Base description which applies to whole site

2.3 Overprogrammering

Het Mobiliteitsfonds is een productbegroting. Op het Mobiliteitsfonds worden dus voor een groot deel investeringsuitgaven gedaan voor het uiteindelijk realiseren van projecten. De programmering van projecten wordt doorlopend geactualiseerd op basis van de laatst beschikbare informatie. De kasramingen van de projecten in de begroting worden op de reguliere begrotingsmomenten aangepast. De afgelopen jaren heeft bijvoorbeeld de stikstofproblematiek bij meerdere projecten geleid tot (kas)vertraging. De kasramingen in de begroting zijn hier vervolgens op aangepast.

Het kabinet-Schoof heeft in de startnota het advies van de 17e Studiegroep Begrotingsruimte opgevolgd en het investeringsplafond afgeschaft. Het MF behoudt wel de 100% eindejaarsmarge, waardoor de middelen die aan het einde van het jaar resteren via het voordelig saldo aan het volgende jaar kan worden toegevoegd.

Het instrument overprogrammering wordt als instrument ingezet om te voorkomen dat programmavertragingen direct tot een voordelig saldo leiden en zorgt ervoor dat de beschikbare budgetten voor het investeringsprogramma zo veel mogelijk tot besteding komen in de jaren waarin deze beschikbaar zijn gesteld. Hiermee wordt geanticipeerd op een voorspelbare mate van vertraging, die zich op portfolio-niveau altijd voordoet. Overprogrammering houdt in dat de programmering in de eerste jaren hoger is dan het beschikbaar budget. Over de planperiode zijn beiden in evenwicht.

Overprogrammering kan alleen worden ingezet voor beheersing van reguliere ramingsonzekerheden. Onzekerheden van exogene aard, bijv. juridische ontwikkelingen of krapte op de arbeidsmarkt, kunnen hiermee niet (volledig) opgevangen worden. De hoogte van de overprogrammering wisselt van jaar op jaar binnen een bepaalde marge en hangt af van bijvoorbeeld het risicobeeld van de onderliggende programmering. Over de maximale hoogte hebben het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en het Ministerie van Financiën afspraken gemaakt.

Tabel 6 Overprogrammering Mobiliteitsfonds (bedragen x € 1 miljoen)

Artikel

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2024-2029

2030-2038

12 Hoofdwegennet

‒ 234

‒ 602

‒ 395

‒ 106

‒ 178

‒ 258

‒ 1.773

1.773

- Aanleg

‒ 144

‒ 221

‒ 169

144

221

169

  

- Planning en studies

‒ 90

‒ 381

‒ 226

‒ 250

‒ 399

‒ 427

‒ 1.773

1.773

13 Spoorwegen

‒ 139

‒ 265

‒ 274

‒ 292

‒ 227

‒ 239

‒ 1.435

1.435

- Aanleg

‒ 101

‒ 227

‒ 182

‒ 223

‒ 176

‒ 166

‒ 1.074

1.074

- Planning en studies

‒ 38

‒ 39

‒ 92

‒ 69

‒ 50

‒ 73

‒ 361

361

15 Hoofvaarwegennet

‒ 49

‒ 106

‒ 10

‒ 102

‒ 70

‒ 129

‒ 467

467

- Aanleg

‒ 44

‒ 69

‒ 27

44

69

27

  

- Planning en studies

‒ 5

‒ 37

17

‒ 146

‒ 139

‒ 156

‒ 467

467

17 Megaprojecten

‒ 141

‒ 310

‒ 268

‒ 428

‒ 385

‒ 340

‒ 1.873

1.873

- Aanleg

‒ 137

‒ 307

‒ 262

‒ 410

‒ 330

‒ 288

‒ 1.734

1.734

- Planning en studies

‒ 4

‒ 3

‒ 6

‒ 18

‒ 55

‒ 52

‒ 139

139

Totale overprogrammering

‒ 562

‒ 1.283

‒ 948

‒ 928

‒ 860

‒ 965

‒ 5.547

5.547

Toelichting

De Ontwerpbegroting 2025 laat het volgende zien:

  • Bij de eerste suppletoire begroting 2024 is de programmering op het Mobiliteitsfonds meerjarig geactualiseerd op basis van de beschikbare informatie over de ontwikkeling van de projectramingen.

  • Als gevolg daarvan is er, in het kader van realistisch ramen en rekening houdend met het advies van de 17e Studiegroep Begrotingsruimte, een kaderaanpassing doorgevoerd in de eerste suppletoire begroting 2024 op het MF. Er is € 819 miljoen in 2024 en € 770 miljoen in 2025 (in totaal circa € 1,6 miljard) verschoven naar latere jaren. Hierbij is zoveel mogelijk rekening gehouden met de programma-actualisaties die zijn verwerkt in de Ontwerpbegroting 2025.

  • Bij Ontwerpbegroting 2025 is er nogmaals kritisch gekeken naar de projectramingen en zijn vervolgens de laatste programma-actualisaties meerjarig doorgevoerd. Het gaat met name om de programma-actualisatie op de Reservering Scheepvaartveiligheid Wind op Zee waar een deel van de middelen uit 2026 zijn verschoven naar 2030 en later, omdat voorzien is dat de programmering niet in 2026 wordt gerealiseerd. Er schuift in totaal € 181 miljoen weg uit 2025 en 2026.

  • Bovendien is er een schuif nodig geweest om het basiskwaliteitsniveau Spoor vast te stellen. Het gaat om een schuif van in totaal € 920 miljoen naar de jaren 2026 tot en met 2029.

  • Volgens de begrotingsregels van het kabinet-Schoof dienen de ramingen van de uitgaven realistisch te zijn en moeten de uitgaven in een realistische kasritme geplaatst worden, rekening houdend met de capaciteit op de arbeidsmarkt, de uitvoering en productie. Op het MF zijn daarom extra middelen weggeschoven door de overprogrammering in 2025 (zowel op aanleg als planning en studies), op het Hoofdwegennet, Spoorwegennet, het Hoofdvaarwegennet en de programma's ERTMS en PHS, te verhogen.

  • Bovengenoemde actualiseringen leiden tot een overprogrammering van € 562 miljoen in 2024 en € 1.283 miljoen in 2025. Dit betekent dat mogelijke programmavertragingen van € 562 miljoen in de laatste maanden van 2024 niet leiden tot aanpassing van het uitgavenkader.

  • De eenmalig hoge overprogrammering in 2025 is een pilot met het Ministerie van Financiën. Er is afgesproken dat IenW niet remt op de productie, want de ambitieuze agenda van het kabinet staat. Gedurende 2025 wordt gemonitord of de hogere overprogrammering effectief is om kasvertragingen op te vangen.

Figuur 4 Investeringsprogramma en budget (bedragen x € 1.000)

In de bovenstaande grafiek wordt het investeringsprogramma over 15 jaar weergegeven, onderverdeeld naar de MIRT-categorieën. De categorieën: aanleg, geïntegreerde contractvormen (DBFM-contracten), planning en studies vallen onder de budgetten voor ontwikkeling. De categorie vernieuwing valt onder de budgetten voor exploitaite, onderhoud en vernieuwing. Deze categorieën vormen tezamen het investeringsprogramma binnen het Mobiliteitsfonds. De onderliggende projecten komen middels het kas-verplichtingenstelsel tot betaling. Het instrument overprogrammering wordt toegepast op het investeringsprogramma, omdat er sprake kan zijn van kasversnellingen en kasvertragingen als gevolg van geactualiseerde projectramingen. Op het onderhoudsprogramma vindt geen overprogrammering plaats, omdat kasversnellingen en –vertragingen hierop worden opgevangen binnen de begroting van de uitvoeringsorganisaties.

De zwarte lijn geeft het totale beschikbare budget weer in het investeringsprogramma en geldt als het vastgestelde uitgavenplafond. De grafiek laat zien dat het investeringsprogramma in de eerste jaren hoger ligt dan het beschikbare budget. Waarbij er dus sprake is van overprogrammering. Vanaf 2031 is sprake van de omgekeerde situatie en ligt het beschikbare budget hoger dan het investeringsprogramma; er is sprake van onderprogrammering. De totale programmering en het budget over de looptijd van het fonds zijn hiermee aan elkaar gelijk, zodat het investeringsprogramma volledig budgettair gedekt is.

Licence