Omschrijving | (1) Vastgestelde begroting | (2) Mutaties 1e suppletoire begroting | (3) = (1) + (2) Totaal geraamd |
---|---|---|---|
Baten | |||
Omzet | 3.559.455 | 157.767 | 3.717.222 |
waarvan omzet moederdepartement | 3.312.661 | 38.696 | 3.351.357 |
waarvan omzet overige departementen | 95.417 | 15.107 | 110.524 |
waarvan omzet derden | 221.439 | 43.944 | 265.383 |
waarvan saldo op ontvangen bijdragen exploitatie en onderhoud | ‒ 183.444 | 125.383 | ‒ 58.061 |
waarvan saldo op ontvangen bijdragen voor te verlenen diensten | 113.382 | ‒ 65.363 | 48.019 |
Rentebaten | 46.172 | 23.298 | 69.470 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 1.500 | 0 | 1.500 |
Totaal baten | 3.607.127 | 181.065 | 3.788.192 |
Lasten | |||
Apparaatskosten | 1.473.123 | 26.622 | 1.499.745 |
- Personele kosten | 1.126.870 | 30.085 | 1.156.955 |
waarvan eigen personeel | 1.057.498 | 28.963 | 1.086.461 |
waarvan inhuur externen | 69.372 | 1.122 | 70.494 |
waarvan overige personele kosten | 0 | 0 | 0 |
- Materiele kosten | 346.253 | ‒ 3.463 | 342.790 |
waarvan apparaat ICT | 46.983 | ‒ 1.147 | 45.836 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 67.848 | ‒ 719 | 67.129 |
waarvan overige materiele kosten | 231.422 | ‒ 1.597 | 229.825 |
Externe Productkosten | 2.101.059 | 154.834 | 2.255.893 |
Rentelasten | 2.936 | ‒ 1.041 | 1.895 |
Afschrijvingskosten | 20.359 | ‒ 1.438 | 18.921 |
- Materieel | 20.199 | ‒ 1.438 | 18.761 |
waarvan apparaat ICT | 4.609 | 808 | 5.417 |
waarvan overige materiele afschrijvingskosten | 15.590 | ‒ 2.246 | 13.344 |
- Immaterieel | 160 | 0 | 160 |
Overige lasten | 8.000 | 0 | 8.000 |
waarvan dotaties voorzieningen | 8.000 | 0 | 8.000 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 3.605.477 | 178.977 | 3.784.454 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 1.650 | 2.088 | 3.738 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 130 | 0 | 130 |
Saldo van baten en lasten | 1.520 | 2.088 | 3.608 |
Dotatie aan reserve Rijksrederij | 1.520 | 2.088 | 3.608 |
Te verdelen resultaat | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Baten
Omzet
Omzet moederdepartement
De hogere omzet moederdepartement ten opzichte van de begroting 2024 € 38,7 miljoen is met name veroorzaakt door:
– Overheveling van budget uit Aanleg en Vervanging en Renovatie ten behoeven van de overdracht van zij-objecten Hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl (€ 14,4 miljoen);
– Programmamiddelen voor het uitvoeren van het onderzoeksprogramma 2024 voor de water en bodemopgaven. Dit onderzoeksprogramma wordt uitgevoerd onder de Subsidieregeling Instituten voor Toegepast Onderzoek (SITO-regeling) (€ 12,2 miljoen);
– Apparaatsmiddelen voor de extra capaciteit die RWS levert in het kader van beleidsondersteuning en advisering (BOA). Dit betreft alle advieswerkzaamheden die RWS uitvoert in opdracht van IenW (€ 7,6 miljoen);
– Bijdrage van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) aan het programma Windenergie op zee (€ 3 miljoen). RWS werkt samen met EZK aan het realiseren van de doelstelling in de Routekaart windenergie op zee 2030;
– Bijdrage van RWS aan het programma Vernieuwing SAP ( ‒ € 7 miljoen)
– Het restant betreft verschillende mutaties kleiner dan € 5,0 miljoen.
Omzet overige departementen
De hogere omzet overige departementen ten opzichte van de begroting 2024 € 15,1 miljoen is met name veroorzaakt door de verschuiving van de inwerkingtredingsdatum van de Omgevingswet van 2023 naar 2024. RWS ontwikkelt het Digitaal stelsel Omgevingswet (DSO) in opdracht van BZK. Met de verschuiving van de inwerkingtredingdatum blijft het project langer in de ontwikkelfase, waarbij de verwachting was dat DSO nu al in de beheerfase zou zitten. Als gevolg hiervan zullen de opbrengsten in 2024 hoger zijn dan bij het opstellen van de begroting 2024 werd verwacht. Daarnaast verwacht RWS ook een hogere realisatie van het programma Opwek van Energie op Rijksvastgoed (OER).
Omzet derden
Ten opzichte van de begroting 2023 neemt de omzet derden toe met € 43,9 miljoen. Dit is met name veroorzaakt door toename van de energie opbrengsten voor Maasvlakte 2 (€ 35 miljoen) die vanaf 2023 door RWS worden ontvangen. Dit was niet in de begroting 2024 opgenomen. Tegenover deze opbrengsten staan beheerkosten van het windmolenpark. Het positieve saldo is ter dekking van de reguliere energielasten van RWS. Daarnaast een hogere opbrengst op het verhalen van kosten door schaderijdingen en schadevaringen (€ 6,0 miljoen). Het restant betreft mutaties kleiner dan € 5 miljoen.
Saldo op ontvangen bijdragen
In navolging van de aanbeveling uit het rapport doorlichting agentschap Rijkswaterstaat (2021) en toezegging aan de Tweede Kamer over het gebruik en de naamgeving van de balanspost Nog Uit Te Voeren Werkzaamheden (NUTW) zijn de afspraken over het gebruik van de NUTW post opnieuw geformaliseerd. Hierbij is besloten de NUTW te splitsen in een post gerelateerd de bekostiging van de maatregelen ten behoeve van het Basis KwaliteitsNiveau (BKN) voor Exploitatie en Onderhoud en een post voor overige werkzaamheden gefinancierd vanuit EPK-BLS, respectievelijk «Saldo op ontvangen bijdragen exploitatie en onderhoud» en Saldo op ontvangen bijdragen voor te verlenen diensten».
Saldo op ontvangen bijdragen voor exploitatie en onderhoud
Onder dit saldo vallen de ontvangsten en uitgaven die samenhangen met afspraken over het Basis Kwaliteitsniveau (BKN). De huidige prognose geeft het beeld dat RWS meer opdrachten in de markt kan zetten dan het aan opbrengsten ontvangt. Op basis daarvan is het de verwachting dat het saldo € 125,4 miljoen minder zal toenemen, ten opzichte van de begroting 2024.
Saldo op ontvangen bijdragen voor te verlenen diensten
Onder dit saldo vallen de ontvangsten en uitgaven in het kader van planstudies, Caribisch Nederland, werken voor en met partners, aanvullende opdrachten van het moederdepartement die niet tot BKN behoren en overige opdrachten. De huidige prognose geeft het beeld dat RWS meer opdrachten heeft gekregen dan werd verwacht bij het opstellen van de begroting 2024, terwijl de uitvoering van die opdrachten deels verder in de tijd ligt, waardoor de uitvoering in 2024 lager uitkomt. Als gevolg hiervan is het de verwachting dat het saldo € 65,4 miljoen minder zal afnemen ten opzichte van die begroting.
Rentebaten
Rentebaten zijn het gevolg van de gestegen rentepercentages sinds 2022, ter bestrijding van de inflatie. Deze stijging van het rentepercentage heeft zich ook voorgedaan na het opstellen van de begroting 2024, hetgeen een toename van de verwachte rentebaten verklaart. Het gaat hier om stijging van 2,9% naar 3,9%. RWS ontvangt rente op de rekening-courant verhouding met het ministerie van Financiën. Deze rentebaten worden ingezet om de misgelopen IBOI op het saldo op ontvangen bijdragen deels te compenseren.
Lasten
Apparaatskosten
Personele kosten
De personele kosten bestaan uit de kosten van het eigen personeel en de kosten van de ingehuurde capaciteit voor de uitvoering van kerntaken. Dat de personele kosten zijn toegenomen ten opzichte van de begroting 2024 komt met name door extra capaciteit in het kader van beleidsondersteuning en advisering (BOA), Werken aan Uitvoering en de instroom in het kader van de banenafspraak arbeidsbeperkten.
De hogere inhuur ten opzichte van de begroting is met name het gevolg, krapte op de arbeidsmarkt waardoor RWS, gezien de productieopgave, een hoger beroep op inhuur moet doen dan werd ingeschat bij het opstellen van de begroting.
Externe Productkosten
De hogere externe productkosten ten opzichte van de begroting 2024 ad. € 154,8 miljoen is met name het gevolg van het inpassen van de herstelkosten voor de Prinses Margriettunnel. Daarnaast stijgen de kosten door de uitvoering van het kennisprogramma Water en Bodem 2024, programma OER, opdrachten voor het Nationaal Dataportaal Wegverkeer en toename van kosten als gevolg van schaderijdingen en schadevaringen. Voor meer informatie bij deze posten wordt verwezen naar de toelichting onder Omzet.
Rentelasten
De rentelasten zijn met ‒ € 1 miljoen naar beneden bijgesteld. Dit is met name het gevolg van een lagere realisatie op investeringen in 2023. Hierdoor zijn de rentelasten in 2024 lager dan verwacht.
Afschrijvingskosten
Ten opzichte van de begroting zijn de afschrijvingskosten naar beneden bijgesteld (- € 1,4 miljoen) als gevolg van de lagere realisatie van investeringen in 2023. Dit kent een doorwerking in de afschrijvingskosten in 2024.
Overige lasten
Dotatie aan reserve Rijksrederij
Het verschil tussen de doorbelaste rente en afschrijvingskosten voor de vaartuigen van de Rijksrederij op basis van vervangingswaarde (waarop de tarieven worden gebaseerd) en de afschrijvings- en rentekosten (waarop de vaartuigen worden gewaardeerd) is met € 2 miljoen naar boven bijgesteld. Van het totaal ad. € 11,6 miljoen wordt naar verwachting € 3,6 miljoen gedoteerd aan de reserve Rijksrederij, bestemd voor de aanschaf van nieuwe vaartuigen en € 8,0 miljoen aan de voorziening groot onderhoud vaartuigen, bestemd voor groot, levensduur verlengend, onderhoud.
Omschrijving | (1) Vastgestelde begroting | (2) Mutaties 1e suppletoire begroting | (3)=(1)+(2) Totaal geraamd | |
---|---|---|---|---|
1. | Rekening courant RHB 1 januari 2024 | 1.640.942 | 35.922 | 1.676.864 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 3.677.189 | 121.045 | 3.798.234 | |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) | ‒ 3.577.248 | ‒ 180.415 | ‒ 3.757.663 | |
2 | Totaal operationele kasstroom | 99.941 | ‒ 59.370 | 40.571 |
Totaal investeringen (-/-) | ‒ 59.913 | 3.890 | ‒ 56.023 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 59.913 | 3.890 | ‒ 56.023 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | 0 | 0 | 0 | |
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) | 0 | 0 | 0 | |
Aflossingen op leningen (-/-) | ‒ 17.940 | 2.216 | ‒ 15.724 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 56.918 | ‒ 3.696 | 53.222 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 38.978 | ‒ 1.480 | 37.498 |
5. | Rekening courant RHB 31 december 2024 (=1+2+3+4) | 1.719.948 | ‒ 21.038 | 1.698.910 |
Toelichting
Rekening courant RHB 1 januari 2024
Dit is de mutatie naar de werkelijke stand per 1-1-2024. Voor een uitgebreide toelichting zie het jaarverslag 2023.
Operationele kasstroom
Hieronder vallen de ontvangsten en uitgaven uit de reguliere bedrijfsvoering.
De hogere ontvangsten operationele kasstroom ten opzichte van de begroting (€ 121,0 miljoen) worden met name veroorzaakt door de hogere ontvangsten van het moederdepartement, overige departementen, derden en de verwachte rentebaten. Zie hiervoor ook de toelichting onder «Omzet» en «Rentebaten».
De hogere uitgaven operationele kasstroom ten opzichte van de begroting (€ 180,4 miljoen) worden met name veroorzaakt door de hogere externe productkosten. Zie hiervoor ook de toelichting onder «Externe productkosten».
Investeringskasstroom
Hieronder vallen de investeringen in nieuwe en bestaande activa en de boekwaarden, boekwinsten en boekverliezen van de verschrootte en verkochte vaste activa.
Ten opzichte van de begroting zijn de investeringen naar beneden bijgesteld (- € 3,9 miljoen).
Financieringskasstroom
Hieronder vallen alle geldstromen die te relateren zijn aan de financiering van RWS.
De lagere aflossing op leningen is het gevolg van lagere investeringen in 2023, die een doorrekening kent in 2024 (- € 2,2 miljoen).
Het lagere beroep op de leenfaciliteit ten opzichte van de begroting (- € 3,7 miljoen) is het gevolg van de hierboven genoemde lagere investeringen.