Base description which applies to whole site

4.1 Artikel 11. Centraal apparaat

Tabel 17 Apparaatsuitgaven Kerndepartement (bedragen x € 1.000)
  

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Mutatie 2030

Art.

Verplichtingen

850.589

0

850.589

165.127

1.015.716

77.846

138.463

139.019

185.383

646.605

            
 

Uitgaven

851.263

0

851.263

193.127

1.044.390

77.846

138.463

139.019

185.383

646.605

            

11.1

Apparaat (excl. AIVD)

851.263

0

851.263

193.127

1.044.390

77.846

138.463

139.019

185.383

646.605

 

Personele uitgaven

530.783

0

530.783

77.987

608.770

50.935

92.568

122.856

150.278

360.331

 

Eigen personeel

394.993

0

394.993

60.602

455.595

36.962

47.575

66.569

82.086

301.430

 

Inhuur externen

130.627

0

130.627

16.627

147.254

13.671

44.377

55.230

66.843

53.767

 

Overige personele uitgaven

5.163

0

5.163

758

5.921

302

616

1.057

1.349

5.134

 

Materiële uitgaven

315.523

0

315.523

108.562

424.085

19.600

38.563

10.043

25.085

277.241

 

Bijdrage SSO's

281.932

0

281.932

85.018

366.950

19.294

19.530

19.649

19.445

256.255

 

ICT

9.090

0

9.090

22.881

31.971

222

‒ 6.145

‒ 6.123

1.597

2.725

 

Overige materiële uitgaven

24.501

0

24.501

663

25.164

84

25.178

‒ 3.483

4.043

18.261

 

Bijdrage aan agentschappen

4.957

0

4.957

6.578

11.535

7.311

7.332

6.120

10.020

9.033

 

Diverse bijdragen

215

0

215

0

215

0

0

0

0

213

 

Bijdrage aan DICTU

4.742

0

4.742

6.578

11.320

7.311

7.332

6.120

10.020

8.820

            
 

Ontvangsten

196.383

0

196.383

115.191

311.574

‒ 41.971

37.108

83.668

70.296

119.735

            

Toelichting

Personele uitgaven

Eigen personeel

De grootste mutaties worden hieronder toegelicht.

De apparaatstaakstelling voor BZK en VRO uit het Hoofdlijnenakkoord bedraagt structureel € 121 mln. De invulling van de taakstelling valt uiteen in drie delen: invulling door de beleidskern en staf (fte-reductie) van € 23 mln. structureel, besparingen op (beleids)budgetten van € 41 mln. structureel en daarnaast besparingen op de bedrijfsvoering uitgevoerd door de Shared Service Organisaties (€ 57 mln.).

In 2024 is het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) als zelfstandig departement opgericht met structurele taken. De apparaatsbudgetten van VRO zijn echter voor een groot deel incidenteel en nemen op termijn af. De afname komt doordat recente kabinetten incidenteel geld beschikbaar hebben gesteld. Ten behoeve van de structurele taken van VRO worden er middelen vrijgemaakt voor de bestendiging van het apparaat. De apparaatsuitgaven van VRO worden verantwoord op het centraal apparaat artikel van de begroting van BZK (€ 1,1 mln. in 2025 oplopend naar 12,7 mln. in 2030). Vanaf 2026 zullen deze apparaatsuitgaven verantwoord worden op het centraal apparaat artikel van VRO (H22).

Er is een structurele reeks ter dekking van de capaciteitsuitgaven ten behoeve van de advisering en ondersteuning van de nieuwe Secretaris-Generaal VRO, de directeur Financieel Economische Zaken VRO en de uitgaven bij Financieel Dienstencentrum (€ 0,9 mln. in 2025 oplopend naar € 1,9 mln. in 2030).

Er is een incidentele reeks voor de i-Strategie BZK-VRO. Deze reeks is bestemd voor maatregelen voor de digitale transformatie van BZK-VRO om de weerbaarheid tegen nieuwe en/ of toenemende dreigingen te verhogen, een inhaalslag in de adoptie van nieuwe technologie te maken en om de executiekracht van de organisatie te vergroten.

Van de Aanvullende Post zijn twee reeksen apparaatbudget toegevoegd aan de BZK-begroting. Voor de jaren 2025 tot en met 2028 is er jaarlijks € 2,5 mln. toegevoegd voor de verduurzaming van de woningen (3.400 stuks) met lichte versterkingen gelijktijdig met de versterking uitgevoerd door de Nationale Coördinator Groningen (NCG). Verder is er voor de jaren 2026 tot en met 2030 jaarlijks € 4,0 mln. toegevoegd voor de uitvoeringskosten klimaat ten behoeve van de voortzetting van het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie.

Jaarlijks worden bij het voorjaar op basis van de jaarplanraming de diensten en producten die tariefgefinancieerd zijn, van de uitvoeringsorganisaties (vooral de Rijksorganisatie voor Informatiehuishouding (RvIHH)), vastgesteld en verwerkt. Hierop worden de uitgaven- en ontvangstenbudgetten aangepast (€ 25,4 mln.)

Met de groei van de organisatie is het verplichte quotum te realiseren banen voor arbeidsbeperkten vanuit de wet Banenafspraak (WBA) toegenomen. De extra banen en daarmee de meerkosten zijn steeds incidenteel gedekt. De toegenomen WBA-kosten worden voor 2025 (€ 2,5 mln.) en 2026 (€ 2,3 mln.) gedekt.

De apparaatskosten NCG worden ook bijgesteld naar aanleiding van de nieuwe versterkingsraming. Door de langere looptijd van de versterkingsoperatie zullen ook de apparaatskosten tot na 2028 doorlopen. Cumulatief gaat het om € 53 mln. voor de periode 2025 tot en met 2030.

Verder is € 11,3 mln. incidenteel overgeboekt van artikel 13 nog onverdeeld ter dekking van de apparaatstaakstelling voor BZK en VRO uit het Hoofdlijnenakkoord.

Inhuur externen

Het gaat hier om diverse mutaties, voornamelijk de vaststelling van de diensten en produkten van de uitvoeringsorganisaties (€ 21,6 mln. in 2025) en bijstelling apparaatskosten NCG (- € 12,7 mln. in 2025 en € 13,5 mln. in 2026 oplopend € 41,1 mln. in 2030).

Materiële uitgaven

Bijdrage SSO's

Het gaat hier om diverse mutaties, voornamelijk de vaststelling van de diensten en produkten van de uitvoeringsorganisaties (€ 30,2 mln. in 2025) en bijstelling apparaatskosten NCG (€ 6,6 mln. in 2025 oplopend naar € 5,4 mln. in 2030). Deze mutaties zijn hierboven bij eigen personeel al toegelicht.

Als gevolg van een gewijzigde aantallen medewerkers hebben alle departementen een aanvullende bijdrage moeten betalen voor P-Direkt (€ 7,8 mln. jaarlijks voor de jaren 2025 tot en met 2030).

Daarnaast zijn er meeruitgaven van de dienstverlening van de baten-lasten agentschappen die via het kerndepartement lopen voor de dienstverleningsovereenkomsten (DVA's). Middels een desaldering worden de geraamde ontvangsten verhoogd. Zie ook de toelichting bij de ontvangsten (€ 25,0 mln.).

Tot slot, wordt er een desaldering gedaan voor de incidentele dekking van de apparaatstaakstelling in 2025 (HLA).

ICT

Het gaat hier om diverse mutaties, waaronder de vaststelling van de diensten en produkten van de uitvoeringsorganisaties (€ 19,6 mln. in 2025) en bijstelling apparaatskosten NCG (€ 2,0 mln. in 2025 aflopende € 1,1 mln. in 2030). Deze mutaties zijn hierboven bij eigen personeel al toegelicht.

Overige materiële uitgaven

Het gaat hier om diverse mutaties, voornamelijk de vaststelling van de diensten van de uitvoeringsorganisaties (€ 3,4 mln. in 2025) en bijstelling apparaatskosten NCG (- € 4,0 mln. in 2025 aflopend naar € 2,2 mln. in 2030). Deze mutaties zijn hierboven bij eigen personeel al toegelicht.

Bijdrage aan agentschappen

Bijdrage aan DICTU

De bijdrage aan DICTU door het NCG wordt ook bijgesteld naar aanleiding van de nieuwe versterkingsraming. Door de langere looptijd van de versterkingsoperatie zullen ook de apparaatskosten tot na 2028 doorlopen. Dit resulteert in een tegenvaller in 2025 van € 6,6 mln. oplopend naar € 8,8 mln. in 2030.

Ontvangsten

Jaarlijks worden bij het voorjaar op basis van de jaarplanraming de diensten van de uitvoeringsorganisaties (vooral RvIHH) die tariefgefinancierd zijn, vastgesteld en verwerkt. Hierop worden de uitgaven- en ontvangstenbudgetten aangepast (€ 100,2 mln.)

In verband met het opnieuw inrichten van de projectadministratie bij de Rijksorganisatie voor Informatiehuishouding (RvIHH), zijn facturen over de jaargrens geschoven, die daarmee ten laste komen van 2025 in plaats van 2024. Dit is in de veegbrief in december 2024 (Kamerstukken II, 2024/2025, 36600, nr. 123) gemeld aan de Tweede Kamer (€ 2,3 mln.).

Daarnaast zijn er meerontvangsten van de dienstverlening van de baten-lasten agentschappen die via het kerndepartement lopen voor de dienstverleningsovereenkomsten (DVA's). Middels een desaldering worden de geraamde kosten verhoogd. Zie ook de toelichting bij het instrument bijdrage SSO's (€ 25,0 mln.).

Er heeft een bijstelling van ontvangsten van de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) plaatsgevonden. Zie ook de toelichting bij uitgaven apparaatskosten NCG hierboven (minder ontvangsten in 2025 van € 32,2 mln. naar € 44,6 mln. in 2026 en vanaf 2027 meer ontvangsten van € 33,5 mln. oplopend naar € 98,2 mln. in 2030).

Tot slot, wordt er een desaldering gedaan voor de incidentele dekking van de apparaatstaakstelling in 2025 (HLA).

Licence