Base description which applies to whole site

5.5 Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG)

Exploitatieoverzicht

Tabel 34 Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap RvIG (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

(1) Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen)

(2) Mutaties 2e suppletoire begroting

Totaal geraamd (3) = (1) + (2)

Baten

   

- Omzet

112.388

7.000

119.388

waarvan omzet moederdepartement

45.302

16.000

61.302

waarvan omzet overige departementen

0

4.000

4.000

waarvan omzet derden

67.086

‒ 13.000

54.086

Rentebaten

0

500

500

Vrijval voorzieningen

26.905

2.112

29.017

Bijzondere baten

0

0

0

Totaal baten

139.293

9.612

148.905

    

Lasten

   

Apparaatskosten

138.149

18.112

156.261

- Personele kosten

34.913

6.000

40.913

waarvan eigen personeel

27.612

0

27.612

waarvan inhuur externen

6.268

6.000

12.268

waarvan overige personele kosten

1.033

0

1.033

- Materiële kosten

103.236

12.112

115.348

waarvan apparaat ICT

375

0

375

waarvan bijdrage aan SSO's

200

0

200

waarvan overige materiële kosten

102.661

12.112

114.773

Rentelasten

0

0

0

Afschrijvingskosten

9.936

‒ 600

9.336

- Materieel

7.996

‒ 1.600

6.396

waarvan apparaat ICT

100

0

100

waarvan overige materiële afschrijvingskosten

7.896

‒ 1.600

6.296

- Immaterieel

1.940

1.000

2.940

Overige lasten

0

0

0

waarvan dotaties voorzieningen

0

0

0

waarvan bijzondere lasten

0

0

0

Totaal lasten

148.085

17.512

165.597

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

‒ 8.792

‒ 7.900

‒ 16.692

Agentschapsdeel Vpb-lasten

0

0

0

Saldo van baten en lasten

‒ 8.792

‒ 7.900

‒ 16.692

Toelichting

Baten

Omzet

Omzet moederdepartement

De omzet moederdepartement valt naar verwachting hoger uit doordat diverse, door het moederdepartement gefinancierde, grote projecten niet in de begroting waren meegenomen.

Omzet overige departementen

Er heeft een verschuiving plaatsgevonden van omzet derden naar omzet overige departementen.

Omzet derden

Naast voornoemde verschuiving naar de omzet van overige departementen, is bij de tariefstelling voor het gebruik van de Basisregistratie Personen (BRP) in overleg met de gebruikers rekening gehouden met een tekort van € 18,5 mln. Dit negatieve resultaat wordt verrekend met de schuld aan de gebruikers uit voorgaande jaren. Ultimo 2022 bedroeg deze schuld € 30,8 mln. De afbouw van deze schuld gaat hiermee sneller dan begroot.

Vrijval voorzieningen

Bij het bepalen van de egalisatievoorziening ultimo 2022 is reeds rekening gehouden met gestegen productiekosten voor reisdocumenten. De voorziening valt volledig vrij in 2023.

Lasten

Apparaatskosten

Inhuur externen

Diverse grote projecten waren niet in de begroting meegenomen. Gezien de tijdelijke aard van deze projecten, worden de werkzaamheden hoofdzakelijk uitgevoerd met behulp van externe inhuur.

Materiële kosten

Overige materiële kosten

De overige materiële kosten vallen hoger uit doordat diverse grote projecten niet in de begroting waren meegenomen. Deze kosten worden gefinancierd middels separate opdrachten vanuit het moederdepartement.

Daarnaast zijn de productiekosten voor reisdocumenten, als gevolg van de sterke inflatie in 2022, sterker toegenomen dan begroot. Hier is reeds rekening mee gehouden bij de berekening van de egalisatievoorziening ultimo 2022.

Afschrijvingskosten

Materieel

Doordat beoogde investeringen lager uitvallen dan begroot, zijn de afschrijvingskosten ook lager dan begroot. Daarnaast heeft een verschuiving plaatsgevonden van materiële naar immateriële vaste activa.

Immaterieel

Er heeft een verschuiving plaatsgevonden van materiële naar immateriële vaste activa. Dit resulteert in hogere afschrijvingskosten op immateriële vaste activa.

Saldo van baten en lasten

Het negatieve saldo van baten en lasten komt geheel voort uit de niet kostendekkende tariefstelling zoals toegelicht bij de afname van de omzet vanuit derden.

Kasstroomoverzicht

Tabel 35 Kasstroomoverzicht Baten-lastenagentschap RvIG (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
  

(1) Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen)

(2) Mutaties 2e suppletoire begroting

Totaal geraamd (3) = (1) + (2)

1.

Rekening courant RHB 1 januari +  depositorekeningen

43.275

21.797

65.072

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

112.388

7.500

119.888

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

‒ 138.149

‒ 17.200

‒ 155.349

2.

Totaal operationele kasstroom

‒ 25.761

‒ 9.700

‒ 35.461

 

Totaal investeringen (-/-)

‒ 32.625

12.860

‒ 19.765

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

‒ 32.625

12.860

‒ 19.765

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

0

0

 

Eenmalige storting door moederdepartement (+)

0

0

0

 

Aflossingen op leningen (-/-)

0

0

0

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

15.200

‒ 15.200

0

4.

Totaal financieringskasstroom

15.200

‒ 15.200

0

5.

Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4)

89

9.757

9.846

Toelichting

In de begroting is voor de stand van de rekening courant RHB uitgegaan van het saldo ultimo 2021 en de in 2022 begrote mutaties. De daadwerkelijke stand ultimo 2022 was echter € 21,8 mln. hoger.

Operationele kasstroom

De ontvangsten van de operationele kasstroom zijn toegenomen door financiering van projecten door het moederdepartement. Daartegenover staat echter een lagere kasstroom als gevolg van de lager dan begrote tariefstelling BRP.

De totale uitgaven van de operationele kasstroom zijn toegenomen door hogere uitgaven aan externe inhuur en productiekosten van reisdocumenten.

Investeringskasstroom

Diverse investeringen vallen lager uit dan begroot. Daarnaast heeft een deel van de investeringen reeds eind 2022 plaats gevonden.

Financieringskasstroom

Gezien het saldo rekening courant RHB ultimo 2022 en de afgenomen investeringswaarde, wordt in 2023 geen beroep gedaan op de leenfaciliteit.

Licence