Base description which applies to whole site

4.2 Artikel 98 Apparaatsuitgaven Kerndepartement

Op dit artikel staan alle personele en materiële uitgaven en ontvangsten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat met uitzondering van de agentschappen Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut en Rijkswaterstaat en de grote uitvoerende dienst Inspectie Leefomgeving en Transport. Het omvat de verplichtingen en uitgaven voor ambtelijk personeel, inhuur externen en ICT, bijdragen aan rijksbrede SSO's en overige materiële voor het kerndepartement.

Tabel 144 Budgettaire gevolgen artikel 98 Apparaat Kerndepartement (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Verplichtingen

446.741

524.985

481.952

447.497

393.293

367.133

355.441

        

Uitgaven

455.862

518.384

489.276

457.475

400.343

368.296

356.788

        

1 Personele uitgaven

354.267

392.048

360.577

323.585

278.896

248.506

236.567

Eigen Personeel

298.886

337.101

328.016

298.110

259.109

234.332

224.221

Waarvan NGF-project Luchtvaart in Transitie

176

803

793

793

793

793

876

Waarvan NGF-project Dutch Metropolitan Innovations

0

2.482

1.405

1.405

1.405

327

0

Waarvan NGF-project Maritiem Masterplan

0

279

292

692

486

440

2.500

Inhuur externen

52.840

52.900

31.049

23.940

18.260

12.651

10.823

Waarvan NGF-project Luchtvaart in Transitie

176

180

250

1.654

950

589

434

Overige personele uitgaven

2.541

2.047

1.512

1.535

1.527

1.523

1.523

        

2 Materiële uitgaven

101.595

126.336

128.699

133.890

121.447

119.790

120.221

ICT

30.743

35.443

39.163

44.601

36.399

35.542

35.532

Bijdragen aan SSO's

60.860

67.663

62.937

62.735

61.206

60.646

60.612

Overige materiële uitgaven

9.992

23.230

26.599

26.554

23.842

23.602

24.077

Waarvan NGF-project Luchtvaart in Transitie

0

20

10

10

10

10

10

        

Ontvangsten

9.893

4.727

4.530

4.530

4.530

4.251

4.251

Onderstaand is voor het jaar 2025 een toelichting opgenomen op de personele en materiële uitgaven van het kerndepartement. In de budgettaire tabel is de taakstelling uit het hoofdlijnenakkoord van het kabinet-Schoof op het gebied van het apparaat verwerkt. In onderdeel 2.7 van deze begroting is een nadere toelichting op de budgettaire verwerking van het hoofdlijnenakkoord opgenomen.

1. Personele uitgaven (€ 361,0 miljoen)

De personele uitgaven betreft alle uitgaven van het eigen personeel, de externe inhuur en postactieven voor het kerndepartement.

  • Eigen personeel (€ 328,0 miljoen). Onder uitgaven eigen personeel vallen de loonkosten en de uitgaven voor de personele exploitatie.

    • Onder loonkosten wordt verstaan alle uit de rechtspositiebepalingen en aanverwante (wettelijke) regelingen voortvloeiende uitgaven aan en ten behoeve van de werknemers, zoals salaris, vakantie- en eindejaarsuitkering, vergoedingen voor inbesteding van personeel, toelagen, toeslagen en vergoedingen, gratificaties, onkostenvergoedingen waaronder woon-werkverkeer (ook collectieve inkoop openbaar vervoerskaarten), sociale lasten en de bijdrage aan de zorgverzekeringswet, pensioenpremies en de eindheffing loonbelasting.

    • Onder personele exploitatie worden andere personele uitgaven verstaan zoals verhuiskosten, hotels in het kader van dienstreizen, werving en selectie, keuringen, assessments, outplacement, loopbaanbegeleiding en re-integratie, arbeidsgezondheidskundige begeleiding, werkplekaanpassing, uitbesteding arbo-dienstverlening, bedrijfshulpverlening, representatie voor eigen personeel, opleiding, coaching, training, bezoek van symposia en congressen, personeelsevenementen, bijeenkomsten en recepties, noodzakelijke contributies van personeel, uitgaven sociaal flankerend beleid en dergelijke.

  • Externe inhuur (€ 31,0 miljoen). Dit betreft de uitgaven voor externe inhuur voor interim-management, organisatie- en formatieadvies, beleidsadvies, communicatieadvisering, juridisch advies, advisering opdrachtgevers automatisering, accountancy, financiën en administratieve organisatie en de inhuur van uitzendkrachten. De externe inhuur heeft onder andere betrekking op uitgaven voor programma’s, zoals de Vrachtwagenheffing, Duurzame mobiliteit, Fiets, en de Luchtruimherziening.

  • Overige personele uitgaven (€ 1,5 miljoen). De overige personele uitgaven betreft de uitgaven aan postactieven. Onder postactieven wordt verstaan uitgaven aan en ten behoeve van voormalig personeel, voor zover niet ten laste komend van derden (pensioen- of uitkeringsfonds) zoals Functioneel leeftijdsontslag (FLO), werkloosheidsuitkeringen, wachtgelden en de daarmee samenhangende uitvoeringskosten van derden.

2. Materiële uitgaven (€ 128,7 miljoen)

Onder de materiële uitgaven vallen uitgaven op het gebied van de ondersteunende processen, zoals ICT, bijdrage aan de Shared Service Organisaties en overige materiële uitgaven (o.a. schoonmaak, consumptieve diensten, kantoorartikelen, afvalzorgmanagement).

  • 1. ICT (€ 39,2 miljoen). Bevat zowel de uitgaven voor projecten als structurele uitgaven zoals onderhoud en licenties.

  • 2. Bijdrage aan de Shared Service Organisaties (€ 62,9 miljoen). De bijdrage aan de Shared Service Organisaties betreft onder andere P-Direkt (Salarisbedrijf van het Rijk), FM Haaglanden en het Rijksvastgoedbedrijf.

  • 3. Overige materiële uitgaven (€ 26,6 miljoen). Dit betreft materiele uitgaven van het kerndepartement waarvoor geldt dat deze betrekking hebben op uitgaven die bedoeld zijn voor activiteiten ter ondersteuning van het primaire proces.

Ontvangsten (€ 4,5 miljoen)

De ontvangsten betreft voornamelijk vergoedingen die worden ontvangen voor onderzoeksopdrachten vanuit de Europese Unie (PBL), het Besluit Vergoedingen Kernenergiewet (ANVS), detacheringen en bedrijfsvoering.

Tabel 145 Totaaloverzicht apparaatsuitgaven/kosten kerndepartement (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Totaal apparaatsuitgaven ministerie

652.524

741.359

710.019

674.530

614.748

582.206

571.733

Kerndepartement

455.862

518.384

489.276

457.475

400.343

368.296

356.788

ILT

196.662

222.975

220.743

217.055

214.405

213.910

214.945

Tabel 146 Totaaloverzicht apparaatsuitgaven/kosten agentschappen en ZBO/RWT (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Totaal apparaatskosten Agentschappen

1.576.738

1.677.123

1.661.217

1.660.768

1.635.807

1.624.720

1.618.366

RWS

1.494.345

1.580.674

1.562.500

1.563.972

1.543.524

1.532.293

1.526.871

KNMI

82.393

96.449

98.717

96.796

92.283

92.427

91.495

        

Totaal apparaatskosten ZBO's en RWT's

853.000

916.000

909.000

882.000

876.000

875.000

870.000

ProRail

853.000

916.000

909.000

882.000

876.000

875.000

870.000

De totale apparaatskosten voor ProRail zijn in lijn gebracht met de wijze waarop de apparaatskosten van de overige uitvoeringsorganisaties in deze begroting in beeld zijn gebracht. Dit leidt tot een toename van de apparaatskosten ten opzichte van de vorige begroting. Dit komt doordat de overige apparaatskosten waaronder huisvesting nu in de totale apparaatskosten zijn meegenomen en de kosten zijn weergegeven als inclusief BTW.

Tabel 147 Totaaloverzicht apparaatsuitgaven per Directoraat Generaal (bedragen x € 1.000)

Directoraat-Generaal Mobiliteit

61.737

Directoraat-Generaal Milieu en Internationaal

41.409

Directoraat-Generaal Water en Bodem

36.979

Directoraat-Generaal Luchtvaart en Maritieme zaken

46.402

Beleids- en Bestuursondersteuning

50.970

Financiën en Bedrijfsvoering

181.422

- Waarvan IenW-brede apparaatsuitgaven

108.563

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming

31.327

Planbureau voor de Leefomgeving

39.030

Totaal apparaat

489.276

Licence