Base description which applies to whole site

2.2 Motie Schouw

Met de motie Schouw5 heeft de Tweede Kamer de regering verzocht de specifieke aanbevelingen van de Europese Commissie voor Nederland een eigenstandige plaats te geven in de departementale begrotingen, zodat duidelijk is hoe met de aanbevelingen wordt omgegaan. De Europese Unie (EU) heeft Nederland aanbevolen «om de uitvoering van het Herstel- en Veerkrachtplan (HVP) voort te zetten of te versnellen, inclusief de herzieningen en de integratie van de REPowerEU-hoofdstukken en rekening houdend met mogelijke landspecifieke uitvoeringsrisico’s». Zie paragraaf 2.1, verduurzaming voor een toelichting over het HVP.

Op 4 oktober 2022 is het Nederlandse HVP goedgekeurd. Het bestaat uit 49 maatregelen. Het ministerie van Financiën geeft uitvoering aan de volgende maatregelen:

  • Hervorming van de energiebelasting;

  • Invoering en aanscherping van de CO2 belasting voor de industrie;

  • Verhoging van de vliegbelasting;

  • Hervorming van de autobelastingen;

  • Verhoging van de leegwaarderatio;

  • Uitfasering van de belastingvrijstelling voor schenkingen ter financiering van de aankoop van een woning;

  • Verlaging van de zelfstandigenaftrek;

  • Aanpak schijnzelfstandigheid;

  • Hervorming van Nederlands fiscaal beleid;

  • Aanpak van mismatches bij de toepassing van het zakelijkheidsbeginsel;

  • Wijziging van de specifieke renteaftrekbeperking ter voorkoming van de vrijstelling van de betaling van belastingen op negatieve rente en positieve valutaresultaten;

  • Beperking van de aftrek van liquidatie- en stakingsverliezen;

  • Beperking van verliesverrekening;

  • Anti-witwasbeleid;

  • Audit en controle.

Het demissionaire kabinet werkt momenteel hard aan de implementatie van het HVP, alsook aan de afronding van het REPowerEU-hoofdstuk dat daar onderdeel van is. Op 6 juli 2023 is de Nederlandse inzet voor het REPowerEU-hoofdstuk formeel ingediend bij de Europese Commissie. Over de voortgang van de implementatie van het HVP wordt de Kamer halfjaarlijks geïnformeerd. In het voorjaar van 2024 zal dit gebeuren door middel van het Nationaal Hervormingsprogramma en in het najaar door middel van een aparte Kamerbrief.

In totaal maakt Nederland aanspraak op € 5,4 mld. uit de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit. Dit geld is verspreid over vijf betaalverzoeken tot en met 2026. De maatregelen van het HVP bevatten elk één of meer mijlpalen of doelstellingen die verspreid zijn over de verschillende betaalverzoeken. Om de betaling te ontvangen moet Nederland aantonen dat het de betrokken mijlpalen en doelstellingen heeft behaald.

De minister van Financiën bereidt, namens het (demissionaire) kabinet en in nauwe samenwerking met de departementen die verantwoordelijk zijn voor de verschillende maatregelen, het eerste betalingsverzoek voor ter waarde van € 1,4 mld. Het ministerie van Financiën zelf is voor het eerste betaalverzoek verantwoordelijk voor het halen van de onderstaande mijlpalen. Elk van deze mijlpalen valt onder een van de hierboven benoemde maatregelen. Financiën heeft zijn mijlpalen in het eerste betaalverzoek zijn reeds behaald. Over de beoordeling van het eerste betalingsverzoek door de Europese Commissie wordt de Kamer te zijner tijd geïnformeerd.

  • Inwerkingtreding van een wet tot invoering van de C02- heffing voor de industrie;

  • Inwerkingtreding van een wet tot aanscherping van de C02- heffing voor de industrie;

  • Inwerkingtreding van een wet tot verhoging van de vliegbelasting;

  • Inwerkingtreding van wetgeving tot verhoging van de leegwaarderatio;

  • Inwerkingtreding van de wet tot verlaging van de belastingaftrek voor zelfstandigen;

  • Inwerkingtreding van de wet die mismatches bij de toepassing van het zakelijkheidsbeginsel aanpakt;

  • Inwerkingtreding van wijzigingen van de wet op de vennootschapsbelasting om een einde te maken aan de vrijstelling van de betaling van belastingen op negatieve rente en positieve valutaresultaten;

  • Inwerkingtreding van wijzigingen van de wet op de vennootschapsbelasting die de belastingvrijstelling op grond van liquidatie- en stakingsverliezen beperken;

  • Inwerkingtreding van wijzigingen van de wet op de vennootschapsbelasting die de verliesverrekening beperken;

  • Register voor audit en controle: informatie voor het monitoren van de uitvoering van de herstel-en veerkrachtfaciliteit;

  • Inwerkingtreding van het ministerieel besluit tot wijziging van het statuut van de Auditdienst Rijk en

  • Inwerkingtreding van een ministerieel besluit tot wijziging van het organisatiebesluit tot vaststelling van het mandaat van de programmadirectie Herstel- en veerkrachtplan.

Nederland is tevens voornemens om in 2024 het tweede betalingsverzoek bij de Europese Commissie in te dienen. Ook de mijlpalen voor het ministerie van Financiën die onder het tweede betaalverzoek vallen zijn reeds behaald. Over de beoordeling van dit tweede betalingsverzoek door de Europese Commissie wordt de Kamer ook te zijner tijd geïnformeerd.

Budgettaire risico's toekomstige hervormingen HVP

Wanneer Nederland een mijlpaal of doelstelling van het HVP niet haalt, zal de Europese Commissie Nederland korten op de uitbetaling van de in totaal € 5,4 mld. uit de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit. Het niet tijdig of volledig invoeren van in het HVP afgesproken hervormingen heeft dus aanzienlijke budgettaire gevolgen. Voor het derde betaalverzoek (medio 2025) zijn van het ministerie van Financiën de volgende hervormingen opgenomen in het HVP:

  • Inwerkingtreding van een wet tot aanpassing van de structurele elementen van energiebelastingen;

  • Inwerkingtreding van een wet tot uitfasering van de vrijstelling in de aanschafbelasting (Belasting van Personenauto’s en Motorrijwielen, BPM) voor bestelauto’s;

  • Opheffen van het handhavingsmoratorium op de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelatie en

  • Inwerkingtreding van een wet die een limiet voor contante betalingen invoert.

Met uitzondering van de uitfasering van de BPM-vrijstelling voor bestelauto's zijn deze hervormingen nog niet ingevoerd en vereisen ze op korte termijn beslissingen op politiek niveau. Om een forse financiële strafkorting te voorkomen, moeten deze hervormingen in het eerste kwartaal van 2025 zijn doorgevoerd. De consequenties van het niet doorvoeren van deze hervormingen worden bepaald door de Europese Commissie. Wanneer de Europese Commissie een strafkorting oplegt, kan dat oplopen tot honderden miljoenen per maatregel. Wanneer het Nederlandse HVP de landspecifieke aanbevelingen onvoldoende adresseert, kan in het uiterste geval het volledige bedrag van het HVP worden ingehouden.

5

Kamerstukken II 2010-2011, 21 501-20, nr. 537

Licence