stand ontwerpbegroting 2021 | 3.571.330 | 3.571.372 | 3.571.372 | 3.571.372 | 3.571.372 | 3.571.372 |
Toelichting belangrijkste mutaties
Uitgaven en ontvangsten
Aanpassing BCF
Deze mutatie betreft een bijstelling van de raming van het Btw-compensatiefonds (BCF) op basis van de beschikking van het afgelopen jaar, aangevuld met het vierde kwartaal van het afgelopen jaar en driemaal het voorschot van het eerste kwartaal uit het lopende jaar.
Artikel 8 Apparaat kerndepartement
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2020 | 266.049 | 265.322 | 262.991 | 262.220 | 264.088 | |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2020 | 9.436 | 8.372 | 6.852 | 2.187 | 1.187 | |
Nieuwe mutaties | ||||||
Loon- en prijsbijstelling | 7.684 | 7.658 | 7.582 | 7.558 | 7.617 | |
Operatie inzicht in kwaliteit | 1.928 | 1.928 | 1.928 | |||
Individueel keuzebudget | 6.891 | |||||
Overig & extrapolatie | 1.680 | 2.160 | 819 | 2.175 | 2.175 | 277.125 |
Stand ontwerpbegroting 2021 | 291.740 | 283.512 | 280.172 | 276.068 | 276.995 | 277.125 |
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2020 | 51.837 | 51.837 | 51.837 | 51.837 | 51.837 | |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2020 | 856 | |||||
Nieuwe mutaties | ||||||
Extrapolatie | 51.837 | |||||
Stand ontwerpbegroting 2021 | 52.693 | 51.837 | 51.837 | 51.837 | 51.837 | 51.837 |
Toelichting belangrijkste mutaties
Uitgaven
Loon- en prijsbijstelling
De tranche 2020 van de loon- en prijsbijstelling is in de 1e suppletoire begroting toegevoegd aan de begroting (artikel 10). De loon- en prijsbijstelling wordt nu naar rato verdeeld over de artikelen.
Operatie Inzicht in Kwaliteit
Om structurele inbedding te garanderen en vervolg te geven aan de inzichten uit de operatie Inzicht in Kwaliteit tot dusver, worden de bijbehorende kosten structureel verwerkt in de begroting. Hierdoor kunnen wij ons blijven inspannen om zoveel mogelijk inzicht te verkrijgen in de resultaten van beleid en daarnaar te handelen door onder andere het blijven ondersteunen van departementen en het doen van vergelijkbare, projectmatige activiteiten.
Individueel keuzebudget
In het cao Rijk 2018-2020 zijn afspraken gemaakt over de invoering van een individueel keuzebudget (IKB) per 1 januari 2020. De overgang naar het IKB leidt incidenteel tot hogere personele uitgaven in 2020, omdat onder het IKB het vakantiegeld en de eindejaarsuitkering eerder worden uitbetaald. Het kabinet heeft in 2019 besloten departementen te compenseren voor deze extra uitgaven. Deze compensatie wordt nu aan de personeelsbudgetten van de betreffende artikelen toegekend.
Artikel 9 Douane
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2020 | 440.852 | 442.226 | 440.881 | 437.088 | 437.263 | |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2020 | ‒ 10.087 | 6.384 | 5.734 | 2.334 | ‒ 166 | |
Nieuwe mutaties | ||||||
Individueel keuzebudget | 14.500 | |||||
Loon- en prijsbijstelling | 14.226 | 14.266 | 14.238 | 14.161 | 14.167 | |
E-commerce | ‒ 5.000 | 6.005 | 9.324 | 12.429 | 11.944 | |
Toerekening Douaneartikel | 71.367 | 71.367 | 71.367 | 71.367 | ||
Overig & extrapolatie | ‒ 7.500 | 533.924 | ||||
Stand ontwerpbegroting 2021 | 446.991 | 540.248 | 541.544 | 537.379 | 534.575 | 533.924 |
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2020 | 605 | 605 | 605 | 605 | 605 | |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2020 | ||||||
Nieuwe mutaties | ||||||
Extrapolatie | 605 | |||||
Stand ontwerpbegroting 2021 | 605 | 605 | 605 | 605 | 605 | 605 |
Toelichting belangrijkste mutaties
Uitgaven
Individueel keuzebudget
In het cao Rijk 2018-2020 zijn afspraken gemaakt over de invoering van een individueel keuzebudget (IKB) per 1 januari 2020. De overgang naar het IKB leidt incidenteel tot hogere personele uitgaven in 2020, omdat onder het IKB het vakantiegeld en de eindejaarsuitkering eerder worden uitbetaald. Het kabinet heeft in 2019 besloten departementen te compenseren voor deze extra uitgaven.
Loon- en prijsbijstelling
De tranche 2020 van de loon- en prijsbijstelling is in de 1e suppletoire begroting toegevoegd aan de begroting (artikel 10). De loon- en prijsbijstelling wordt nu naar rato verdeeld over de artikelen.
E-commerce
De EU-richtlijn btw e-commerce moet op dit moment per 1 januari 2021 geïmplementeerd zijn. De mutatie betreft het meerjarig budget voor de uitvoeringskosten die hiermee samenhangen. De kosten worden deels gedekt uit de meevaller van € 5 mln. in 2020 door lagere loonkosten binnen Douane. De overige uitvoeringskosten worden op artikel 1 begroot.
Toerekening Douaneartikel
Zoals gemeld in de brief ‘Verbeterd inzicht in de begroting van Financiën(IXB)’ die 26 juni 2020 aan de Kamer is verzonden, is voor artikel 9 (Douane) het opnemen van uitgaven van dienstonderdelen van de Belastingdienst die samenhangen met de Douaneprocessen een volgende stap in het gekozen groeimodel. Vanaf de ontwerpbegroting IX 2021 worden deze uitgaven in artikel 9 middels een systematiek van toerekening weergegeven en toegelicht. Deze mutatie betreft de overheveling van deze uitgaven van artikel 1 naar artikel 9. De toerekening vindt plaats voor alle dienstonderdelen van de Belastingdienst die uitgaven doen ten behoeve van de Douaneprocessen, met uitzondering van het dienstonderdeel Informatievoorziening (IV).
Artikel 10 Nog onverdeeld
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2020 | 175.432 | 76.971 | 107.365 | 89.325 | 75.778 | |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2020 | 285.405 | 254.561 | 366.536 | 347.668 | 375.832 | |
Nieuwe mutaties | ||||||
Individueel keuzebudget | ‒ 90.891 | |||||
Kasschuiven | ‒ 80.000 | 62.985 | 89.368 | ‒ 21.912 | ‒ 51.571 | |
Loon- en prijsbijstelling | ‒ 106.417 | ‒ 99.546 | ‒ 98.364 | ‒ 96.623 | ‒ 96.633 | |
Meerjarige uitvoeringskosten e-commerce | ‒ 25.077 | ‒ 28.673 | ‒ 25.750 | ‒ 25.500 | ||
Toekenning meerjarige middelen «Herstellen toeslagen» | ‒ 92.920 | ‒ 94.249 | ‒ 87.410 | |||
Toekenning meerjarige middelen IV-organisatie | ‒ 100.000 | ‒ 77.000 | ‒ 81.500 | |||
Toeslagen (compensatie ouders en uitvoeringskosten) | ‒ 50.000 | ‒ 20.000 | ||||
Overig & extrapolatie | ‒ 4.357 | ‒ 5.800 | ‒ 5.933 | ‒ 6.488 | ‒ 6.558 | 84.446 |
Stand ontwerpbegroting 2021 | 129.172 | 264.094 | 217.379 | 114.971 | 102.438 | 84.446 |
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Nieuwe mutaties | ||||||
Stand ontwerpbegroting 2021 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting belangrijkste mutaties
Uitgaven
Individueel keuzebudget
In de cao Rijk 2018-2020 zijn afspraken gemaakt over de invoering van een individueel keuzebudget (IKB) per 1 januari 2020. De overgang naar het IKB leidt incidenteel tot hogere personele uitgaven in 2020, omdat onder het IKB het vakantiegeld en de eindejaarsuitkering eerder worden uitbetaald. Het kabinet heeft in 2019 besloten departementen te compenseren voor deze extra uitgaven. Deze compensatie wordt nu aan de personeelsbudgetten van de betreffende artikelen toegekend.
Kasschuiven
Er vinden enkele kasschuiven plaats om middelen in het gewenste ritme te plaatsen. Als eerste bevat het de middelen voor de compensatie van ouders voor de kinderopvangtoeslag. Hiervoor wordt € 70 mln. uit 2020 naar 2021 (€ 60 mln.) en 2022 (€ 10 mln.) geschoven. Daarnaast wordt er € 10 mln. van 2020 naar 2021 geschoven om de uitvoeringskosten voor de implementatie van de EU-richtlijn en EU–verordening voor btw op e-commerce te dekken. Als laatste vinden er enkele kasschuiven plaats om de resterende middelen op de Aanvullende Post voor Beheerst vernieuwen in het gewenste ritme te plaatsen na overheveling naar de Financiënbegroting.
Loon- en prijsbijstelling
De tranche 2020 van de loon- en prijsbijstelling is in de 1e suppletoire begroting toegevoegd aan de begroting (artikel 10). De loon- en prijsbijstelling wordt nu naar rato verdeeld over de artikelen.
Meerjarige uitvoeringskosten e-commerce
De EU-richtlijn btw e-commerce moet op dit moment per 1 januari 2021 geïmplementeerd zijn. In de 1e suppletoire begroting zijn er middelen beschikbaar gesteld voor de bijbehorende uitvoeringskosten. De middelen vanaf 2022 stonden geparkeerd op artikel 10 en worden nu overgeheveld naar artikel 1 Belastingen en artikel 9 Douane. Daarnaast is er een extra bedrag vanuit artikel 10 beschikbaar gesteld voor de uitvoeringskosten.
Toekenning meerjarige middelen «Herstellen toeslagen»
In de 1e suppletoire begroting zijn middelen beschikbaar gesteld voor het herstellen van de Toeslagen-organisatie, onderdeel van ‘Belastingdienst op orde’. De middelen voor 2022 en verder zijn destijds geparkeerd op artikel 10 Nog onverdeeld. Met deze mutatie wordt een deel van de middelen overgeheveld naar artikel 1 en artikel 13. Het betreft middelen voor maatwerk en structurele verbetering van de Toeslagen-organisatie, zowel kwalitatief als kwantitatief.
Toekenning meerjarige middelen IV-organisatie
Voor het op orde brengen van de Belastingdienst zijn er in de 1e suppletoire begroting middelen beschikbaar gesteld voor de IV-organisatie (onder de noemer ‘borgen stabiliteit cruciale processen Belastingdienst’). Dit aangezien ICT aan de basis staat van een goede uitvoering van de bedrijfsprocessen van de Belastingdienst. In deze processen worden de gegevens van 15 miljoen burgers en 1,5 miljoen bedrijven verwerkt en uiteindelijk resulteert dit in 1 miljard belastinginkomsten per dag en honderden miljoenen transacties per jaar. Die basis moet daarom op orde zijn. De middelen voor de jaren 2022 en verder zijn destijds op artikel 10 Nog onverdeeld geparkeerd en worden nu overgeheveld naar artikel 1.
Toeslagen (compensatie ouders en uitvoeringskosten)
Zoals aangegeven in de kabinetsreactie op het eindrapport van de Advies commissie Uitvoering Toeslagen en zoals vermeld in de 1e suppletoire begroting van Financiën, heeft het kabinet besloten middelen beschikbaar te stellen om de gevolgen van een onredelijk hard toeslagenstelsel zo veel mogelijk te repareren. Dit betreft cumulatief over de jaren 2020, 2021 en 2022 € 390 mln. voor compensatie aan ouders. Hiernaast is € 20 mln. extra beschikbaar gesteld op artikel 10 als gevolg van het besluit tot toekenning van OGS-compensatie. Deze middelen zijn geparkeerd op artikel 10 Nog onverdeeld, in afwachting van besluitvorming over de verantwoording van deze middelen. Er wordt nu € 50 mln. overgeheveld naar artikel 1 voor de compensatie met betrekking tot CAF-gerelateerde dossiers en de meest schrijnende gevallen in 2020. Daarnaast zijn er middelen beschikbaar gesteld, cumulatief € 110 mln., voor de uitvoeringskosten ervan door Toeslagen. De middelen in 2022 (€ 20 mln.) worden overgeheveld van artikel 10 naar artikel 1 (ca. € 7 mln.) en artikel 13 (ca. € 13 mln.).
Artikel 11 Financiering staatsschuld
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2020 | 35.171 | 21.383 | 35.615 | 36.039 | 35.174 | |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2020 | ‒ 217 | ‒ 143 | ‒ 464 | ‒ 894 | ‒ 1.224 | |
Nieuwe mutaties | ||||||
Rente vaste schuld | ‒ 71 | ‒ 313 | ‒ 505 | ‒ 699 | ‒ 879 | |
Aflossing vaste schuld | ‒ 1 | ‒ 1 | ||||
Extrapolatie | 17.389 | |||||
Stand ontwerpbegroting 2021 | 34.883 | 20.926 | 34.645 | 34.446 | 33.071 | 17.389 |
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2020 | 30.015 | 21.296 | 36.831 | 37.371 | 39.616 | |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2020 | ‒ 2.917 | ‒ 3.850 | ‒ 4.882 | ‒ 4.909 | ‒ 8.066 | |
Nieuwe mutaties | ||||||
Rente vlottende schuld | 98 | 450 | 479 | 474 | 445 | |
Rente derivaten | 5 | 21 | 78 | 89 | 56 | |
Uitgifte vaste schuld | 16.500 | 38.814 | 29.518 | 29.519 | 24.895 | |
Mutatie vlottende schuld | 54.470 | |||||
Extrapolatie | 38.474 | |||||
Stand ontwerpbegroting 2021 | 98.171 | 56.731 | 62.024 | 62.544 | 56.946 | 38.474 |
Toelichting belangrijkste mutaties
Uitgaven en ontvangsten
De ramingen voor rente en uitgifte schuld zijn bijgesteld als gevolg van een veranderde financieringsbehoefte, nieuwe schulduitgiftes en aangepaste rentepercentages. De financieringsbehoefte is met name toegenomen als gevolg van Covid-19 maatregelen. Door de lage (negatieve) rente heeft dit een dalend effect op de rentelasten van de vaste schuld en een stijgend effect op de rentebaten van de vlottende schuld.
Artikel 12 Kasbeheer
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2020 | 1.531 | 1.552 | 1.650 | 1.781 | 1.796 | |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2020 | 0 | ‒ 21 | ‒ 119 | ‒ 253 | ‒ 271 | |
Nieuwe mutaties | ||||||
Rentelasten kasbeheer | ‒ 4 | |||||
Extrapolatie | 1.518 | |||||
Stand ontwerpbegroting 2021 | 1.531 | 1.531 | 1.531 | 1.528 | 1.521 | 1.518 |
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2020 | 7.771 | 9.128 | 5.759 | 5.394 | 4.405 | |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2020 | 281 | ‒ 2.805 | ‒ 560 | ‒ 1.349 | ‒ 934 | |
Nieuwe mutaties | ||||||
Rentebaten kasbeheer | ‒ 2 | ‒ 2 | ‒ 3 | ‒ 5 | ‒ 9 | |
Aflossingen op leningen | ‒ 15 | ‒ 13 | ‒ 14 | ‒ 15 | ‒ 19 | |
Mutaties in rekening-courant en deposito's | ‒ 4.244 | 2.833 | ‒ 724 | ‒ 921 | 257 | |
Overig & extrapolatie | 1 | 3.788 | ||||
Stand ontwerpbegroting 2021 | 3.791 | 9.142 | 4.458 | 3.104 | 3.700 | 3.788 |
Toelichting belangrijkste mutaties
Ontvangsten
Rentebaten kasbeheer
De mutatie van de rentebaten wordt vooral veroorzaakt door de verwachte afname van de roodstand op de rekening-courant van de sociale fondsen.
Aflossingen op leningen
De mutaties in de aflossingen op leningen zijn voornamelijk het gevolg van het verwerken van realisaties van nieuw aangegane leningen.
Mutaties in rekening-courant en deposito's
De mutaties in de rekening-courant en deposito worden vooral veroorzaakt door mutaties in de rekening-courantstand van de sociale fondsen.
Artikel 13 Toeslagen
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2020 | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2020 | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | |
Nieuwe mutaties | ||||||
Vorming begrotingsartikel Toeslagen | 118.125 | 65.367 | 63.548 | 63.548 | ||
Toekenning meerjarige middelen «Herstellen Toeslagen» | 45.735 | 50.327 | 43.521 | |||
Toeslagen (compensatie ouders en uitvoeringskosten) | 13.454 | |||||
Extrapolatie | 106.569 | |||||
Stand ontwerpbegroting 2021 | 0 | 118.125 | 124.556 | 113.875 | 107.069 | 106.569 |
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2020 | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2020 | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | |
Nieuwe mutaties | ||||||
Stand ontwerpbegroting 2021 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting belangrijkste mutaties
Uitgaven
Vorming begrotingsartikel Toeslagen
Zoals wij in de Kamerbrief ‘Verbeterd inzicht in de begroting van Financiën (IXB)’ van 26 juni jl. hebben vermeld, wordt er een eigenstandig begrotingsartikel ingericht voor Toeslagen (artikel 13). Met deze stap kunnen de activiteiten van, en de inzet van beschikbare middelen voor Toeslagen beter worden verantwoord en door de Kamer worden gevolgd. De directe uitgaven die door het dienstonderdeel Toeslagen, inclusief de herstelorganisatie, worden gedaan, worden overgeheveld van artikel 1 naar artikel 13. Op termijn zullen in het nieuwe begrotingsartikel ook de uitgaven worden opgenomen van dienstonderdelen binnen de Belastingdienst die taken verrichten die aan het toeslagenproces ondersteunend zijn, bijvoorbeeld op het gebied van facilitaire zaken, ICT, de Belastingtelefoon en heffing en inning.
Toekenning meerjarige middelen «Herstellen Toeslagen»
Er zijn in diverse Kamerbrieven en kabinetsreacties toezeggingen gedaan met betrekking tot het versterken en verbeteren van de uitvoering van Toeslagen en het vernieuwen van de dienstverlening tegen de achtergrond van de CAF-11 zaak, de verschillende onderzoeken hiernaar (o.a. commissie AUT, IBO 1 en 2), en de uitspraak van de Hoge Raad in deze zaak. In de Kamerbrief Aanpak problemen Belastingdienst, Douane en Toeslagen dd. 27 februari 2020 wordt een overzicht gegeven van de noodzakelijke verbeteringen in de organisatie van de Toeslagen en de vernieuwingsagenda, waarbij het intensiveringsplan van Toeslagen nauw aansluit.
Toeslagen (compensatie ouders en uitvoeringskosten)
Zoals aangegeven in ‘Kabinetsreactie op het eindrapport van de Advies commissie Uitvoering Toeslagen, het rapport van de ADR en het Zwartboek' en zoals vermeld in de 1e suppletoire begroting van Financiën, heeft het kabinet besloten middelen beschikbaar te stellen om de gevolgen van een onredelijk hard toeslagenstelsel zo veel mogelijk te repareren. De uitvoeringskosten in 2022 (€ 20 mln.) worden overgeheveld van artikel 10 naar artikel 1 (ca. € 7 mln.) en artikel 13 (ca. € 13 mln.).