Ontwerpbegroting t (1) | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) | Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) | Mutatie 2026 | Mutatie 2027 | Mutatie 2028 | Mutatie 2029 | Mutatie 2030 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. | Verplichtingen | 850.589 | 0 | 850.589 | 165.127 | 1.015.716 | 77.846 | 138.463 | 139.019 | 185.383 | 646.605 |
Uitgaven | 851.263 | 0 | 851.263 | 193.127 | 1.044.390 | 77.846 | 138.463 | 139.019 | 185.383 | 646.605 | |
11.1 | Apparaat (excl. AIVD) | 851.263 | 0 | 851.263 | 193.127 | 1.044.390 | 77.846 | 138.463 | 139.019 | 185.383 | 646.605 |
Personele uitgaven | 530.783 | 0 | 530.783 | 77.987 | 608.770 | 50.935 | 92.568 | 122.856 | 150.278 | 360.331 | |
Eigen personeel | 394.993 | 0 | 394.993 | 60.602 | 455.595 | 36.962 | 47.575 | 66.569 | 82.086 | 301.430 | |
Inhuur externen | 130.627 | 0 | 130.627 | 16.627 | 147.254 | 13.671 | 44.377 | 55.230 | 66.843 | 53.767 | |
Overige personele uitgaven | 5.163 | 0 | 5.163 | 758 | 5.921 | 302 | 616 | 1.057 | 1.349 | 5.134 | |
Materiële uitgaven | 315.523 | 0 | 315.523 | 108.562 | 424.085 | 19.600 | 38.563 | 10.043 | 25.085 | 277.241 | |
Bijdrage SSO's | 281.932 | 0 | 281.932 | 85.018 | 366.950 | 19.294 | 19.530 | 19.649 | 19.445 | 256.255 | |
ICT | 9.090 | 0 | 9.090 | 22.881 | 31.971 | 222 | ‒ 6.145 | ‒ 6.123 | 1.597 | 2.725 | |
Overige materiële uitgaven | 24.501 | 0 | 24.501 | 663 | 25.164 | 84 | 25.178 | ‒ 3.483 | 4.043 | 18.261 | |
Bijdrage aan agentschappen | 4.957 | 0 | 4.957 | 6.578 | 11.535 | 7.311 | 7.332 | 6.120 | 10.020 | 9.033 | |
Diverse bijdragen | 215 | 0 | 215 | 0 | 215 | 0 | 0 | 0 | 0 | 213 | |
Bijdrage aan DICTU | 4.742 | 0 | 4.742 | 6.578 | 11.320 | 7.311 | 7.332 | 6.120 | 10.020 | 8.820 | |
Ontvangsten | 196.383 | 0 | 196.383 | 115.191 | 311.574 | ‒ 41.971 | 37.108 | 83.668 | 70.296 | 119.735 | |
Toelichting
Personele uitgaven
Eigen personeel
De grootste mutaties worden hieronder toegelicht.
De apparaatstaakstelling voor BZK en VRO uit het Hoofdlijnenakkoord bedraagt structureel € 121 mln. De invulling van de taakstelling valt uiteen in drie delen: invulling door de beleidskern en staf (fte-reductie) van € 23 mln. structureel, besparingen op (beleids)budgetten van € 41 mln. structureel en daarnaast besparingen op de bedrijfsvoering uitgevoerd door de Shared Service Organisaties (€ 57 mln.).
In 2024 is het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) als zelfstandig departement opgericht met structurele taken. De apparaatsbudgetten van VRO zijn echter voor een groot deel incidenteel en nemen op termijn af. De afname komt doordat recente kabinetten incidenteel geld beschikbaar hebben gesteld. Ten behoeve van de structurele taken van VRO worden er middelen vrijgemaakt voor de bestendiging van het apparaat. De apparaatsuitgaven van VRO worden verantwoord op het centraal apparaat artikel van de begroting van BZK (€ 1,1 mln. in 2025 oplopend naar 12,7 mln. in 2030). Vanaf 2026 zullen deze apparaatsuitgaven verantwoord worden op het centraal apparaat artikel van VRO (H22).
Er is een structurele reeks ter dekking van de capaciteitsuitgaven ten behoeve van de advisering en ondersteuning van de nieuwe Secretaris-Generaal VRO, de directeur Financieel Economische Zaken VRO en de uitgaven bij Financieel Dienstencentrum (€ 0,9 mln. in 2025 oplopend naar € 1,9 mln. in 2030).
Er is een incidentele reeks voor de i-Strategie BZK-VRO. Deze reeks is bestemd voor maatregelen voor de digitale transformatie van BZK-VRO om de weerbaarheid tegen nieuwe en/ of toenemende dreigingen te verhogen, een inhaalslag in de adoptie van nieuwe technologie te maken en om de executiekracht van de organisatie te vergroten.
Van de Aanvullende Post zijn twee reeksen apparaatbudget toegevoegd aan de BZK-begroting. Voor de jaren 2025 tot en met 2028 is er jaarlijks € 2,5 mln. toegevoegd voor de verduurzaming van de woningen (3.400 stuks) met lichte versterkingen gelijktijdig met de versterking uitgevoerd door de Nationale Coördinator Groningen (NCG). Verder is er voor de jaren 2026 tot en met 2030 jaarlijks € 4,0 mln. toegevoegd voor de uitvoeringskosten klimaat ten behoeve van de voortzetting van het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie.
Jaarlijks worden bij het voorjaar op basis van de jaarplanraming de diensten en producten die tariefgefinancieerd zijn, van de uitvoeringsorganisaties (vooral de Rijksorganisatie voor Informatiehuishouding (RvIHH)), vastgesteld en verwerkt. Hierop worden de uitgaven- en ontvangstenbudgetten aangepast (€ 25,4 mln.)
Met de groei van de organisatie is het verplichte quotum te realiseren banen voor arbeidsbeperkten vanuit de wet Banenafspraak (WBA) toegenomen. De extra banen en daarmee de meerkosten zijn steeds incidenteel gedekt. De toegenomen WBA-kosten worden voor 2025 (€ 2,5 mln.) en 2026 (€ 2,3 mln.) gedekt.
De apparaatskosten NCG worden ook bijgesteld naar aanleiding van de nieuwe versterkingsraming. Door de langere looptijd van de versterkingsoperatie zullen ook de apparaatskosten tot na 2028 doorlopen. Cumulatief gaat het om € 53 mln. voor de periode 2025 tot en met 2030.
Verder is € 11,3 mln. incidenteel overgeboekt van artikel 13 nog onverdeeld ter dekking van de apparaatstaakstelling voor BZK en VRO uit het Hoofdlijnenakkoord.
Inhuur externen
Het gaat hier om diverse mutaties, voornamelijk de vaststelling van de diensten en produkten van de uitvoeringsorganisaties (€ 21,6 mln. in 2025) en bijstelling apparaatskosten NCG (- € 12,7 mln. in 2025 en € 13,5 mln. in 2026 oplopend € 41,1 mln. in 2030).
Materiële uitgaven
Bijdrage SSO's
Het gaat hier om diverse mutaties, voornamelijk de vaststelling van de diensten en produkten van de uitvoeringsorganisaties (€ 30,2 mln. in 2025) en bijstelling apparaatskosten NCG (€ 6,6 mln. in 2025 oplopend naar € 5,4 mln. in 2030). Deze mutaties zijn hierboven bij eigen personeel al toegelicht.
Als gevolg van een gewijzigde aantallen medewerkers hebben alle departementen een aanvullende bijdrage moeten betalen voor P-Direkt (€ 7,8 mln. jaarlijks voor de jaren 2025 tot en met 2030).
Daarnaast zijn er meeruitgaven van de dienstverlening van de baten-lasten agentschappen die via het kerndepartement lopen voor de dienstverleningsovereenkomsten (DVA's). Middels een desaldering worden de geraamde ontvangsten verhoogd. Zie ook de toelichting bij de ontvangsten (€ 25,0 mln.).
Tot slot, wordt er een desaldering gedaan voor de incidentele dekking van de apparaatstaakstelling in 2025 (HLA).
ICT
Het gaat hier om diverse mutaties, waaronder de vaststelling van de diensten en produkten van de uitvoeringsorganisaties (€ 19,6 mln. in 2025) en bijstelling apparaatskosten NCG (€ 2,0 mln. in 2025 aflopende € 1,1 mln. in 2030). Deze mutaties zijn hierboven bij eigen personeel al toegelicht.
Overige materiële uitgaven
Het gaat hier om diverse mutaties, voornamelijk de vaststelling van de diensten van de uitvoeringsorganisaties (€ 3,4 mln. in 2025) en bijstelling apparaatskosten NCG (- € 4,0 mln. in 2025 aflopend naar € 2,2 mln. in 2030). Deze mutaties zijn hierboven bij eigen personeel al toegelicht.
Bijdrage aan agentschappen
Bijdrage aan DICTU
De bijdrage aan DICTU door het NCG wordt ook bijgesteld naar aanleiding van de nieuwe versterkingsraming. Door de langere looptijd van de versterkingsoperatie zullen ook de apparaatskosten tot na 2028 doorlopen. Dit resulteert in een tegenvaller in 2025 van € 6,6 mln. oplopend naar € 8,8 mln. in 2030.
Ontvangsten
Jaarlijks worden bij het voorjaar op basis van de jaarplanraming de diensten van de uitvoeringsorganisaties (vooral RvIHH) die tariefgefinancierd zijn, vastgesteld en verwerkt. Hierop worden de uitgaven- en ontvangstenbudgetten aangepast (€ 100,2 mln.)
In verband met het opnieuw inrichten van de projectadministratie bij de Rijksorganisatie voor Informatiehuishouding (RvIHH), zijn facturen over de jaargrens geschoven, die daarmee ten laste komen van 2025 in plaats van 2024. Dit is in de veegbrief in december 2024 (Kamerstukken II, 2024/2025, 36600, nr. 123) gemeld aan de Tweede Kamer (€ 2,3 mln.).
Daarnaast zijn er meerontvangsten van de dienstverlening van de baten-lasten agentschappen die via het kerndepartement lopen voor de dienstverleningsovereenkomsten (DVA's). Middels een desaldering worden de geraamde kosten verhoogd. Zie ook de toelichting bij het instrument bijdrage SSO's (€ 25,0 mln.).
Er heeft een bijstelling van ontvangsten van de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) plaatsgevonden. Zie ook de toelichting bij uitgaven apparaatskosten NCG hierboven (minder ontvangsten in 2025 van € 32,2 mln. naar € 44,6 mln. in 2026 en vanaf 2027 meer ontvangsten van € 33,5 mln. oplopend naar € 98,2 mln. in 2030).
Tot slot, wordt er een desaldering gedaan voor de incidentele dekking van de apparaatstaakstelling in 2025 (HLA).