Base description which applies to whole site

6.1 Horizontale ontwikkeling uitgaven per begrotingshoofdstuk

De horizontale ontwikkeling laat zien hoe de uitgaven zich ontwikkelen bij ongewijzigd beleid. Ook maakt de horizontale ontwikkeling inzichtelijk hoe de uitgaven van de verschillende beleidsterreinen zich ontwikkelen ten opzichte van elkaar. Bij sommige beleidsterreinen stijgen de uitgaven harder dan bij andere beleidsterreinen.

Tabel 25 geeft de horizontale ontwikkeling van de netto-uitgaven per begroting weer.16 De horizontale ontwikkeling gaat uit van de begrotingsstand Voorjaarsnota 2024. De begrotingsstanden zijn uitgedrukt in het prijspeil 2024 en voor een aantal incidentele posten zijn de begrotingsstanden gecorrigeerd.17 De reserveringen uit het coalitieakkoord die nog op de Aanvullende Post staan, zijn toebedeeld aan de begroting van het beleidsverantwoordelijke departement.

De netto-uitgaven stijgen ten opzichte van 2024 met 31 miljard euro tot 440 miljard euro in 2029. Een toelichting per begroting is opgenomen in bijlage 2 Verticale toelichting. De grootste absolute toename is bij Internationale samenwerking (inclusief EU-afdrachten), Sociale Zekerheid en Zorg.

Tabel 25 Horizontale ontwikkeling per begrotingshoofdstuk (Bedragen in miljarden euro)

Begroting

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Verschil 2029-2024

Zorg

109

110

112

113

115

116

8

Sociale Zekerheid

101

101

104

106

107

109

8

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

56

56

55

55

54

54

‒ 2

Gemeentefonds en Provinciefonds (incl. Accres)

47

48

47

49

50

52

5

Internationale Samenwerking (incl. EU-afdrachten)

11

13

15

19

23

23

12

Defensie (incl. DMF)

19

20

22

21

21

20

2

Justitie en Veiligheid

21

22

22

18

18

18

‒ 3

Infrastructuur en Waterstaat (incl. DF en MF)

14

15

16

15

15

15

1

Economische Zaken en Klimaat (incl. NGF)

9

9

14

9

11

11

2

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (incl. BES-fonds en Hoge Colleges van Staat)

12

11

10

10

10

10

‒ 2

Financiën (excl. Nationale Schuld)

7

9

7

7

6

6

‒ 1

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (incl. DGF)

4

5

4

5

5

5

1

Algemene Zaken en De Koning

0

0

0

0

0

0

0

Totaal

410

418

428

427

434

440

31

De forse stijging bij Internationale samenwerking komt voornamelijk door de EU-afdrachten. Nederland maakt in 2024 tot en met 2026 aanspraak op 5,4 miljard euro uit de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit. Dit zorgt voor een verlaging van de netto-uitgaven in deze jaren. Daarnaast is op basis van de nieuwe commissiecijfers de verwachte onderuitputting van de EU-begroting verwerkt in de afdrachten. Dit leidt tot lagere afdrachten in 2024 en 2025 en hogere afdrachten in 2026 en 2027. Als laatste komt de stijging in latere jaren door de verwachte economische ontwikkeling en door de inschatting van de omvang van het Meerjarig Financieel Kader na 2027, onder andere omdat vanaf 2027 de terug- en rentebetalingen voor het coronaherstelfonds Next Generation EU in de raming van de EU-afdrachten zijn opgenomen.

De netto-uitgaven onder de post Zorg groeien jaar-op-jaar door de verwachte loon- en prijsontwikkelingen en volumefactoren. De belangrijkste oorzaken van de stijgende uitgaven zijn de toenemende vergrijzing, de toenemende ontwikkeling van technologieën, hoger zorggebruik door hogere inkomens, stijgende lonen als gevolg van de krappe arbeidsmarkt en de achterblijvende arbeidsproductiviteit in de zorg.

De netto-uitgaven onder de post Sociale Zekerheid nemen toe met circa 8 miljard euro tussen 2024 en 2029. Deze stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door de verwachte stijging van de uitgaven aan de AOW en de Werkloosheidswet met respectievelijk circa 4,5 en 1,5 miljard euro.

Figuur 6 laat zien met hoeveel miljarden euro de uitgaven in 2029 toe- of afnemen ten opzichte van 2024.

Figuur 8 Verschil begrotingstotaal 2029 ten opzichte van 2024 (Bedragen in miljarden euro)

Wanneer gekeken wordt naar de grootste relatieve toe- of afname, dan komen andere begrotingen naar voren. Figuur 7 laat zien met hoeveel procent de uitgaven per begroting in 2029 toe- of afnemen ten opzichte van 2024. Procentueel laten de begrotingen van Internationale samenwerking en Economische Zaken en Klimaat de grootste toename zien. De toename bij EZK komt door de uitgaven aan klimaat en het Nationaal Groeifonds. Bij LNV komt de toename door oplopende uitgaven in het kader van de transitie van de landbouw en het oplossen van de stikstofcrisis.

Figuur 9 Verschil begrotingstotaal 2029 ten opzichte van 2024 (in %).

16

Netto uitgaven betekent dat de niet-belastingontvangsten zijn afgetrokken van de uitgaven. Enkele begrotingen zijn samengevoegd weergegeven. Dit betekent dat Sociale Zekerheid naast de beleidsbegroting ook uit de begroting Sociale Verzekeringen bestaat.

17

De begrotingen van VWS en SZW in bovenstaande tabel zijn exclusief de rijksbijdragen, de nominale ontwikkeling en inclusief coronagerelateerde uitgaven. De meeste begrotingen staan reeds in prijspeil 2024. De SZW-begroting wordt bij Miljoenennota geïndexeerd naar prijspeil 2024. De uitgaven voor het Gemeentefonds en het Provinciefonds, Homogene Groep Internationale Samenwerking en huurtoeslag zijn conform de huidige begrotingstechniek in lopende prijzen weergegeven. Bij Defensie is gecorrigeerd voor de reservering ter overgang naar een nieuw pensioenstelsel met begrotingsgefinancierde pensioenen (8,5 miljard) en bij Financiën voor de lening aan TenneT. De begrotingsstanden zijn exclusief de uitgaven aan Oekraïne en de binnenlandse opvang van vluchtelingen uit Oekraïne.

Licence