Base description which applies to whole site

3.14 Artikel 25 Brede Doeluitkering

Het realiseren van maatwerkoplossingen voor verkeers- en vervoersvraagstukken door de twee krachtens artikel 20, derde lid, van de Wet personenvervoer 2000 aangewezen openbare lichamen die verkeer- en vervoerstaken verrichten (vervoerregio’s). Dit betreffen thans de Vervoerregio Amsterdam en het samenwerkingsverband van gemeenten in de zuidelijke Randstad, de Metropoolregio Rotterdam Den Haag.

Samenvatting budgettaire gevolgen van beleid

In onderstaande tabel is een samenvatting opgenomen van de totale verplichtingen, uitgaven en ontvangsten van dit artikel. De onderverdeling naar de financiële instrumenten is opgenomen in de totaal tabel van de budgettaire gevolgen van beleid.

Tabel 133 Samenvatting budgettaire gevolgen van beleid artikel 25 (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Verplichtingen

1.126.467

1.099.876

1.257.970

1.147.982

1.147.982

1.147.982

1.147.982

        

Uitgaven

1.066.020

1.113.170

1.257.970

1.147.982

1.147.982

1.147.982

1.147.982

        

Uitgaven onderverdeeld per artikelonderdeel

       

1 Brede Doeluitkering

1.066.020

1.113.170

1.257.970

1.147.982

1.147.982

1.147.982

1.147.982

        

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

Rol en verantwoordelijkheid

In onderstaande tabel is een overzicht en toelichting opgenomen op de rol en verantwoordelijkheid van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat bij Wegen en Verkeersveiligheid. Voor een nadere toelichting op de verschillende typologieën stimuleren, regisseren, financieren en (doen) uitvoeren wordt verwezen naar de leeswijzer.

Tabel 134 Rol en verantwoordelijkheden

Rol

Toelichting

Financieren

De Minister is systeemverantwoordelijk voor de bijdrage aan de BredeDoeluitkering verkeer en vervoer (BDU), die het mogelijk maakt dat er inde gebieden waar de vervoerregio’s actief zijn maatwerkoplossingenkunnen worden geboden voor verkeers- en vervoervraagstukken. Dit artikelhangt samen met artikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid en artikel16 Openbaar Vervoer en Spoor waarin het bredere beleidsveld wordtgeschetst.

Voor 2025 zijn er geen relevante beleidsmatige ontwikkelingen.

Tabel 135 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 25 (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Verplichtingen

1.126.467

1.099.876

1.257.970

1.147.982

1.147.982

1.147.982

1.147.982

        

Uitgaven

1.066.020

1.113.170

1.257.970

1.147.982

1.147.982

1.147.982

1.147.982

        

1 Brede Doeluitkering

1.066.020

1.113.170

1.257.970

1.147.982

1.147.982

1.147.982

1.147.982

Brede doeluitkering

1.066.020

1.113.170

1.257.970

1.147.982

1.147.982

1.147.982

1.147.982

Waarvan bijdragen aan Brede doeluitkering

1.066.020

1.113.170

1.257.970

1.147.982

1.147.982

1.147.982

1.147.982

        

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

Onderstaand is per artikelonderdeel, zoals opgenomen in de budgettaire tabel, voor het jaar 2025, een toelichting gegeven waarvoor de financiële instrumenten worden ingezet en wie de middelen ontvangt. In de budgettaire tabel is de taakstelling uit het hoofdlijnenakkoord van het kabinet-Schoof op het gebied van de specifieke uitkeringen verwerkt. In onderdeel 2.7 van deze begroting is een nadere toelichting op de budgettaire verwerking van het hoofdlijnenakkoord opgenomen.

1. Brede doeluitkering (€ 1.258,0 miljoen)

Jaarlijks wordt een beschikking verstrekt voor de Brede Doeluitkering aan de Vervoerregio Amsterdam en de Metropoolregio Rotterdam Den Haag. Deze beschikking wordt berekend op basis van de in de Wet BDU Verkeer en Vervoer opgenomen methodiek. Uitbetaling vindt plaats in vijf termijnen, waarvan de tweede termijn een dubbele is.

De Vervoerregio Amsterdam en de Metropoolregio Rotterdam Den Haag zijn vrij in de afweging aan welke verkeer- en vervoertaken zij de BDU-middelen besteden. Zij bepalen dat aan de hand van de doelen die zij willen bereiken op hun verkeer- en vervoersterrein. Daarbij hebben zij veel ruimte voor een eigen invulling, rekening houdend met de specifieke kenmerken van hun regio.Een deel van de middelen uit Motie Bikker (Kamerstuk 36410-XII, nr. 29) wordt via de Brede doeluitkering aangewend om de in 2024 voorziene prijsstijgingen in het regionaal openbaar vervoer structureel te voorkomen en de beschikbaarheid hiervan structureel te verbeteren.

Budgetflexibiliteit

Conform de Wet BDU wordt jaarlijks voorafgaand aan het uitkeringsjaar de brede doeluitkering ten behoeve van de voorbereiding en de uitvoering van het regionaal verkeer- en vervoersbeleid geheel als betalingsverplichting vastgelegd.

Licence