Base description which applies to whole site

3.12 Artikel 16. Onderzoek en wetenschapsbeleid

Het Nederlandse onderzoek en wetenschapsbeleid ambieert een sterk en duurzaam stelsel van wetenschap en hoger onderwijs en een internationaal concurrerende onderzoeksomgeving. Het beleid streeft naar een hoge kwaliteit onderwijs en onderzoek over de volle breedte, waarin kennisinstellingen en regio’s hun onderscheidende sterktes maximaal kunnen benutten en waarin optimale wetenschappelijke prestaties aansluiten op maatschappelijke behoeften.

Naast de reguliere instrumenten die het onderzoek en wetenschapsbeleid bekostigen heeft kabinet Rutte IV in het coalitieakkoord een aanvullende investering gedaan voor een periode van tien jaar in de vorm van het Fonds voor Onderzoek en Wetenschap. Met de investeringen wordt een balans bewaakt tussen verschillende wetenschapsgebieden, eerste en tweede geldstroom, en financiering op basis van vertrouwen en rekenschap. Er zijn daarbij drie hoofddoelen geformuleerd om het stelsel toekomstbestendig te maken, namelijk:

  • 1. het versterken van het fundament;

  • 2. ruimte geven aan divers talent; en

  • 3. het vergroten van de maatschappelijke impact van hoger onderwijs en onderzoek en de publieke erkenning ervan.

De minister is verantwoordelijk voor het stelsel van onderzoek en wetenschap.

De instrumenten die worden ingezet om de ambitie en hoofddoelen te behalen kunnen worden ingedeeld in drie complementaire rollen.

Financieren

De minister bekostigt (belangrijke onderdelen van) het onderzoeks- en wetenschapsbestel, met als doel optimaliseren, verbeteren en het faciliteren van het stelsel. Instrumenten die hieronder vallen zijn onder andere structurele hoofdbekostiging van instellingen, aanvullende bekostiging, sectorplannen, subsidies, bijdragen aan agentschappen, bijdragen aan internationale organisaties, en de matchingsregeling voor Horizon Europe. Deze instrumenten dragen bij aan bijvoorbeeld het versterken van de talentpositie (talent beter opleiden, aantrekken en behouden, waardoor er meer rust en ruimte is voor onderzoekers) en het versterken van de infrastructuur (hieronder vallen faciliteiten binnen instellingen, maar ook grote wetenschappelijke infrastructuren op internationaal niveau).

Stimuleren

De minister brengt partijen in het kennisecosysteem bij elkaar en stimuleert hen door strategische dialogen en onderlinge afspraken. Belangrijke resultaten hiervan zijn bijvoorbeeld het verbeteren van kennisbenutting en het verbeteren van profilering en samenwerking (dit leidt tot vernieuwende consortia en projecten, een betere taakverdeling in het veld, enzovoorts).

Regisseren

De minister schept voorwaarden voor het stelsel via bijvoorbeeld wet- en regelgeving en coördinerende activiteiten. Voorbeelden van dit soort voorwaarden zijn een klimaat waarin kennisinstellingen excellent onderzoek kunnen doen, kwaliteit en vernieuwend vermogen geborgd is, kennisinstellingen doelmatig functioneren en het wetenschapsbeleid op nationaal en internationaal niveau goed gepositioneerd is.

De minister is verantwoordelijk voor het toezicht op een efficiënte besteding van publieke middelen. In de monitoring en evaluatie zal naast doelmatigheid ook speciale aandacht gaan naar de mate waarin de instrumenten (individueel en op geaggregeerd niveau) bijdragen aan de ambitie en hoofddoelen en via welke mechanismen (doeltreffendheid).

Het ministerie blijft investeren in onderzoek en wetenschap en houdt vast aan ondersteuning van de instellingen in het veld bij de uitvoering van hun werk, zodat zij hoge kwaliteit onderwijs, onderzoek en maatschappelijke impact kunnen realiseren. Een groot deel van de langetermijninvesteringen wordt dus bestendigd. Tegelijkertijd worden de investeringen in hoger onderwijs, onderzoek, wetenschap en innovatie niet op hetzelfde niveau voortgezet. Er zijn minder middelen beschikbaar en dat vraagt om scherpe en weloverwogen keuzes. In het onderdeel beleidsprioriteiten zijn de belangrijkste beleidswijzigingen over 2025 opgenomen.

Het Ministerie van OCW richt zich op drie opgaven in de kennissector. De eerste opgave is om opgedane kennis beter en gerichter in te zetten voor Nederland. Immers, actuele kennis en innovaties zijn nodig om grote maatschappelijke vraagstukken het hoofd te bieden. In 2025 blijft het Ministerie van OCW zich inzetten op het verbeteren van erkennen en waarderen van wetenschappers en het vergroten van de maatschappelijke impact van kennis uit onderzoek, bijvoorbeeld via Faculty of Impact. Het Nationaal Expertisecentrum Wetenschap en Samenleving gaat door met het verbinden van het werkveld van wetenschapscommunicatie. Ook via het hbo en mbo verstevigen we maatschappelijke impact via inzet op praktijkgericht onderzoek en practoraten. Praktijkgericht onderzoek start met een vraag vanuit de praktijk. Het gaat om problemen waar bedrijven of maatschappelijke organisaties in hun dagelijkse praktijk tegenaan lopen en kansen die zich voordoen. Daarmee biedt het onderzoek direct oplossingen voor maatschappelijke opgaven (Monitor praktijkgericht onderzoek). De kabinetsinzet op praktijkgericht onderzoek is terug te zien in een toenemend aantal personen in onderzoeksfuncties binnen de hogescholen (personele ontwikkeling hbo). Het kabinet verkent daarnaast of het mogelijk is om de professional doctorate wettelijk te verankeren.

De tweede opgave is om de kennissector aantrekkelijker te maken voor talentvolle wetenschappers zodat zij in de sector (blijven) werken. Dat betekent dat er voldoende zekerheid en perspectief moet zijn en voldoende aandacht voor werkdruk en een veilige werkomgeving. Er wordt een integrale aanpak opgezet om sociale veiligheid in het onderwijs en onderzoek te verbeteren en een nationaal actieplan ingericht voor meer diversiteit en inclusie in het hoger onderwijs en onderzoek.

De laatste opgave is dat we een stabiele basis bieden voor excellent onderzoek en wetenschap. Dat betekent onder andere dat we werken aan een meer toekomstbestendige bekostiging, zodat kennis en innovatie ook op de langere termijn voor Nederland beschikbaar blijven. Ook blijven we inzetten op de Summit Grant. Deze Grant biedt tien jaar onderzoeksfinanciering voor wetenschappelijke consortia die in bestaande samenwerking bewezen hebben dat zij tot de absolute wereldtop behoren of hier heel dichtbij zitten en de sprong naar de absolute wereldtop met deze financiering kunnen maken. Verder hecht het ministerie ook de komende jaren veel aan nieuwsgierigheidsgedreven onderzoek via de Open competitie. De Open competitie is een financieringslijn van NWO voor excellent en ongebonden onderzoek. Met de voorzetting van de impuls uit het Fonds is het mogelijk om meer ingediende onderzoeksvoorstellen, die van hoge kwaliteit zijn, te honoreren. De afgelopen jaren is het honoreringspercentage van de Open competitie toegenomen van 15% in 2020 naar 26% in 2023. Tot slot loopt een wetgevingstraject Screening Kennisveiligheid.

Tabel 68 Budgettaire gevolgen van beleid art. 16 (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Begroting

 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Verplichtingen

2.035.774

1.923.154

1.670.345

1.663.743

1.654.810

1.642.481

1.683.863

        

Uitgaven

1.687.994

1.818.327

1.714.914

1.707.688

1.700.077

1.685.944

1.683.863

        

Bekostiging

1.436.205

1.501.595

1.413.952

1.408.844

1.400.405

1.397.313

1.393.410

NWO

589.807

640.922

631.833

633.767

632.252

631.614

627.548

KNAW

106.633

112.480

111.006

110.709

110.665

110.342

110.365

KB

60.864

68.133

65.566

67.346

65.350

64.777

66.777

NWO Talentenontwikkeling

165.885

165.885

165.885

165.885

165.885

165.885

165.885

NWO TTW

8.000

13.000

8.000

8.000

8.000

8.000

8.000

NWO Grootschalige researchinfrastructuur

55.380

55.380

55.380

55.380

55.380

55.380

55.380

NWO Praktijkgericht Onderzoek

65.030

65.355

60.610

60.610

60.610

60.610

61.110

Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek

43.768

40.456

27.209

22.914

19.154

17.359

16.082

Poolonderzoek

3.147

3.147

3.147

1.500

1.500

1.500

1.500

Caribisch Nederland

2.500

2.500

2.500

2.500

2.500

2.500

2.500

NWO NWA

147.504

138.009

134.553

131.970

130.846

131.000

130.000

NWO Fonds onderzoek en wetenschap

171.799

179.665

132.395

132.395

132.395

132.478

132.395

NWO Praktijk onderzoek en wetenschap

15.888

16.663

15.868

15.868

15.868

15.868

15.868

Subsidies (regelingen)

52.283

187.683

166.995

160.632

159.631

146.372

147.199

VSC

0

309

309

309

309

309

309

Naturalis Biodiversity Center

8.509

15.611

13.230

13.277

13.624

12.570

10.207

BPRC

11.989

12.565

12.565

12.565

12.565

12.565

12.565

NEMO Science Museum

4.206

4.073

4.072

4.072

4.072

4.072

4.072

STT

254

267

267

267

267

267

267

Stichting AAP

1.192

1.250

1.250

1.250

1.250

1.250

1.250

Nationale Coördinatie

968

5.732

8.008

8.064

8.362

4.151

3.069

Subsidie Fonds onderzoek en wetenschap

0

84.782

84.575

84.575

84.284

86.664

86.664

Nationaal Groeifonds

25.165

56.191

33.126

25.097

19.779

10.623

17.074

Delta Climate Center

0

6.379

9.069

10.632

14.595

13.377

11.198

Netherlands Academy of Engineering

0

524

524

524

524

524

524

Opdrachten

3.776

6.730

8.104

10.088

10.128

10.446

10.146

Opdrachten

3.085

3.534

2.411

3.821

4.146

4.146

4.146

Opdrachten Fonds onderzoek en wetenschap

691

3.196

5.693

6.267

5.982

6.300

6.000

Bijdrage aan agentschappen

80.397

3.106

4.375

6.010

7.498

9.398

10.693

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

964

1.081

2.107

3.742

5.230

7.130

8.575

RVO Fonds onderzoek en wetenschap

79.433

2.025

2.268

2.268

2.268

2.268

2.118

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

115.333

119.213

121.488

122.114

122.415

122.415

122.415

EMBC

1.241

1.064

998

1.317

1.355

1.355

1.355

EMBL

6.539

7.106

8.316

8.916

9.176

9.176

9.176

ESA

35.338

36.368

36.368

36.368

36.368

36.368

36.368

CERN

61.411

63.760

64.580

64.287

64.287

64.287

64.287

ESO

10.804

10.915

11.226

11.226

11.229

11.229

11.229

Ontvangsten

148

101

101

101

101

101

101

Uitsplitsing verplichtingen
        
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Verplichtingen

2.035.774

1.923.154

1.670.345

1.659.590

1.647.151

1.632.979

1.673.012

waarvan garantieverplichtingen

‒ 1.195

0

0

0

0

0

0

De garantieverplichtingen hadden betrekking op een lening van het Biomedical Primate Research Centre. Het Ministerie van OCW stond voor deze lening garant. Deze verplichtingen worden niet geraamd.

Budgetflexibiliteit
Tabel 69 Geschatte budgetflexibiliteit
 

2025

juridisch verplicht

90,3%

bestuurlijk gebonden

9,6%

beleidsmatig gereserveerd

0,1%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0,0%

Bekostiging

Het beschikbare budget voor 2025 is voor 100 procent juridisch verplicht. De verplichtingen hebben betrekking op de betalingen aan NWO, de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) en de Koninklijke Bibliotheek (KB), alsmede bijdragen aan Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO), Poolonderzoek en Caribisch Nederland. De wettelijke grondslag van de bekostiging is vastgelegd in de NWO wetten en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW). De bijdrage aan NWO is inclusief de maatregelen uit het Fonds voor Onderzoek en Wetenschap aan NWO, namelijk voor: open competitie, roadmap grootschalige wetenschappelijke infrastructuur, toponderzoek, open science, Europese partnerschappen en praktijkgericht onderzoek.

Subsidies

Het beschikbare budget voor 2025 is 48 procent juridisch verplicht en voor 52 procent bestuurlijk gebonden. Hieronder vallen de subsidies op grond van de matchtingsregeling Horizon Europe. Daarnaast zijn er instellingssubsidies aan stichtingen en centra met een specifieke rol in de kennisinfrastructuur, zoals Naturalis Biodiversity Center, Biomedical Primate Research Centre (BPRC) en Nationaal Centrum voor Wetenschap en Technologie/NEMO. Ook betreft het subsidies vanuit het Nationaal Groeifonds aan Biotech Booster, Big Chemistry en Einstein Telescope. Deze subsidies zijn op basis van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS. 

Opdrachten

Van het beschikbare budget voor 2025 is 14 procent juridisch verplicht, voor 78 procent bestuurlijk gebonden en voor 8 procent beleidsmatig gereserveerd voor de middelen uit het Fonds voor Onderzoek en Wetenschap. Deze verplichtingen hebben betrekking op dienstverleningen tot het doen van beleidsgerichte onderzoeken, evaluaties en ondersteuning van commissies.

Bijdrage aan agentschappen

Het beschikbare budget bestaat voor 84 procent uit juridisch verplichte middelen en voor 16 procent uit bestuurlijk gebonden middelen uit het Fonds voor Onderzoek en Wetenschap. Het betreft verplichtingen ten opzichte van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voor het uitvoeren van werkzaamheden binnen Horizon Europe en Kennisveiligheid.

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

Het beschikbare budget is voor 100 procent juridisch verplicht. Het betreft hier jaarlijkse contributies aan (inter)nationale organisaties waar Nederland zich middels convenanten meerjarig aan heeft verbonden.

Bekostiging

Het Ministerie van OCW bekostigt de instellingen NWO, KNAW en KB. Met de bekostiging zorgt de minister dat de instellingen binnen de wettelijke kaders, de missie en doelstellingen kunnen behalen. De doelstellingen van de instellingen zijn gericht op het bevorderen van de kwaliteit van het wetenschappelijke onderzoek in Nederland en het initiëren en stimuleren van nieuwe ontwikkelingen hierin. Het Ministerie van OCW draagt met een structureel karakter bij aan:

  • NWO. De minister bekostigt verschillende taken van NWO. Deze liggen op het vlak van het bevorderen van de kwaliteit van wetenschappelijk onderzoek, het initiëren en stimuleren van nieuwe ontwikkelingen in het wetenschappelijk onderzoek en kennisoverdracht aan de maatschappij. NWO voert deze taken uit door het toewijzen van middelen, met name aan universiteiten maar ook hogescholen. Dit doet NWO via gerichte programma’s binnen de vier domeinen. De programma’s zijn bijvoorbeeld gericht op ongebonden onderzoek en talentontwikkeling, zoals de Vernieuwingsimpuls en de open competitie. Tevens voert NWO het Nationale Wetenschapsagenda-programma uit voor vernieuwend en maatschappelijk relevant onderzoek en coördineert het een deel van de activiteiten in het Kennis- Innovatieconvenant. Daarnaast voert NWO programma’s uit gericht op wetenschappelijke infrastructuur zoals uitvoering van projecten die geselecteerd zijn op grond van de resultaten van de nationale roadmap commissie grootschalige wetenschappelijke infrastructuur. Hiermee kunnen Nederlandse onderzoekers werken met onderzoekfaciliteiten van wereldniveau. Ook ontvangt NWO een aanvullende bekostiging in het kader van praktijkgericht onderzoek. Doel van deze bekostiging is het met wetenschappelijk onderzoek vervullen van een centrale rol binnen de Nederlandse en internationale kennisinfrastructuur door hogescholen en universiteiten. Tot slot ontvangt NWO aanvullende bekostiging voor financiering van het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO), voor wetenschappelijk onderzoek in en naar de poolgebieden en voor het financieren van wetenschappelijk onderzoek op de zes eilanden in het Caribische deel van het Koninkrijk;

  • De bekostiging aan NWO wordt verlaagd ter invulling van ombuigingen uit het hoofdlijnenakkoord. De bekostiging wordt verlaagd ter invulling van: de opgave van de bijstelling van de sectorplannen (€ 26,6 miljoen in 2030 en € 40,3 miljoen structureel vanaf 2031). Deze opgave uit het Hoofdlijnenakkoord wordt namelijk ingevuld met het stopzetten van de startersbeurzen, en met deze ombuiging op de bekostiging van NWO.

  • De subsidietaakstelling en apparaatstaakstelling uit het hoofdlijnenakkoord zijn voor 2025 ingevuld met verlagingen van de financiering van NWO (€ 4 miljoen en € 0,7 miljoen respectievelijk). De concrete invulling van de subsidietaakstelling vanaf 2026 wordt over de gehele OCW-begroting bezien en middels een Nota van Wijziging op de Ontwerpbegroting 2025 voorafgaand aan de begrotingsbehandeling van OCW aan uw Kamer voorgelegd. De begrote budgetten vanaf 2026 kunnen daarom nog aan veranderingen onderhevig zijn.

  • De bekostiging van NWO wordt voor 2025 tot en met 2029 met € 0,9 miljoen jaarlijks verlaagd ter dekking van de campussen Groningen. Zie voor nadere toelichting artikel 4 (Middelbaar beroepsonderwijs en volwasseneneducatie). Verder wordt de bekostiging van NWO vanaf 2031 structureel met € 3,7 miljoen verlaagd ter dekking van het investeringspakket voor het ondernemingsklimaat van de microchipsector (Kamerstukken II, 33009, nr 141).

  • Tot slot wordt in het kader van het amendement Soepboer een overboeking van € 0,5 miljoen van 2025 tot 2028 gedaan van het instrument NWO praktijkgericht onderzoek naar artikel 4 (Middelbaar beroepsonderwijs en volwasseneneducatie) ten behoeve van de dekking voor de inrichting en uitvoering van een practoraat «Friese taal en Geletterdheid in de meertalige context» (Amendement van het lid Soepboer c.s., Kamerstukken II, 36410-VIII, nr. 54).

  • KNAW. De minister bekostigt verschillende taken van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen voor onder andere het bevorderen van excellent onderzoek. De KNAW is de plek waar de beste wetenschappers vanuit de volle breedte van het onderzoek hun kennis uitwisselen en delen met de samenleving. Ook ontvangt de KNAW middelen om jonge wetenschappers te steunen om de wetenschap toekomstbestendig te maken. Daarnaast zet de KNAW zich in om de internationale samenwerking te bevorderen en de Nederlandse positie in de internationale wetenschap te versterken door onder meer "science diplomacy";

  • KB. De minister bekostigt de Koninklijke Bibliotheek voor zorgdragen van het geschreven woord, met name voor de Nederlandse publicaties, en iedereen in staat te stellen om te lezen, te leren en onderzoek te doen. De KB speelt een centrale rol in de Nederlandse (wetenschappelijke) informatie-structuur en bevordert de duurzame toegang tot digitale informatie in (inter)nationaal verband. Circa de helft van de bekostiging van de KB loopt via artikel 16, de andere helft wordt bekostigd via artikel 14 (Cultuur). De bekostiging van de KB wordt vanaf 2025 jaarlijks oplopend tot € 8,0 miljoen structureel verhoogd om de tegenvallers uit stijgende huisvestingskosten te dekken. De bekostiging wordt met € 0,3 miljoen verlaagd ter dekking van de appraatstaakstelling uit het hoofdlijnenakkoord.

Fonds Onderzoek en Wetenschap: instrumenten NWO

De bekostiging van NWO voor het Fonds voor Onderzoek en Wetenschap wordt verlaagd voor de invulling van de taakstelling op het Fonds voor Onderzoek en Wetenschap. Het betreft een ombuiging van € 29,9 miljoen op nieuwe wetenschappelijke infrastructuur binnen de grootschalige wetenschappelijke infrastructuur, € 10 miljoen op open science via de financiering van regieorgaan Open Science NL, en € 9,2 miljoen op nog onverdeelde loon- en prijsbijstelling, alle drie van 2025 tot en met 2031.

Het Fonds voor Onderzoek en Wetenschap loopt tot en met 2031. De middelen uit het Fonds Onderzoek en Wetenschap die door NWO worden geïnvesteerd, betreffen de open competitie à € 63,8 miljoen, toponderzoek à € 20,0 miljoen, Roadmap grootschalige wetenschappelijke infrastructuur à € 23,3 miljoen, open science à € 10,0 miljoen en Europese Partnerschappen à € 12,8 miljoen.

De open competitie van NWO is een belangrijk bestaand en bewezen instrument voor excellent, ongebonden onderzoek dat inspeelt op veelbelovende wetenschappelijke ontwikkelingen. Met het budget voor open competitie van jaarlijks € 63,8 miljoen kunnen ook de komende jaren meer voorstellen van hoge kwaliteit worden gehonoreerd. Een jaarlijks budget van € 20,0 miljoen stelt NWO in staat om daarnaast een gerichte impuls te geven aan enkele wetenschappelijke gebieden waarin Nederland tot de absolute wereldtop behoort of hiertoe de potentie heeft. De investering van € 23,3 miljoen voor het bestedingen van hoogwaardige onderzoeksinfrastructuren en toegang tot internationale infrastructuren, maakt het mogelijk dat Nederlandse onderzoekers excellent onderzoek (blijven) uitvoeren. Met het budget voor open science van € 10,0 miljoen blijft de gaande ontwikkeling ondersteund.

Daarnaast wordt vanuit het bestedingsdoel Scholars at Risk met het Fonds via NWO € 1,2 miljoen ten behoeve van voorstellen voor Hestia-beurzen verstrekt. Deze middelen zijn voor initiatieven die mogelijkheden bieden aan wetenschappers die door oorlog of andere bedreigende situaties hun academische carrière niet kunnen voorzetten in hun thuisland.

Fonds Onderzoek en Wetenschap: praktijkgericht onderzoek en wetenschap

De investering uit het Fonds voor Onderzoek en Wetenschap in praktijkgericht onderzoek wordt geïnvesteerd in de tweede geldstroom van hogescholen via Regieorgaan SIA (onderdeel van NWO). Van dit bedrag is circa € 10,9 miljoen bestemd voor thematische programmering om de onderzoeksgroepen van hogescholen te verbinden met de landelijke inzet op beoogde maatschappelijke effecten. De overige circa € 5,0 miljoen is bestemd voor de pilot professional doctorate. De bekostiging wordt met € 0,8 miljoen verlaagd voor nog niet verdeelde loon- en prijsontwikkeling ter invulling van de taakstelling op het Fonds voor Onderzoek en Wetenschap.

Subsidies

Voor het stimuleren en realiseren van de centrale doelstellingen van het onderzoek en wetenschapsbeleid worden diverse subsidies verstrekt aan stichtingen en centra met een specifieke rol in de kennisinfrastructuur. Het gaat hier onder andere om bijdragen aan:

  • Naturalis Biodiversity Center voor onderzoek naar de biodiversiteit en instandhouding van de nationale grootschalige infrastructuur voor biodiversiteitsonderzoek;

  • BPRC voor primatenonderzoek en de huisvestiging van primaten, en subsidie aan de Stichting AAP voor het verzorgen van de opvang van de BPRC chimpansees;

  • Stichting Nationaal Centrum voor Wetenschap- en Techniekpromotie (NCWT) voor het beheren en ontwikkelen van NEMO Science Museum en NEMO Kennislink, het organiseren van het landelijke festival Weekend van de Wetenschap en het ondersteunen van overige gerelateerde landelijke activiteiten op het gebeid van wetenschaps- en technologiecommunicatie en –educatie;

  • (NGF-Project) Biotech Booster is een uniek verbond van kennisinstellingen en bedrijven om kennis over biotechnologie beter om te zetten in bedrijvigheid en toepassingen. Zo draagt innovatie in biotechnologie maximaal bij aan het oplossen van maatschappelijke uitdagingen in gezondheid, klimaat, energie, landbouw en voeding. Biotech Booster vergroot ons toekomstige innovatie- en verdienvermogen. In 2024 is opbouw- en implementatiefase van het programma afgerond en is de uitvoering gestart en de eerste subsidieronde geopend. In 2025 wordt er ruim € 17,5 miljoen uitgegeven voor een tweede subsidieronde en voor de uitvoering van het programma, inclusief begeleiding en ondersteuning van de projecten die in 2024 zijn gestart. Aanvullend zijn gereserveerde middelen aangesloten bij het uitgavepatroon door een verschuiving van 2024 en 2025 naar 2026 en 2027;

  • (NGF-Project) De Einstein Telescope is een toekomstig ondergronds observatorium voor het meten van zwaartekrachtsgolven te ontwikkelen in de regio Zuid-Limburg, Wallonië, Vlaanderen en Noord-Rijn Westfalen (zgn. Euregio Maas Rijn). Nederland werkt samen met Duitsland en België aan het Europees Bid om de Einstein Telescope te kunnen gaan bouwen. Daarnaast werkt het consortium aan het betrekken van het bedrijfsleven bij de ontwikkeling van nieuwe technologieën. In 2024 is de Nationaal-Groeifondsbijdrage voor de voorbereidingsactiviteiten volledig benut. In 2025 gaat het consortium verder met voorbereidingsactiviteiten met financiering van o.m. de partners in België en Noordrijn-Westfalen. Wel staat er geld gereserveerd op de NGF-begroting voor de mogelijke daadwerkelijke bouw van de telescoop;

  • (NGF-Project) Big Chemistry (voorheen zelfdenkende moleculaire systemen) verbindt big data met chemie om zo een volledig gerobotiseerd laboratorium te bouwen. Dit laboratorium dient zowel excellente wetenschap als industriële R&D op het gebied van formulering van complexe mengsels. In 2025 wordt er € 16 miljoen geïnvesteerd in (1) de start van de opbouw van het centrale Robotlab voor het trainen van chemische AI, (2) een publiek-privaat programma (via NWO) voor de ontwikkeling van kennis over complexe moleculaire systemen en materialen, innovatieve toepassingen en producten en (3) het opzetten van een startupprogramma voor (organisatorische) ondersteuning van startups, proof-of-concept-financiering via de regionale ontwikkelingsmaatschappijen en een budget voor technostarters. De gereserveerde middelen voor dit NGF-project zijn gecalibreerd op het verwachte uitgavepatroon door diverse verschuiving van bedragen tussen 2024 en 2031.

Binnen het subsidiebudget vindt vanaf 2025 een verschuiving plaats van structureel € 1,3 miljoen van nationale coördinatie naar Naturalis Biodiversity Center. Onderzoek van EY concludeert dat de subsidie aan Naturalis onvoldoende toereikend is. Naar aanleiding van dit onderzoek, worden er hiermee extra middelen beschikbaar gesteld voor Naturalis. Ook wordt tussen 2024 en 2028 in totaal € 18,6 miljoen ter beschikking gesteld voor een subsidieaanvraag van Naturalis voor toegepaste onderzoeksfaciliteiten.

Fonds Onderzoek en Wetenschap: subsidies

Uit het Fonds Onderzoek en Wetenschap wordt in 2025 € 82,8 miljoen benut voor Matching Horizon Europe, waarmee Nederlandse deelname aan Horizon Europe-projecten wordt gestimuleerd.  

Opdrachten

Voor beleidsontwikkeling worden opdrachten verstrekt voor het uitvoeren van diensten. Het gaat hierbij met name om opdrachten voor het beleidsgericht onderzoek en evaluaties.

Fonds Onderzoek en Wetenschap: opdrachten

De post opdrachten betreft de middelen ten behoeve van uitvoering, monitoring, verantwoording en evaluatie van alle instrumenten die worden ingezet om de hoofddoelen van het Fonds voor Onderzoek en Wetenschap te behalen.

Bijdrage aan agentschappen

Hieronder valt de opdracht aan de RVO voor het ondersteunen en stimuleren van een zo groot mogelijk Nederlandse participatie in het EU-Kaderprogramma voor Onderzoek en Innovatie ‘Horizon Europe’. Daarnaast stijgt het budget voor agentschappen de komende jaren als gevolg van de uitvoeringskosten van de screeningswet die in voorbereiding is.

Fonds Onderzoek en Wetenschap: instrumenten RVO

Een deel van het Fonds Onderzoek en Wetenschap wordt door RVO ingezet voor Kennisveiligheid (circa € 2,0 miljoen).

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

Contributies aan grote internationale onderzoeksorganisaties Engineering in Medicine and Biology Society (EMBC), Europees Laboratorium voor Moleculaire Biologie (EMBL), European Space agency (ESA), Conseil Européen pour la Recherche Nucléaire (CERN) en European Southern Observatory (ESO). Door deelname van Nederland aan deze intergouvernementele organisaties krijgen Nederlandse wetenschappelijke onderzoekers toegang tot unieke grootschalige onderzoeksfaciliteiten en internationale netwerken van toponderzoekers. Deze deelname is mede van groot belang voor het functioneren van het Nederlands nationale onderzoeksbestel.

Licence