Het werk van het ministerie van Financiën gaat over meer dan cijfers en geld alleen. Het gaat over mensen en hun brede welvaart. Mensen met verwachtingen, zorgen, vragen, dromen en plannen. We luisteren naar wat er speelt in de samenleving van vandaag en hebben aandacht voor hoe Nederlanders hun toekomst zien. We zorgen ervoor dat Nederland en onze economie klaar zijn voor de steeds sneller veranderende wereld van morgen. Natuurlijk is daar geld voor nodig. Dat geld brengen burgers en bedrijven via onder andere belastingen bijeen en besteedt de overheid aan zaken die we als samenleving belangrijk vinden. Het is onze taak om er op toe te zien dat het geld van de Nederlandse overheid goed wordt besteed met als doel een financieel gezond Nederland, zowel nu als in de toekomst.
Gezien de demissionaire status van het kabinet wordt er terughoudend omgegaan om nieuw beleid voor te bereiden. Wel buigt het demissionaire kabinet zich over een aantal maatschappelijke opgaven waarvoor besluitvorming niet kan wachten tot een nieuw kabinet. Dat geldt bijvoorbeeld voor Oekraïne, Herstel toeslagen en de uitwerking van Europese regelgeving.
Met een pandemie achter de rug, de oorlog in Oekraïne en sterk toegenomen inflatie bevindt ook Nederland zich in roerige tijden. De stijgende prijzen en daling van de koopkracht brengen onzekerheid met zich mee voor burgers en bedrijven. We staan voor een grote opgave om de maatschappelijke vraagstukken aan te pakken en om brede welvaart nu en in de toekomst te versterken. Wij, als ministerie van Financiën, hebben de ambitie om in 2024 verdere voorbereidende stappen te zetten om het belastingstelsel te vereenvoudigen en het toeslagenstelsel te hervormen. Een volgend kabinet kan een besluit nemen over de toekomst van het belasting- en toeslagenstelsel. Ook willen we de schadeafhandeling van de toeslagengedupeerden verbeteren en versnellen, zodat fouten uit het verleden zo goed mogelijk worden hersteld. Verder willen we bijdragen aan de transitie naar een duurzamere economie waar de financiële sector in 2024 een belangrijke rol in speelt en dragen we bij aan de aanpak van ondermijnende criminaliteit. Daarnaast houden we de ontwikkelingen in Oekraïne, dat nog steeds wordt geconfronteerd met een oorlog, nauw in de gaten en helpen we waar mogelijk.
We besteden aandacht aan de relatie tussen onze uitvoeringsorganisaties en hun opdrachtgevers. Daarbij richten we ons op de kwaliteit van onze uitvoeringsorganisaties zodat zij hun taken goed kunnen uitvoeren en snel kunnen inspelen op veranderende omstandigheden. Dit doen we onder andere door in te zetten op het tijdig werven en het behouden van deskundig personeel. Voldoende mogelijkheden voor persoonlijke ontwikkeling, het vergroten van de (fiscaal-juridische) vakkennis en het bevorderen van het lerend vermogen blijven daarbij belangrijke aandachtspunten. Dat geldt ook voor de integriteit van de medewerkers en het zorgen voor een open en veilig werkklimaat. Verder werken we aan de modernisering van het ICT-landschap, het verbeteren van de informatiehuishouding, de interne beheersing van de bedrijfsvoering en de gegevensbescherming.
Binnen het ministerie van Financiën spannen we ons in om een diverse en inclusieve werkgever te zijn, waar medewerkers zich thuis voelen, zich veilig voelen en graag willen werken. Ook zullen we vanuit onze rol als aandeelhouder onverminderd aandacht blijven vragen voor diversiteit bij (staats)deelnemingen. Wij zetten ons in voor een evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in de raad van bestuur en raad van commissarissen. Als minimum geldt een derde deel aan vrouwen in deze raden.
Met de in deze beleidsagenda genoemde beleidsprioriteiten willen we de problemen uit het verleden herstellen, zo goed mogelijk omgaan met de hedendaagse ontwikkelingen en de manier van werken en de prestaties van het ministerie van Financiën verbeteren. Zo dragen we ook in 2024 bij aan het versterken van een financieel gezond Nederland.
Thema 1: Gezonde en duurzame economie in een internationale omgeving
Financieel gezond en brede welvaart
Ondanks de demissionaire status van het kabinet is het belangrijk oog te houden voor gezonde overheidsfinanciën en de daarmee integraal verbonden brede welvaart. De welvaart van morgen wordt gewaarborgd door een degelijk financieel-economisch beleid waarbij er aandacht is voor onderwerpen die in de maatschappij spelen. Dan gaat het onder meer om klimaat, onderwijs en de woningmarkt. Bij een degelijk financieel-economisch beleid is geld geen doel op zich, maar een middel om doelen te bereiken. Hierbij zijn investeringen soms noodzakelijk, dit kan in combinatie met een krappe arbeidsmarkt resulteren in het bereiken van grenzen van wat mogelijk is. Dit geldt zowel op budgettair vlak – we willen geen rekeningen doorschuiven naar de toekomstige generaties - als op het gebied van uitvoeringsmogelijkheden. Daarnaast bestaat het risico dat extra overheidsuitgaven de hoge inflatie nog verder aanjagen, waardoor voor veel huishoudens de koopkracht daalt. Om dit te voorkomen besteden we nauw aandacht aan de impact van overheidsuitgaven op de economie en zorgen we ervoor dat tegenvallers én nieuw beleid gedurende de kabinetsperiode in beginsel van dekking worden voorzien. In de Miljoenennota gaan we hier dieper op in.
Met het uitvoeren van dit budgettaire beleid wordt voor 2024 een EMU-saldo (Europese Monetaire Unie) verwacht van ‒ 2,9% bruto binnenlands product (bbp). Het EMU-saldo blijft in de jaren daarna rond de ‒ 3% schommelen en verslechtert vervolgens tot ‒ 3,2% in 2028. De EMU-schuld wordt geraamd op 47,3% bbp in 2024, waarna deze geleidelijk stijgt tot 52,9% bbp in 2028. Hiermee blijft Nederland onder de Europese grenswaarde van 60% bbp. Tegelijkertijd bestaat het risico dat dit beeld bij een verslechtering van de economische situatie snel kan omslaan.
Brede welvaart gaat over de kwaliteit van leven in het hier en nu en de mate waarin dit invloed heeft op de kwaliteit van het leven van toekomstige generaties en mensen elders op de wereld. We zetten verschillende stappen om brede welvaart en haar brede maatschappelijke thema’s verder te integreren in de begrotingscyclus. Zo worden in september 2023, op Prinsjesdag, door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) per departement factsheets gepubliceerd waarin indicatoren uit de Monitor Brede Welvaart en de Duurzame Ontwikkelingsdoelen op hoofdlijnen worden gekoppeld aan de departementale beleidsterreinen. De factsheets maken de ontwikkelingen op het gebied van brede welvaart beter zichtbaar. Dit biedt de mogelijkheid om beleid meer overkoepelend te beschouwen en zo ontstaat er meer aandacht voor de samenhang tussen verschillende beleidsterreinen en beleid op lange termijn.
In de ‘Factsheet Brede Welvaart 2023 bij de begroting van het ministerie van Financiën en Miljoenennota’ zijn bredewelvaartsindicatoren opgenomen die te maken hebben met de (rijks)begroting en het beleidsterrein van ons ministerie. De indicatoren komen voor het overgrote deel van het CBS en hebben een terugkijkend karakter. Volgens het CBS laten veel indicatoren over het algemeen een positieve trend zien, onder andere op het gebied van de overheidsfinanciën. Het is niet vanzelfsprekend dat dit ten gunste is van de brede welvaart. Zo was het EMU-saldo van 2022 fors positiever dan geraamd. Dit komt onder andere omdat niet alle begrote middelen voor beleidsdoelen, die ook weer kunnen bijdragen aan brede welvaart, zijn gerealiseerd. De belastingmoraal in Nederland steeg in 2021 en kwam uit op 3,88, waarbij 5 het maximum is. Ook op het gebied van financiële economie zijn er positieve trends te zien: het vertrouwen in banken is toegenomen, terwijl bij niet-financiële bedrijven de mediane solvabiliteit, een indicator die de financiële gezondheid meet, is gestegen.
Verduurzaming
Verduurzaming is een belangrijk middel om brede welvaart tot stand te brengen. In 2024 zetten we op verschillende gebieden stappen in de transitie naar een duurzamere economie:
– We zetten ons in om energieverbruik, broeikasgasuitstoot en het gebruik van fossiele brandstoffen beter te beprijzen. Op deze manier zorgen we ervoor dat bedrijven en burgers worden gestimuleerd om te verduurzamen en dragen we bij aan een betere prijsbalans tussen vervuilende en duurzame producten. Daarom zijn bijvoorbeeld wijzigingen in de energiebelasting en de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (bpm) voorgesteld.
– Financiële risico’s gerelateerd aan duurzaamheid worden voldoende beheerst en groenwassen wordt voorkomen. We vinden het belangrijk dat bedrijven internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO). Er wordt daarom gewerkt aan IMVO-wetgeving op nationaal en Europees niveau. Hierbij zetten we in op duidelijkheid voor bedrijven en coherentie met andere EU-maatregelen (Europese Unie).
– We stellen in 2024 een zogenoemde allocatie- en impactrapportage op over de nieuwe groene obligatie die in 2023 is uitgegeven door de Nederlandse staat. Met deze rapportage leggen we verantwoording af aan investeerders. Dit doen we door inzicht te geven in de categorieën waar de groene obligatie bij aansluit en door inzichtelijk te maken wat de impact hiervan is op het verminderen van CO2-uitstoot en overige resultaatsindicatoren.
– De minister van Financiën is co-chair van de Coalition of Finance Ministers for Climate Action. Vanuit deze positie zet de minister duurzame opgaven internationaal op de agenda en worden instrumenten van de ministers van Financiën besproken om deze doelen te bereiken. Hieronder valt onder andere het normeren en beprijzen van uitstoot, het faciliteren en reguleren van de financiële sector, macro-economische modellering en budgettering.
– Financiële markten moeten een vliegwiel voor verduurzaming zijn, waardoor de financiële instellingen de economie van de toekomst financieren en bedrijven helpen om de transitie naar een duurzame economie te maken. Om de klimaattransitie te versnellen, zoeken we uit of wetgeving er voor kan zorgen de bijdrage van de financiële sector aan de transitie kan versterken. We kijken bijvoorbeeld naar de afschaffing van de financiering van fossiele brandstoffen. Dit doen we samen met het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Internationale Financiële Instellingen, zoals de Europese Investeringsbank en de Wereldbank, dienen het goede voorbeeld te geven. De portefeuilles van financiële instellingen moeten zo snel mogelijk volledig in lijn worden gebracht met de duurzaamheidsdoelstellingen van het Klimaatakkoord van Parijs. Hierdoor wordt onder meer de financiering van fossiele brandstoffenprojecten verminderd. Verder vragen we deze instellingen om er bij landen op aan te dringen om klimaatmaatregelen te nemen. Nederland verkent hoe naast deze punten op klimaatmitigatie de inzet op klimaatadaptatie, waaronder waterbeheer, geconcretiseerd kan worden.
– De Europese Herstel- en Veerkrachtfaciliteit biedt de lidstaten van de EU financiële steun om te werken aan duurzaam economisch herstel na de coronacrisis en om hun economieën weerbaarder te maken tegen toekomstige crises. Dat gebeurt onder meer door fors in te zetten op de groene en digitale transitie. In 2023 is de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit uitgebreid met het REPowerEU, dat als doel heeft de afhankelijkheid van Russische fossiele energie af te bouwen en de energietransitie te versnellen. Met het Nederlandse Herstel- en Veerkrachtplan (HVP) en het REPowerEU-addendum maakt Nederland aanspraak op € 5,4 mld. uit de Herstel-en Veerkrachtfaciliteit. Daarmee dragen wij bij aan het behalen van de nationale klimaatdoelen en het versnellen van de energietransitie. Het HVP bevat 49 maatregelen en 127 mijlpalen en doelstellingen. Bijna de helft daarvan gaat naar groene en klimaat gerelateerde maatregelen. In 2024 dient Nederland het tweede HVP-betaalverzoek in bij de EU en wordt het derde betaalverzoek voorbereid. Vertraging van de uitvoering van de maatregelen in het Nederlandse HVP zal leiden tot opschorting of korting van de uitkering van de Nederlandse HVP-middelen door de Europese Commissie. In paragraaf 2.2 gaan we verder in op de maatregelen waar wij uitvoering aan geven.
– We hebben als ministerie de ambitie om zelf duurzaam te werken in zowel beleid, uitvoering en bedrijfsvoering. We stimuleren efficiëntere en schonere dienstverlening in de rijksbrede contracten. We zetten in op de afname van het aantal vervoersbewegingen en meer gebruik van elektrische voertuigen. Daarnaast is ons ministerie in 2022 gestart met de implementatie van de CO₂-Prestatieladder. Hierdoor krijgen we inzicht in de CO₂-uitstoot van onze bedrijfsvoering. De uiteindelijke ambitie is een klimaatneutrale bedrijfsvoering in 2030. Naast inhoudelijke maatregelen worden ook initiatieven binnen de organisatieonderdelen genomen om bewustwording, draagvlak en kennis te vergroten onder de medewerkers.2
Internationaal
Oekraïne
Al meer dan een jaar verdedigt Oekraïne zichzelf tegen Rusland. Hierdoor kampt het land met hoge noden, onder andere op militair, economisch en humanitair terrein. Nederland ondersteunt Oekraïne om deze hoge noden waar mogelijk te verminderen. Zo hebben we middelen gereserveerd voor wederopbouw die voor een groot deel via de internationale financiële instellingen, zoals de Wereldbank, European Investment Bank en European Bank for Reconstruction and Development worden verstrekt. Daarnaast ontvangt Oekraïne, mede met Nederlandse steun, liquiditeit van de EU en het Internationaal Monetair Fonds. Het demissionaire kabinet zal, onder andere in samenwerking met deze instellingen, Oekraïne blijven steunen gedurende de oorlog en het wederopbouwproces.
EU vernieuwingen
Het demissionaire kabinet blijft zich inzetten om in Europa een leidende en constructieve speler te zijn. Daarbij investeren we in een verdere verbetering van de relaties met andere lidstaten en gebruiken we dit verbeterde netwerk om bestaande en verwachte voorstellen van de Europese Commissie te beïnvloeden ten behoeve van het Nederlandse belang. Het is aan een volgend kabinet om vernieuwingen wel of niet verder voort te zetten.
Binnen de EU wordt er onder andere gesproken over het aanpassen van de Europese begrotingsregels waar lidstaten aan moeten voldoen. Lidstaten en het Europees Parlement streven ernaar de onderhandelingen over deze wetgevende voorstellen in 2023 af te ronden. Als dit lukt, staat 2024 in het teken van de toepassing van het nieuwe raamwerk, zowel Europees als nationaal.
Daarnaast zal in 2024 naar verwachting de discussie in de Raad worden voortgezet over de introductie van nieuwe eigen middelen om de Europese begroting en de terugbetaling van NextGenerationEU-leningen te financieren. Voorstellen voor nieuwe eigen middelen worden beoordeeld op hun eigen merites. Daarbij wordt onder andere gekeken naar het effect op de Nederlandse afdrachten aan de EU, de stabiliteit van de grondslagen, de uitvoerbaarheid en het effect op de voorspelbaarheid van de nationale afdracht.
Fiscaliteit
Ook op fiscaal terrein werken we internationaal steeds meer samen, zowel binnen de EU als binnen de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling. Zo wordt in Europees verband onderhandeld over de Unshell-richtlijn, die het gebruik van doorstroomvennootschappen tegengaat. Nederland zet zich in voor een akkoord. Daarnaast wordt een nieuw richtlijnvoorstel verwacht voor een gemeenschappelijke grondslag voor het berekenen van de winst voor vennootschappen in de EU, de Business in Europe: Framework for Income Taxation. Tot slot lopen in EU-verband onderhandelingen over een omvangrijk btw-pakket (belasting over de toegevoegde waarde), waarmee grensoverschrijdend ondernemen makkelijker wordt gemaakt, administratieve lasten afnemen en fraude effectiever kan wordt bestreden.
Thema 2: (Fiscaal) beleid en de uitvoering
Fiscale beleidsprioriteiten
Jaarlijks presenteren we op Prinsjesdag het Belastingplan met een pakket van aanpassingen voor het komende jaar en opvolgende jaren.
Vereenvoudigen van het belastingstelsel
Het huidige belastingstelsel is vanuit beleidsmatig-, burger- en uitvoeringsperspectief complex. We kijken kritisch naar fiscale regelingen en geven daarmee ook gehoor aan de maatschappelijke en politieke oproep voor vereenvoudiging. Uitgangspunt is dat negatief geëvalueerde regelingen in principe worden afgeschaft, versoberd of omgezet in een subsidie. Wanneer van deze regel wordt afgeweken moet daar een reden voor gegeven worden. Dit draagt bij aan een eenvoudiger belastingstelsel. Op dit gebied worden bijvoorbeeld een aantal regelingen binnen de motorrijtuigenbelasting versoberd of afgeschaft.
Tegengaan belastingontwijking
Internationale belastingontwijking wordt het meest effectief aangepakt met een gecoördineerde internationale aanpak, bij nationaal beleid bestaat namelijk het risico dat belastingontwijking zich enkel verplaatst. Met het wetsvoorstel ‘Wet Minimumbelasting 2024’ is in 2023 de Pijler II-richtlijn omgezet in nationale wetgeving3.
Pijler II ziet toe op een wereldwijd effectief minimumtarief van winstbelasting om te waarborgen dat multinationals altijd ten minste een minimumniveau aan winstbelasting betalen. Op deze manier wordt een ‘race to the bottom’ op het gebied van belastingheffing tegengegaan én wordt internationale belastingontwijking bestreden. Het kabinet blijft zich ook maximaal inspannen om het verdelen van winsten en heffingsrechten (Pijler I) verder te brengen.
Op nationaal niveau zet het kabinet met de aanpak belastingconstructies en fiscale regelingen stappen met de aanpak van oneigenlijk gebruik van het belastingsysteem en een evenwichtigere belastingheffing. Bijvoorbeeld door het aanpakken van vastgoedaandelentransacties, earningsstripping en dividendstripping.
Herstel en verbetering box 3
Het arrest van de Hoge Raad over box 3 presenteerde ons met een flinke opgave. Zo is onder grote tijdsdruk gewerkt aan herstel en overbruggingswetgeving. Inmiddels is het rechtsherstel voor oude belastingjaren grotendeels afgerond en wordt het automatisch over 2022 toegepast. Ook wordt doorgewerkt aan het verfijnen van de overbruggingswetgeving.
Waarborgen gegevensverwerking Belastingdienst, Toeslagen en Douane
Op dit moment werken we aan het wetstraject Wet waarborgen gegevensverwerking Belastingdienst, Toeslagen en Douane. Het wetstraject heeft drie doelen: (1) het verstevigen van de wettelijke grondslagen voor de gegevensverwerking; (2) voorzien in waarborgen bij de gegevensverwerking in aanvulling op de waarborgen die reeds voortvloeien uit de Algemene Verodening Gegevensbescherming (AVG), Baseline informatiebeveiliging overheid en de Archiefwet; en (3) het vergroten van de transparantie bij de gegevensverwerking.
Beleid toeslagen
Op het terrein van Toeslagen wordt samen met de beleidsdepartementen die over de afzonderlijke toeslagen (huurtoeslag, kindgebonden budget, zorgtoeslag en kinderopvangtoeslag) gaan en de uitvoering blijvend gekeken naar mogelijke verbeteringen in het huidige stelsel. In 2024 zetten we de benodigde stappen zodat in 2025 de leeftijdsgrens van 27 jaar bij eerstegraadsbloedverwanten in samengestelde gezinnen4 vervalt en zij daarmee uitgezonderd worden van het toeslagpartnerbegrip. Deze maatregel voorkomt schrijnende gevallen in mantelzorgsituaties en in situaties waarbij eerstegraads bloedverwanten noodgedwongen tijdelijk samenwonen (bijvoorbeeld een dochter die tijdelijk als mantelzorger bij haar moeder woont), door in die situaties niet meer op toeslagen te korten. Daarnaast wordt in 2024 de eindrapportage toekomst toeslagen aan de Eerste en Tweede Kamer aangeboden. In deze eindrapportage worden werkbare opties inzichtelijk gemaakt, gericht op alternatieven voor het stelsel als ook op fundamentele aanpassingen binnen het huidige stelsel. Aan de hand van deze rapportage kan een volgend kabinet een besluit nemen over de toekomst van het toeslagenstelsel.
Belastingdienst
De Belastingdienst bouwt aan het vertrouwen. Dit doen we door burgers en bedrijven centraal te stellen, fouten uit het verleden te herstellen en de basis op orde te brengen om de organisatie wendbaar en toekomstbestendig te maken.
Burgers en bedrijven centraal
Een snelle, betrouwbare en zorgvuldige behandeling van aangiftes, bezwaarschriften en klachten draagt bij aan het vertrouwen. Daarnaast is deskundige en persoonlijke ondersteuning belangrijk, zodat burgers en ondernemers weten wat ze moeten doen en daardoor in staat zijn om een juiste aangifte te doen. Dit bereiken we in 2024 door:
– Het verbeteren en toegankelijker maken van de (digitale) dienstverlening, fysieke loketten en de Belastingtelefoon.
– De uitbreiding van de Stella-teams, opgericht om mensen in complexe en urgente schuldsituaties te helpen. Deze uitbreiding helpt bij het eerder signaleren dat iemand hulp nodig heeft met als doel dat deze burgers meer hulp krijgen dan het reguliere proces kan bieden.
– Het toepassen van standaarden en het ontwikkelen van hulpmiddelen zoals de automatische winstaangifte. Op die manier kunnen ondernemers en hun fiscaal dienstverleners efficiënter en effectiever aan hun fiscale verplichtingen voldoen.
– Meer ruimte te maken voor overleggen met Midden- en kleinbedrijven of hun fiscaal dienstverlener om voorafgaand aan de aangifte duidelijkheid te geven over de toepassing van fiscale regelgeving.
– Verder te gaan met het begrijpelijker maken van alle gestandaardiseerde brieven, zodat burgers en ondernemers weten wat ze moeten doen. Eind 2024 zijn alle circa 5.000 brieven getoetst en waar nodig aangepast.
In 2024 gaan we ook verder met fraudebestrijding. De controlecapaciteit zetten we zo effectief mogelijk in door te werken met handhavingsplannen. Deze plannen onderbouwen de keuzes voor de inzet van handhavingsinstrumenten. In de toezichtketen verleggen we steeds meer het accent naar de voorkant om te zorgen dat de belastingplichtigen in staat zijn een goede aangifte te doen. Dat zorgt ervoor dat we achteraf minder arbeidsintensieve controle hoeven uit te voeren.
Het is van groot belang zorgvuldig en juist om te gaan met de gegevens van burgers en bedrijven. We versterken daarom de gegevensbescherming. Daarbij gaat de Belastingdienst onder meer aan de slag met de (nadere) aanbevelingen die zijn ontvangen in relatie tot de AVG en de Wet politiegegevens.
Herstellen en voorkomen van fouten
In 2024 werken we verder aan het herstel van zaken die in het verleden niet goed zijn gegaan, zoals de box 3-heffing en Fraude Signalering Voorziening. De herstelwerkzaamheden hebben deels gevolgen voor de uitvoering van reguliere taken van de Belastingdienst. Dit kan bijvoorbeeld effect hebben op de afhandeltermijn van bezwaarschriften, de bereikbaarheid van de Belastingtelefoon en het niveau van toezicht. Ook gaan we in 2024 verder aan de slag met de implementatie van het waarborgenkader dat gehanteerd wordt voor hoe en op welke wettelijke grondslag we selecteren welke aangiften voor handmatige beoordeling in aanmerking komen. Via de ‘Stand van de Uitvoering’ rapporteren we ieder jaar over signalen van mogelijke problemen of kansen voor verbetering van uitvoering. In 2024 werken we verder aan het verlagen van de gemiddelde doorlooptijd van de signalen op elk onderdeel van het proces (registratie, opvolging en terugmelding). Daarnaast doen we in 2024 opnieuw een aantal invoeringstoetsen op nieuwe wet- en regelgeving en werken we verder aan de ontwikkeling van het waarborgenkader.
Dienst Toeslagen
Dienst Toeslagen beoogt in nauwe samenwerking met de opdrachtgevende ministeries vitale voorzieningen voor iedereen betaalbaar te maken. Om meer wendbaar te zijn en in verbinding te staan met burgers, medewerkers en andere belanghebbenden, verbeteren we de communicatie met en de dienstverlening aan de burger en de samenwerking met de opdrachtgevers (ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Volksgezondheid, Welzijn en Sport) en met de ketenpartners. Hiermee doen we recht aan het verleden, presteren we in het heden en anticiperen we op de toekomst.
Recht doen aan het verleden
De gedupeerde ouders en hun kinderen is groot onrecht aangedaan. Dienst Toeslagen helpt hen een nieuwe start te maken en hun leven weer op te pakken. Samen met externe betrokken partijen geeft Toeslagen op een verbeterde en versnelde wijze uitvoering aan het herstel van gedupeerden. Naast de regelingen voor gedupeerde ouders en hun kinderen zijn er ook regelingen voor andere groepen die geraakt zijn door de problemen met de kinderopvangtoeslag of andere toeslagen.
Het streven is om 57.000 integrale beoordelingen voor de ouders in het eerste kwartaal van 2025 te hebben afgerond. Daarnaast is de inzet om eind 2026 het proces van bezwaar tegen de eerste toets en de integrale beoordeling te kunnen afronden. Om te voorkomen dat ouders de noodzaak voelen om bezwaar in te dienen wordt de behandeling van de aanvraag voor compensatie, waar mogelijk, verbeterd. Daarnaast wordt ingezet op de verbetering van het bezwaarproces door samen met de ouders gerichter te kijken hoe gehoor kan worden gegeven aan hun bezwaar.
Informatiedeling met de ouders wordt verbeterd door het opstellen van een feitenoverzicht. Daarin wordt de ouder duidelijk geïnformeerd over het proces en de uitkomsten wat er in een jaar is gebeurd en waarom een ouder wel of niet gedupeerd is voor dat jaar. Om de belangen van de gedupeerden te waarborgen wordt er intensief samengewerkt met verschillende organisaties. Stichting Sociale Banken Nederland wikkelt de private schulden af van gedupeerden. Gemeenten bieden, waar nodig, trajectzorg aan op het gebied van financiën, zorg, wonen, gezin en werk. Radar, het externe bureau voor sociale vraagstukken, ondersteunt ouders in het buitenland.
Presteren in het heden
We streven er naar om betere resultaten te behalen op de drie burgerbeloften: u weet waar u aan toe bent, we staan voor u klaar, u krijgt waar u recht op heeft. Door de dienstverlening te optimaliseren en meer in de actualiteit te werken, kunnen we hoge en onverwachte terugvorderingen verminderen. Dit doen we door:
– Voorschotten zo actueel mogelijk te houden en wijzigingen zoveel mogelijk in de voorschotfase te verwerken,
– In de dienstverlening burgers actief te attenderen op deze wijzigingen. De handhavingsstrategie draagt hieraan bij.
– Het beter in beeld brengen van kwetsbare groepen, zodat meer maatwerk geleverd kan worden en meer mensen gebruik kunnen maken van toeslagen waar zij recht op hebben. Ook in 2024 zijn verschillende campagnes voorzien om het niet-gebruik van toeslagen tegen te gaan zodat iedereen die er recht op heeft, ook toeslagen krijgt.
Anticiperen op de toekomst
Vanuit onze kennis en expertise denkt Dienst Toeslagen mee over de toekomst van het toeslagenstelsel en de organisatie van Toeslagen, rekening houdende met de uitvoerbaarheid van voorstellen en verbeteringen voor burgers. Door te anticiperen op de implicaties van verschillende scenario’s van beleid, kunnen we ons wendbaar opstellen. We participeren daarbij actief in de verschillende trajecten om toekomstscenario’s uit te werken en anticiperen ook op toekomstige ontwikkelingen door de wendbaarheid van de organisatie, systemen en uitvoeringspraktijk te vergroten.
Douane
De Douane wil tot de beste douanediensten ter wereld behoren door legale handel optimaal te faciliteren, douanerechten efficiënt te innen en de samenleving adequaat te beschermen.
Aanpak ondermijnende criminaliteit
Net zoals in de voorgaande jaren, leveren we in 2024 een belangrijke bijdrage aan de aanpak van ondermijnende criminaliteit. Dit doen we onder andere door het uitvoeren van controle- en toezichtstaken en de deelname in nationale en internationale samenwerkingsverbanden. In 2024 voeren we eerder gestarte maatregelen verder uit, zoals het in de haven van Rotterdam apart zetten van containers met een hoog risico op de smokkel van verdovende middelen. Zo kunnen we ze beter bewaken totdat ze zijn gecontroleerd.
Eén professionele en integere Douane
Veiligheid en integriteit
We willen dat iedereen die bij de Douane werkt optimaal is toegerust om integer te handelen en maximaal weerbaar is tegen integriteitsrisico’s en ongewenste beïnvloeding van buitenaf. In 2024 wordt het Bureau Veiligheid en Integriteit opgericht om zorg te dragen voor structurele aandacht, ontwikkeling en actuele ondersteuning voor de medewerkers en organisatie. Hierbij is er doorlopende aandacht op drie thema’s: beschermen, weerbaarheid en cultuur & organisatie.
Financieel beheer grote Geldstromen
Onze processen zijn gericht op een zo volledig, juist en tijdig mogelijke heffing en inning van de belastingontvangsten. Externe toezichthouders hebben het beheer van de processen interne beheersing en externe verantwoording beoordeeld als onvoldoende en gekwalificeerd als een onvolkomenheid. Vanuit deze onvolkomenheid heeft het versterken van de interne beheersing van de Geldstromen in 2024 extra prioriteit en nemen we verdere en aanvullende maatregelen en initiatieven om hieraan invulling te geven.
Slimmer handhaven, soepele logistiek
We zetten in op een slimmere handhaving waarbij tegelijkertijd de logistiek van het internationale goederenverkeer zo min mogelijk wordt verstoord. Bij de handhaving maken we meer gebruik van data en innovatieve technologieën. Voor 2024 is het doel om bij bewezen betrouwbare bedrijven meer compliance gericht te controleren door middel van monitoring en steekproeven. Daarnaast gaan we in 2024 door met het ontwikkelen van het geautomatiseerd uitlezen van scanbeelden.
Nieuwe taken
De afgelopen decennia heeft de Douane steeds meer niet-fiscale taken gekregen. Deze ontwikkeling zet ook door in 2024. Voorbeelden van beleidsvoorstellen die mogelijk impact hebben op de niet-fiscale taken van de Douane zijn de EU-verordeningen en -voorstellen als CBAM (Carbon Border Adjustment Mechanism), Ontbossing en Producten vervaardigd met Dwangarbeid, maar ook herzieningen van EU-regelgeving, zoals de Vuurwapenverordening. Ook nieuwe nationale wetgeving heeft impact op de niet-fiscale taken van de Douane, bijvoorbeeld op het gebied van lachgas (Opiumwet).
Het CBAM ziet toe op de invoer van goederen waarbij bij productie buiten de EU relatief veel CO2-uitstoot vrijkomt, zoals staal. Om deze goederen te importeren moeten aangevers hierover gaan rapporteren, zich laten registreren en betalen voor de CO2-uitstoot door certificaten aan te kopen. De Douane moet tijdens de transitieperiode (oktober 2023 tot eind 2025) aangevers informeren over de rapportageverplichting ten aanzien van deze CBAM-goederen. Vanaf oktober 2023 moet de Douane tevens geautomatiseerd aangiftegegevens van CBAM-goederen delen met de Europese Commissie. Ten slotte bestaat de Douanetaak vanaf 2026 ook uit het controleren van de juistheid van de aangifte van CBAM-goederen, waaronder de aanwezigheid van de CBAM-registratie van de aangever.
Data-gedreven organisatie
De Douane ontwikkelt zich naar een data-gedreven organisatie. Dat wil zeggen: een organisatie die handhavingsbeslissingen neemt op een transparante wijze, aan de hand van analyses van feitelijke data en met behulp van algoritmen die risico’s kunnen voorspellen. Dit is cruciaal voor het uitvoeren van de douanetaken. Deze ontwikkeling raakt veel aspecten van de bedrijfsvoering, waaronder de informatievoorziening. De ontwikkelcapaciteit voor ICT staat echter onder druk. Naast deze ontwikkeling hebben namelijk ook nieuwe (EU-)wetgeving, verhoogde externe dreigingen en digitalisering van de douane-processen grote impact op de inzet van ICT-capaciteit. Daarnaast is Douane bezig met het noodzakelijke onderhoud en de gewenste vernieuwingen van systemen. De continuïteit van de dienstverlening aan burgers en bedrijven moet gewaarborgd zijn tijdens de ontwikkeling en het onderhoud. Hiervoor zal de Douane de komende jaren moeten investeren in digitale portalen, versterking van klantmanagement en interactie systemen.
Douanewetboek van de Unie
In 2023 heeft de Europese Commissie een voorstel voor een nieuw Douanewetboek van de Unie (DWU) gepresenteerd. Het huidige DWU past niet meer bij de huidige economie en technologische ontwikkeling zoals de huidige handelsstromen en volumes door bijvoorbeeld e-commerce. Dit onderhandelingsproces zal ook in 2024 intensief zijn en is voor handelsland Nederland, waar ongeveer een derde van alle goederen van buiten de EU binnenkomt, van groot belang. In de jaren na 2024 is de voorbereiding van implementatie van het hervormde Douanewetboek van de Unie, de aanpassing van processen en IT-systemen, een belangrijke uitdaging.