De Strategische Evaluatie Agenda (SEA) is een instrument dat gebruikt wordt om strategische evaluaties van het beleid uit te voeren. Het is een planning van evaluaties die periodiek worden uitgevoerd om inzicht te krijgen in de effectiviteit, efficiëntie en impact van maatregelen en programma's. Door middel van de SEA worden prioriteiten gesteld en worden evaluaties op strategische gebieden gepland om het beleid te verbeteren en toekomstige besluitvorming te ondersteunen.
De SEA van IenW vervult een essentiële rol bij het beoordelen en verbeteren van het beleid met betrekking tot infrastructuur, watermanagement en milieu. Als verantwoordelijk ministerie voor het formuleren en implementeren van beleid op deze terreinen is het van belang om de effectiviteit en efficiëntie van genomen maatregelen te monitoren. De SEA biedt een gestructureerde benadering voor het uitvoeren van evaluaties en draagt bij aan een voortdurend verbeterproces en toekomstige besluitvorming binnen het ministerie.
Via de SEA krijgt het ministerie waardevol inzicht in de impact van het beleid op diverse gebieden. Het doel van deze evaluaties is het beoordelen van de doeltreffendheid van genomen maatregelen, het identificeren van knelpunten en het ontdekken van verbetermogelijkheden. Met een methodische en objectieve aanpak worden strategische evaluaties gepland en uitgevoerd. De SEA is een dynamisch proces dat regelmatig wordt geactualiseerd om in te spelen op veranderende beleidsbehoeften en uitdagingen.
Sommige evaluatieonderzoeken hebben (mede) betrekking op het domein van het Mobiliteitsfonds of het Deltafonds. In lijn met de toezegging aan de Kamer tijdens het begrotingsonderzoek van 23 november 2022 is deze koppeling expliciet gemaakt.
Onderdeel van de SEA zijn ook de fiscale regelingen die betrekking hebben op het IenW-domein. Deze vloeien voort uit de bijlage Fiscale Regelingen van de Miljoenennota en zijn in de bijlage van deze begroting bij het betreffende thema te vinden. IenW en het ministerie van Financiën dragen een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het evalueren van fiscale regelingen: Financiën bezien vanuit het belastingstelsel en de begroting, IenW vanuit de beleidsdoelen.
De SEA is opgebouwd uit hoofdthema’s, thema’s en subthema’s. IenW kent de volgende hoofdthema’s: Water en Bodem, Mobiliteit (wegen en verkeersveiligheid en openbaar vervoer en spoor), Luchtvaart en Maritiem en Milieu en Internationaal. Deze hoofdthema’s zijn onderverdeeld in thema’s die samenvallen met de opzet van de begrotingsartikelen. Onderstaande tabel bevat per thema de belangrijkste onderzoeken. Het betreft de periodieke verplichte rapportage (beleidsdoorlichtingen), aangevuld met andere geprioriteerde onderzoeken.
DGWB | ||||
---|---|---|---|---|
Thema | Type onderzoek | Afronding | Toelichting onderzoek | Artikel |
Integraal Waterbeleid | Monitoring: Jaarlijkse voortgangsrapportage De Staat van Ons Water | 2024 | Met de Staat van Ons Water wordt elk jaar gerapporteerd over de voortgang van het waterbeleid in het afgelopen kalenderjaar. De Staat van ons Water is bedoeld om meer inzicht te hebben in de kwaliteit van ons (drink)water, alsook om inzicht te hebben in de mate van bescherming tegen wateroverlast en toenemende droogte. | 11 |
Monitoring: Tussenevaluatie Kaderrichtlijn Water 2023/2024 van de Nederlandse plannen voor de KRW | 2024 | De Stroomgebiedbeheerplannen 2022-2027 voor de Kaderrichtlijn Water voor Rijn, Maas, Eems en Schelde zijn vastgesteld in maart 2022. Eind 2027 moeten de maatregelen genomen zijn die leiden tot doelbereik voor de KRW. In de evaluatie 2024 wordt de balans van de waterkwaliteit in Nederland opgemaakt en een eenduidig inzicht in prognose van het doelbereik 2027, resterende waterbeheerkwesties en het resterend handelingsperspectief. | 11 | |
Monitoring: Evaluatie Informatiehuis Marien | 2023 | Evaluatie is klaar. Op basis hiervan wordt de samenwerkingsovereenkomst tussen rws, lnv en Defensie/dienst der hydrografische geactualiseerd voor de periode 2023-2028, inclusief benodigde capaciteit en middelen (voor IenW betreft dit het Deltafonds). | 11 | |
Monitoring: Evaluatie Programma Noordzee | 2025/2026 | Het Programma Noordzee 2022-2027 zal worden geevalueerd in 2025 of 2026. Ten behoeve hiervan zal in 2023 een beleidstheorie opgesteld worden. | 11 | |
Ex-post: Afronding evaluatie art. III Deltawet | 2023 Q4 | Afrondend vervolg op de in 2021 door TwynstraGudde uitgevoerde evaluatie naar de doeltreffendheid en effecten van art. III Deltawet in de praktijk. | DF | |
Ex-post synthese: Artikel 11 Integraal Waterbeleid | 2028 | Conform de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek (RPE) dienen alle begrotingsartikelen eens per 4 tot 7 jaar onderzocht worden. De vorige beleidsdoorlichting van artikel 11 is afgerond in 2021 en betrof de onderzoeksperiode 2013‒2019. De komende beleidsdoorlichting zal betrekking hebben op de periode 2020‒2026. | 11 | |
Bodem en Ondergrond | Ex-post synthese: Artikel 13 Bodem en Ondergrond | 2027 | Conform de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek (RPE) dienen alle begrotingsartikelen eens per 4 tot 7 jaar onderzocht worden. De vorige beleidsdoorlichting van artikel 13 is afgerond in 2020 en betrof de onderzoeksperiode 2012‒2018. De komende beleidsdoorlichting zal betrekking hebben op de periode 2019‒2025. | 13 |
DGMo | ||||
Thema | Type onderzoek | Afronding | Toelichting onderzoek | Artikel |
Wegen en Verkeersveiligheid | Ex-post synthese: Artikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid | 2024 | Conform de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek (RPE) dienen alle begrotingsartikelen eens per 4 tot 7 jaar onderzocht worden. De vorige beleidsdoorlichting van artikel 14 is afgerond in 2017 en betrof de onderzoeksperiode 2011 ‒ 2015 (documentatie: Wegen en verkeersveiligheid | Rijksfinancien). De komende beleidsdoorlichting zal betrekking hebben op de periode 2016 ‒ 2022. | 14 |
Ex-ante: halvering verkeersslachtoffers | 2024 | Naar aanleiding van de uitkomsten van de SWOV-studie «Kiezen of delen» wordt gekeken of een extra stap mogelijk is. Samen met andere overheden en maatschappelijke partners wordt de komende tijd gekeken hoe we deze extra stap kunnen zetten. Er moet gekeken worden hoe betaalbaar, uitvoerbaar en haalbaar de extra maatregelen zijn. Daarnaast moet gekeken worden of er voldoende draagvlak voor is in de samenleving, waarbij ook het samenspel met andere overheidsdoelen van belang is. | 14 | |
Ex-ante: effectstudie concept-meerjarenprogramma terugsluis | 2023 | Conform art. 12, vierde lid, Wet Vrachtwagenheffing maakt het meerjarenprogramma zichtbaar in welke mate de maatregelen efficiënt en effectief bijdragen aan innovatie en verduurzaming van de vervoerssector. | MF | |
Ex-ante: onderzoek naar de tariefstructuur van de vrachtwagenheffing | 2023 | Op 24 maart 2022 is de Europese richtlijn tot wijziging van de Eurovignetrichtlijn in werking getreden. De herziening van de Eurovignetrichtlijn heeft tot gevolg dat de tariefstructuur van de in te voeren vrachtwagenheffing herzien moet worden. Een extern bureau voert een onderzoek uit naar welke tariefstructuren er mogelijk zijn. Ook wordt doorgerekend welke effecten de verschillende structuren teweegbrengen ter ondersteuning bij de besluitvorming over de tariefstructuur. | MF | |
Openbaar Vervoer en Spoor | Ex-post synthese: Artikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor | 2025 | Conform de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek (RPE) dienen alle begrotingsartikelen eens per 4 tot 7 jaar onderzocht worden. De vorige beleidsdoorlichting van artikel 16 is afgerond in 2018 en betrof de onderzoeksperiode 2010‒2016. De komende beleidsdoorlichting zal betrekking hebben op de periode 2017‒2023. | 16 |
DGLM | ||||
Thema | Type onderzoek | Afronding | Toelichting onderzoek | Artikel |
Luchtvaart | Ex-post synthese: Artikel 17 Luchtvaart | 2024 | Conform de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek (RPE) dienen alle begrotingsartikelen eens per 4 tot 7 jaar onderzocht worden. De vorige beleidsdoorlichting van artikel 17 is afgerond in 2017 en betrof de onderzoeksperiode 2009‒2015. De komende beleidsdoorlichting zal betrekking hebben op de periode 2016‒2022. | 17 |
Scheepvaart en Havens | Ex-durante: Staat van de Infra RWS | Jaarlijks | Elk jaar wordt er middels een evaluatie een (figuurlijke) foto gemaakt van hoe de infrastructuur erbij ligt. Er wordt dan gekeken of de staat van de infrastructuur hetzelfde is gebleven, verslechterd of verbeterd is. Dit wordt gebruikt in het proces rondom de besluitvorming over investeringen in de infrastructuur. | 18 (en MF) |
Ex-ante: onderzoek brandstoftransitie zeevaart | 2023 | In 2023 wordt door RVO in opdracht van IenW de Roadmap Brandstoftransitie Zeevaart opgesteld. Hierin worden de meest waarschijnlijke transitiepaden uitgewerkt voor verschillende vlootsegmenten, en wordt in kaart gebracht wat dit betekent voor de toekomstige brandstofmix in de zeevaart. Deze roadmap wordt opgesteld in samenwerking met partijen uit de gehele brandstofketen gericht op de zeevaart, van brandstofproducenten tot reders en havens. | 18 | |
Ex-post synthese: Artikel 18 Scheepvaart en Havens | 2029 | Conform de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek (RPE) dienen alle begrotingsartikelen eens per 4 tot 7 jaar onderzocht worden. De vorige beleidsdoorlichting van artikel 18 is afgerond in 2022 en betrof de onderzoeksperiode 2014‒2020. De komende beleidsdoorlichting zal betrekking hebben op de periode 2021‒2027. | 18 | |
DGMI | ||||
Thema | Type onderzoek | Afronding | Toelichting onderzoek | Artikel |
Lucht en Geluid | Ex-post synthese: Luchtkwaliteit, het Schone Lucht Akkoord | 2025 | Het Schone Lucht Akkoord is een bestuurlijke overeenkomst tussen het Rijk en de decentrale partners (provincies en gemeenten), en is gericht op het realiseren van gezondheidswinst voor alle burgers door een permanente verbetering van de luchtkwaliteit verdergaand dan de EU-normen voor luchtkwaliteit. Hierbij wordt toegewerkt naar de WHO-advieswaarden in 2030. Voor luchtkwaliteit is in 2019 de beleidsdoorlichting Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) uitgebracht. Het NSL loopt tot de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Het Schone Lucht Akkoord is op 13 januari 2020 van start gegaan en loopt tot 2030. Er is behoefte om vijf jaar na de start van het Schone Lucht Akkoord, het beleid door te lichten. | 20 |
Ex-post synthese: Geluid | 2027 | Het doel van het beleid ‘Geluid’ is het bevorderen van een solide en gezonde leefomgeving door geluidhinder te voorkomen of te beperken. Hierbij ligt een belangrijke focus op geluidsanering, het aanpakken van knelpunten bij woningen met de hoogste geluidbelastingen. De doorlichting is eerder aangekondigd voor de jaren 2021-2022 in vervolg op de laatste doorlichting in 2016. Op 1 januari 2024 treedt de Omgevingswet in werking en verandert de wet- en regelgeving inhoudelijk. Een beleidsevaluatie in 2022 kan geen doorwerking meer hebben in de regels zoals die per 1-1-2023 van kracht gaan worden. Gegeven de inwerkingtreding van nieuwe regels voor de geluidsanering in 2023 kan op dat moment wel teruggekeken worden op de resultaten die bereikt zijn (ex-post) onder het bestaande recht (Wet geluidhinder). Een doorlichting gericht op evalueren van de werking van het nieuwe stelsel voor geluidsanering kan dan in 2027 plaatsvinden, in lijn met de voor dat moment geplande bredere evaluatie van de Omgevingswet. | 20 | |
Duurzaamheid | Ex-post synthese: Artikel 21 Duurzaamheid | 2026 | Conform de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek (RPE) dienen alle begrotingsartikelen eens per 4 tot 7 jaar onderzocht worden. De vorige beleidsdoorlichting van artikel 21 is afgerond in 2019 en betrof de onderzoeksperiode 2011‒2017. De komende beleidsdoorlichting zal betrekking hebben op de periode 2018‒2024. | 21 |
Ex-ante: Onderzoek Duurzame Agro emissiearme stalsystemen | 2022 | Naar aanleiding van een onderzoek van CBS dat suggereerde dat emissiearme stalsystemen minder goed functioneren dan verondersteld, onderzoekt WUR het proces van stalbeoordeling en regulering. Hierin wordt gekeken naar het meten van de emissiereductie, de toelatingsprocedure, het gebruik van de systemen in de praktijk en het toezicht daarop. De uitkomsten hiervan zullen worden gebruikt ter verbetering van de regulering van stikstof-, fijnstof- en geuremissies uit stallen. | 21 | |
Omgevingsveiligheid en Milieurisico's | Ex-post synthese: Artikel 22 Omgevingsveiligheid en Milieurisico's | 2025 | Het doel van het beleid ‘Omgevingsveiligheid en Milieurisico’s’ is het realiseren van een gezonde en veilige leefomgeving die door de inwoners van Nederland ook als zodanig wordt ervaren. In alle hierna opgenomen beleidsevaluaties vallend binnen artikel 22 dienen ter ondersteuning van deze beleidsdoorlichting. Over het beleid ‘Omgevingsveiligheid en Milieurisico’s’ is eind 2018 uitgebracht (TK 32 861 nr. 42). Eén van de aanbevelingen daarvan was om voor de volgende doorlichting te zorgen voor meer kwantitatief evaluatiemateriaal. Er is behoefte om in 2024 het beleid wederom door te lichten. | 22 |
Ex-post: Beleidsevaluatie Biociden | 2029 | Het EU beoordelingsprogramma wordt met vermoedelijk 5 jaar vertraagd, daarmee ook de evaluatie Het beleid ‘Biociden’ is erop gericht dat biociden, middelen waarmee schadelijke of ongewenste organismen kunnen worden bestreden, werkzaam zijn en veilig voor mens en milieu worden toegepast. Hierbij wordt harmonisatie in Europa nagestreefd. Met de inwerkingtreding van de Europese biocidenverordening in 2012 is veel veranderd. Omdat de uitgangssituaties in de EU-lidstaten verschillend was, is in de EU nu nog een overgangsregime van toepassing. Nederland heeft het hier al bereikte beschermingsniveau in die periode niet verlaagd. In 2020 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de stand van dit beleid naar aanleiding van de door de Europese Commissie uitgevoerde Fact Finding Mission (TK 27858 nr. 510). De beoordeling en goedkeuring van werkzame stoffen onder de biocidenverordening gebeurt in een (Europees) werkprogramma. | 22 | |
Ex-post: Evaluatie Cogem | 2025 | De Commissie Genetische Modificatie (COGEM) informeert en adviseert de regering over genetisch gemodificeerde organismen (ggo's). Het is wettelijk verplicht om een 4-jaarlijkse evaluatie uit te voeren van het adviesorgaan inzake biotechnologie. Vier jaar geleden In 2021 vond de laatste evaluatie plaats. Er is behoefte om eens per vier jaar een evaluatie uit te voeren. | 22 | |
Monitoring: Evaluatie uitvoering Basisnet | 2024 | aarlijks wordt de uitvoering van het Basisnet (weg, water, spoor) gemonitord aan de hand van de gerealiseerde vervoersbewegingen van gevaarlijke stoffen over de routes van het Basisnet in het voorgaande jaar. Dit is een wettelijke verplichting. Een overzicht van de gerealiseerde vervoersbewegingen van gevaarlijke stoffen in 2019 over weg, water en spoor is middels een brief aan de Tweede Kamer aangeboden. Daarin zijn ook de overschrijdingen van het wettelijk basisbeschermingsniveau en de vastgelegde risicoplafonds aangegeven. De uitkomsten over het wel of niet overschrijden van het wettelijk basisbeschermingsniveau als ook de vastgelegde risicoplafonds zijn de maat voor de evaluatie van de uitvoering van de Basisnet regelgeving. | 22 | |
Monitoring: Evaluatie juridische aspecten Basisnet | 2023 | Zoals aangekondigd in de laatste Kamerbrief (30 373, nr. 72) wordt in 2022 een evaluatie van het Basisnet uitgevoerd. Daarin wordt enerzijds gekeken naar de (internationale) juridische aspecten, maar ook naar de praktische uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van de wet- en regelgeving. Na de inwerkingtreding van het basisnet (2015) is de wetgeving nog niet geëvalueerd. De uitkomsten laten zien waar het in de huidige wet- en regelgeving aan schort qua uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid en of de genomen of voorgenomen maatregelen van het programma Robuust Basisnet het gewenste effect hebben bereikt of gaan bereiken, waarbij kosteneffectiviteit een aandachtspunt zal zijn. | 22 | |
Monitoring: evaluatie programma robuust basisnet | 2025 | In 2024 wordt gestart met een evaluatie van het Programma Robuust Basisnet dat in 2019 is gestart en doorloopt tot de wijziging van de huidige regeling Basisnet in (vermoedelijk) 2025. Het oude Basisnet, uit 2015, blijkt niet goed bestand tegen toekomstige ontwikkelingen waardoor besloten is met een programmatische aanpak en medewerking van diverse stakeholders een robuuster basisnet te ontwikkelen. Deze tussenevaluatie heeft betrekking op het spoor-deel van het Basisnet Weg, Water, Spoor en dient ter bevestiging dat de gekozen aanpak naar tevredenheid verloopt waardoor het later ook gebruikt kan worden om te verbreden naar Weg en Water. | 22 | |
Monitoring: Evaluatie VTH (Vergunningen, Toezicht, Handhaving) | 2025 | Vanaf 1 januari 2024 treedt de Omgevingswet in werking. Vanaf dat moment verplicht deze wet tot een tweejaarlijkse evaluatie van de kwaliteit van de uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH). Tot 1 januari 2024 stond deze verplichting in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Op basis van de wet hebben in 2017, 2019, 2021 en 2023 evaluaties plaatsgevonden. Deze evaluaties worden gebruikt om – waar nodig – verbeteringen in het VTH-stelsel door te voeren. De tweejaarlijkse evaluatie van 2023 dient tevens als een nulmeting voor het interbestuurlijk programma versterking VTH-stelsel (IBP VTH) dat van 2022 ‒ 2024 loopt. In dit IBP VTH wordt opvolging gegeven aan de aanbevelingen van de commissie Van Aartsen over het VTH-stelsel. De eerstvolgende evaluatie vindt plaats in 2025 waarmee dan ook de resultaten van het IBP VTH in kaart gebracht worden. | 22 | |
Ex-post: Evaluatie Atlas Leefomgeving | 2023 | Afgerond | 22 | |
Monitoring: Evaluatie programma modernisering omgevingsveiligheid (MOV) | 2023 | Afgerond | 22 | |
Ex-post: Evaluatie asbestbeleid | 2026 | Het beleid ten aanzien van sanering van asbestdaken is in 2018 in de begrotingstekst bestempeld als minder doelmatig. In 2020 is de subsidie regeling (2016-2018) geëvalueerd en aan de Tweede Kamer aangeboden. Het asbestdaken beleid heeft als doel om op een veilige manier het saneren van de resterende asbestdaken in Nederland te versnellen. In de periode 2023 ‒ 2025 zal de inzet van de Rijksmiddelen gericht zijn op het stimuleren van vrijwillige saneringen door gerichte communicatie en bewustwordingscampagnes. Om de resultaten van die campagnes mee te kunnen wegen is aan de Tweede Kamer toegezegd het beleid na 2025 opnieuw te evalueren. | 22 | |
Ex-post: Evaluatie stelsel nucleaire veiligheid en stralingsbescherming | 2024 | Evaluatie stelsel nucleaire veiligheid en stralingsbescherming (Kernenergiewet en onderliggende besluiten en regelingen) om na te gaan of het stelsel voldoende robuust is met oog op het bewerkstelligen van de ambities van het coalitieakkoord inzake kernenergie en afval. | 22 | |
Ex-post: Evaluatie LAVS | 2023 | Stond gepland in 2024, is reeds afgerond. | 22 | |
Ex-post: Evaluatie REACH | 2023 | Afgerond | 22 |
Voor het meest recente overzicht van de realisatie van beleidsdoorlichtingen, klik op deze link: Status beleidsdoorlichtingen. Voor een verdere onderbouwing van de strategische evaluatie agenda zie «Bijlage 6: Strategische Evaluatie Agenda»