6.3.1.1 Algemene doelstelling
Een kwalitatief goed en toegankelijk stelsel voor curatieve zorg tegen maatschappelijk verantwoorde kosten.
6.3.1.2 Rol en verantwoordelijkheid bewindspersonen
De bewindspersonen van VWS zijn verantwoordelijk voor een goed werkend en samenhangend stelsel voor curatieve zorg en voor de beheersing van de collectieve zorguitgaven.
Dit omvat het stellen van eisen aan de kwaliteit van zorg en het opstellen en handhaven van de wettelijke kaders waarbinnen het zorgstelsel functioneert. Het wettelijk kader wordt gevormd door de Zorgverzekeringswet, de Wet bijzondere medische verrichtingen, de Wet marktordening gezondheidszorg, de Wet geneesmiddelenprijzen, de Wet toelating zorginstellingen en de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg.
De bewindspersonen hebben sturingsmogelijkheden door invloed op de samenstelling van het verplicht verzekerde pakket (het basispakket) en de (maximale) hoogte van tarieven in sectoren waar de prijsvorming niet is vrijgegeven. Tevens streven de bewindspersonen naar het bevorderen van doelmatigheid in de zorgsector door bijvoorbeeld het maken van afspraken met het veld en het stimuleren van gepast zorggebruik. De bewindspersonen worden in deze rol ondersteund door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), het Zorginstituut Nederland en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).
De IGJ houdt op basis van de geldende normen toezicht op de kwaliteit van de zorg in Nederland.
Het Zorginstituut Nederland en de NZa spelen een belangrijke rol bij de beheersing van de zorguitgaven. Het Zorginstituut Nederland adviseert de bewindspersonen over de samenstelling van het verzekerde pakket en beheert het Zorgverzekeringsfonds (Zvf). De NZa behartigt het belang van de zorgconsument door het bewaken van de betaalbaarheid, beschikbaarheid en kwaliteit van zorg en houdt in dat kader toezicht op zorgaanbieders en zorgverzekeraars. De NZa adviseert de bewindspersonen over beleid en regelgeving. De NZa stelt op aanwijzing van de bewindspersonen regels, budgetten en tarieven vast voor dat deel van de zorg dat is gereguleerd en stelt condities voor concurrentie vast in zorgsectoren met vrije prijsvorming.
Het Zorginstituut Nederland en de NZa brengen de omvang van de gerealiseerde zorguitgaven in kaart. Zij baseren zich daarbij op informatie van zorgverzekeraars en instellingen, die na afloop van het jaar door externe accountants wordt beoordeeld. Op basis van de rapportages van het Zorginstituut Nederland en de NZa leggen de bewindspersonen verantwoording af aan de Tweede Kamer.
Verder ziet de Autoriteit Consument & Markt (ACM) toe op de naleving van wetten en regels op het gebied van concurrentie en marktwerking op basis van de Mededingingswet. Ook beoordeelt de ACM fusies in de zorg en controleert de ACM of zorgaanbieders en zorgverzekeraars geen concurrentiebeperkende afspraken maken.
De uitvoering van het zorgstelsel is in handen van private partijen. Private zorgverzekeraars sluiten contracten met een veelheid aan private, over het land verspreide zorgaanbieders: ziekenhuizen, zelfstandige behandelcentra, instellingen voor geestelijke gezondheidszorg en vrijgevestigde beroepsbeoefenaren, zoals huisartsen, apothekers, paramedici. Door middel van onderlinge concurrentie proberen verzekeraars een zo goed mogelijke prijs/kwaliteitverhouding en doelmatigheid in de zorg te bereiken.
De zorg die aanbieders verlenen en de uitgaven die daarmee gemoeid zijn, vloeien voort uit de aanspraken die zijn vastgelegd in de Zorgverzekeringswet (Zvw). De zorgsector is privaat binnen publieke randvoorwaarden.
6.3.1.3 Verticale ontwikkeling van de Zvw-uitgaven en –ontvangsten
De verticale toelichting bevat een cijfermatig overzicht van de budgettaire veranderingen die zich hebben voorgedaan sinds de ontwerpbegroting 2020.
De verticale toelichting onderscheidt drie categorieën bijstellingen:
• Autonoom: voornamelijk mutaties als gevolg van de actualisering van de zorguitgaven op basis van de meest recente cijfers van het Zorginstituut Nederland en de NZa en de bijstellingen op basis van de actuele macro-economische inzichten van het Centraal Planbureau (CPB).
• Beleidsmatig: mutaties als gevolg van politieke prioriteitstelling.
• Technisch: overhevelingen tussen financieringsbronnen/domeinen of tussen sectoren binnen dezelfde financieringsbron/domeinen en de zogenaamde financieringsmutaties.
De afzonderlijke posten worden toegelicht als het hiermee gepaard gaande bedrag hoger is dan € 10 miljoen.
Tabel 5 laat vanaf de stand ontwerpbegroting 2020 de verticale ontwikkeling van de zorguitgaven en -ontvangsten van de Zvw zien. Onder de tabel is een toelichting van de verschillende posten opgenomen.
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Bruto Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2020 | 51.044,3 | 52.974,4 | 54.829,3 | 57.834,6 | 60.894,9 | |
Bijstellingen | ||||||
Autonoom | ‒ 371,4 | ‒ 762,1 | ‒ 1.369,2 | ‒ 2.629,4 | ‒ 3.733,0 | |
Actualisering zorguitgaven (zie tabel 5A) | ‒ 349,8 | ‒ 485,6 | ‒ 485,6 | ‒ 485,6 | ‒ 485,1 | |
Loon- en prijsontwikkeling | ‒ 21,7 | ‒ 276,5 | ‒ 171,6 | ‒ 126,3 | ‒ 206,1 | |
Verwerking MLT 2022-2025 | 0,0 | 0,0 | ‒ 712,0 | ‒ 2.017,5 | ‒ 3.041,8 | |
Beleidsmatig | ‒ 42,0 | 79,9 | ‒ 6,4 | ‒ 114,2 | ‒ 112,2 | |
Ramingsbijstelling apotheekzorg en hulpmiddelen | ‒ 167,5 | ‒ 100,0 | ‒ 100,0 | ‒ 100,0 | ‒ 100,0 | |
Besparingsverlies vertraging Wgp | 87,5 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |
Besparingsverlies uitstel modernisering GVS | 0,0 | 40,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |
Voorraadverhoging apotheekzorg | 5,0 | 25,0 | 25,0 | 25,0 | 25,0 | |
Vrijval nominaal en onverdeeld Zvw | 0,0 | ‒ 20,0 | ‒ 20,0 | ‒ 20,0 | ‒ 20,0 | |
Overheveling extramurale behandeling | 0,0 | 63,8 | 63,8 | 63,8 | 63,8 | |
Mitigerende maatregelen Wgp-herijking | 20,0 | 20,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |
Ruimte geneesmiddelenkader | ‒ 10,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |
Meevaller herijking door wisselkoers Noorse Kroon | ‒ 10,0 | ‒ 40,0 | ‒ 10,0 | ‒ 10,0 | ‒ 10,0 | |
Herijking tarieven kraamzorg | 0,0 | 10,0 | 10,0 | 10,0 | 10,0 | |
Bekostiging ggz-opleidingen | 17,2 | 17,2 | 17,2 | 17,2 | 17,2 | |
COVID-19: Fysiotherapie COVID-19-patiënten | 11,8 | 15,8 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |
COVID-19: Opschaling IC-capaciteit Zvw | 4,0 | 4,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |
COVID-19: Opschaling ELV-capaciteit | 0,0 | 25,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |
Standaardisatie inkoop- en verantwoordingseisen in een aantal Zvw-sectoren | 0,0 | 7,0 | 7,0 | ‒ 100,0 | ‒ 100,0 | |
Overig beleidsmatig | 0,0 | 12,1 | 0,6 | ‒ 0,2 | 1,8 | |
Technisch | ‒ 76,8 | ‒ 1.396,7 | ‒ 139,3 | ‒ 74,3 | ‒ 74,3 | |
Overheveling ggz in de Wlz | 0,0 | ‒ 78,0 | ‒ 78,0 | ‒ 78,0 | ‒ 78,0 | |
Gedeeltelijke vrijval VT-middelen | ‒ 15,0 | ‒ 10,0 | ‒ 5,0 | 0,0 | 0,0 | |
Subsidies wijkverpleging | ‒ 60,0 | ‒ 60,0 | ‒ 60,0 | 0,0 | 0,0 | |
Schadelastdip ggz | 0,0 | ‒ 1.247,5 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |
Overig technisch | ‒ 1,8 | ‒ 1,3 | 3,7 | 3,7 | 3,7 | |
Totaal bijstellingen | ‒ 490,2 | ‒ 2.078,9 | ‒ 1.514,8 | ‒ 2.817,8 | ‒ 3.919,5 | |
Bruto Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2021 | 50.554,1 | 50.895,5 | 53.314,5 | 55.016,7 | 56.975,4 | 59.085,9 |
Zvw-ontvangsten ontwerpbegroting 2020 | 3.189,7 | 3.215,4 | 3.308,8 | 3.491,6 | 3.674,9 | |
Bijstellingen | ||||||
Autonoom | ||||||
Actualisering eigen risico | 0,0 | 11,8 | 0,5 | 0,0 | ‒ 1,2 | |
Verwerking MLT 2022-2025 | 0,0 | 0,0 | ‒ 40,4 | ‒ 118,5 | ‒ 193,2 | |
Totaal bijstellingen | 0,0 | 11,8 | ‒ 39,9 | ‒ 118,5 | ‒ 194,4 | |
Zvw-ontvangsten ontwerpbegroting 2021 | 3.189,7 | 3.227,2 | 3.268,9 | 3.373,1 | 3.480,5 | 3.625,4 |
Netto Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2020 | 47.854,6 | 49.759,0 | 51.520,5 | 54.343,0 | 57.220,0 | |
Bijstellingen in de netto Zvw-uitgaven | ‒ 490,2 | ‒ 2.090,7 | ‒ 1.475,0 | ‒ 2.699,3 | ‒ 3.725,1 | |
Netto Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2021 | 47.364,4 | 47.668,3 | 50.045,6 | 51.643,7 | 53.494,8 | 55.460,5 |
Bron: VWS, gegevens Zorginstituut Nederland over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens. |
Toelichting
Autonoom
Actualisering van de Zvw-uitgaven
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Eerstelijnszorg | ‒ 14,4 | ‒ 6,9 | ‒ 6,9 | ‒ 6,9 | ‒ 6,9 | ‒ 6,9 |
Tweedelijnszorg | ‒ 49,9 | ‒ 46,8 | ‒ 46,8 | ‒ 46,8 | ‒ 46,8 | ‒ 46,8 |
Geneeskundige geestelijke gezondheidszorg | 82,2 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Apotheekzorg | ‒ 10,8 | ‒ 44,1 | ‒ 44,1 | ‒ 44,1 | ‒ 44,1 | ‒ 44,1 |
Hulpmiddelen | 48,1 | ‒ 5,6 | ‒ 5,6 | ‒ 5,6 | ‒ 5,6 | ‒ 5,6 |
Wijkverpleging | ‒ 559,3 | ‒ 341,1 | ‒ 341,1 | ‒ 341,1 | ‒ 341,1 | ‒ 341,1 |
Ziekenvervoer | ‒ 24,6 | ‒ 26,1 | ‒ 26,1 | ‒ 26,1 | ‒ 26,1 | ‒ 26,1 |
Grensoverschrijdende zorg | ‒ 34,8 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Nominaal en onverdeeld | 213,7 | ‒ 15,0 | ‒ 15,0 | ‒ 15,0 | ‒ 14,5 | ‒ 7,8 |
Stand ontwerpbegroting 2021 | ‒ 349,8 | ‒ 485,6 | ‒ 485,6 | ‒ 485,6 | ‒ 485,1 | ‒ 478,4 |
Bron: VWS, gegevens Zorginstituut Nederland over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens. |
In tabel 5A is het onderdeel ‘Actualisering Zvw-uitgaven’ uit tabel 5 uitgesplitst. De actualisering van de zorguitgaven vindt plaats op basis van voorlopige realisatiegegevens van het Zorginstituut Nederland en de NZa.
Actualisatie Zvw-uitgaven (niet HLA-sectoren)
Op basis van voorlopige realisatiecijfers van het Zorginstituut Nederland zijn de Zvw-uitgaven geactualiseerd. De uitgaven in 2019 waren bij diverse sectoren lager dan geraamd. Vanaf 2020 is daarom een deel van deze lagere uitgaven structureel verwerkt in de begroting. Het gaat onder meer om een neerwaartse aanpassing van € 50 miljoen bij de uitgaven voor apotheekzorg en hulpmiddelen, € 47 miljoen bij de tweedelijnszorg en € 26 miljoen bij het ziekenvervoer. Voor 2020 is in de ontwerpbegroting 2020 uitgegaan van een onderschrijding van € 293 miljoen, die was verwerkt op de sector nominaal en onverdeeld Zvw; nu de voorlopige realisatiecijfers op sectorniveau worden verwerkt, wordt de mutatie op nominaal en onverdeeld tegengeboekt. Ten opzichte van eerdere actualisaties in de begroting is nieuw, dat op basis van de eerste twee kwartalen van 2020 de Zvw-uitgaven ook voor 2020 incidenteel zijn verwerkt op de sectoren. Paragraaf 6.2.2 gaat hier dieper op in.
Actualisering wijkverpleging
Op basis van de van het Zorginstituut Nederland ontvangen voorlopige realisatiecijfers zijn de uitgaven aan wijkverpleging geactualiseerd. Verwacht wordt dat de uitgaven aan wijkverpleging in 2019 € 441 miljoen lager uitvallen dan geraamd. De uitgavenraming wijkverpleging wordt structureel € 341 miljoen verlaagd.
Loon- en prijsontwikkeling
De raming van de loon- en prijsontwikkeling is aangepast op basis van actuele macro-economische inzichten van het Centraal Planbureau (CPB) in de MEV. Met name de loonraming voor 2021 en verder is neerwaarts bijgesteld ten opzichte van de eerdere korte-termijnraming bij MEV en de middellange termijnraming uit november 2019.
Verwerking MLT 2022-2025
Deze bijstelling betreft de technische verwerking van de middellange termijnverkenning (MLT) 2022–2025 van het CPB. De bijstelling wordt voornamelijk veroorzaakt door een lagere volumegroei voor de jaren vanaf 2022 dan waar eerder, op basis van de MLT voor de periode 2018-2021, van uit werd gegaan (zie voor de achtergronden: CPB, Middellangetermijnverkenning zorg 2022-2025, november 2019).
Beleidsmatig
Ramingsbijstelling apotheekzorg en hulpmiddelen
De uitgaven aan apotheekzorg zijn in 2020 en verder op basis van een raming van het Zorginstituut Nederland naar verwachting lager dan eerder geraamd. Dit leidt tot een neerwaartse bijstelling van de uitgaven aan apotheekzorg van € 128 miljoen in 2020 en vanaf 2021 € 100 miljoen. Daarnaast is in 2020 een ramingsbijstelling van € 40 miljoen verwerkt op het extramurale hulpmiddelenkader (de uitgaven zijn naar verwachting lager dan het beschikbare budgettaire kader).
Besparingsverlies vertraging Wgp
Door uitstel van de aanpassing van de Wet geneesmiddelenprijzen (Wgp) ontstaat een besparingsverlies. De kosten hiervan bedragen € 88 miljoen in 2020. Een deel van de kosten (€ 48 miljoen) kan naar verwachting binnen het bestaande financiëlekader voor extramurale geneesmiddelen worden opgevangen. Het overige deel van € 40 miljoen wordt gedekt uit het extramurale hulpmiddelenkader (zie ook ramingsbijstelling apotheekzorg en hulpmiddelen).
Besparingsverlies uitstel GVS modernisering
Doordat het bestuurlijk traject Verantwoord Wisselen niet tot het gewenste resultaat heeft geleid en VWS nu zelf de noodzakelijke invulling en waarborgen voor de medische noodzaak dient te gaan regelen, heeft de modernisering van het GVS vertraging opgelopen. Het wettelijk regelen van de medische noodzaak kon hierdoor niet meer via de Pakket Amvb voor de zomer 2020 meelopen, waardoor de informatievoorziening richting zorgverzekeraars (ten behoeve van het inkoopbeleid en polis) voor inwerkingtreding in 2021 te laat komt. Daardoor is er een besparingsverlies van € 40 miljoen in 2021. De modernisering van het GVS zal dus in werking treden vanaf 1 januari 2022 (in plaats van in de loop van 2021).
Voorraadverhoging apotheekzorg
Om geneesmiddelentekorten tegen te gaan worden er extra voorraden van geneesmiddelen opgebouwd, zoals aangekondigd in de kamerbrief van november 2019 (Kamerstuk II 2019/2020, 29 477, Nr. 622). Hiermee worden naar verwachting 85% van de tijdelijke geneesmiddelentekorten opgevangen. De extra voorraden worden aangelegd bij firma’sen groothandels. Het aanleggen van de voorraden start in 2020 en kost naar schatting structureel € 25 miljoen (€ 15 miljoen extramuraal en € 10 miljoen intramuraal). De opbouw van de ijzeren voorraad gebeurt in fases en zal naar verwachting twee jaar duren.
Vrijval nominaal en onverdeeld Zvw
De verwachte volumegroei in 2021 in niet-HLA-sectoren blijft naar verwachting € 20 miljoen onder het daarvoor oorspronkelijk beschikbare kader. Daarom valt deze € 20 miljoen structureel vrij.
Overheveling extramurale behandeling
In 2019 is een deel van de subsidieregeling extramurale behandeling overgeheveld van de Wlz naar de Zvw. In de Kamerbrief «Overheveling geneeskundige zorg voor specifieke patiëntengroepen» van 27 mei 2019 (TK 33578, nr. 65) is aangekondigd dat het restant van de subsidieregeling extramurale behandeling per 2021 wordt overgeheveld vanuit de Wlz.
Mitigerende maatregelen Wgp-herijking
Betreffen kosten om de komende herijking (1 oktober 2020) van de maximumprijzen van geneesmiddelen in Nederland (conform de Wet geneesmiddelenprijzen) gepaard te laten gaan met een aantal mitigerende maatregelen voor beschikbare en betaalbare geneesmiddelen.
Ruimte geneesmiddelenkader
Een deel van de kosten van de mitigerende maatregelen Wgp-herijking kan naar verwachting worden opgevangen door groeiruimte die beschikbaar is op het financiële kader.
Meevaller herijking door wisselkoers Noorse Kroon
Noorwegen is een van de referentielanden waarop de maximumprijzen van geneesmiddelen worden gebaseerd. Door de devaluatie van de Noorse Kroon ontstaat er een financiële meevaller (de maximumprijzen komen lager uit dan voorzien).
Herijking tarieven kraamzorg
Uit een herijking van de tarieven voor de kraamzorg door de NZa volgt dat de maximumtarieven met 2,9% moeten worden verhoogd. Dat komt neer op een structurele verhoging van het kader met ongeveer € 10 miljoen zodat zorgverzekeraars conform de bijgestelde maximumtarieven kunnen contracteren.
Bekostiging ggz-opleidingen
Uit de door de NZa uitgevoerde herijking van de beschikbaarheidbijdrage medische vervolgopleidingen ggz volgen meerkosten van € 40,9 miljoen. Hiervan is € 23,7 miljoen specifiek toe te wijzen aan opleidingen voor de curatieve ggz. In het Hoofdlijnenakkoord ggz is afgesproken dat deze technische mutatie gefinancierd wordt uit het macrokader voor de curatieve ggz. Het resterende bedrag van € 17,2 miljoen betreft meerkosten voor opleidingen door geïntegreerde ggz-instellingen binnen de overige wettelijke domeinen waarbinnen zij actief zijn.
COVID-19: Fysiotherapie COVID-19-patiënten
Het Zorginstituut Nederland heeft een spoedadvies over fysiotherapie voor COVID-19 patiënten uitgebracht. Het Zorginstituut Nederland adviseert dat patiënten die een zware vorm van COVID-19 hebben doorgemaakt, aanspraak zouden moeten kunnen maken op maximaal 40 uur vergoede behandeling gedurende zes maanden en dat dit vanaf de eerste behandeling tot de aanspraak zou moeten behoren. Het gaat om een tijdelijke toelating. De inschatting is dat de meeruitgaven circa € 27,6 miljoen bedragen.
COVID-19: Opschaling IC-capaciteit Zvw
Op basis van het Opschalingplan COVID-19 van het Landelijk Netwerk Acute Zorg (2020D27334 d.d. 30 juni 2020) wordt voor de kosten van het beschikbaar maken en houden van vervoer binnen de Zvw-raming rekening gehouden met een bedrag van € 4 miljoen in zowel 2020 als 2021.
COVID-19: Opschaling ELV-capaciteit
Ter voorbereiding op een mogelijke tweede golf wordt opschaling van de capaciteit in het eerstelijnsverblijf (ELV) voorbereid. Hoewel de huidige afspraken gelden tot 2021, is het aannemelijk dat ook in 2021 rekening moet worden gehouden met opschaling van ELV-capaciteit.
Standaardisatie inkoop- en verantwoordingseisen in een aantal Zvw-sectoren
In een aantal Zvw-sectoren worden de inkoop- en verantwoordingseisen gestandaardiseerd. Hierdoor zijn zorgaanbieders minder tijd kwijt aan administratieve lasten. Dit leidt tot een besparing van € 100 miljoen structureel.
Overig beleidsmatig
Deze post is het saldo van verschillende kleine beleidsmatige mutaties.
Technisch
Overheveling ggz in de Wlz
Met ingang van 1 januari 2021 wordt de Wlz opengesteld voor mensen met een psychische stoornis. Er wordt hiervoor € 78 miljoen overgeheveld van de Zvw naar de Wlz. Dit bedrag is verkregen door de tarieven uit 2017 (€ 75 miljoen) te indexeren naar prijspeil 2020.
Gedeeltelijke vrijval VT-middelen
In verband met de nieuwe regeling voorwaardelijke toelating geneesmiddelen wordt het hiervoor beschikbare budget binnen de sector apotheekzorg overgeboekt naar de sector nominaal en onverdeeld Zvw. Omdat uitgegaan wordt van een ingroeipad valt een bedrag van cumulatief € 30 miljoen vrij.
Subsidie(s) wijkverpleging
Dit betreft de overheveling uit de sector wijkverpleging naar de VWS-begroting voor specifieke doeleinden binnen het HLA wijkverpleging, zoals de Stimuleringsregeling E-Health Thuis (SET), een nog op te zetten regeling voor deskundigheidsbevordering en scholing voor zorgprofessionals en/of ICT-investeringen door (kleine) zorgaanbieders. Deze middelen worden rechtstreeks aan zorgaanbieders beschikbaar gesteld.
Schadelastdip ggz
In 2022 wordt een nieuw bekostigingsmodel voor de ggz ingevoerd. In dit nieuwe model wordt voor de bekostiging niet meer gewerkt met DBC’s en een aparte bekostiging voor de basis-ggz. De DBC’s die worden geopend in 2021 worden derhalve uiterlijk 31-12-2021 afgesloten, dit geldt ook voor de huidige bekostiging van de basis-ggz. Hierdoor is er in 2021 om technisch-administratieve redenen sprake van eenmalig lagere zorguitgaven in termen van schadelast. Deze technische aanpassing heeft geen gevolgen voor de hoeveelheid ggz die feitelijk kan worden geleverd of op de omzetten van zorgaanbieders. Er is geen sprake van een bezuiniging. Deze technische bijstelling heeft dan ook geen gevolgen voor het EMU-saldo en geen invloed op de premiehoogte. Een verdere technische toelichting is te vinden in voetnoot 18 in paragraaf 6.5.3.1.
Overig technisch
Deze post is het saldo van verschillende kleine technische mutaties.
Ontvangsten
Autonoom
Actualisering eigen risico
Op basis van nieuwe data van Erasmus School of Health Policy & Management (ESHPM) over het aantal verzekerden blijkt een groei in het aantal verzekerden. Dit leidt tot beperkt hogere opbrengsten. Daarnaast leidt ook de hogere loon- en prijsontwikkeling zoals geraamd in het CEP tot een marginaal hogere opbrengst van het eigen risico.
Verwerking MLT 2022-2025
Deze bijstelling betreft de technische verwerking van de middellange termijnverkenning (MLT) 2022–2025 van het CPB. De bijstelling wordt voornamelijk veroorzaakt door een lagere loon- en prijsontwikkeling voor de jaren vanaf 2022 dan waar eerder van uit werd gegaan.
6.3.1.4 Ontwikkeling van de Zvw-uitgaven en –ontvangsten per deelsector
In tabel 6 wordt de opbouw van de Zvw-uitgaven en -ontvangsten op deelsectorniveau weergegeven voor de jaren 2020 tot en met 2025. De sector nominaal en onverdeeld bevat de nog niet toebedeelde maatregelen en de nog niet uitgedeelde ruimte voor groei en loon- en prijsbijstellingen.
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Eerstelijnszorg | 6.426 | 6.598 | 6.697 | 6.670 | 6.670 | 6.670 |
Huisartsenzorg | 3.295 | 3.426 | 3.521 | 3.494 | 3.494 | 3.494 |
Multidisciplinaire zorgverlening | 678 | 703 | 724 | 724 | 724 | 724 |
Tandheelkundige zorg | 805 | 826 | 826 | 826 | 826 | 826 |
Paramedische zorg | 860 | 858 | 842 | 842 | 842 | 842 |
Verloskunde | 260 | 259 | 259 | 259 | 259 | 259 |
Kraamzorg | 349 | 347 | 347 | 347 | 347 | 347 |
Zorg voor zintuiglijk gehandicapten | 178 | 179 | 179 | 179 | 179 | 179 |
Tweedelijnszorg | 26.887 | 27.159 | 27.153 | 27.008 | 27.016 | 27.019 |
Medisch-specialistische zorg | 24.318 | 24.435 | 24.435 | 24.293 | 24.300 | 24.303 |
Geriatrische revalidatiezorg en eerstelijnsverblijf | 1.076 | 1.251 | 1.248 | 1.248 | 1.249 | 1.249 |
Beschikbaarheidbijdrage academische zorg | 813 | 822 | 823 | 823 | 823 | 823 |
Beschikbaarheidbijdragen overig medisch-specialistische zorg | 109 | 112 | 112 | 112 | 112 | 112 |
Overig curatieve zorg | 570 | 540 | 535 | 533 | 533 | 533 |
Geneeskundige geestelijke gezondheidszorg | 4.164 | 2.794 | 4.071 | 4.071 | 4.071 | 4.071 |
Apotheekzorg en hulpmiddelen | 6.690 | 6.593 | 6.383 | 6.365 | 6.362 | 6.359 |
Apotheekzorg | 4.978 | 4.853 | 4.671 | 4.656 | 4.654 | 4.652 |
Hulpmiddelen | 1.712 | 1.740 | 1.712 | 1.709 | 1.708 | 1.707 |
Wijkverpleging | 3.599 | 3.918 | 4.020 | 4.075 | 4.064 | 4.053 |
Ziekenvervoer | 799 | 818 | 816 | 816 | 816 | 816 |
Ambulancevervoer | 676 | 687 | 685 | 685 | 685 | 685 |
Overig ziekenvervoer | 123 | 131 | 131 | 131 | 131 | 131 |
Opleidingen | 1.303 | 1.326 | 1.350 | 1.391 | 1.421 | 1.421 |
Grensoverschrijdende zorg | 662 | 696 | 696 | 696 | 696 | 696 |
Nominaal en onverdeeld Zvw | 24 | 994 | 2.130 | 3.925 | 5.859 | 7.981 |
Bruto Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2021 | 50.554 | 50.896 | 53.315 | 55.017 | 56.975 | 59.086 |
Eigen betalingen Zvw | 3.190 | 3.227 | 3.269 | 3.373 | 3.481 | 3.625 |
Netto Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2021 | 47.364 | 47.668 | 50.046 | 51.644 | 53.495 | 55.460 |
Bron: VWS, gegevens Zorginstituut Nederland over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens. |
Figuur 3 Samenstelling bruto Zvw-uitgaven 2021 (in miljarden euro’s)
6.3.2.1 Algemene doelstelling
Een stelsel voor maatschappelijke ondersteuning en langdurige zorg dat:
1. ieder mens in staat stelt om zijn leven zo lang mogelijk zelf in te vullen; en
2. – wanneer dit nodig is – thuis of in een instelling kwalitatief goede ondersteuning en zorg biedt. Daarbij worden ondersteuning en zorg aangeboden aansluitend op informele vormen van hulp. De complexiteit van de zorgvraag en de weerbaarheid van de burger staan centraal bij het bieden van passende zorg. Er wordt gestreefd naar welbevinden en een afname van de afhankelijkheid van ondersteuning en zorg. Dit alles tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten.
6.3.2.2 Rol en verantwoordelijkheid bewindspersonen
De Minister is verantwoordelijk voor een effectief en efficiënt werkend systeem van langdurige zorg en maatschappelijke ondersteuning in Nederland. Mensen die zorg en ondersteuning nodig hebben, dienen dit thuis of in een instelling op maat en van een goede kwaliteit te krijgen.
Voor mensen met een blijvende behoefte aan permanent toezicht en die 24 uur per dag zorg in de nabijheid nodig hebben, is zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) beschikbaar. Zorgkantoren sluiten namens Wlz-uitvoerders overeenkomsten met zorgaanbieders voor het leveren van verzekerde zorg. Het kan onder andere gaan om verblijf in een instelling, persoonlijke verzorging en verpleging en/of geneeskundige zorg in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget.
De Minister wordt ondersteund door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, het Zorginstituut Nederland en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd houdt op basis van de geldende normen toezicht op de kwaliteit van de zorg in Nederland.
Het Zorginstituut Nederland en de NZa spelen een belangrijke rol bij de beheersing van de zorguitgaven. Het Zorginstituut Nederland adviseert de bewindspersonen over de samenstelling van het verzekerde pakket, stimuleert de continue kwaliteitsverbetering en beheert het Fonds langdurige zorg (Flz). De NZa behartigt het belang van de zorgconsument door het bewaken van de betaalbaarheid, beschikbaarheid en kwaliteit van zorg en houdt in dat kader toezicht op zorgaanbieders en zorgkantoren die namens Wlz-uitvoerders overeenkomsten sluiten met zorgaanbieders. De NZa adviseert de bewindspersonen over beleid en regelgeving. De NZa stelt op aanwijzing van de bewindspersonen regels, budgetten en tarieven vast voor dat deel van de zorg dat is gereguleerd en stelt condities voor concurrentie vast in zorgsectoren met vrije prijsvorming
Verder ziet de Autoriteit Consument & Markt (ACM) toe op de naleving van wetten en regels op het gebied van concurrentie en marktwerking op basis van de Mededingingswet. Ook beoordeelt de ACM fusies in de zorg en controleert de ACM of zorgaanbieders en zorgverzekeraars geen concurrentiebeperkende afspraken maken.
6.3.2.3 Verticale ontwikkeling van de Wlz-uitgaven en -ontvangsten
De verticale toelichting bevat een cijfermatig overzicht van de budgettaire veranderingen die zich hebben voorgedaan sinds de ontwerpbegroting 2020.
De verticale toelichting onderscheidt drie categorieën bijstellingen:
• Autonoom: voornamelijk mutaties als gevolg van de actualisering van de zorguitgaven op basis van de meest recente cijfers van het Zorginstituut Nederland en de NZa en de bijstellingen op basis van de actuele macro-economische inzichten van het Centraal Planbureau (CPB).
• Beleidsmatig: mutaties als gevolg van politieke prioriteitstelling.
• Technisch: overhevelingen tussen financieringsbronnen/domeinenof tussen sectoren binnen hetzelfde financieringsbron/domeinen de zogenaamde financieringsmutaties.
De afzonderlijke posten worden toegelicht als het hiermee gepaard gaande bedrag hoger is dan € 10 miljoen.
Tabel 7 laat vanaf de stand ontwerpbegroting 2020 de verticale ontwikkeling van de zorguitgaven en -ontvangsten van de Wlz zien. Onder de tabel is een toelichting van de verschillende posten opgenomen.
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Bruto Wlz-uitgaven ontwerpbegroting 2020 | 25.070,2 | 26.967,8 | 28.825,5 | 30.527,8 | 32.258,0 | |
Bijstellingen | ||||||
Autonoom | 483,2 | 315,9 | 1,8 | ‒ 370,8 | ‒ 796,1 | |
Tegenvaller Wlz-kader | 480,0 | 480,0 | 480,0 | 480,0 | 480,0 | |
Loon- en prijsontwikkeling | 3,2 | ‒ 164,1 | ‒ 103,8 | ‒ 113,0 | ‒ 211,9 | |
Verwerking MLT 2022-2025 | 0,0 | 0,0 | ‒ 374,4 | ‒ 737,8 | ‒ 1.064,3 | |
Beleidsmatig | 264,8 | 62,7 | ‒ 121,0 | ‒ 122,9 | ‒ 124,6 | |
Ramingsbijstellingen overige Wlz-uitgaven | ‒ 11,2 | ‒ 121,5 | ‒ 137,9 | ‒ 137,9 | ‒ 137,9 | |
Dak- en thuislozen | 75,0 | 125,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |
Vrouwenopvang | 59,1 | 59,1 | 54,1 | 54,1 | 54,1 | |
Uitbreiding ggz in de Wlz | 0,0 | 36,0 | 36,0 | 36,0 | 36,0 | |
Overheveling extramurale behandeling | 0,0 | ‒ 63,8 | ‒ 63,8 | ‒ 63,8 | ‒ 63,8 | |
Zorginfrastructuur | 0,0 | 0,0 | ‒ 24,4 | ‒ 24,4 | ‒ 19,4 | |
Nominaal en onverdeeld | ‒ 60,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |
Meerkosten COVID-19 Wlz - Zorg in natura | 150,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |
Meerkosten COVID-19 Wlz - Persoonsgebonden budget | 40,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |
Overig beleidsmatig | 11,9 | 27,9 | 15,1 | 13,1 | 6,4 | |
Technisch | ‒ 201,7 | 270,4 | 395,6 | 400,2 | 400,2 | |
Overheveling ggz in de Wlz | 0,0 | 573,0 | 573,0 | 573,0 | 573,0 | |
LP-indexatie 2020 budget beschermd wonen | ‒ 59,0 | ‒ 56,9 | ‒ 57,2 | ‒ 57,2 | ‒ 57,2 | |
Volume-indexatie 2021 budget beschermd wonen | 0,0 | ‒ 54,7 | ‒ 54,7 | ‒ 54,7 | ‒ 54,7 | |
Dak- en thuislozen | ‒ 75,0 | ‒ 125,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |
Vrouwenopvang | ‒ 52,6 | ‒ 52,6 | ‒ 52,6 | ‒ 52,6 | ‒ 52,6 | |
Overig technisch | ‒ 15,1 | ‒ 13,4 | ‒ 12,8 | ‒ 8,2 | ‒ 8,2 | |
Totaal bijstellingen | 546,2 | 649,1 | 276,4 | ‒ 93,5 | ‒ 520,6 | |
Bruto Wlz-uitgaven ontwerpbegroting 2021 | 25.616,4 | 27.616,9 | 29.101,8 | 30.434,3 | 31.737,4 | 33.209,4 |
Wlz-ontvangsten ontwerpbegroting 2020 | 1.931,4 | 2.022,1 | 2.114,7 | 2.211,2 | 2.312,8 | |
Bijstellingen | ||||||
Autonoom | 0,0 | 33,0 | ‒ 26,5 | ‒ 86,6 | ‒ 147,9 | |
Ramingsbijstelling | 0,0 | ‒ 3,0 | ‒ 3,0 | ‒ 3,0 | ‒ 3,0 | |
Verwerking MLT 2022-2025 | 0,0 | 0,0 | ‒ 59,5 | ‒ 111,6 | ‒ 172,9 | |
Effect uitbreiding ggz in de Wlz | 0,0 | 39,0 | 39,0 | 39,0 | 39,0 | |
Doorwerking aanpassing box 3 op eigen bijdragen Wlz | 0,0 | ‒ 3,0 | ‒ 3,0 | ‒ 11,0 | ‒ 11,0 | |
Totaal bijstellingen | 0,0 | 33,0 | ‒ 26,5 | ‒ 86,6 | ‒ 147,9 | |
Wlz-ontvangsten ontwerpbegroting 2021 | 1.931,4 | 2.055,1 | 2.088,2 | 2.124,6 | 2.164,9 | 2.211,3 |
Netto Wlz-uitgaven ontwerpbegroting 2020 | 23.138,8 | 24.945,7 | 26.710,8 | 28.316,6 | 29.945,2 | |
Bijstellingen in de netto Wlz-uitgaven | 546,2 | 616,1 | 302,9 | ‒ 6,9 | ‒ 372,7 | |
Netto Wlz-uitgaven ontwerpbegroting 2021 | 23.685,0 | 25.561,8 | 27.013,6 | 28.309,7 | 29.572,5 | 30.998,1 |
Bron: VWS, gegevens Zorginstituut Nederland over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens. |
Uitgaven
Autonoom
Tegenvaller Wlz-kader
De NZa heeft in de Maartbrief een tekort van € 550 miljoen geraamd voor de Wlz. Dit tekort wordt voornamelijk veroorzaakt door groeiende aanspraken in de ouderenzorg. Zo is het aantal uitstaande indicaties voor verpleging en verzorging toegenomen van ruim 162.000 op 1 januari 2019 naar bijna 170.000 op 1 januari 2020, wat heeft geleid tot een toename van wachtlijsten. Omdat nog € 70 miljoen aan herverdeelmiddelen beschikbaar waren, resteerde een knelpunt van € 480 miljoen. Dit wordt voor het grootste gedeelte gedekt met een verlaging van de uitgavenraming wijkverpleging. Dit is van belang om de zorg in de Wlz voldoende toegankelijk te houden.
Loon- en prijsontwikkeling
De raming van de loon- en prijsontwikkeling is aangepast op basis van actuele macro-economische inzichten van het Centraal Planbureau (CPB) in de MEV. Met name de loonraming voor 2021 en verder is neerwaarts bijgesteld ten opzichte van de eerdere korte-termijnraming bij MEV en de middellange termijnraming uit november 2019.
Verwerking MLT 2022-2025
Deze bijstelling betreft de technische verwerking van de middellange termijnverkenning (MLT) 2022–2025 van het CPB op de Wlz en de Wmo beschermd wonen. De bijstelling wordt voornamelijk veroorzaakt door een lagere loon- en prijsontwikkeling voor de jaren vanaf 2022 dan waar eerder van uit werd gegaan.
Beleidsmatig
Ramingsbijstellingen overige Wlz-uitgaven
Het CPB heeft voor het Kwaliteitskader verpleeghuiszorg in totaal € 300 miljoen geraamd voor de aanzuigende werking. Per 2021 wordt het laatste deel hiervan (€ 100 miljoen) ingezet als onderdeel van de dekking voor het tekort op het Wlz-kader. Daarnaast wordt, naast enkele kleinere bijstellingen, de raming voor zorginfrastructuur vanaf 2022 met € 20 miljoen naar beneden bijgesteld.
Dak- en thuislozen
Betreft een financiële impuls van € 200 miljoen voor de aanpak van dak- en thuisloosheid in de jaren 2020 en 2021. Deze middelen zijn bedoeld om doelstellingen uit het plan Een (t)huis, een toekomst te realiseren (TK 29325, nr. 122 d.d. 3 juni 2020).
Vrouwenopvang
Betreft extra middelen voor verschillende onderwerpen binnen de decentralisatie-uitkering vrouwenopvang. Het gaat om structureel € 38,6 miljoen voor Veilig Thuis, structureel € 14 miljoen voor het creëren van benodigde extra opvangplekken voor acute crisis situaties in de vrouwenopvang en voor het oplossen van door- en uitstroomproblematiek, structureel € 1,5 miljoen voor de kosten die voortkomen uit de stijging van het aantal slachtoffers dat contact legt met de Centra Seksueel Geweld (CSG’s) en tot slot in de jaren 2020 en 2021 jaarlijks € 5 miljoen voor de uitvoering van de actie agenda Schadelijke praktijken.
Uitbreiding ggz in de Wlz
Betreft de toevoeging van € 36 miljoen extra budget voor de Wlz als gevolg van het openstellen van de Wlz voor cliënten met een psychische stoornis per 2021.
Overheveling extramurale behandeling
In 2019 is een deel van de subsidieregeling extramurale behandeling overgeheveld van de Wlz naar de Zvw. In de Kamerbrief «Overheveling geneeskundige zorg voor specifieke patiëntengroepen» van 27 mei 2019 (TK 33578, nr. 65) is aangekondigd dat het restant van de subsidieregeling extramurale behandeling per 2021 wordt overgeheveld naar de Zvw.
Zorginfrastructuur
Het zorginfrastructuurfonds wordt in 2022 met € 24,4 miljoen verlaagd en vanaf 2023 jaarlijks met € 19,4 miljoen. Dit is mogelijk aangezien de structurele subsidieregeling eind 2017 is beëindigd en daar tijdelijke regelingen voor in de plaats zijn gekomen die lopen tot 2021. Er wordt nog bezien of en welke wijze de huidige regelingen worden gecontinueerd na 2021.
Nominaal en onverdeeld
Betreft een eenmalige technische correctie in 2020.
Meerkosten COVID-19 Wlz - Zorg in natura
Zorgaanbieders maken extra personele en materiële kosten in verband met het COVID-19 virus. In de beleidsregel SARS-CoV-2 virus van de NZa is vastgelegd wanneer deze kosten buiten de contracteerruimte vergoed worden. Het financiële effect hiervan wordt ingeschat op € 150 miljoen voor de periode maart tot en met mei 2020.
Meerkosten COVID-19 Wlz - Persoonsgebonden budget
Budgethouders maken als gevolg van COVID-19 extra kosten voor aanvullende zorg of vervangende zorg. Zij kunnen hiervoor een budget ophoging aanvragen bij het zorgkantoor. Deze kosten worden buiten het pgb-kader vergoed. Het financiële effect hiervan bedraagt naar verwachting € 40 miljoen voor de periode maart tot en met juli 2020.
Overig beleidsmatig
Deze post is het saldo van verschillende kleine beleidsmatige mutaties.
Technisch
Overheveling ggz in de Wlz
De overheveling van € 495 miljoen uit het sociaal domein voor het openstellen van de Wlz voor mensen met een psychische stoornis is gebaseerd op de raming in prijspeil 2017. De indexatie van de uitname bedraagt € 36 miljoen. De compensatie voor gemeenten voor de effecten op de eigen bijdragen is in de raming van vergelijkbare omvang. Deze effecten zijn nu niet verwerkt bij de uitname uit het sociaal domein. Om aan de kant van de Wlz de budgetten op orde te brengen is deze overboeking van eigen bijdragen naar contracteerruimte noodzakelijk. In de nacalculatie worden beide effecten in beeld gebracht en wordt verrekend met het sociaal domein.
LP-indexatie 2020 budget beschermd wonen
Betreft het overboeken van de loon- en prijsindexatie 2020 naar het budget voor beschermd wonen in het gemeentefonds.
Volume-indexatie 2021 budget beschermd wonen
Deze mutatie betreft het overboeken van de reservering voor de volume-indexatie 2021 voor beschermd wonen.
Dak- en thuislozen
Dit betreft een overboeking naar de VWS-begroting voor de aanpak van dak- en thuisloosheid in de jaren 2020 en 2021. Deze middelen zijn bedoeld om doelstellingen uit het plan Een (t)huis, een toekomst te realiseren (TK 29325, nr. 122 d.d. 3 juni 2020,).
Vrouwenopvang
Dit betreft een overboeking naar het gemeentefonds voor de versterking van Veilig Thuis (€ 38,6 miljoen structureel) en het beschikbaar maken van voldoende opvangplekken voor acute crisissituaties in de Vrouwenopvang en aanpakken van door- en uitstroomproblematiek (€ 14 miljoen structureel).
Overig technisch
Deze post is het saldo van verschillende kleine technische mutaties.
Ontvangsten
Autonoom
Ramingsbijstelling
In de ramingen over de afgelopen jaren is gebleken dat deze hoger lagen dan de daadwerkelijke realisaties. Hierdoor wordt de raming van de eigen bijdragen met € 3 miljoen bijgesteld.
Verwerking MLT 2022-2025
Deze bijstelling betreft de technische verwerking van de middellange termijnverkenning (MLT) 2022–2025 van het CPB op de Wlz en de Wmo beschermd wonen. De bijstelling wordt voornamelijk veroorzaakt door een lagere loon- en prijsontwikkeling voor de jaren vanaf 2022 dan waar eerder van uit werd gegaan. (zie voor de achtergronden: CPB, Middellangetermijnverkenning zorg 2022-2025, november 2019).
Effect uitbreiding ggz in de Wlz
Door het openstellen van de Wlz voor mensen met een psychische stoornis stijgen ook de ontvangsten uit eigen bijdragen (€ 39 miljoen).
Doorwerking aanpassing box 3 op eigen bijdragen Wlz
De aanpassingen in box 3 hebben effect op de eigen bijdrage Wlz. Omdat voor de eigen bijdrage volgens de Wlz het toetsinkomen een vertraging kent van twee jaar, treedt dit deel van het effect op in 2023.
6.3.2.4 Ontwikkeling van de Wlz-uitgaven en –ontvangsten per deelsector
In tabel 8 wordt de opbouw van de Wlz-uitgaven en -ontvangsten op deelsectorniveau weergegeven voor de jaren 2020 tot en met 2025. De sector nominaal en onverdeeld bevat de nog niet toebedeelde maatregelen en de nog niet uitgedeelde ruimte voor groei en loon- en prijsbijstellingen.
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Zorg in natura binnen contracteerruimte | 22.455 | 23.948 | 24.246 | 24.163 | 24.098 | 24.030 |
Ouderenzorg | 12.831 | 13.548 | 13.841 | 13.766 | 13.695 | 13.622 |
Gehandicaptenzorg | 7.499 | 7.656 | 7.650 | 7.642 | 7.642 | 7.640 |
Langdurige ggz | 622 | 1.206 | 1.213 | 1.220 | 1.227 | 1.233 |
Volledig pakket thuis | 527 | 540 | 540 | 540 | 540 | 540 |
Extramurale zorg | 668 | 677 | 671 | 665 | 664 | 664 |
Overig binnen contracteerruimte | 308 | 320 | 331 | 331 | 331 | 331 |
Persoonsgebonden budgetten | 2.260 | 2.341 | 2.343 | 2.344 | 2.345 | 2.346 |
Buiten contracteerruimte | 902 | 1.328 | 2.512 | 3.927 | 5.294 | 6.833 |
Beheerskosten | 252 | 267 | 244 | 243 | 243 | 251 |
Overig buiten contracteerruimte 1 | 553 | 500 | 488 | 489 | 495 | 500 |
Nominaal en onverdeeld | 97 | 561 | 1.780 | 3.195 | 4.556 | 6.081 |
Bruto Wlz-uitgaven ontwerpbegroting 2021 | 25.616 | 27.617 | 29.102 | 30.434 | 31.737 | 33.209 |
Eigen bijdragen Wlz | 1.931 | 2.055 | 2.088 | 2.125 | 2.165 | 2.211 |
Netto Wlz-uitgaven ontwerpbegroting 2021 | 23.685 | 25.562 | 27.014 | 28.310 | 29.573 | 30.998 |
1 Bij de Wlz zijn onder de post «overige buiten contracteerruimte» opgenomen de deelsectoren: hulpmiddelen, tandheelkunde Wlz, medisch-specialistische zorg Wlz, overig curatieve zorg Wlz, ADL, extramurale behandeling (t/m 2020), zorginfrastructuur, transitiemiddelen verpleeghuiszorg (t/m 2021) en beschikbaarheidbijdrage opleidingen Wlz. | ||||||
Bron: VWS, gegevens Zorginstituut Nederland over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens. |
Figuur 4 Samenstelling bruto Wlz-uitgaven 2021 (in miljarden euro’s)
Bij de begrotingsgefinancierde zorguitgaven gaat het met name om middelen die op grond van de Wmo beschermd wonen in het Uitgavenplafond Zorg beschikbaar zijn. Naast de Wmo beschermd wonen vallen enkele andere begrotingsgefinancierde posten onder de zorguitgaven. Tot deze categorie horen bepaalde uitgaven voor zorgopleidingen, de uitgaven voor zorg, welzijn en jeugdzorg op Caribisch Nederland, de subsidie (regelingen) NIPT, abortusklinieken en de uitgaven voor ondersteuning van het zorgstelsel. Deze uitgaven worden op de VWS-begroting verantwoord en toegelicht bij de artikelen 1, 2 en 4. Ten slotte zijn er bedragen gereserveerd op de aanvullende post van het ministerie van Financiën die onder het Uitgavenplafond Zorg vallen. Dit betreft onder meer de loon- en prijsbijstelling voor de begrotingsgefinancierde zorguitgaven.
6.3.3.1 Verticale ontwikkeling begrotingsgefinancierde zorguitgaven
In tabel 9 wordt de ontwikkeling van de begrotingsgefinancierde zorguitgaven weergegeven. De uitgaven voor beschermd wonen worden in tabel 9A gespecificeerd.
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Netto begrotingsgefinancierde zorguitgaven ontwerpbegroting 2020 | 2.449,9 | 2.449,6 | 2.460,4 | 2.387,7 | 2.401,0 | |
Bijstellingen | ||||||
Beschermd wonen (gemeentefonds). Zie tabel 9A | 59,0 | ‒ 383,4 | ‒ 383,0 | ‒ 383,0 | ‒ 383,0 | |
Autonoom | 2,0 | ‒ 3,9 | ‒ 3,9 | ‒ 10,9 | ‒ 13,3 | |
Loon- en prijsontwikkeling | 2,0 | ‒ 3,9 | ‒ 3,9 | ‒ 10,9 | ‒ 13,3 | |
Beleidsmatig | ‒ 27,9 | 31,8 | 30,9 | 0,1 | ‒ 13,9 | |
Subsidie NIPT (Artikel 1) | ‒ 1,7 | ‒ 1,9 | ‒ 1,8 | ‒ 3,0 | ‒ 2,9 | |
Subsidie abortusklinieken (Artikel 1) | 0,4 | 0,4 | 0,4 | 0,4 | 0,4 | |
Ondersteuning van het zorgstelsel (Artikel 2) | ‒ 16,8 | 3,4 | 2,8 | 14,1 | 0,0 | |
Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt (Artikel 4) | ‒ 54,6 | 28,2 | 50,2 | 6,5 | 6,5 | |
Zorg, welzijn en jeugdzorg op Caribisch Nederland (Artikel 4) | 62,6 | 18,8 | 6,0 | 6,0 | 6,1 | |
Loon- en prijsbijstelling | ‒ 17,9 | ‒ 17,1 | ‒ 26,6 | ‒ 23,9 | ‒ 24,1 | |
Totaal bijstellingen | 33,0 | ‒ 355,5 | ‒ 355,9 | ‒ 393,8 | ‒ 410,2 | |
Netto begrotingsgefinancierde zorguitgaven ontwerpbegroting 2021 | 2.482,9 | 2.094,1 | 2.104,5 | 1.993,8 | 1.990,8 | 2.004,3 |
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Netto beschermd wonen ontwerpbegroting 2020 | 1.873,7 | 1.884,7 | 1.896,6 | 1.896,7 | 1.896,7 | |
Bijstellingen | ||||||
Technisch | 59,0 | ‒ 383,4 | ‒ 383,0 | ‒ 383,0 | ‒ 383,0 | |
Overheveling ggz in de Wlz | 0,0 | ‒ 495,0 | ‒ 495,0 | ‒ 495,0 | ‒ 495,0 | |
LP-indexatie 2020 budget beschermd wonen | 59,0 | 56,9 | 57,2 | 57,2 | 57,2 | |
Volume-indexatie 2021 budget beschermd wonen | 54,7 | 54,7 | 54,7 | 54,7 | ||
Totaal bijstellingen | 59,0 | ‒ 383,4 | ‒ 383,0 | ‒ 383,0 | ‒ 383,0 | |
Netto beschermd wonen ontwerpbegroting 2021 | 1.932,7 | 1.501,3 | 1.513,6 | 1.513,6 | 1.513,6 | 1.513,6 |
Toelichting
Overheveling ggz in de Wlz
Betreft de overheveling van een deel van het budget voor beschermd wonen naar de Wlz als gevolg van het van openstellen van de Wlz voor mensen met een psychische stoornis.
LP-indexatie 2020 budget beschermd wonen
Betreft het overboeken van de loon- en prijsindexatie 2020 naar het budget voor beschermd wonen in het gemeentefonds.
Volume-indexatie 2021 budget beschermd wonen
Deze mutatie betreft het overboeken van de reservering voor de volume-indexatie 2021 voor beschermd wonen.
6.3.3.2 Ontwikkeling van de begrotingsgefinancierde zorguitgaven
In tabel 10 wordt de ontwikkeling van de begrotingsgefinancierde zorguitgaven weergegeven.
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Beschermd wonen (gemeentefonds) | 1.933 | 1.501 | 1.514 | 1.514 | 1.514 | 1.514 |
Overig begrotingsgefinancierd (VWS-begroting en aanvullende post Financiën) | 550 | 593 | 591 | 480 | 477 | 491 |
Subsidieregeling abortusklinieken (Artikel 1) | 18 | 18 | 18 | 18 | 18 | 18 |
Subsidie NIPT (Artikel 1) | 17 | 16 | 16 | 15 | 15 | 15 |
Ondersteuning van het zorgstelsel (Artikel 2) | 43 | 48 | 39 | 19 | 2 | 2 |
Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt (Artikel 4) | 278 | 347 | 355 | 256 | 255 | 255 |
Zorg, welzijn en jeugdzorg op Caribisch Nederland (Artikel 4) | 195 | 154 | 145 | 149 | 154 | 157 |
Loon- en prijsbijstelling (VWS-begroting en aanvullende post Financiën) | 0 | 9 | 18 | 24 | 33 | 43 |
Netto begrotingsgefinancierde zorguitgaven ontwerpbegroting 2021 | 2.483 | 2.094 | 2.104 | 1.994 | 1.991 | 2.004 |
Figuur 5 Samenstelling begrotingsgefinancierde uitgaven 2021 (in miljarden euro’s)