Op dit artikel staan alle personele en materiële uitgaven en ontvangsten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat met uitzondering van de agentschappen Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut en Rijkswaterstaat en de grote uitvoerende dienst Inspectie Leefomgeving en Transport. Het omvat de verplichtingen en uitgaven voor ambtelijk personeel, inhuur externen en ICT, bijdragen aan rijksbrede SSO's en overige materiële voor het kerndepartement.
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 446.741 | 524.985 | 481.952 | 447.497 | 393.293 | 367.133 | 355.441 |
Uitgaven | 455.862 | 518.384 | 489.276 | 457.475 | 400.343 | 368.296 | 356.788 |
1 Personele uitgaven | 354.267 | 392.048 | 360.577 | 323.585 | 278.896 | 248.506 | 236.567 |
Eigen Personeel | 298.886 | 337.101 | 328.016 | 298.110 | 259.109 | 234.332 | 224.221 |
Waarvan NGF-project Luchtvaart in Transitie | 176 | 803 | 793 | 793 | 793 | 793 | 876 |
Waarvan NGF-project Dutch Metropolitan Innovations | 0 | 2.482 | 1.405 | 1.405 | 1.405 | 327 | 0 |
Waarvan NGF-project Maritiem Masterplan | 0 | 279 | 292 | 692 | 486 | 440 | 2.500 |
Inhuur externen | 52.840 | 52.900 | 31.049 | 23.940 | 18.260 | 12.651 | 10.823 |
Waarvan NGF-project Luchtvaart in Transitie | 176 | 180 | 250 | 1.654 | 950 | 589 | 434 |
Overige personele uitgaven | 2.541 | 2.047 | 1.512 | 1.535 | 1.527 | 1.523 | 1.523 |
2 Materiële uitgaven | 101.595 | 126.336 | 128.699 | 133.890 | 121.447 | 119.790 | 120.221 |
ICT | 30.743 | 35.443 | 39.163 | 44.601 | 36.399 | 35.542 | 35.532 |
Bijdragen aan SSO's | 60.860 | 67.663 | 62.937 | 62.735 | 61.206 | 60.646 | 60.612 |
Overige materiële uitgaven | 9.992 | 23.230 | 26.599 | 26.554 | 23.842 | 23.602 | 24.077 |
Waarvan NGF-project Luchtvaart in Transitie | 0 | 20 | 10 | 10 | 10 | 10 | 10 |
Ontvangsten | 9.893 | 4.727 | 4.530 | 4.530 | 4.530 | 4.251 | 4.251 |
Onderstaand is voor het jaar 2025 een toelichting opgenomen op de personele en materiële uitgaven van het kerndepartement. In de budgettaire tabel is de taakstelling uit het hoofdlijnenakkoord van het kabinet-Schoof op het gebied van het apparaat verwerkt. In onderdeel 2.7 van deze begroting is een nadere toelichting op de budgettaire verwerking van het hoofdlijnenakkoord opgenomen.
1. Personele uitgaven (€ 361,0 miljoen)
De personele uitgaven betreft alle uitgaven van het eigen personeel, de externe inhuur en postactieven voor het kerndepartement.
– Eigen personeel (€ 328,0 miljoen). Onder uitgaven eigen personeel vallen de loonkosten en de uitgaven voor de personele exploitatie.
• Onder loonkosten wordt verstaan alle uit de rechtspositiebepalingen en aanverwante (wettelijke) regelingen voortvloeiende uitgaven aan en ten behoeve van de werknemers, zoals salaris, vakantie- en eindejaarsuitkering, vergoedingen voor inbesteding van personeel, toelagen, toeslagen en vergoedingen, gratificaties, onkostenvergoedingen waaronder woon-werkverkeer (ook collectieve inkoop openbaar vervoerskaarten), sociale lasten en de bijdrage aan de zorgverzekeringswet, pensioenpremies en de eindheffing loonbelasting.
• Onder personele exploitatie worden andere personele uitgaven verstaan zoals verhuiskosten, hotels in het kader van dienstreizen, werving en selectie, keuringen, assessments, outplacement, loopbaanbegeleiding en re-integratie, arbeidsgezondheidskundige begeleiding, werkplekaanpassing, uitbesteding arbo-dienstverlening, bedrijfshulpverlening, representatie voor eigen personeel, opleiding, coaching, training, bezoek van symposia en congressen, personeelsevenementen, bijeenkomsten en recepties, noodzakelijke contributies van personeel, uitgaven sociaal flankerend beleid en dergelijke.
– Externe inhuur (€ 31,0 miljoen). Dit betreft de uitgaven voor externe inhuur voor interim-management, organisatie- en formatieadvies, beleidsadvies, communicatieadvisering, juridisch advies, advisering opdrachtgevers automatisering, accountancy, financiën en administratieve organisatie en de inhuur van uitzendkrachten. De externe inhuur heeft onder andere betrekking op uitgaven voor programma’s, zoals de Vrachtwagenheffing, Duurzame mobiliteit, Fiets, en de Luchtruimherziening.
– Overige personele uitgaven (€ 1,5 miljoen). De overige personele uitgaven betreft de uitgaven aan postactieven. Onder postactieven wordt verstaan uitgaven aan en ten behoeve van voormalig personeel, voor zover niet ten laste komend van derden (pensioen- of uitkeringsfonds) zoals Functioneel leeftijdsontslag (FLO), werkloosheidsuitkeringen, wachtgelden en de daarmee samenhangende uitvoeringskosten van derden.
2. Materiële uitgaven (€ 128,7 miljoen)
Onder de materiële uitgaven vallen uitgaven op het gebied van de ondersteunende processen, zoals ICT, bijdrage aan de Shared Service Organisaties en overige materiële uitgaven (o.a. schoonmaak, consumptieve diensten, kantoorartikelen, afvalzorgmanagement).
1. ICT (€ 39,2 miljoen). Bevat zowel de uitgaven voor projecten als structurele uitgaven zoals onderhoud en licenties.
2. Bijdrage aan de Shared Service Organisaties (€ 62,9 miljoen). De bijdrage aan de Shared Service Organisaties betreft onder andere P-Direkt (Salarisbedrijf van het Rijk), FM Haaglanden en het Rijksvastgoedbedrijf.
3. Overige materiële uitgaven (€ 26,6 miljoen). Dit betreft materiele uitgaven van het kerndepartement waarvoor geldt dat deze betrekking hebben op uitgaven die bedoeld zijn voor activiteiten ter ondersteuning van het primaire proces.
Ontvangsten (€ 4,5 miljoen)
De ontvangsten betreft voornamelijk vergoedingen die worden ontvangen voor onderzoeksopdrachten vanuit de Europese Unie (PBL), het Besluit Vergoedingen Kernenergiewet (ANVS), detacheringen en bedrijfsvoering.
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal apparaatsuitgaven ministerie | 652.524 | 741.359 | 710.019 | 674.530 | 614.748 | 582.206 | 571.733 |
Kerndepartement | 455.862 | 518.384 | 489.276 | 457.475 | 400.343 | 368.296 | 356.788 |
ILT | 196.662 | 222.975 | 220.743 | 217.055 | 214.405 | 213.910 | 214.945 |
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal apparaatskosten Agentschappen | 1.576.738 | 1.677.123 | 1.661.217 | 1.660.768 | 1.635.807 | 1.624.720 | 1.618.366 |
RWS | 1.494.345 | 1.580.674 | 1.562.500 | 1.563.972 | 1.543.524 | 1.532.293 | 1.526.871 |
KNMI | 82.393 | 96.449 | 98.717 | 96.796 | 92.283 | 92.427 | 91.495 |
Totaal apparaatskosten ZBO's en RWT's | 853.000 | 916.000 | 909.000 | 882.000 | 876.000 | 875.000 | 870.000 |
ProRail | 853.000 | 916.000 | 909.000 | 882.000 | 876.000 | 875.000 | 870.000 |
De totale apparaatskosten voor ProRail zijn in lijn gebracht met de wijze waarop de apparaatskosten van de overige uitvoeringsorganisaties in deze begroting in beeld zijn gebracht. Dit leidt tot een toename van de apparaatskosten ten opzichte van de vorige begroting. Dit komt doordat de overige apparaatskosten waaronder huisvesting nu in de totale apparaatskosten zijn meegenomen en de kosten zijn weergegeven als inclusief BTW.
Directoraat-Generaal Mobiliteit | 61.737 |
---|---|
Directoraat-Generaal Milieu en Internationaal | 41.409 |
Directoraat-Generaal Water en Bodem | 36.979 |
Directoraat-Generaal Luchtvaart en Maritieme zaken | 46.402 |
Beleids- en Bestuursondersteuning | 50.970 |
Financiën en Bedrijfsvoering | 181.422 |
- Waarvan IenW-brede apparaatsuitgaven | 108.563 |
Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming | 31.327 |
Planbureau voor de Leefomgeving | 39.030 |
Totaal apparaat | 489.276 |