Base description which applies to whole site

Bijlage 2: Verdiepingshoofdstuk

Artikel 1 Belastingen

Tabel 59 Uitgaven beleidsartikel 1 (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

2.944.639

2.712.152

2.671.587

2.615.639

2.608.723

 

Mutatie incidentele suppletoire begroting

‒ 25.000

‒ 40.000

‒ 16.000

‒ 7.000

‒ 5.000

 

Mutatie 1e suppletoire begroting 2020

316.663

504.680

230.265

256.995

234.720

 
       

Nieuwe mutaties

      

Individueel keuzebudget

69.500

     

Kasschuiven

‒ 26.966

11.956

15.010

   

Loon- en prijsbijstelling

83.624

76.777

75.699

74.123

74.068

 

Vorming begrotingsartikel Toeslagen

 

‒ 118.125

‒ 65.367

‒ 63.548

‒ 63.548

 

Toeslagen (compensatie ouders en uitvoeringskosten)

50.000

 

6.546

   

Meerjarige uitvoeringskosten e-commerce

 

19.072

39.349

28.321

28.556

 

Toekenning meerjarige middelen IV-organisatie

  

100.000

77.000

81.500

 

Toekenning meerjarige middelen «Herstellen Toeslagen»

  

47.185

43.922

43.889

 

Toerekening Douaneartikel

 

‒ 71.367

‒ 71.367

‒ 71.367

‒ 71.367

 

Overig & extrapolatie

27.421

13.415

14.541

16.830

16.900

2.908.610

       

Stand ontwerpbegroting 2021

3.439.881

3.108.560

3.047.448

2.970.915

2.948.441

2.908.610

Tabel 60 Ontvangsten beleidsartikel 1 (bedragen x € 1000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

156.444.315

156.099.799

165.718.196

170.084.672

174.523.966

 

Mutatie nota van wijziging 2020

‒ 75.005

‒ 75.005

‒ 75.005

   

Mutatie incidentele suppletoire begroting

‒ 1.238.275

‒ 554.000

‒ 160.000

‒ 55.000

‒ 33.000

 

Mutatie 1e suppletoire begroting 2020

‒ 361.518

233.940

236.538

234.474

234.474

 
       

Nieuwe mutaties

      

Belasting- en invorderingsrente

20.000

 

15.000

15.000

15.000

 

Belastingontvangsten

‒ 25.837.258

‒ 4.367.784

‒ 11.419.486

‒ 4.926.336

‒ 3.129.202

 

Overig & extrapolatie

6.817

10.975

10.282

12.752

12.752

179.268.441

       

Stand ontwerpbegroting 2021

128.959.076

151.347.925

154.325.525

165.365.562

171.623.990

179.268.441

Toelichting belangrijkste mutaties

Uitgaven

Individueel keuzebudget

In het cao Rijk 2018-2020 zijn afspraken gemaakt over de invoering van een individueel keuzebudget (IKB) per 1 januari 2020. De overgang naar het IKB leidt incidenteel tot hogere personele uitgaven in 2020, omdat onder het IKB het vakantiegeld en de eindejaarsuitkering eerder worden uitbetaald. Het kabinet heeft in 2019 besloten departementen te compenseren voor deze extra uitgaven.

Kasschuiven

Er worden enkele kasschuiven doorgevoerd. Het betreft onder meer een kasschuif van de middelen die beschikbaar zijn voor het project Beheerst vernieuwen en voor de implementatie van de EU-richtlijn btw e-commerce.

Loon- en prijsbijstelling

De tranche 2020 van de loon- en prijsbijstelling is in de 1e suppletoire begroting toegevoegd aan de begroting van Financiën (artikel 10). De loon- en prijsbijstelling wordt nu naar rato verdeeld over de artikelen.

Vorming begrotingsartikel Toeslagen

Zoals in de Kamerbrief ‘Verbeterd inzicht in de begroting van Financiën(IXB)’ van 26 juni jl. is vermeld, wordt er een eigenstandig begrotingsartikel ingericht voor Toeslagen (artikel 13). Met deze stap kunnen de activiteiten van, en de inzet van beschikbare middelen voor Toeslagen beter worden verantwoord en door de Kamer worden gevolgd. De directe uitgaven die door het dienstonderdeel Toeslagen inclusief de herstelorganisatie worden gedaan, worden overgeheveld van artikel 1 naar artikel 13. Op termijn zullen in het nieuwe begrotingsartikel ook de uitgaven worden opgenomen van dienstonderdelen binnen de Belastingdienst die taken verrichten die aan het toeslagenproces ondersteunend zijn, bijvoorbeeld op het gebied van facilitaire zaken, ICT, de Belastingtelefoon en heffing en inning.

Toeslagen (compensatie ouders en uitvoeringskosten)

Zoals aangegeven in ‘Kabinetsreactie op het eindrapport van de Advies commissie Uitvoering Toeslagen, het rapport van de ADR en het Zwartboek' en zoals vermeld in de 1e suppletoire begroting van Financiën, heeft het kabinet besloten middelen beschikbaar te stellen om de gevolgen van de handelwijze van de Belastingdienst en de onredelijke hardheid van het toeslagenstelsel zo veel mogelijk te repareren. Dit betreft cumulatief over de jaren 2020, 2021 en 2022 € 390 mln. voor compensatie aan ouders. Hiernaast is € 20 mln. extra beschikbaar gesteld op artikel 10 als gevolg van het besluit tot toekenning van OGS-compensatie. Deze middelen zijn geparkeerd op artikel 10 Nog onverdeeld, in afwachting van besluitvorming over de verantwoording van deze middelen. Hier staat o.a. € 100 mln. in 2020 gereserveerd. Er wordt verder € 50 mln. in 2020 overgeheveld naar artikel 1 ter dekking van uitgaven die in ieder geval op de Financiën begroting worden verantwoord. Daarnaast zijn er middelen beschikbaar gesteld, cumulatief € 110 mln., voor de uitvoeringskosten ervan door Toeslagen. De middelen in 2022 (€ 20 mln.), die nog gereserveerd stonden op artikel 10, worden nu overgeheveld naar artikel 1 (ca. € 7 mln.) en artikel 13 (ca. € 13 mln.).

Meerjarige uitvoeringskosten e-commerce

De EU-richtlijn btw e-commerce moet op dit moment per 1 januari 2021 geïmplementeerd zijn. De mutatie betreft het meerjarig budget voor de uitvoeringskosten die hiermee samenhangen. De overige uitvoeringskosten worden op artikel 9 Douane begroot.

Toekenning meerjarige middelen IV-organisatie

Voor het op orde brengen van de Belastingdienst zijn er in de 1e suppletoire begroting middelen beschikbaar gesteld voor de IV-organisatie (onder de noemer ‘borgen stabiliteit cruciale processen Belastingdienst’). Dit aangezien ICT aan de basis staat van een goede uitvoering van de bedrijfs­processen van de Belastingdienst. In deze processen worden de gegevens van 15 miljoen burgers en 1,5 miljoen bedrijven verwerkt en uiteindelijk resulteert dit in € 1 miljard belastinginkomsten per dag en honderden miljoenen transacties per jaar. Die basis moet daarom op orde zijn. De middelen voor de jaren 2022 en verder zijn destijds op artikel 10 Nog onverdeeld geparkeerd en worden nu overgeheveld naar artikel 1.

Toekenning meerjarige middelen «Herstellen toeslagen»

In de 1e suppletoire begroting zijn middelen beschikbaar gesteld voor het herstellen van de Toeslagen-organisatie, onderdeel van ‘Belastingdienst op orde’. De middelen voor 2022 en verder zijn destijds geparkeerd op artikel 10 Nog onverdeeld. Met deze mutatie wordt een deel van de middelen overgeheveld naar artikel 1. Het betreft middelen voor maatwerk en structurele verbetering van de Toeslagen-organisatie, zowel kwalitatief als kwantitatief. De overige middelen worden op artikel 13 Toeslagen verantwoord.

Toerekening Douaneartikel

Zoals gemeld in de brief ‘Verbeterd inzicht in de begroting van Financiën(IXB)’ die 26 juni 2020 aan de Kamer is verzonden, is voor artikel 9 (Douane) het opnemen van uitgaven van dienstonderdelen van de Belastingdienst die samenhangen met de Douaneprocessen een volgende stap in het gekozen groeimodel. Vanaf de ontwerpbegroting IX 2021 worden deze uitgaven in artikel 9 middels een systematiek van toerekening weergegeven en toegelicht. Deze mutatie betreft de overheveling van deze middelen van artikel 1 naar artikel 9. De toerekening vindt plaats voor alle dienstonderdelen van de Belastingdienst die uitgaven doen ten behoeve van de Douaneprocessen, met uitzondering van het dienstonderdeel Informatievoorziening (IV).

Ontvangsten

Belasting- en invorderingsrente

Bij de belasting- en invorderingsrente wordt een (structurele) ramingsbijstelling van de ontvangsten verwerkt.

Belastingontvangsten

Zie de Miljoenennota voor een toelichting op de belastingontvangsten.

Verplichtingen

De Belastingdienst werkt aan het verbeteren van het verplichtingenbeheer en contractmanagement. Het verbeterde inzicht is meegenomen in de meerjarenraming verplichtingen en leidt er toe dat beter verantwoord kan worden in welke jaren de Belastingdienst aan te gane verplichtingen verwacht in afwijking van de kasuitgaven (betalingsritme).

Artikel 2 Financiële markten

Tabel 61 Uitgaven beleidsartikel 2 (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

26.608

24.258

24.248

22.897

22.897

 

Mutatie 1e suppletoire begroting 2020

11.294

834

84

84

84

 
       

Nieuwe mutaties

      

UBO-register trusts

1.000

1.000

    

Overig & extrapolatie

566

‒ 39

‒ 39

‒ 60

‒ 60

22.921

       

Stand ontwerpbegroting 2021

39.468

26.053

24.293

22.921

22.921

22.921

Tabel 62 Ontvangsten beleidsartikel 2 (bedragen x € 1000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

9.155

10.255

9.955

7.700

7.700

 

Mutatie 1e suppletoire begroting 2020

‒ 250

     
       

Nieuwe mutaties

      

Extrapolatie

     

8.700

       

Stand ontwerpbegroting 2021

8.905

10.255

9.955

7.700

7.700

8.700

Toelichting belangrijkste mutaties

Uitgaven

UBO-register trusts

Op grond van een wijziging in de anti-witwasrichtlijn wordt er een register van uiteindelijke belanghebbenden ('ultimate befinicial owners' -UBO) voor trusts gebouwd. Het ministerie van Financiën draagt hier voor € 1 mln. aan bij.

Artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector

Tabel 63 Uitgaven beleidsartikel 3 (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

442.176

440.520

440.520

439.020

406.020

 

Mutatie incidentele suppletoire begroting

1.000.000

     

Mutatie 1e suppletoire begroting 2020

5.500

1.750

‒ 1.000

   
       

Nieuwe mutaties

      

Kapitaalinjectie Invest International

 

247.000

147.000

147.000

146.000

 

Opstart Invest International

‒ 3.500

3.500

    

Overig & extrapolatie

129

158

158

126

126

255.146

       

Stand ontwerpbegroting 2021

1.444.305

692.928

586.678

586.146

552.146

255.146

Tabel 64 Ontvangsten beleidsartikel 3 (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

1.816.656

1.875.500

2.015.500

1.953.500

1.918.500

 

Mutatie incidentele suppletoire begroting

22.227

76.350

86.377

102.997

119.618

 

Mutatie 1e suppletoire begroting 2020

145.000

‒ 495.000

    
       

Nieuwe mutaties

      

Winstafdracht DNB

7.000

‒ 281.000

‒ 396.000

‒ 329.000

‒ 254.000

 

Opbrengst verkoop vermogenstitels

31.344

     

Dividenden staatsdeelnemingen

‒ 527.500

‒ 360.000

‒ 10.000

‒ 10.000

‒ 60.000

 

Extrapolatie

     

1.974.118

       

Stand ontwerpbegroting 2021

1.494.727

815.850

1.695.877

1.717.497

1.724.118

1.974.118

Toelichting belangrijkste mutaties

Uitgaven

Kapitaalinjectie Invest International

Ten behoeve van het opstarten van Invest International (de internationale tak van Invest-NL) worden de gereserveerde middelen overgeboekt van de aanvullende post naar de begroting van Financiën. Voorwaarde voor besteding blijft wel dat de uitgave kan worden vormgegeven als een financiële transactie zonder effect op het EMU-saldo. 

Opstart Invest International

Aangezien het wetgevingstraject vertraagd is, is een kasschuif van € 3,5 mln. van 2020 naar 2021 nodig.

Ontvangsten

Winstafdracht DNB

De winstafdracht van DNB wordt naar beneden bijgesteld. De coronacrisis incl. de extra aankopen in het kader van het Asset Purchase Programme (APP) en het Pandemic Emergency Purchase Programme (PEPP) van de ECB, leidt tot een sterke stijging van het renterisico dat DNB loopt. Om dit risico op te vangen vergroot DNB, conform de gemaakte afspraken met het ministerie van Financiën, haar financiële buffers ten laste van de verwachte winst voor de komende jaren. Dit resulteert in het niet afdragen van de winst aan de Nederlandse staat tot en met 2024.

Dividenden staatsdeelnemingen

De coronacrisis heeft impact op de staatsdeelnemingen. Dit heeft geleid tot een neerwaartse meerjarige bijstelling op de door de Staat te ontvangen dividenden.

Artikel 4 Internationale financiële betrekkingen

Tabel 65 Uitgaven beleidsartikel 4 (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

103.694

208.067

311.099

332.260

355.439

 

Mutatie incidentele suppletoire begroting

260.276

     

Mutatie 1e suppletoire begroting 2020

3.290

11.432

7.762

3.283

5.108

 
       

Nieuwe mutaties

      

Wereldbank

115.465

‒ 122.185

‒ 4.704

‒ 3.127

4.963

 

ESM-rentecompensatie

 

‒ 18.000

‒ 20.000

‒ 20.000

‒ 19.000

 

Overig & extrapolatie

48

48

47

47

47

378.504

       

Stand ontwerpbegroting 2021

482.773

79.362

294.204

312.463

346.557

378.504

Tabel 66 Ontvangsten beleidsartikel 4 (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

52.804

142.246

185.595

193.298

191.424

 

Mutatie 1e suppletoire begroting 2020

‒ 7.455

‒ 5.948

‒ 19.059

‒ 20.257

‒ 18.775

 
       

Nieuwe mutaties

      

Extrapolatie

     

190.447

       

Stand ontwerpbegroting 2021

45.349

136.298

166.536

173.041

172.649

190.447

Toelichting belangrijkste mutaties

Uitgaven

Wereldbank

Een deel van de in 2021 geraamde bijdrage aan de Wereldbank ter hoogte van ca. € 115 mln. wordt in 2020 betaald om beter aan te sluiten op het kasritme van de Staat. Deze bijstelling is budgetneutraal. Daarnaast is de uitgavenraming in de Financiënbegroting meerjarig bijgesteld naar aanleiding van een aanpassing in het betaalschema. De meerjarige bijstelling heeft betrekking op het betalingsschema voor de 19e kapitaalstorting aan de International Development Association (IDA) en is over de jaren 2021-2026 budgetneutraal.

ESM-rentecompensatie

Het ESM wordt gecompenseerd voor de negatieve rente die het ESM betaalt over het gestalde deposito bij DNB. DNB draagt als onderdeel van de winstafdracht op art. 3 van de Financiënbegroting de rente-ontvangsten af aan het ministerie van Financiën. De huidige raming van de ESM-compensatie door DNB aan het ministerie van Financien is bijgesteld naar nul. Daarom wordt de compensatie van het ministerie van Financien aan het ESM ook bijgesteld naar nul.

Artikel 5 Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen

Tabel 67 Uitgaven beleidsartikel 5 (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

77.244

77.244

77.244

77.244

77.244

 

Mutatie incidentele suppletoire begroting

1.470.000

     

Mutatie 1e suppletoire begroting 2020

70.244

70.244

70.244

70.244

70.244

 
       

Nieuwe mutaties

      

Schade herverzekering leverancierskredieten

‒ 450.000

350.000

    

Uitvoeringskosten herverzekering leverancierskredieten

10.000

     

Kostenvergoeding Atradius

610

2.710

2.710

2.710

2.710

 

Schade EKV

74.900

80.000

    

Overig & extrapolatie

180

180

180

180

180

150.378

       

Stand ontwerpbegroting 2021

1.253.178

580.378

150.378

150.378

150.378

150.378

Tabel 68 Ontvangsten beleidsartikel 5 (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

235.954

91.870

85.119

85.218

83.406

 

Mutatie incidentele suppletoire begroting

500.000

     

Mutatie 1e suppletoire begroting 2020

20.244

20.244

20.244

20.244

20.244

 
       

Nieuwe mutaties

      

Recuperaties EKV

‒ 140.000

140.000

    

Recuperaties herverzekering leverancierskredieten

‒ 110.000

100.000

    

Begrotingsreserve EKV

8.700

82.800

2.800

2.800

2.800

 

Extrapolatie

     

106.450

       

Stand ontwerpbegroting 2021

514.898

434.914

108.163

108.262

106.450

106.450

Toelichting belangrijkste mutaties

Uitgaven

Schade herverzekering leverancierskredieten

In mei is de Kamer geïnformeerd over de bijstelling van de budgettaire effecten van de crisismaatregel herverzekering leverancierskredieten ten opzichte van de tweede incidentele suppletoire begroting (ISB).48In de tweede ISB was in de ramingen geen rekening gehouden met de vertraging in het uitbetalen van schade-uitkeringen. Bij een betalingstermijn van dertig dagen wordt op zijn vroegst pas 105 dagen nadat een levering is gefactureerd schade uitgekeerd aan de verzekerde. Daarom wordt een deel van de geraamde schade-uitkering (€ 350 mln.) van 2020 doorgeschoven naar 2021. Daarnaast valt de schade-uitkering in 2020 naar aanleiding van de goedkeuringsprocedure van de Europese Commissie (EC) € 100 mln. lager uit.

Uitvoeringskosten herverzekering leverancierskredieten

Zoals in de Kamerbrief over de herverzekering leverancierskredieten gemeld, wordt de raming van de uitvoeringskosten naar aanleiding van de schatting van de externe adviseur voor 2020 met € 10 mln. verhoogd. Daarnaast zal de Staat vanwege het doorlopen van schade-uitkeringen en incasso’s in 2021 de claims- en incassowerkzaamheden van de verzekeraars ook in 2021 voor een deel moeten vergoeden. De schatting van de uitvoeringskosten in 2021 wordt gemaakt op het moment dat er meer duidelijk is over de te verrichten werkzaamheden in 2021.

Kostenvergoeding Atradius

Voor de uitvoerder van de exportkredietverzekering, Atradius DSB (ADSB), is een ophoging van de uitvoeringkosten geraamd voor structurele uitbreiding van de capaciteit. Financiën heeft door gemaakte politieke keuzes en internationale ontwikkelingen nieuwe taken bij ADSB belegd, terwijl ADSB’s capaciteit sinds 2015 constant is gebleven. Om op een toekomstbestendige manier uitvoering te kunnen geven aan de exportkredietverzekering is een structurele ophoging van de uitvoeringkosten benodigd, ter hoogte van € 2,7 mln.

Schade EKV

In april is de Kamer geïnformeerd over de bijdrage van de Staat aan de continuïteit van het bedrijf Royal IHC.49De in de Kamerbrief gemelde voorlopige schade-uitkering van maximaal € 167 mln. wordt nu voor € 155 mln. in de begroting opgenomen, in 2020 en 2021 respectievelijk € 74,9 mln. en € 80,0 mln. Voor de resterende € 12 mln. zal in het najaar ingeschat worden of en in hoeverre dit deel van de schade-uitkering zich zal materialiseren.

Ontvangsten

Recuperaties EKV

Argentinië heeft aangegeven de openstaande vordering van € 140 mln. in 2020 niet te kunnen voldoen en heeft herstructurering aangevraagd bij de Club van Parijs. De uiterste betaaldatum voor deze vordering verstrijkt in 2021, waardoor vooralsnog de voor 2020 geraamde ontvangst wordt geraamd voor 2021.

Recuperaties herverzekering leverancierskredieten

Zoals in de Kamerbrief over de herverzekering leverancierskredieten gemeld, wordt € 100 mln. van de voor 2020 geraamde recuperaties in 2021 geïncasseerd. Daarnaast wordt naar aanleiding van de goedkeuringsprocedure van de EC de recuperaties in 2020 € 10 mln. lager uit dan geraamd.

Begrotingsreserve EKV

Zoals in de Kamerbrief over de bijdrage van de Staat aan de continuïteit van IHC gemeld, wordt de begrotingsreserve aangesproken voor de definitief afgeschreven schade-uitkering aan IHC. De definitief afgeschreven schade-uitkering bedraagt voor 2020 en 2021 respectievelijk € 8,0 en € 80,0 mln. Ook voor de ophoging van de uitvoeringkosten van Atradius DSB (€ 2,8 mln.) wordt de begrotingsreserve aangesproken.

Artikel 6 Btw-compensatiefonds

Tabel 69 Uitgaven beleidsartikel 6 (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

3.426.667

3.426.171

3.426.036

3.426.036

3.426.036

 

Mutatie 1e suppletoire begroting 2020

3.886

3.273

6.211

6.204

6.204

 
       

Nieuwe mutaties

      

Aanpassing BCF

137.030

141.928

139.125

139.132

139.132

 

Overig & extrapolatie

3.747

    

3.571.372

       

Stand ontwerpbegroting 2021

3.571.330

3.571.372

3.571.372

3.571.372

3.571.372

3.571.372

Tabel 70 Ontvangsten beleidsartikel 6 (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

3.426.667

3.426.171

3.426.036

3.426.036

3.426.036

 

Mutatie 1e suppletoire begroting 2020

3.886

3.273

6.211

6.204

6.204

 
       

Nieuwe mutaties

      

Aanpassing BCF

137.030

141.928

139.125

139.132

139.132

 

Overig & extrapolatie

3.747

    

3.571.372

       

Stand ontwerpbegroting 2021

3.571.330

3.571.372

3.571.372

3.571.372

3.571.372

3.571.372

Toelichting belangrijkste mutaties

Uitgaven en ontvangsten

Aanpassing BCF

Deze mutatie betreft een bijstelling van de raming van het Btw-compensatiefonds (BCF) op basis van de beschikking van het afgelopen jaar, aangevuld met het vierde kwartaal van het afgelopen jaar en driemaal het voorschot van het eerste kwartaal uit het lopende jaar.

Artikel 8 Apparaat kerndepartement

Tabel 71 Uitgaven artikel 8 (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

266.049

265.322

262.991

262.220

264.088

 

Mutatie 1e suppletoire begroting 2020

9.436

8.372

6.852

2.187

1.187

 
       

Nieuwe mutaties

      

Loon- en prijsbijstelling

7.684

7.658

7.582

7.558

7.617

 

Operatie inzicht in kwaliteit

  

1.928

1.928

1.928

 

Individueel keuzebudget

6.891

     

Overig & extrapolatie

1.680

2.160

819

2.175

2.175

277.125

       

Stand ontwerpbegroting 2021

291.740

283.512

280.172

276.068

276.995

277.125

Tabel 72 Ontvangsten artikel 8 (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

51.837

51.837

51.837

51.837

51.837

 

Mutatie 1e suppletoire begroting 2020

856

     
       

Nieuwe mutaties

      

Extrapolatie

     

51.837

       

Stand ontwerpbegroting 2021

52.693

51.837

51.837

51.837

51.837

51.837

Toelichting belangrijkste mutaties

Uitgaven

Loon- en prijsbijstelling

De tranche 2020 van de loon- en prijsbijstelling is in de 1e suppletoire begroting toegevoegd aan de begroting (artikel 10). De loon- en prijsbijstelling wordt nu naar rato verdeeld over de artikelen.

Operatie Inzicht in Kwaliteit

Om structurele inbedding te garanderen en vervolg te geven aan de inzichten uit de operatie Inzicht in Kwaliteit tot dusver, worden de bijbehorende kosten structureel verwerkt in de begroting. Hierdoor kunnen wij ons blijven inspannen om zoveel mogelijk inzicht te verkrijgen in de resultaten van beleid en daarnaar te handelen door onder andere het blijven ondersteunen van departementen en het doen van vergelijkbare, projectmatige activiteiten.

Individueel keuzebudget

In het cao Rijk 2018-2020 zijn afspraken gemaakt over de invoering van een individueel keuzebudget (IKB) per 1 januari 2020. De overgang naar het IKB leidt incidenteel tot hogere personele uitgaven in 2020, omdat onder het IKB het vakantiegeld en de eindejaarsuitkering eerder worden uitbetaald. Het kabinet heeft in 2019 besloten departementen te compenseren voor deze extra uitgaven. Deze compensatie wordt nu aan de personeelsbudgetten van de betreffende artikelen toegekend.

Artikel 9 Douane

Tabel 73 Uitgaven beleidsartikel 9 (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

440.852

442.226

440.881

437.088

437.263

 

Mutatie 1e suppletoire begroting 2020

‒ 10.087

6.384

5.734

2.334

‒ 166

 
       

Nieuwe mutaties

      

Individueel keuzebudget

14.500

     

Loon- en prijsbijstelling

14.226

14.266

14.238

14.161

14.167

 

E-commerce

‒ 5.000

6.005

9.324

12.429

11.944

 

Toerekening Douaneartikel

 

71.367

71.367

71.367

71.367

 

Overig & extrapolatie

‒ 7.500

    

533.924

       

Stand ontwerpbegroting 2021

446.991

540.248

541.544

537.379

534.575

533.924

Tabel 74 Ontvangsten beleidsartikel 9 (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

605

605

605

605

605

 

Mutatie 1e suppletoire begroting 2020

      
       

Nieuwe mutaties

      

Extrapolatie

     

605

       

Stand ontwerpbegroting 2021

605

605

605

605

605

605

Toelichting belangrijkste mutaties

Uitgaven

Individueel keuzebudget

In het cao Rijk 2018-2020 zijn afspraken gemaakt over de invoering van een individueel keuzebudget (IKB) per 1 januari 2020. De overgang naar het IKB leidt incidenteel tot hogere personele uitgaven in 2020, omdat onder het IKB het vakantiegeld en de eindejaarsuitkering eerder worden uitbetaald. Het kabinet heeft in 2019 besloten departementen te compenseren voor deze extra uitgaven.

Loon- en prijsbijstelling

De tranche 2020 van de loon- en prijsbijstelling is in de 1e suppletoire begroting toegevoegd aan de begroting (artikel 10). De loon- en prijsbijstelling wordt nu naar rato verdeeld over de artikelen.

E-commerce

De EU-richtlijn btw e-commerce moet op dit moment per 1 januari 2021 geïmplementeerd zijn. De mutatie betreft het meerjarig budget voor de uitvoeringskosten die hiermee samenhangen. De kosten worden deels gedekt uit de meevaller van € 5 mln. in 2020 door lagere loonkosten binnen Douane. De overige uitvoeringskosten worden op artikel 1 begroot.

Toerekening Douaneartikel

Zoals gemeld in de brief ‘Verbeterd inzicht in de begroting van Financiën(IXB)’ die 26 juni 2020 aan de Kamer is verzonden, is voor artikel 9 (Douane) het opnemen van uitgaven van dienstonderdelen van de Belastingdienst die samenhangen met de Douaneprocessen een volgende stap in het gekozen groeimodel. Vanaf de ontwerpbegroting IX 2021 worden deze uitgaven in artikel 9 middels een systematiek van toerekening weergegeven en toegelicht. Deze mutatie betreft de overheveling van deze uitgaven van artikel 1 naar artikel 9. De toerekening vindt plaats voor alle dienstonderdelen van de Belastingdienst die uitgaven doen ten behoeve van de Douaneprocessen, met uitzondering van het dienstonderdeel Informatievoorziening (IV).

Artikel 10 Nog onverdeeld

Tabel 75 Uitgaven artikel 10 (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

175.432

76.971

107.365

89.325

75.778

 

Mutatie 1e suppletoire begroting 2020

285.405

254.561

366.536

347.668

375.832

 
       

Nieuwe mutaties

      

Individueel keuzebudget

‒ 90.891

     

Kasschuiven

‒ 80.000

62.985

89.368

‒ 21.912

‒ 51.571

 

Loon- en prijsbijstelling

‒ 106.417

‒ 99.546

‒ 98.364

‒ 96.623

‒ 96.633

 

Meerjarige uitvoeringskosten e-commerce

 

‒ 25.077

‒ 28.673

‒ 25.750

‒ 25.500

 

Toekenning meerjarige middelen «Herstellen toeslagen»

  

‒ 92.920

‒ 94.249

‒ 87.410

 

Toekenning meerjarige middelen IV-organisatie

  

‒ 100.000

‒ 77.000

‒ 81.500

 

Toeslagen (compensatie ouders en uitvoeringskosten)

‒ 50.000

 

‒ 20.000

   

Overig & extrapolatie

‒ 4.357

‒ 5.800

‒ 5.933

‒ 6.488

‒ 6.558

84.446

       

Stand ontwerpbegroting 2021

129.172

264.094

217.379

114.971

102.438

84.446

Tabel 76 Ontvangsten artikel 10 (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

0

0

0

0

0

 

Mutatie 1e suppletoire begroting 2020

0

0

0

0

0

 
       

Nieuwe mutaties

      
       

Stand ontwerpbegroting 2021

0

0

0

0

0

0

Toelichting belangrijkste mutaties

Uitgaven

Individueel keuzebudget

In de cao Rijk 2018-2020 zijn afspraken gemaakt over de invoering van een individueel keuzebudget (IKB) per 1 januari 2020. De overgang naar het IKB leidt incidenteel tot hogere personele uitgaven in 2020, omdat onder het IKB het vakantiegeld en de eindejaarsuitkering eerder worden uitbetaald. Het kabinet heeft in 2019 besloten departementen te compenseren voor deze extra uitgaven. Deze compensatie wordt nu aan de personeelsbudgetten van de betreffende artikelen toegekend.

Kasschuiven

Er vinden enkele kasschuiven plaats om middelen in het gewenste ritme te plaatsen. Als eerste bevat het de middelen voor de compensatie van ouders voor de kinderopvangtoeslag. Hiervoor wordt € 70 mln. uit 2020 naar 2021 (€ 60 mln.) en 2022 (€ 10 mln.) geschoven. Daarnaast wordt er € 10 mln. van 2020 naar 2021 geschoven om de uitvoeringskosten voor de implementatie van de EU-richtlijn en EU–verordening voor btw op e-commerce te dekken. Als laatste vinden er enkele kasschuiven plaats om de resterende middelen op de Aanvullende Post voor Beheerst vernieuwen in het gewenste ritme te plaatsen na overheveling naar de Financiënbegroting.

Loon- en prijsbijstelling

De tranche 2020 van de loon- en prijsbijstelling is in de 1e suppletoire begroting toegevoegd aan de begroting (artikel 10). De loon- en prijsbijstelling wordt nu naar rato verdeeld over de artikelen.

Meerjarige uitvoeringskosten e-commerce

De EU-richtlijn btw e-commerce moet op dit moment per 1 januari 2021 geïmplementeerd zijn. In de 1e suppletoire begroting zijn er middelen beschikbaar gesteld voor de bijbehorende uitvoeringskosten. De middelen vanaf 2022 stonden geparkeerd op artikel 10 en worden nu overgeheveld naar artikel 1 Belastingen en artikel 9 Douane. Daarnaast is er een extra bedrag vanuit artikel 10 beschikbaar gesteld voor de uitvoeringskosten.

Toekenning meerjarige middelen «Herstellen toeslagen»

In de 1e suppletoire begroting zijn middelen beschikbaar gesteld voor het herstellen van de Toeslagen-organisatie, onderdeel van ‘Belastingdienst op orde’. De middelen voor 2022 en verder zijn destijds geparkeerd op artikel 10 Nog onverdeeld. Met deze mutatie wordt een deel van de middelen overgeheveld naar artikel 1 en artikel 13. Het betreft middelen voor maatwerk en structurele verbetering van de Toeslagen-organisatie, zowel kwalitatief als kwantitatief.

Toekenning meerjarige middelen IV-organisatie

Voor het op orde brengen van de Belastingdienst zijn er in de 1e suppletoire begroting middelen beschikbaar gesteld voor de IV-organisatie (onder de noemer ‘borgen stabiliteit cruciale processen Belastingdienst’). Dit aangezien ICT aan de basis staat van een goede uitvoering van de bedrijfs­processen van de Belastingdienst. In deze processen worden de gegevens van 15 miljoen burgers en 1,5 miljoen bedrijven verwerkt en uiteindelijk resulteert dit in 1 miljard belastinginkomsten per dag en honderden miljoenen transacties per jaar. Die basis moet daarom op orde zijn. De middelen voor de jaren 2022 en verder zijn destijds op artikel 10 Nog onverdeeld geparkeerd en worden nu overgeheveld naar artikel 1.

Toeslagen (compensatie ouders en uitvoeringskosten)

Zoals aangegeven in de kabinetsreactie op het eindrapport van de Advies commissie Uitvoering Toeslagen en zoals vermeld in de 1e suppletoire begroting van Financiën, heeft het kabinet besloten middelen beschikbaar te stellen om de gevolgen van een onredelijk hard toeslagenstelsel zo veel mogelijk te repareren. Dit betreft cumulatief over de jaren 2020, 2021 en 2022 € 390 mln. voor compensatie aan ouders. Hiernaast is € 20 mln. extra beschikbaar gesteld op artikel 10 als gevolg van het besluit tot toekenning van OGS-compensatie. Deze middelen zijn geparkeerd op artikel 10 Nog onverdeeld, in afwachting van besluitvorming over de verantwoording van deze middelen. Er wordt nu € 50 mln. overgeheveld naar artikel 1 voor de compensatie met betrekking tot CAF-gerelateerde dossiers en de meest schrijnende gevallen in 2020. Daarnaast zijn er middelen beschikbaar gesteld, cumulatief € 110 mln., voor de uitvoeringskosten ervan door Toeslagen. De middelen in 2022 (€ 20 mln.) worden overgeheveld van artikel 10 naar artikel 1 (ca. € 7 mln.) en artikel 13 (ca. € 13 mln.).

Artikel 11 Financiering staatsschuld

Tabel 77 Uitgaven beleidsartikel 11 (bedragen x € 1 mln.)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

35.171

21.383

35.615

36.039

35.174

 

Mutatie 1e suppletoire begroting 2020

‒ 217

‒ 143

‒ 464

‒ 894

‒ 1.224

 
       

Nieuwe mutaties

      

Rente vaste schuld

‒ 71

‒ 313

‒ 505

‒ 699

‒ 879

 

Aflossing vaste schuld

 

‒ 1

‒ 1

   

Extrapolatie

     

17.389

       

Stand ontwerpbegroting 2021

34.883

20.926

34.645

34.446

33.071

17.389

Tabel 78 Ontvangsten beleidsartikel 11 (bedragen x € 1 mln.)1
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

30.015

21.296

36.831

37.371

39.616

 

Mutatie 1e suppletoire begroting 2020

‒ 2.917

‒ 3.850

‒ 4.882

‒ 4.909

‒ 8.066

 
       

Nieuwe mutaties

      

Rente vlottende schuld

98

450

479

474

445

 

Rente derivaten

5

21

78

89

56

 

Uitgifte vaste schuld

16.500

38.814

29.518

29.519

24.895

 

Mutatie vlottende schuld

54.470

     

Extrapolatie

     

38.474

       

Stand ontwerpbegroting 2021

98.171

56.731

62.024

62.544

56.946

38.474

1

Als gevolg van afronding op miljoenen kan de som der delen afwijken van het totaal.

Toelichting belangrijkste mutaties

Uitgaven en ontvangsten

De ramingen voor rente en uitgifte schuld zijn bijgesteld als gevolg van een veranderde financieringsbehoefte, nieuwe schulduitgiftes en aangepaste rentepercentages. De financieringsbehoefte is met name toegenomen als gevolg van Covid-19 maatregelen. Door de lage (negatieve) rente heeft dit een dalend effect op de rentelasten van de vaste schuld en een stijgend effect op de rentebaten van de vlottende schuld.

Artikel 12 Kasbeheer

Tabel 79 Uitgaven beleidsartikel 12 (bedragen x € 1 mln.)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

1.531

1.552

1.650

1.781

1.796

 

Mutatie 1e suppletoire begroting 2020

0

‒ 21

‒ 119

‒ 253

‒ 271

 
       

Nieuwe mutaties

      

Rentelasten kasbeheer

    

‒ 4

 

Extrapolatie

     

1.518

       

Stand ontwerpbegroting 2021

1.531

1.531

1.531

1.528

1.521

1.518

Tabel 80 Ontvangsten beleidsartikel 12 (bedragen x € 1 mln.)1
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

7.771

9.128

5.759

5.394

4.405

 

Mutatie 1e suppletoire begroting 2020

281

‒ 2.805

‒ 560

‒ 1.349

‒ 934

 
       

Nieuwe mutaties

      

Rentebaten kasbeheer

‒ 2

‒ 2

‒ 3

‒ 5

‒ 9

 

Aflossingen op leningen

‒ 15

‒ 13

‒ 14

‒ 15

‒ 19

 

Mutaties in rekening-courant en deposito's

‒ 4.244

2.833

‒ 724

‒ 921

257

 

Overig & extrapolatie

1

    

3.788

       

Stand ontwerpbegroting 2021

3.791

9.142

4.458

3.104

3.700

3.788

1

Als gevolg van afronding op miljoenen kan de som der delen afwijken van het totaal.

Toelichting belangrijkste mutaties

Ontvangsten

Rentebaten kasbeheer

De mutatie van de rentebaten wordt vooral veroorzaakt door de verwachte afname van de roodstand op de rekening-courant van de sociale fondsen.

Aflossingen op leningen

De mutaties in de aflossingen op leningen zijn voornamelijk het gevolg van het verwerken van realisaties van nieuw aangegane leningen.

Mutaties in rekening-courant en deposito's

De mutaties in de rekening-courant en deposito worden vooral veroorzaakt door mutaties in de rekening-courantstand van de sociale fondsen.

Artikel 13 Toeslagen

Tabel 81 Uitgaven beleidsartikel 13 (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

 

Mutatie 1e suppletoire begroting 2020

 
       

Nieuwe mutaties

      

Vorming begrotingsartikel Toeslagen

 

118.125

65.367

63.548

63.548

 

Toekenning meerjarige middelen «Herstellen Toeslagen»

  

45.735

50.327

43.521

 

Toeslagen (compensatie ouders en uitvoeringskosten)

  

13.454

   

Extrapolatie

     

106.569

       

Stand ontwerpbegroting 2021

0

118.125

124.556

113.875

107.069

106.569

Tabel 82 Ontvangsten beleidsartikel 13 (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

 

Mutatie 1e suppletoire begroting 2020

 
       

Nieuwe mutaties

      
       

Stand ontwerpbegroting 2021

0

0

0

0

0

0

Toelichting belangrijkste mutaties

Uitgaven

Vorming begrotingsartikel Toeslagen

Zoals wij in de Kamerbrief ‘Verbeterd inzicht in de begroting van Financiën (IXB)’ van 26 juni jl. hebben vermeld, wordt er een eigenstandig begrotingsartikel ingericht voor Toeslagen (artikel 13). Met deze stap kunnen de activiteiten van, en de inzet van beschikbare middelen voor Toeslagen beter worden verantwoord en door de Kamer worden gevolgd. De directe uitgaven die door het dienstonderdeel Toeslagen, inclusief de herstelorganisatie, worden gedaan, worden overgeheveld van artikel 1 naar artikel 13. Op termijn zullen in het nieuwe begrotingsartikel ook de uitgaven worden opgenomen van dienstonderdelen binnen de Belastingdienst die taken verrichten die aan het toeslagenproces ondersteunend zijn, bijvoorbeeld op het gebied van facilitaire zaken, ICT, de Belastingtelefoon en heffing en inning.

Toekenning meerjarige middelen «Herstellen Toeslagen»

Er zijn in diverse Kamerbrieven en kabinetsreacties toezeggingen gedaan met betrekking tot het versterken en verbeteren van de uitvoering van Toeslagen en het vernieuwen van de dienstverlening tegen de achtergrond van de CAF-11 zaak, de verschillende onderzoeken hiernaar (o.a. commissie AUT, IBO 1 en 2), en de uitspraak van de Hoge Raad in deze zaak. In de Kamerbrief ‘Aanpak problemen Belastingdienst, Douane en Toeslagen’ dd. 27 februari 2020 wordt een overzicht gegeven van de noodzakelijke verbeteringen in de organisatie van de Toeslagen en de vernieuwingsagenda, waarbij het intensiveringsplan van Toeslagen nauw aansluit.

Toeslagen (compensatie ouders en uitvoeringskosten)

Zoals aangegeven in ‘Kabinetsreactie op het eindrapport van de Advies commissie Uitvoering Toeslagen, het rapport van de ADR en het Zwartboek' en zoals vermeld in de 1e suppletoire begroting van Financiën, heeft het kabinet besloten middelen beschikbaar te stellen om de gevolgen van een onredelijk hard toeslagenstelsel zo veel mogelijk te repareren. De uitvoeringskosten in 2022 (€ 20 mln.) worden overgeheveld van artikel 10 naar artikel 1 (ca. € 7 mln.) en artikel 13 (ca. € 13 mln.).

48

Kamerstukken II 2019-2020, 35 433, nr. 9

49

Kamerstukken II 2019-2020, 35 300, VIII, nr. 102

Licence