Base description which applies to whole site

6.3 Verticale ontwikkeling van de zorguitgaven en -ontvangsten

6.3.1.1 Algemene doelstelling

Een kwalitatief goed en toegankelijk stelsel voor curatieve zorg tegen maatschappelijk verantwoorde kosten.

6.3.1.2 Rol en verantwoordelijkheid bewindspersonen

De bewindspersonen van VWS zijn verantwoordelijk voor een goed werkend en samenhangend stelsel voor curatieve zorg en voor de beheersing van de collectieve zorguitgaven.

Dit omvat het stellen van eisen aan de kwaliteit van zorg en het opstellen en handhaven van de wettelijke kaders waarbinnen het zorgstelsel functioneert. Het wettelijk kader wordt gevormd door de Zorgverzekeringswet, de Wet bijzondere medische verrichtingen, de Wet marktordening gezondheidszorg, de Wet geneesmiddelenprijzen, de Wet toelating zorginstellingen en de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg.

De bewindspersonen hebben sturingsmogelijkheden door invloed op de samenstelling van het verplicht verzekerde pakket (het basispakket) en de (maximale) hoogte van tarieven in sectoren waar de prijsvorming niet is vrijgegeven. Tevens streven de bewindspersonen naar het bevorderen van doelmatigheid in de zorgsector door bijvoorbeeld het maken van afspraken met het veld en het stimuleren van gepast zorggebruik. De bewindspersonen worden in deze rol ondersteund door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), het Zorginstituut Nederland en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).

De IGJ houdt op basis van de geldende normen toezicht op de kwaliteit van de zorg in Nederland.

Het Zorginstituut Nederland en de NZa spelen een belangrijke rol bij de beheersing van de zorguitgaven. Het Zorginstituut Nederland adviseert de bewindspersonen over de samenstelling van het verzekerde pakket en beheert het Zorgverzekeringsfonds (Zvf). De NZa behartigt het belang van de zorgconsument door het bewaken van de betaalbaarheid, beschikbaarheid en kwaliteit van zorg en houdt in dat kader toezicht op zorgaanbieders en zorgverzekeraars. De NZa adviseert de bewindspersonen over beleid en regelgeving. De NZa stelt op aanwijzing van de bewindspersonen regels, budgetten en tarieven vast voor dat deel van de zorg dat is gereguleerd en stelt condities voor concurrentie vast in zorgsectoren met vrije prijsvorming.

Het Zorginstituut Nederland en de NZa brengen de omvang van de gerealiseerde zorguitgaven in kaart. Zij baseren zich daarbij op informatie van zorgverzekeraars en instellingen, die na afloop van het jaar door externe accountants wordt beoordeeld. Op basis van de rapportages van het Zorginstituut Nederland en de NZa leggen de bewindspersonen verantwoording af aan de Tweede Kamer.

Verder ziet de Autoriteit Consument & Markt (ACM) toe op de naleving van wetten en regels op het gebied van concurrentie en marktwerking op basis van de Mededingingswet. Ook beoordeelt de ACM fusies in de zorg en controleert de ACM of zorgaanbieders en zorgverzekeraars geen concurrentiebeperkende afspraken maken.

De uitvoering van het zorgstelsel is in handen van private partijen. Private zorgverzekeraars sluiten contracten met een veelheid aan private, over het land verspreide zorgaanbieders: ziekenhuizen, zelfstandige behandelcentra, instellingen voor geestelijke gezondheidszorg en vrijgevestigde beroepsbeoefenaren, zoals huisartsen, apothekers, paramedici. Door middel van onderlinge concurrentie proberen verzekeraars een zo goed mogelijke prijs/kwaliteitverhouding en doelmatigheid in de zorg te bereiken.

De zorg die aanbieders verlenen en de uitgaven die daarmee gemoeid zijn, vloeien voort uit de aanspraken die zijn vastgelegd in de Zorgverzekeringswet (Zvw). De zorgsector is privaat binnen publieke randvoorwaarden.

6.3.1.3 Verticale ontwikkeling van de Zvw-uitgaven en –ontvangsten

De verticale toelichting bevat een cijfermatig overzicht van de budgettaire veranderingen die zich hebben voorgedaan sinds de ontwerpbegroting 2020.

De verticale toelichting onderscheidt drie categorieën bijstellingen:

  • Autonoom: voornamelijk mutaties als gevolg van de actualisering van de zorguitgaven op basis van de meest recente cijfers van het Zorginstituut Nederland en de NZa en de bijstellingen op basis van de actuele macro-economische inzichten van het Centraal Planbureau (CPB).

  • Beleidsmatig: mutaties als gevolg van politieke prioriteitstelling.

  • Technisch: overhevelingen tussen financieringsbronnen/domeinen of tussen sectoren binnen dezelfde financieringsbron/domeinen en de zogenaamde financieringsmutaties.

De afzonderlijke posten worden toegelicht als het hiermee gepaard gaande bedrag hoger is dan € 10 miljoen.

Tabel 5 laat vanaf de stand ontwerpbegroting 2020 de verticale ontwikkeling van de zorguitgaven en -ontvangsten van de Zvw zien. Onder de tabel is een toelichting van de verschillende posten opgenomen.

Tabel 5 Verticale ontwikkeling van de Zvw-uitgaven en -ontvangsten 2020-2025 (bedragen x € 1 miljoen)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Bruto Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2020

51.044,3

52.974,4

54.829,3

57.834,6

60.894,9

 

Bijstellingen

      

Autonoom

‒ 371,4

‒ 762,1

‒ 1.369,2

‒ 2.629,4

‒ 3.733,0

 

Actualisering zorguitgaven (zie tabel 5A)

‒ 349,8

‒ 485,6

‒ 485,6

‒ 485,6

‒ 485,1

 

Loon- en prijsontwikkeling

‒ 21,7

‒ 276,5

‒ 171,6

‒ 126,3

‒ 206,1

 

Verwerking MLT 2022-2025

0,0

0,0

‒ 712,0

‒ 2.017,5

‒ 3.041,8

 
       

Beleidsmatig

‒ 42,0

79,9

‒ 6,4

‒ 114,2

‒ 112,2

 

Ramingsbijstelling apotheekzorg en hulpmiddelen

‒ 167,5

‒ 100,0

‒ 100,0

‒ 100,0

‒ 100,0

 

Besparingsverlies vertraging Wgp

87,5

0,0

0,0

0,0

0,0

 

Besparingsverlies uitstel modernisering GVS

0,0

40,0

0,0

0,0

0,0

 

Voorraadverhoging apotheekzorg

5,0

25,0

25,0

25,0

25,0

 

Vrijval nominaal en onverdeeld Zvw

0,0

‒ 20,0

‒ 20,0

‒ 20,0

‒ 20,0

 

Overheveling extramurale behandeling

0,0

63,8

63,8

63,8

63,8

 

Mitigerende maatregelen Wgp-herijking

20,0

20,0

0,0

0,0

0,0

 

Ruimte geneesmiddelenkader

‒ 10,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

Meevaller herijking door wisselkoers Noorse Kroon

‒ 10,0

‒ 40,0

‒ 10,0

‒ 10,0

‒ 10,0

 

Herijking tarieven kraamzorg

0,0

10,0

10,0

10,0

10,0

 

Bekostiging ggz-opleidingen

17,2

17,2

17,2

17,2

17,2

 

COVID-19: Fysiotherapie COVID-19-patiënten

11,8

15,8

0,0

0,0

0,0

 

COVID-19: Opschaling IC-capaciteit Zvw

4,0

4,0

0,0

0,0

0,0

 

COVID-19: Opschaling ELV-capaciteit

0,0

25,0

0,0

0,0

0,0

 

Standaardisatie inkoop- en verantwoordingseisen in een aantal Zvw-sectoren

0,0

7,0

7,0

‒ 100,0

‒ 100,0

 

Overig beleidsmatig

0,0

12,1

0,6

‒ 0,2

1,8

 
       

Technisch

‒ 76,8

‒ 1.396,7

‒ 139,3

‒ 74,3

‒ 74,3

 

Overheveling ggz in de Wlz

0,0

‒ 78,0

‒ 78,0

‒ 78,0

‒ 78,0

 

Gedeeltelijke vrijval VT-middelen

‒ 15,0

‒ 10,0

‒ 5,0

0,0

0,0

 

Subsidies wijkverpleging

‒ 60,0

‒ 60,0

‒ 60,0

0,0

0,0

 

Schadelastdip ggz

0,0

‒ 1.247,5

0,0

0,0

0,0

 

Overig technisch

‒ 1,8

‒ 1,3

3,7

3,7

3,7

 
       

Totaal bijstellingen

‒ 490,2

‒ 2.078,9

‒ 1.514,8

‒ 2.817,8

‒ 3.919,5

 
       

Bruto Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2021

50.554,1

50.895,5

53.314,5

55.016,7

56.975,4

59.085,9

       

Zvw-ontvangsten ontwerpbegroting 2020

3.189,7

3.215,4

3.308,8

3.491,6

3.674,9

 

Bijstellingen

      

Autonoom

      

Actualisering eigen risico

0,0

11,8

0,5

0,0

‒ 1,2

 

Verwerking MLT 2022-2025

0,0

0,0

‒ 40,4

‒ 118,5

‒ 193,2

 
       

Totaal bijstellingen

0,0

11,8

‒ 39,9

‒ 118,5

‒ 194,4

 
       

Zvw-ontvangsten ontwerpbegroting 2021

3.189,7

3.227,2

3.268,9

3.373,1

3.480,5

3.625,4

       

Netto Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2020

47.854,6

49.759,0

51.520,5

54.343,0

57.220,0

 

Bijstellingen in de netto Zvw-uitgaven

‒ 490,2

‒ 2.090,7

‒ 1.475,0

‒ 2.699,3

‒ 3.725,1

 

Netto Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2021

47.364,4

47.668,3

50.045,6

51.643,7

53.494,8

55.460,5

Bron: VWS, gegevens Zorginstituut Nederland over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens.

Toelichting

Autonoom

Actualisering van de Zvw-uitgaven

Tabel 5A Actualisering Zvw-uitgaven 2020-2025 (bedragen x € 1 miljoen)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Eerstelijnszorg

‒ 14,4

‒ 6,9

‒ 6,9

‒ 6,9

‒ 6,9

‒ 6,9

Tweedelijnszorg

‒ 49,9

‒ 46,8

‒ 46,8

‒ 46,8

‒ 46,8

‒ 46,8

Geneeskundige geestelijke gezondheidszorg

82,2

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Apotheekzorg

‒ 10,8

‒ 44,1

‒ 44,1

‒ 44,1

‒ 44,1

‒ 44,1

Hulpmiddelen

48,1

‒ 5,6

‒ 5,6

‒ 5,6

‒ 5,6

‒ 5,6

Wijkverpleging

‒ 559,3

‒ 341,1

‒ 341,1

‒ 341,1

‒ 341,1

‒ 341,1

Ziekenvervoer

‒ 24,6

‒ 26,1

‒ 26,1

‒ 26,1

‒ 26,1

‒ 26,1

Grensoverschrijdende zorg

‒ 34,8

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Nominaal en onverdeeld

213,7

‒ 15,0

‒ 15,0

‒ 15,0

‒ 14,5

‒ 7,8

Stand ontwerpbegroting 2021

‒ 349,8

‒ 485,6

‒ 485,6

‒ 485,6

‒ 485,1

‒ 478,4

Bron: VWS, gegevens Zorginstituut Nederland over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens.

In tabel 5A is het onderdeel ‘Actualisering Zvw-uitgaven’ uit tabel 5 uitgesplitst. De actualisering van de zorguitgaven vindt plaats op basis van voorlopige realisatiegegevens van het Zorginstituut Nederland en de NZa.

Actualisatie Zvw-uitgaven (niet HLA-sectoren)

Op basis van voorlopige realisatiecijfers van het Zorginstituut Nederland zijn de Zvw-uitgaven geactualiseerd. De uitgaven in 2019 waren bij diverse sectoren lager dan geraamd. Vanaf 2020 is daarom een deel van deze lagere uitgaven structureel verwerkt in de begroting. Het gaat onder meer om een neerwaartse aanpassing van € 50 miljoen bij de uitgaven voor apotheekzorg en hulpmiddelen, € 47 miljoen bij de tweedelijnszorg en € 26 miljoen bij het ziekenvervoer. Voor 2020 is in de ontwerpbegroting 2020 uitgegaan van een onderschrijding van € 293 miljoen, die was verwerkt op de sector nominaal en onverdeeld Zvw; nu de voorlopige realisatiecijfers op sectorniveau worden verwerkt, wordt de mutatie op nominaal en onverdeeld tegengeboekt. Ten opzichte van eerdere actualisaties in de begroting is nieuw, dat op basis van de eerste twee kwartalen van 2020 de Zvw-uitgaven ook voor 2020 incidenteel zijn verwerkt op de sectoren. Paragraaf 6.2.2 gaat hier dieper op in.

Actualisering wijkverpleging

Op basis van de van het Zorginstituut Nederland ontvangen voorlopige realisatiecijfers zijn de uitgaven aan wijkverpleging geactuali­seerd. Verwacht wordt dat de uitgaven aan wijkverpleging in 2019 € 441 miljoen lager uitvallen dan geraamd. De uitgavenraming wijkver­pleging wordt structureel € 341 miljoen verlaagd.

Loon- en prijsontwikkeling

De raming van de loon- en prijsontwikkeling is aangepast op basis van actuele macro-economische inzichten van het Centraal Planbureau (CPB) in de MEV. Met name de loonraming voor 2021 en verder is neerwaarts bijgesteld ten opzichte van de eerdere korte-termijnraming bij MEV en de middellange termijnraming uit november 2019.

Verwerking MLT 2022-2025

Deze bijstelling betreft de technische verwerking van de middellange termijnverkenning (MLT) 2022–2025 van het CPB. De bijstelling wordt voornamelijk veroorzaakt door een lagere volumegroei voor de jaren vanaf 2022 dan waar eerder, op basis van de MLT voor de periode 2018-2021, van uit werd gegaan (zie voor de achtergronden: CPB, Middellangetermijnverkenning zorg 2022-2025, november 2019).

Beleidsmatig

Ramingsbijstelling apotheekzorg en hulpmiddelen

De uitgaven aan apotheekzorg zijn in 2020 en verder op basis van een raming van het Zorginstituut Nederland naar verwachting lager dan eerder geraamd. Dit leidt tot een neerwaartse bijstelling van de uitgaven aan apotheekzorg van € 128 miljoen in 2020 en vanaf 2021 € 100 miljoen. Daarnaast is in 2020 een ramingsbijstelling van € 40 miljoen verwerkt op het extramurale hulpmiddelenkader (de uitgaven zijn naar verwachting lager dan het beschikbare budgettaire kader).

Besparingsverlies vertraging Wgp

Door uitstel van de aanpassing van de Wet geneesmiddelenprijzen (Wgp) ontstaat een besparingsverlies. De kosten hiervan bedragen € 88 miljoen in 2020. Een deel van de kosten (€ 48 miljoen) kan naar verwachting binnen het bestaande financiëlekader voor extramurale geneesmiddelen worden opgevangen. Het overige deel van € 40 miljoen wordt gedekt uit het extramurale hulpmiddelenkader (zie ook ramingsbijstelling apotheekzorg en hulpmiddelen).

Besparingsverlies uitstel GVS modernisering

Doordat het bestuurlijk traject Verantwoord Wisselen niet tot het gewenste resultaat heeft geleid en VWS nu zelf de noodzakelijke invulling en waarborgen voor de medische noodzaak dient te gaan regelen, heeft de modernisering van het GVS vertraging opgelopen. Het wettelijk regelen van de medische noodzaak kon hierdoor niet meer via de Pakket Amvb voor de zomer 2020 meelopen, waardoor de informatievoorziening richting zorgverzekeraars (ten behoeve van het inkoopbeleid en polis) voor inwerkingtreding in 2021 te laat komt. Daardoor is er een besparingsverlies van € 40 miljoen in 2021. De modernisering van het GVS zal dus in werking treden vanaf 1 januari 2022 (in plaats van in de loop van 2021).

Voorraadverhoging apotheekzorg

Om geneesmiddelentekorten tegen te gaan worden er extra voorraden van geneesmiddelen opgebouwd, zoals aangekondigd in de kamerbrief van november 2019 (Kamerstuk II 2019/2020, 29 477, Nr. 622). Hiermee worden naar verwachting 85% van de tijdelijke geneesmiddelentekorten opgevangen. De extra voorraden worden aangelegd bij firma’sen groothandels. Het aanleggen van de voorraden start in 2020 en kost naar schatting structureel € 25 miljoen (€ 15 miljoen extramuraal en € 10 miljoen intramuraal). De opbouw van de ijzeren voorraad gebeurt in fases en zal naar verwachting twee jaar duren.

Vrijval nominaal en onverdeeld Zvw

De verwachte volumegroei in 2021 in niet-HLA-sectoren blijft naar verwachting € 20 miljoen onder het daarvoor oorspronkelijk beschikbare kader. Daarom valt deze € 20 miljoen structureel vrij.

Overheveling extramurale behandeling

In 2019 is een deel van de subsidieregeling extramurale behandeling overgeheveld van de Wlz naar de Zvw. In de Kamerbrief «Overheveling geneeskundige zorg voor specifieke patiëntengroepen» van 27 mei 2019 (TK 33578, nr. 65) is aangekondigd dat het restant van de subsidieregeling extramurale behandeling per 2021 wordt overgeheveld vanuit de Wlz.

Mitigerende maatregelen Wgp-herijking

Betreffen kosten om de komende herijking (1 oktober 2020) van de maximumprijzen van geneesmiddelen in Nederland (conform de Wet geneesmiddelenprijzen) gepaard te laten gaan met een aantal mitigerende maatregelen voor beschikbare en betaalbare geneesmiddelen.

Ruimte geneesmiddelenkader

Een deel van de kosten van de mitigerende maatregelen Wgp-herijking kan naar verwachting worden opgevangen door groeiruimte die beschikbaar is op het financiële kader.

Meevaller herijking door wisselkoers Noorse Kroon

Noorwegen is een van de referentielanden waarop de maximumprijzen van geneesmiddelen worden gebaseerd. Door de devaluatie van de Noorse Kroon ontstaat er een financiële meevaller (de maximumprijzen komen lager uit dan voorzien).

Herijking tarieven kraamzorg

Uit een herijking van de tarieven voor de kraamzorg door de NZa volgt dat de maximumtarieven met 2,9% moeten worden verhoogd. Dat komt neer op een structurele verhoging van het kader met ongeveer € 10 miljoen zodat zorgverzekeraars conform de bijgestelde maximumtarieven kunnen contracteren.

Bekostiging ggz-opleidingen

Uit de door de NZa uitgevoerde herijking van de beschikbaarheidbijdrage medische vervolgopleidingen ggz volgen meerkosten van € 40,9 miljoen. Hiervan is € 23,7 miljoen specifiek toe te wijzen aan opleidingen voor de curatieve ggz. In het Hoofdlijnenakkoord ggz is afgesproken dat deze technische mutatie gefinancierd wordt uit het macrokader voor de curatieve ggz. Het resterende bedrag van € 17,2 miljoen betreft meerkosten voor opleidingen door geïntegreerde ggz-instellingen binnen de overige wettelijke domeinen waarbinnen zij actief zijn.

COVID-19: Fysiotherapie COVID-19-patiënten

Het Zorginstituut Nederland heeft een spoedadvies over fysiotherapie voor COVID-19 patiënten uitgebracht. Het Zorginstituut Nederland adviseert dat patiënten die een zware vorm van COVID-19 hebben doorgemaakt, aanspraak zouden moeten kunnen maken op maximaal 40 uur vergoede behandeling gedurende zes maanden en dat dit vanaf de eerste behandeling tot de aanspraak zou moeten behoren. Het gaat om een tijdelijke toelating. De inschatting is dat de meeruitgaven circa € 27,6 miljoen bedragen.

COVID-19: Opschaling IC-capaciteit Zvw

Op basis van het Opschalingplan COVID-19 van het Landelijk Netwerk Acute Zorg (2020D27334 d.d. 30 juni 2020) wordt voor de kosten van het beschikbaar maken en houden van vervoer binnen de Zvw-raming rekening gehouden met een bedrag van € 4 miljoen in zowel 2020 als 2021.

COVID-19: Opschaling ELV-capaciteit

Ter voorbereiding op een mogelijke tweede golf wordt opschaling van de capaciteit in het eerstelijnsverblijf (ELV) voorbereid. Hoewel de huidige afspraken gelden tot 2021, is het aannemelijk dat ook in 2021 rekening moet worden gehouden met opschaling van ELV-capaciteit.

Standaardisatie inkoop- en verantwoordingseisen in een aantal Zvw-sectoren

In een aantal Zvw-sectoren worden de inkoop- en verantwoordingseisen gestandaardiseerd. Hierdoor zijn zorgaanbieders minder tijd kwijt aan administratieve lasten. Dit leidt tot een besparing van € 100 miljoen structureel.

Overig beleidsmatig

Deze post is het saldo van verschillende kleine beleidsmatige mutaties.

Technisch

Overheveling ggz in de Wlz

Met ingang van 1 januari 2021 wordt de Wlz opengesteld voor mensen met een psychische stoornis. Er wordt hiervoor € 78 miljoen overgeheveld van de Zvw naar de Wlz. Dit bedrag is verkregen door de tarieven uit 2017 (€ 75 miljoen) te indexeren naar prijspeil 2020.

Gedeeltelijke vrijval VT-middelen

In verband met de nieuwe regeling voorwaardelijke toelating geneesmiddelen wordt het hiervoor beschikbare budget binnen de sector apotheekzorg overgeboekt naar de sector nominaal en onverdeeld Zvw. Omdat uitgegaan wordt van een ingroeipad valt een bedrag van cumulatief € 30 miljoen vrij.

Subsidie(s) wijkverpleging

Dit betreft de overheveling uit de sector wijkverpleging naar de VWS-begroting voor specifieke doeleinden binnen het HLA wijkverpleging, zoals de Stimuleringsregeling E-Health Thuis (SET), een nog op te zetten regeling voor deskundigheidsbevordering en scholing voor zorgprofessionals en/of ICT-investeringen door (kleine) zorgaanbieders. Deze middelen worden rechtstreeks aan zorgaanbieders beschikbaar gesteld.

Schadelastdip ggz

In 2022 wordt een nieuw bekostigingsmodel voor de ggz ingevoerd. In dit nieuwe model wordt voor de bekostiging niet meer gewerkt met DBC’s en een aparte bekostiging voor de basis-ggz. De DBC’s die worden geopend in 2021 worden derhalve uiterlijk 31-12-2021 afgesloten, dit geldt ook voor de huidige bekostiging van de basis-ggz. Hierdoor is er in 2021 om technisch-administratieve redenen sprake van eenmalig lagere zorguitgaven in termen van schadelast. Deze technische aanpassing heeft geen gevolgen voor de hoeveelheid ggz die feitelijk kan worden geleverd of op de omzetten van zorgaanbieders. Er is geen sprake van een bezuiniging. Deze technische bijstelling heeft dan ook geen gevolgen voor het EMU-saldo en geen invloed op de premiehoogte. Een verdere technische toelichting is te vinden in voetnoot 18 in paragraaf 6.5.3.1.

Overig technisch

Deze post is het saldo van verschillende kleine technische mutaties.

Ontvangsten

Autonoom

Actualisering eigen risico

Op basis van nieuwe data van Erasmus School of Health Policy & Management (ESHPM) over het aantal verzekerden blijkt een groei in het aantal verzekerden. Dit leidt tot beperkt hogere opbrengsten. Daarnaast leidt ook de hogere loon- en prijsontwikkeling zoals geraamd in het CEP tot een marginaal hogere opbrengst van het eigen risico.

Verwerking MLT 2022-2025

Deze bijstelling betreft de technische verwerking van de middellange termijnverkenning (MLT) 2022–2025 van het CPB. De bijstelling wordt voornamelijk veroorzaakt door een lagere loon- en prijsontwikkeling voor de jaren vanaf 2022 dan waar eerder van uit werd gegaan.

6.3.1.4 Ontwikkeling van de Zvw-uitgaven en –ontvangsten per deelsector

In tabel 6 wordt de opbouw van de Zvw-uitgaven en -ontvangsten op deelsectorniveau weergegeven voor de jaren 2020 tot en met 2025. De sector nominaal en onverdeeld bevat de nog niet toebedeelde maatregelen en de nog niet uitgedeelde ruimte voor groei en loon- en prijsbijstellingen.

Tabel 6 Opbouw van de Zvw-uitgaven per deelsector (bedragen x € 1 miljoen)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Eerstelijnszorg

6.426

6.598

6.697

6.670

6.670

6.670

Huisartsenzorg

3.295

3.426

3.521

3.494

3.494

3.494

Multidisciplinaire zorgverlening

678

703

724

724

724

724

Tandheelkundige zorg

805

826

826

826

826

826

Paramedische zorg

860

858

842

842

842

842

Verloskunde

260

259

259

259

259

259

Kraamzorg

349

347

347

347

347

347

Zorg voor zintuiglijk gehandicapten

178

179

179

179

179

179

Tweedelijnszorg

26.887

27.159

27.153

27.008

27.016

27.019

Medisch-specialistische zorg

24.318

24.435

24.435

24.293

24.300

24.303

Geriatrische revalidatiezorg en eerstelijnsverblijf

1.076

1.251

1.248

1.248

1.249

1.249

Beschikbaarheidbijdrage academische zorg

813

822

823

823

823

823

Beschikbaarheidbijdragen overig medisch-specialistische zorg

109

112

112

112

112

112

Overig curatieve zorg

570

540

535

533

533

533

Geneeskundige geestelijke gezondheidszorg

4.164

2.794

4.071

4.071

4.071

4.071

Apotheekzorg en hulpmiddelen

6.690

6.593

6.383

6.365

6.362

6.359

Apotheekzorg

4.978

4.853

4.671

4.656

4.654

4.652

Hulpmiddelen

1.712

1.740

1.712

1.709

1.708

1.707

Wijkverpleging

3.599

3.918

4.020

4.075

4.064

4.053

Ziekenvervoer

799

818

816

816

816

816

Ambulancevervoer

676

687

685

685

685

685

Overig ziekenvervoer

123

131

131

131

131

131

Opleidingen

1.303

1.326

1.350

1.391

1.421

1.421

Grensoverschrijdende zorg

662

696

696

696

696

696

Nominaal en onverdeeld Zvw

24

994

2.130

3.925

5.859

7.981

Bruto Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2021

50.554

50.896

53.315

55.017

56.975

59.086

Eigen betalingen Zvw

3.190

3.227

3.269

3.373

3.481

3.625

Netto Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2021

47.364

47.668

50.046

51.644

53.495

55.460

Bron: VWS, gegevens Zorginstituut Nederland over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens.

Figuur 3 Samenstelling bruto Zvw-uitgaven 2021 (in miljarden euro’s)

6.3.2.1 Algemene doelstelling

Een stelsel voor maatschappelijke ondersteuning en langdurige zorg dat:

1. ieder mens in staat stelt om zijn leven zo lang mogelijk zelf in te vullen; en

2. – wanneer dit nodig is – thuis of in een instelling kwalitatief goede ondersteuning en zorg biedt. Daarbij worden ondersteuning en zorg aangeboden aansluitend op informele vormen van hulp. De complexiteit van de zorgvraag en de weerbaarheid van de burger staan centraal bij het bieden van passende zorg. Er wordt gestreefd naar welbevinden en een afname van de afhankelijkheid van ondersteuning en zorg. Dit alles tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten.

6.3.2.2 Rol en verantwoordelijkheid bewindspersonen

De Minister is verantwoordelijk voor een effectief en efficiënt werkend systeem van langdurige zorg en maatschappelijke ondersteuning in Nederland. Mensen die zorg en ondersteuning nodig hebben, dienen dit thuis of in een instelling op maat en van een goede kwaliteit te krijgen.

Voor mensen met een blijvende behoefte aan permanent toezicht en die 24 uur per dag zorg in de nabijheid nodig hebben, is zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) beschikbaar. Zorgkantoren sluiten namens Wlz-uitvoerders overeenkomsten met zorgaanbieders voor het leveren van verzekerde zorg. Het kan onder andere gaan om verblijf in een instelling, persoonlijke verzorging en verpleging en/of geneeskundige zorg in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget.

De Minister wordt ondersteund door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, het Zorginstituut Nederland en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd houdt op basis van de geldende normen toezicht op de kwaliteit van de zorg in Nederland.

Het Zorginstituut Nederland en de NZa spelen een belangrijke rol bij de beheersing van de zorguitgaven. Het Zorginstituut Nederland adviseert de bewindspersonen over de samenstelling van het verzekerde pakket, stimuleert de continue kwaliteitsverbetering en beheert het Fonds langdurige zorg (Flz). De NZa behartigt het belang van de zorgconsument door het bewaken van de betaalbaarheid, beschikbaarheid en kwaliteit van zorg en houdt in dat kader toezicht op zorgaanbieders en zorgkantoren die namens Wlz-uitvoerders overeenkomsten sluiten met zorgaanbieders. De NZa adviseert de bewindspersonen over beleid en regelgeving. De NZa stelt op aanwijzing van de bewindspersonen regels, budgetten en tarieven vast voor dat deel van de zorg dat is gereguleerd en stelt condities voor concurrentie vast in zorgsectoren met vrije prijsvorming

Verder ziet de Autoriteit Consument & Markt (ACM) toe op de naleving van wetten en regels op het gebied van concurrentie en marktwerking op basis van de Mededingingswet. Ook beoordeelt de ACM fusies in de zorg en controleert de ACM of zorgaanbieders en zorgverzekeraars geen concurrentiebeperkende afspraken maken.

6.3.2.3 Verticale ontwikkeling van de Wlz-uitgaven en -ontvangsten

De verticale toelichting bevat een cijfermatig overzicht van de budgettaire veranderingen die zich hebben voorgedaan sinds de ontwerpbegroting 2020.

De verticale toelichting onderscheidt drie categorieën bijstellingen:

  • Autonoom: voornamelijk mutaties als gevolg van de actualisering van de zorguitgaven op basis van de meest recente cijfers van het Zorginstituut Nederland en de NZa en de bijstellingen op basis van de actuele macro-economische inzichten van het Centraal Planbureau (CPB).

  • Beleidsmatig: mutaties als gevolg van politieke prioriteitstelling.

  • Technisch: overhevelingen tussen financieringsbronnen/domeinenof tussen sectoren binnen hetzelfde financieringsbron/domeinen de zogenaamde financieringsmutaties.

De afzonderlijke posten worden toegelicht als het hiermee gepaard gaande bedrag hoger is dan € 10 miljoen.

Tabel 7 laat vanaf de stand ontwerpbegroting 2020 de verticale ontwikkeling van de zorguitgaven en -ontvangsten van de Wlz zien. Onder de tabel is een toelichting van de verschillende posten opgenomen.

Tabel 7 Verticale ontwikkeling van de Wlz-uitgaven en -ontvangsten 2020-2025 (bedragen x € 1 miljoen)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Bruto Wlz-uitgaven ontwerpbegroting 2020

25.070,2

26.967,8

28.825,5

30.527,8

32.258,0

 

Bijstellingen

      

Autonoom

483,2

315,9

1,8

‒ 370,8

‒ 796,1

 

Tegenvaller Wlz-kader

480,0

480,0

480,0

480,0

480,0

 

Loon- en prijsontwikkeling

3,2

‒ 164,1

‒ 103,8

‒ 113,0

‒ 211,9

 

Verwerking MLT 2022-2025

0,0

0,0

‒ 374,4

‒ 737,8

‒ 1.064,3

 
       

Beleidsmatig

264,8

62,7

‒ 121,0

‒ 122,9

‒ 124,6

 

Ramingsbijstellingen overige Wlz-uitgaven

‒ 11,2

‒ 121,5

‒ 137,9

‒ 137,9

‒ 137,9

 

Dak- en thuislozen

75,0

125,0

0,0

0,0

0,0

 

Vrouwenopvang

59,1

59,1

54,1

54,1

54,1

 

Uitbreiding ggz in de Wlz

0,0

36,0

36,0

36,0

36,0

 

Overheveling extramurale behandeling

0,0

‒ 63,8

‒ 63,8

‒ 63,8

‒ 63,8

 

Zorginfrastructuur

0,0

0,0

‒ 24,4

‒ 24,4

‒ 19,4

 

Nominaal en onverdeeld

‒ 60,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

Meerkosten COVID-19 Wlz - Zorg in natura

150,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

Meerkosten COVID-19 Wlz - Persoonsgebonden budget

40,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

Overig beleidsmatig

11,9

27,9

15,1

13,1

6,4

 
       

Technisch

‒ 201,7

270,4

395,6

400,2

400,2

 

Overheveling ggz in de Wlz

0,0

573,0

573,0

573,0

573,0

 

LP-indexatie 2020 budget beschermd wonen

‒ 59,0

‒ 56,9

‒ 57,2

‒ 57,2

‒ 57,2

 

Volume-indexatie 2021 budget beschermd wonen

0,0

‒ 54,7

‒ 54,7

‒ 54,7

‒ 54,7

 

Dak- en thuislozen

‒ 75,0

‒ 125,0

0,0

0,0

0,0

 

Vrouwenopvang

‒ 52,6

‒ 52,6

‒ 52,6

‒ 52,6

‒ 52,6

 

Overig technisch

‒ 15,1

‒ 13,4

‒ 12,8

‒ 8,2

‒ 8,2

 
       

Totaal bijstellingen

546,2

649,1

276,4

‒ 93,5

‒ 520,6

 
       

Bruto Wlz-uitgaven ontwerpbegroting 2021

25.616,4

27.616,9

29.101,8

30.434,3

31.737,4

33.209,4

       

Wlz-ontvangsten ontwerpbegroting 2020

1.931,4

2.022,1

2.114,7

2.211,2

2.312,8

 

Bijstellingen

      

Autonoom

0,0

33,0

‒ 26,5

‒ 86,6

‒ 147,9

 

Ramingsbijstelling

0,0

‒ 3,0

‒ 3,0

‒ 3,0

‒ 3,0

 

Verwerking MLT 2022-2025

0,0

0,0

‒ 59,5

‒ 111,6

‒ 172,9

 

Effect uitbreiding ggz in de Wlz

0,0

39,0

39,0

39,0

39,0

 

Doorwerking aanpassing box 3 op eigen bijdragen Wlz

0,0

‒ 3,0

‒ 3,0

‒ 11,0

‒ 11,0

 
       

Totaal bijstellingen

0,0

33,0

‒ 26,5

‒ 86,6

‒ 147,9

 
       

Wlz-ontvangsten ontwerpbegroting 2021

1.931,4

2.055,1

2.088,2

2.124,6

2.164,9

2.211,3

       

Netto Wlz-uitgaven ontwerpbegroting 2020

23.138,8

24.945,7

26.710,8

28.316,6

29.945,2

 

Bijstellingen in de netto Wlz-uitgaven

546,2

616,1

302,9

‒ 6,9

‒ 372,7

 

Netto Wlz-uitgaven ontwerpbegroting 2021

23.685,0

25.561,8

27.013,6

28.309,7

29.572,5

30.998,1

Bron: VWS, gegevens Zorginstituut Nederland over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens.

Uitgaven

Autonoom

Tegenvaller Wlz-kader

De NZa heeft in de Maartbrief een tekort van € 550 miljoen geraamd voor de Wlz. Dit tekort wordt voornamelijk veroorzaakt door groeiende aanspraken in de ouderenzorg. Zo is het aantal uitstaande indicaties voor verpleging en verzorging toegenomen van ruim 162.000 op 1 januari 2019 naar bijna 170.000 op 1 januari 2020, wat heeft geleid tot een toename van wachtlijsten. Omdat nog € 70 miljoen aan herverdeelmiddelen beschikbaar waren, resteerde een knelpunt van € 480 miljoen. Dit wordt voor het grootste gedeelte gedekt met een verlaging van de uitgavenraming wijkverpleging. Dit is van belang om de zorg in de Wlz voldoende toegankelijk te houden.

Loon- en prijsontwikkeling

De raming van de loon- en prijsontwikkeling is aangepast op basis van actuele macro-economische inzichten van het Centraal Planbureau (CPB) in de MEV. Met name de loonraming voor 2021 en verder is neerwaarts bijgesteld ten opzichte van de eerdere korte-termijnraming bij MEV en de middellange termijnraming uit november 2019.

Verwerking MLT 2022-2025

Deze bijstelling betreft de technische verwerking van de middellange termijnverkenning (MLT) 2022–2025 van het CPB op de Wlz en de Wmo beschermd wonen. De bijstelling wordt voornamelijk veroorzaakt door een lagere loon- en prijsontwikkeling voor de jaren vanaf 2022 dan waar eerder van uit werd gegaan.

Beleidsmatig

Ramingsbijstellingen overige Wlz-uitgaven

Het CPB heeft voor het Kwaliteitskader verpleeghuiszorg in totaal € 300 miljoen geraamd voor de aanzuigende werking. Per 2021 wordt het laatste deel hiervan (€ 100 miljoen) ingezet als onderdeel van de dekking voor het tekort op het Wlz-kader. Daarnaast wordt, naast enkele kleinere bijstellingen, de raming voor zorginfrastructuur vanaf 2022 met € 20 miljoen naar beneden bijgesteld.

Dak- en thuislozen

Betreft een financiële impuls van € 200 miljoen voor de aanpak van dak- en thuisloosheid in de jaren 2020 en 2021. Deze middelen zijn bedoeld om doelstellingen uit het plan Een (t)huis, een toekomst te realiseren (TK 29325, nr. 122 d.d. 3 juni 2020).

Vrouwenopvang

Betreft extra middelen voor verschillende onderwerpen binnen de decentralisatie-uitkering vrouwenopvang. Het gaat om structureel € 38,6 miljoen voor Veilig Thuis, structureel € 14 miljoen voor het creëren van benodigde extra opvangplekken voor acute crisis situaties in de vrouwenopvang en voor het oplossen van door- en uitstroomproblematiek, structureel € 1,5 miljoen voor de kosten die voortkomen uit de stijging van het aantal slachtoffers dat contact legt met de Centra Seksueel Geweld (CSG’s) en tot slot in de jaren 2020 en 2021 jaarlijks € 5 miljoen voor de uitvoering van de actie agenda Schadelijke praktijken.

Uitbreiding ggz in de Wlz

Betreft de toevoeging van € 36 miljoen extra budget voor de Wlz als gevolg van het openstellen van de Wlz voor cliënten met een psychische stoornis per 2021.

Overheveling extramurale behandeling

In 2019 is een deel van de subsidieregeling extramurale behandeling overgeheveld van de Wlz naar de Zvw. In de Kamerbrief «Overheveling geneeskundige zorg voor specifieke patiëntengroepen» van 27 mei 2019 (TK 33578, nr. 65) is aangekondigd dat het restant van de subsidieregeling extramurale behandeling per 2021 wordt overgeheveld naar de Zvw.

Zorginfrastructuur

Het zorginfrastructuurfonds wordt in 2022 met € 24,4 miljoen verlaagd en vanaf 2023 jaarlijks met € 19,4 miljoen. Dit is mogelijk aangezien de structurele subsidieregeling eind 2017 is beëindigd en daar tijdelijke regelingen voor in de plaats zijn gekomen die lopen tot 2021. Er wordt nog bezien of en welke wijze de huidige regelingen worden gecontinueerd na 2021.

Nominaal en onverdeeld

Betreft een eenmalige technische correctie in 2020.

Meerkosten COVID-19 Wlz - Zorg in natura

Zorgaanbieders maken extra personele en materiële kosten in verband met het COVID-19 virus. In de beleidsregel SARS-CoV-2 virus van de NZa is vastgelegd wanneer deze kosten buiten de contracteerruimte vergoed worden. Het financiële effect hiervan wordt ingeschat op € 150 miljoen voor de periode maart tot en met mei 2020.

Meerkosten COVID-19 Wlz - Persoonsgebonden budget

Budgethouders maken als gevolg van COVID-19 extra kosten voor aanvullende zorg of vervangende zorg. Zij kunnen hiervoor een budget ophoging aanvragen bij het zorgkantoor. Deze kosten worden buiten het pgb-kader vergoed. Het financiële effect hiervan bedraagt naar verwachting € 40 miljoen voor de periode maart tot en met juli 2020.

Overig beleidsmatig

Deze post is het saldo van verschillende kleine beleidsmatige mutaties.

Technisch

Overheveling ggz in de Wlz

De overheveling van € 495 miljoen uit het sociaal domein voor het openstellen van de Wlz voor mensen met een psychische stoornis is gebaseerd op de raming in prijspeil 2017. De indexatie van de uitname bedraagt € 36 miljoen. De compensatie voor gemeenten voor de effecten op de eigen bijdragen is in de raming van vergelijkbare omvang. Deze effecten zijn nu niet verwerkt bij de uitname uit het sociaal domein. Om aan de kant van de Wlz de budgetten op orde te brengen is deze overboeking van eigen bijdragen naar contracteerruimte noodzakelijk. In de nacalculatie worden beide effecten in beeld gebracht en wordt verrekend met het sociaal domein.

LP-indexatie 2020 budget beschermd wonen

Betreft het overboeken van de loon- en prijsindexatie 2020 naar het budget voor beschermd wonen in het gemeentefonds.

Volume-indexatie 2021 budget beschermd wonen

Deze mutatie betreft het overboeken van de reservering voor de volume-indexatie 2021 voor beschermd wonen.

Dak- en thuislozen

Dit betreft een overboeking naar de VWS-begroting voor de aanpak van dak- en thuisloosheid in de jaren 2020 en 2021. Deze middelen zijn bedoeld om doelstellingen uit het plan Een (t)huis, een toekomst te realiseren (TK 29325, nr. 122 d.d. 3 juni 2020,).

Vrouwenopvang

Dit betreft een overboeking naar het gemeentefonds voor de versterking van Veilig Thuis (€ 38,6 miljoen structureel) en het beschikbaar maken van voldoende opvangplekken voor acute crisissituaties in de Vrouwenopvang en aanpakken van door- en uitstroomproblematiek (€ 14 miljoen structureel).

Overig technisch

Deze post is het saldo van verschillende kleine technische mutaties.

Ontvangsten

Autonoom

Ramingsbijstelling

In de ramingen over de afgelopen jaren is gebleken dat deze hoger lagen dan de daadwerkelijke realisaties. Hierdoor wordt de raming van de eigen bijdragen met € 3 miljoen bijgesteld.

Verwerking MLT 2022-2025

Deze bijstelling betreft de technische verwerking van de middellange termijnverkenning (MLT) 2022–2025 van het CPB op de Wlz en de Wmo beschermd wonen. De bijstelling wordt voornamelijk veroorzaakt door een lagere loon- en prijsontwikkeling voor de jaren vanaf 2022 dan waar eerder van uit werd gegaan. (zie voor de achtergronden: CPB, Middellangetermijnverkenning zorg 2022-2025, november 2019).

Effect uitbreiding ggz in de Wlz

Door het openstellen van de Wlz voor mensen met een psychische stoornis stijgen ook de ontvangsten uit eigen bijdragen (€ 39 miljoen).

Doorwerking aanpassing box 3 op eigen bijdragen Wlz

De aanpassingen in box 3 hebben effect op de eigen bijdrage Wlz. Omdat voor de eigen bijdrage volgens de Wlz het toetsinkomen een vertraging kent van twee jaar, treedt dit deel van het effect op in 2023.

6.3.2.4 Ontwikkeling van de Wlz-uitgaven en –ontvangsten per deelsector

In tabel 8 wordt de opbouw van de Wlz-uitgaven en -ontvangsten op deelsectorniveau weergegeven voor de jaren 2020 tot en met 2025. De sector nominaal en onverdeeld bevat de nog niet toebedeelde maatregelen en de nog niet uitgedeelde ruimte voor groei en loon- en prijsbijstellingen.

Tabel 8 Opbouw van de Wlz-uitgaven per deelsector (bedragen x € 1 miljoen)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Zorg in natura binnen contracteerruimte

22.455

23.948

24.246

24.163

24.098

24.030

Ouderenzorg

12.831

13.548

13.841

13.766

13.695

13.622

Gehandicaptenzorg

7.499

7.656

7.650

7.642

7.642

7.640

Langdurige ggz

622

1.206

1.213

1.220

1.227

1.233

Volledig pakket thuis

527

540

540

540

540

540

Extramurale zorg

668

677

671

665

664

664

Overig binnen contracteerruimte

308

320

331

331

331

331

Persoonsgebonden budgetten

2.260

2.341

2.343

2.344

2.345

2.346

Buiten contracteerruimte

902

1.328

2.512

3.927

5.294

6.833

Beheerskosten

252

267

244

243

243

251

Overig buiten contracteerruimte 1

553

500

488

489

495

500

Nominaal en onverdeeld

97

561

1.780

3.195

4.556

6.081

Bruto Wlz-uitgaven ontwerpbegroting 2021

25.616

27.617

29.102

30.434

31.737

33.209

Eigen bijdragen Wlz

1.931

2.055

2.088

2.125

2.165

2.211

Netto Wlz-uitgaven ontwerpbegroting 2021

23.685

25.562

27.014

28.310

29.573

30.998

1 Bij de Wlz zijn onder de post «overige buiten contracteerruimte» opgenomen de deelsectoren: hulpmiddelen, tandheelkunde Wlz, medisch-specialistische zorg Wlz, overig curatieve zorg Wlz, ADL, extramurale behandeling (t/m 2020), zorginfrastructuur, transitiemiddelen verpleeghuiszorg (t/m 2021) en beschikbaarheidbijdrage opleidingen Wlz.

Bron: VWS, gegevens Zorginstituut Nederland over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens.

Figuur 4 Samenstelling bruto Wlz-uitgaven 2021 (in miljarden euro’s)

Bij de begrotingsgefinancierde zorguitgaven gaat het met name om middelen die op grond van de Wmo beschermd wonen in het Uitgavenplafond Zorg beschikbaar zijn. Naast de Wmo beschermd wonen vallen enkele andere begrotingsgefinancierde posten onder de zorguitgaven. Tot deze categorie horen bepaalde uitgaven voor zorgopleidingen, de uitgaven voor zorg, welzijn en jeugdzorg op Caribisch Nederland, de subsidie (regelingen) NIPT, abortusklinieken en de uitgaven voor ondersteuning van het zorgstelsel. Deze uitgaven worden op de VWS-begroting verantwoord en toegelicht bij de artikelen 1, 2 en 4. Ten slotte zijn er bedragen gereserveerd op de aanvullende post van het ministerie van Financiën die onder het Uitgavenplafond Zorg vallen. Dit betreft onder meer de loon- en prijsbijstelling voor de begrotingsgefinancierde zorguitgaven.

6.3.3.1 Verticale ontwikkeling begrotingsgefinancierde zorguitgaven

In tabel 9 wordt de ontwikkeling van de begrotingsgefinancierde zorguitgaven weergegeven. De uitgaven voor beschermd wonen worden in tabel 9A gespecificeerd.

Tabel 9 Verticale ontwikkeling van de begrotingsgefinancierde zorguitgaven 2020-2025 (bedragen x € 1 miljoen)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Netto begrotingsgefinancierde zorguitgaven ontwerpbegroting 2020

2.449,9

2.449,6

2.460,4

2.387,7

2.401,0

 

Bijstellingen

      

Beschermd wonen (gemeentefonds). Zie tabel 9A

59,0

‒ 383,4

‒ 383,0

‒ 383,0

‒ 383,0

 
       

Autonoom

2,0

‒ 3,9

‒ 3,9

‒ 10,9

‒ 13,3

 

Loon- en prijsontwikkeling

2,0

‒ 3,9

‒ 3,9

‒ 10,9

‒ 13,3

 
       

Beleidsmatig

‒ 27,9

31,8

30,9

0,1

‒ 13,9

 

Subsidie NIPT (Artikel 1)

‒ 1,7

‒ 1,9

‒ 1,8

‒ 3,0

‒ 2,9

 

Subsidie abortusklinieken (Artikel 1)

0,4

0,4

0,4

0,4

0,4

 

Ondersteuning van het zorgstelsel (Artikel 2)

‒ 16,8

3,4

2,8

14,1

0,0

 

Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt (Artikel 4)

‒ 54,6

28,2

50,2

6,5

6,5

 

Zorg, welzijn en jeugdzorg op Caribisch Nederland (Artikel 4)

62,6

18,8

6,0

6,0

6,1

 

Loon- en prijsbijstelling

‒ 17,9

‒ 17,1

‒ 26,6

‒ 23,9

‒ 24,1

 
       

Totaal bijstellingen

33,0

‒ 355,5

‒ 355,9

‒ 393,8

‒ 410,2

 
       

Netto begrotingsgefinancierde zorguitgaven ontwerpbegroting 2021

2.482,9

2.094,1

2.104,5

1.993,8

1.990,8

2.004,3

Tabel 9A Verticale ontwikkeling beschermd wonen 2020-2025 (bedragen x € 1 miljoen)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Netto beschermd wonen ontwerpbegroting 2020

1.873,7

1.884,7

1.896,6

1.896,7

1.896,7

 

Bijstellingen

      

Technisch

59,0

‒ 383,4

‒ 383,0

‒ 383,0

‒ 383,0

 

Overheveling ggz in de Wlz

0,0

‒ 495,0

‒ 495,0

‒ 495,0

‒ 495,0

 

LP-indexatie 2020 budget beschermd wonen

59,0

56,9

57,2

57,2

57,2

 

Volume-indexatie 2021 budget beschermd wonen

 

54,7

54,7

54,7

54,7

 
       

Totaal bijstellingen

59,0

‒ 383,4

‒ 383,0

‒ 383,0

‒ 383,0

 
       

Netto beschermd wonen ontwerpbegroting 2021

1.932,7

1.501,3

1.513,6

1.513,6

1.513,6

1.513,6

Toelichting

Overheveling ggz in de Wlz

Betreft de overheveling van een deel van het budget voor beschermd wonen naar de Wlz als gevolg van het van openstellen van de Wlz voor mensen met een psychische stoornis.

LP-indexatie 2020 budget beschermd wonen

Betreft het overboeken van de loon- en prijsindexatie 2020 naar het budget voor beschermd wonen in het gemeentefonds.

Volume-indexatie 2021 budget beschermd wonen

Deze mutatie betreft het overboeken van de reservering voor de volume-indexatie 2021 voor beschermd wonen.

6.3.3.2 Ontwikkeling van de begrotingsgefinancierde zorguitgaven

In tabel 10 wordt de ontwikkeling van de begrotingsgefinancierde zorguitgaven weergegeven.

Tabel 10 Opbouw van de begrotingsgefinancierde zorguitgaven (bedragen x € 1 miljoen)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Beschermd wonen (gemeentefonds)

1.933

1.501

1.514

1.514

1.514

1.514

       

Overig begrotingsgefinancierd (VWS-begroting en aanvullende post Financiën)

550

593

591

480

477

491

Subsidieregeling abortusklinieken (Artikel 1)

18

18

18

18

18

18

Subsidie NIPT (Artikel 1)

17

16

16

15

15

15

Ondersteuning van het zorgstelsel (Artikel 2)

43

48

39

19

2

2

Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt (Artikel 4)

278

347

355

256

255

255

Zorg, welzijn en jeugdzorg op Caribisch Nederland (Artikel 4)

195

154

145

149

154

157

Loon- en prijsbijstelling (VWS-begroting en aanvullende post Financiën)

0

9

18

24

33

43

Netto begrotingsgefinancierde zorguitgaven ontwerpbegroting 2021

2.483

2.094

2.104

1.994

1.991

2.004

Figuur 5 Samenstelling begrotingsgefinancierde uitgaven 2021 (in miljarden euro’s)

Licence