Algemene doelstelling
Het Commando luchtstrijdkrachten (CLSK) levert operationeel gerede lucht- en grondgebonden expeditionaire capaciteit voor nationale en internationale operaties.
Doelbereiking
Het CLSK heeft een bijdrage geleverd aan de drie hoofdtaken van de krijgsmacht en daarmee aan het halen van het Nederlandse ambitieniveau zoals verwoord in de beleidsbrief «Wereldwijd dienstbaar» (Kamerstuk 31 200 X, nr. 3 van 18 september 2007). In de beleidsbrief worden de taken beschreven die eenheden van het CLSK moeten kunnen uitvoeren. Om het ambitieniveau te kunnen waarmaken en de gereedheid op peil te houden dienen de operationele eenheden van het CLSK voldoende opgeleid, geoefend en gemotiveerd personeel te hebben. Daarnaast moeten er voldoende wapensystemen en materieel beschikbaar zijn die voldoen aan alle operationele vereisten en moeten er voldoende mogelijkheden zijn om realistisch op te leiden en te oefenen.
Externe factoren
De mate van geoefendheid van het personeel en de personele consequenties van de achterblijvende vulling van de organisatie worden weergegeven in het overzicht operationele doelstellingen per operationeel commando en de toelichtingen daarop. De voortgang met betrekking tot de instroom en de verwerving van gewenst materieel voor de operationele commando’s is opgenomen bij de tabellen «projecten in realisatie» en de toelichtingen daarop bij de DMO.
Budgettaire gevolgen van beleid
De onderstaande tabel bevat de geraamde en gerealiseerde gevolgen van beleid voor 2010.
Bedragen x € 1 000 | Realisatie 2006 | Realisatie 2007 | Realisatie 2008 | Realisatie 2009 | Realisatie 2010 | Begroting 2010 | Verschil |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 714 728 | 713 180 | 684 171 | 679 404 | 754 488 | 757 292 | – 2 804 |
Uitgaven | |||||||
Programma-uitgaven | |||||||
Commando luchtstrijdkrachten | 506 687 | 546 938 | 642 101 | 619 496 | 611 520 | 615 906 | – 4 386 |
Commando luchtstrijdkrachten | 439 276 | 479 164 | 580 709 | 561 483 | 554 376 | 546 485 | 7 891 |
Opleidingen | 67 411 | 67 774 | 61 392 | 58 013 | 57 144 | 69 421 | – 12 277 |
Kustwacht voor de Nederlandse | 15 303 | 3 901 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Antillen en Aruba | |||||||
Totaal programma-uitgaven | 521 990 | 550 839 | 642 101 | 619 496 | 611 520 | 615 906 | – 4 386 |
Apparaatsuitgaven | |||||||
Staf Commando luchtstrijdkrachten | 126 117 | 129 393 | 74 816 | 99 083 | 100 861 | 92 606 | 8 255 |
Bijdragen aan baten-lastendiensten | 12 728 | 14 333 | 12 566 | 11 405 | 8 707 | 8 780 | – 73 |
Totaal apparaatsuitgaven | 138 845 | 143 726 | 87 382 | 110 488 | 109 568 | 101 386 | 8 182 |
Totaal uitgaven | 660 835 | 694 565 | 729 483 | 729 984 | 721 088 | 717 292 | 3 796 |
Ontvangsten | |||||||
Totaal ontvangsten | 17 592 | 16 829 | 10 877 | 9 970 | 15 986 | 9 181 | 6 805 |
Toelichting bij de verschillen groter dan € 5 miljoen.
Verplichtingen
Overeenkomsten met een facilitair karakter meer dan voorheen jaarlijks worden vastgelegd in plaats van meerjarig, waardoor de verplichtingen € 3,4 miljoen minder hard stijgen dan de uitgaven. Het resterende verschil betreft diverse kleine mutaties.
Uitgaven
Apparaatsuitgaven
Een hogere personele vulling dan gepland heeft geresulteerd in hogere personele uitgaven van € 3 miljoen. Verder is een groot aantal (kleine) exploitatie-mutaties uitgevoerd. Een voorbeeld hiervan is de overheveling van € 1,6 miljoen vanuit de DMO voor het EATC.
Ontvangsten
De hogere ontvangsten van het CLSK hebben voor € 2,2 miljoen betrekking op de afwikkeling van oude vorderingen op onder andere Canada (Goose Bay), voor € 0,8 miljoen civiel medegebruik van maritiem Vliegkamp De Kooy en voor € 3,4 miljoen extra ontvangsten voor geneeskundige zaken als tandheelkunde en fysiotherapie. Het resterende verschil betreft diverse kleine mutaties.
Verdeling realisatie operationele doelstellingen
In onderstaande tabel zijn de voor de operationele eenheden gerealiseerde uitgaven verdeeld naar de operationele doelstellingen.
Bedragen x € 1 miljoen | Begroting 2010 | Realisatie 2010 |
---|---|---|
Operationele doelstelling 1 | 153,8 | 116,5 |
Operationele doelstelling 2 | 218,6 | 241,6 |
Operationele doelstelling 3 | 174,1 | 196,3 |
Beleidsmatige informatie (realisatie operationele doelstellingen)
De operationele doelstellingen waaraan het CLSK moest voldoen zijn gekwantificeerd en gekwalificeerd naar aantallen operationeel gerede eenheden. Uit onderstaande matrix blijkt hoeveel eenheden voor de operationele doelstellingen beschikbaar moesten zijn en waren. De beleidsmatige informatie (realisatie operationele doelstellingen) beperkt zich tot toelichtingen bij die eenheden waarvan de realisatie niet overeenkomt met de begroting of eenheden die zich kenmerken door bijzonderheden, zoals inzet en belangrijke wijzigingen in de samenstelling of organisatie van eenheden.
Operationele doelstellingen
Operationele doelstelling 1 (OD1): Beschikken over operationeel gerede expeditionaire eenheden luchtstrijdkrachten voor geplande internationale en nationale inzet.
Operationeel gereedgestelde eenheden worden ingezet voor internationale en nationale operaties om zo bij te dragen aan de uitvoering van de drie hoofdtaken van Defensie.
Operationele doelstelling 2a (OD2a): Beschikken over operationeel gerede expeditionaire luchtstrijdkrachten.
Om met luchtgebonden eenheden direct te kunnen bijdragen aan de drie hoofdtaken van Defensie is een deel van de luchtgevonden eenheden operationeel gereed. Deze eenheden zijn personeelsgereed, materieelgereed en geoefend voor hun organieke taak. Organieke taken zijn een combinatie van taken waarvoor de eenheid standaard is ingericht.
Operationele doelstelling 2b (OD2b): Beschikken over specifiek operationeel gerede expeditionaire luchtstrijdkrachten.
Een eenheid is «specifiek operationeel gereed» indien zij niet volledig operationeel wordt gesteld, kan worden gesteld of worden gehouden. Zij kan in dat geval alleen bijdragen aan de drie hoofdtaken voor dat deel van haar organieke takenpakket waarvoor zij specifiek operationeel gereed is.
Operationele doelstelling 3 (OD3): Beschikken over voortzettingsvermogen van eenheden bij de luchtstrijdkrachten.
Om expeditionaire eenheden gereed te kunnen houden, is een groter aantal middelen noodzakelijk dan direct operationeel nodig is. Hierdoor is het mogelijk te recupereren, gepland onderhoud uit te voeren en personeelsleden opleidingen te laten volgen.
Beleidsmatige informatie (realisatie operationele doelstellingen)
De operationele doelstellingen waaraan het CLSK moest voldoen zijn gekwantificeerd en gekwalificeerd naar aantallen operationeel gerede eenheden. Uit onderstaande matrix blijkt hoeveel eenheden voor de operationele doelstellingen beschikbaar moesten zijn en waren. De beleidsmatige informatie (realisatie operationele doelstellingen) beperkt zich tot toelichtingen bij die eenheden waarvan de realisatie niet overeenkomt met de begroting of eenheden die zich kenmerken door bijzonderheden, zoals inzet en belangrijke wijzigingen in de samenstelling of organisatie van eenheden.
In onderstaande tabel is de realisatie van de operationele doelstellingen weergegeven en toegelicht.
Totaal aantal operationeel gerede eenheden | Voort-zettingsvermogen | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Groep | Organieke eenheid | Totaal aantal eenheden (OD1 + OD2 + OD3) | Geplande inzet (OD1) | Operationeel gereed (OD2) | OD3 | ||||
Doelstelling | Realisatie | Doelstelling | Realisatie | Doelstelling | Realisatie | ||||
Organiek | Specifiek | ||||||||
Jachtvliegtuigen | Squadron | 5 | 0,4 | 0,4 | 2,0 | 1,5 | 0 | 2,6 | 3,1 |
Gevechtshelikopters | Squadron | 1 | 0,2 | 0,2 | 0,5 | 0,1 | 0,2 | 0,3 | 0,5 |
Transporthelikopters | Squadron | 2 | 0,6 | 0,2 | 0,8 | 0,3 | 0,2 | 0,6 | 1,2 |
Maritieme helikopters | Squadron | 1 | 0,1 | 0,1 | 0,4 | 0,2 | 0 | 0,5 | 0,7 |
SAR helikopters | Squadron | 1 | 0,3 | 0,6 | 0,3 | 0 | 0 | 0,4 | 0,4 |
Luchttransport | Squadron | 2 | 0,2 | 0,9 | 1,0 | 0,4 | 0 | 0,8 | 0,7 |
Geleide wapens | Fire platoon | 4 | 0 | 0 | 4,0 | 2,1 | 0 | 0 | 1,9 |
OGRV | Pelotons | 3 | 0,5 | 0,4 | 1,0 | 2,5 | 0 | 1,5 | 0 |
Air Operations Control Station | Eenheid | 1 | 1,0 | 1,0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
NDMC | Eenheid | 1 | 0 | 0 | 1,0 | 1,0 | 0 | 0 | 0 |
Kustwacht | Eenheid | 1 | 0,5 | 0,5 | 0,5 | 0,3 | 0 | 0 | 0,2 |
NB: door afronding op één decimaal kunnen kleine afwijkingen ontstaan in de totalen.
Toelichting
Algemeen
Midden 2008 is besloten om de missie ISAF fase III met twee jaar te verlengen tot 1 augustus 2010.
Gedurende het jaar is door eenheden van het CLSK deelgenomen aan diverse crisisbeheersings- en humanitaire operaties. De gerealiseerde inzetopdrachten komen door diverse oorzaken niet volledig overeen met de geplande inzet in de begroting. De hoge belasting en slijtage van het materieel tijdens militaire operaties was van negatieve invloed op het gereedstellingsproces. Daarnaast bleken in 2010 onvoldoende materieelbudgetten voorhanden. Ook personeelstekorten van vooral technisch personeel waren van invloed op dit proces. Dit alles heeft bij verschillende eenheden geresulteerd in een lagere realisatie van de operationele gereedheid. De inzet van eenheden voor operaties kreeg echter de hoogste prioriteit en bleef daardoor altijd gewaarborgd. In onderstaande paragrafen is de tabel verder toegelicht. CLSK heeft in 2010 aan al zijn inzetopdrachten voldaan.
Binnen het begrip Operationele Gereedheid (OD2) is onderscheid te maken tussen operationele gereedheid en specifieke gereedheid. In de paragraaf Operationele Gereedheid (OD2) wordt toegelicht wat de reden is geweest voor de realisatie van deze specifieke gereedheid.
De begroting over 2010 kende geen opdrachten tot specifiek gereedstellen van eenheden. De gereedstellingsopdracht betrof alleen de volledige organieke taak. In dit jaarverslag wordt echter wel over specifieke gereedstelling gerapporteerd. De reden is dat de Algemene Rekenkamer eind 2009 – terwijl de begroting 2010 al was vastgesteld – heeft opgeroepen tot meer transparantie bij de feitelijke resultaten van gereedstelling, opdat beter inzicht ontstaat in wat «Defensie kan leveren». Ook in het jaarverslag over 2009 is om deze reden al gerapporteerd over specifieke gereedstelling (Verantwoordingsinformatie operationele gereedheid Defensie, Kamerstuk 32 248, nrs. 1–2).
Internationale inzet
Jachtvliegtuigen
Van januari tot en met december zijn permanent vier F-16 jachtvliegtuigen ingezet voor de ISAF-operatie in Afghanistan. In 2010 zijn negen F-16»s stand-by geweest voor de NRF/European Battle Group.
Gevechtshelikopters
Van januari tot november zijn permanent vijf Apache-gevechtshelikopters ingezet voor ISAF.
Transporthelikopters
Drie Chinook-helikopters en vijf Cougar-helikopters zijn achtereenvolgens ingezet voor de operatie ISAF in Afghanistan. Er zijn twee oorzaken voor het verschil bij de eerste operationele doelstelling tussen planning en realisatie. Ten eerste is bij de opstelling van de begroting uitgegaan van Cougar-helikopters, terwijl tijdens de realisatie zowel Cougar als Chinook-helikopters zijn ingezet. Voor eenzelfde transportcapaciteit zijn minder Chinook-helikopters dan Cougar-helikopters nodig. De gevraagde transportcapaciteit is echter volledig ingevuld. Ten tweede is midden 2010 besloten het laatste kwartaal van 2010 geen transporthelikopters meer in te zetten. Bij de uitvoering van de redeployment bleek dat de capaciteit niet meer nodig was, waardoor kosten konden worden bespaard.
Maritieme helikopters
In 2010 hebben verschillende Lynxhelikopters als boordhelikopter van de respectievelijke stationsschepen deelgenomen aan anti-drugsoperaties in het Caribische gebied en overige kustwachttaken. Daarnaast zijn er Lynxhelikopters als boordhelikopter ingezet voor de EU-operatie Atalanta en de Navo-operatie Ocean Shield. Bij beide operaties diende dit ter bescherming van civiele scheepvaart tegen piraterij.
Luchttransport
In de begroting zijn twee squadrons luchttransport en tankers opgenomen: één squadron met C-130 en één squadron met daarin de KDC-10, de F-50 en de Gulfstream IV. De KDC-10 en de C-130 zijn ingezet voor ondersteuning van de operatie ISAF. Ten opzichte van de begroting is meer inzet gerealiseerd dan vooraf gepland. Een grotere behoefte aan transportcapaciteit was hiervan de aanleiding.
In het kader van militaire bijstand en noodhulp is in 2010 het navolgende luchttransport ingezet. Er is twee maal met de KDC-10 richting Haïti gevlogen ten behoeve van het USAR-team. De eerste vlucht is uitgeweken naar Curaçao en op de terugweg zijn er adoptiekinderen meegevlogen. Met de tweede vlucht is het USAR-team opgehaald. Daarnaast is de Vliegbasis Eindhoven gebruikt voor het ontvangen van een tweede (civiele) vlucht met adoptiekinderen. Er zijn in 2010 twee vluchten met de KDC-10 uitgevoerd om gevangen genomen piraten voor berechting vanuit Somalië te vervoeren naar Nederland. Het ging om respectievelijk tien en vijf personen. Na de vliegramp te Tripoli is de enige overlevende met het regeringstoestel op vliegbasis Eindhoven gearriveerd. In december is er een KDC-10 ingezet voor het ophalen van archieven en bewijsmateriaal uit Sierra Leone ten behoeve van het Speciaal Hof voor Sierra Leone. Nabestaanden van gesneuvelde Nederlandse militairen zijn in het laatste kwartaal met luchttransport naar Afghanistan vervoerd voor een bezoek aldaar.
In 2010 is de Vliegbasis Eindhoven achttien keer beschikbaar gesteld voor Europese geldtransporten. Op de vliegbasis wordt hiervoor een platform ter beschikking gesteld en worden extra beveiligingsmaatregelen uitgevoerd in samenwerking met het CKmar.
Gedurende 2010 zijn diverse opdrachten voorbereid die echter niet tot uitvoering zijn gekomen. Het ging om het ophalen van strooizout met C-130 begin februari, het ophalen van stoffelijke overschotten na de vliegramp te Tripoli met de KDC-10, het verplaatsen van noodhulpmateriaal naar Hongarije voor de overstromingen aldaar in mei 2010 en noodhulp voor St. Maarten na de storm in augustus. Twee maal is een KDC-10 beschikbaar gesteld ten behoeve van noodhulp voor Pakistan eind september 2010 en voor luchttransport in het kader van noodhulp naar Albanië en Montenegro in december dat jaar.
OGRV-pelotons
Eén Operationeel Grond Verdedigingspeloton (OGRV-peleton) s gedurende vijf maanden ingezet voor ISAF. Het kleine verschil tussen doelstelling en realisatie wordt veroorzaakt door de afronding van getallen.
Brandweer
In 2010 is op vliegbasis Minhad in de Verenigde Arabische Emiraten tot begin december één MAC-11 crashtender (brandweervoertuig) met drie man personeel ingezet. Naar aanleiding van een multinationale overeenkomst is besloten na het vertrek van het Canadese contingent met ingang van december de Nederlandse bijdrage uit te breiden tot twee MAC-11 crashtenders en zes man personeel. Op Tarin Kowt zijn twee MAC-11 crashtenders, twee (kleinere) MAC-06 crashtenders en een voertuig ten behoeve van de kampbeveiliging ingezet met in totaal elf man personeel.
Nationale Datalink Management Cel (NDMC)
In het kader van NRF-14 heeft de Nationale Datalink Management Cel de Navo-standaard voor communicatie (Link-16) mogelijk gemaakt aan boord van Hr.Ms. Johan de Witt.
Nationale inzet
Nationale Datalink Management Cel (NDMC)
Er is ondersteuning verleend aan de Quick Readiness Alert (QRA)-inzet en taakuitvoering met een robuust operationeel netwerk dat communicatie tussen vliegtuigen onderling en tussen vliegtuigen en grondeenheden mogelijk maakt, ook wel Link 16 genoemd.
Demonstratie- en herdenkingsvluchten
Er zijn diverse demonstratievluchten uitgevoerd met helikopters en vastvleugelige toestellen. Ook is er een bijdrage geleverd aan herdenkingen, zoals bij Roermond en Margraten. De C-130 heeft ondersteuning geleverd aan de herdenking van operatie Market Garden. Tijdens het bevrijdingsfestival hebben helikopters artiesten op diverse bestemmingen gebracht. Met een Alouette zijn journalisten vervoerd bij het evenement Sail in Amsterdam.
Militaire Bijstand en Steunverlening
In het kader van de derde hoofdtaak van Defensie levert het CLSK gereedgestelde eenheden voor de militaire bijstand in het kader van ICMS, steunverlening in het openbaar belang en noodhulp. De volgende gereedstelling is in 2010 gerealiseerd: twee QRA F-16»s, gereedstelling van helikoptercapaciteit ten behoeve van Search and Rescue (SAR), patiëntenvervoer vanaf de Waddeneilanden en andere nationale taken (bijvoorbeeld bluscapaciteit met transporthelikopters en luchttransport voor noodhulp). Daarnaast was er de beschikbaarheid van 50 militairen op 24 uur-waarschuwingstijd en 250 militairen op 48 uur-waarschuwingstijd in het kader van ICMS. Ten slotte is CLSK gevraagd zogenaamde niet-gegarandeerde capaciteiten in te zetten. Hieronder is beschreven welke inspanning het betreft.
Jachtvliegtuigen
In juni is de QRA (twee F-16»s op Quick Readiness Alert) ingezet ten behoeve van de onderschepping van een Turks verkeersvliegtuig dat niet reageerde op oproepen van de luchtverkeersleiding. In oktober is een onderschepping uitgevoerd van twee Russische Bears met de QRA.
SAR-helikopters
De Agusta Bell (AB-412) helikopters van het SAR-Squadron hebben gedurende het jaar 2010 in totaal 200 patiëntenvluchten uitgevoerd. Daarnaast zijn er tien SAR-vluchten uitgevoerd. In totaal is 788 uur gerealiseerd, de taakopdracht was 1 050 uur.
Het verschil in realisatie is onder meer het gevolg van vertragingen in het opzetten van onderhoudscontracten met de industrie. Door aanpassingen van de planning en door het uitvoeren van een inspectie in eigen beheer bleef de inzet voor SAR en patiëntenvluchten gegarandeerd.
De Lynx SAR-helikopters van het Defensie Helikopter Commando, gestationeerd op Maritiem Vliegkamp de Kooy, hebben gedurende 2010 in totaal 24 patiëntenvluchten uitgevoerd. Daarnaast zijn er 13 SAR-vluchten geweest. In totaal zijn 37 vluchten uitgevoerd met een totale vliegduur van 74,2 uur.
Vluchten/urenrealisatie:
SAR (medisch evacueren) | 24 | 46,6 uur |
---|---|---|
SAR (overig) | 13 | 27,6 uur |
Gevechtshelikopters
In 2010 zijn geen gevechtshelikopters inzet voor nationale operaties.
Transporthelikopters
In juli zijn op verzoek van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties één Alouette-, één Cougar- en één Chinook-helikopter ingezet om het Nederlands elftal te begeleiden.
Cougar en Chinook-transporthelikopters hebben in 2010 meerdere keren assistentie verleend bij het blussen van branden. Er zijn twee Cougar-helikopters ingezet voor het blussen van een duinbrand nabij Bergen (Noord-Holland). Een Chinook-helikopter is ingezet voor het blussen van een brand op Kamp de Kiek (Alphen Riel) en in juni en juli is een Cougar-helikopter ingezet op de Strabrechtse Heide. Er is geblust met beide types bij een bosbrand bij Oisterwijk in juli. Cougar-helikopters hebben in enkele gevallen de taak van het Patiëntenvervoer van de AB412 overgenomen toen deze helikopters niet beschikbaar waren.
E-One schuimblusvoertuigen
Het CLSK heeft in 2010 meerder malen schuimblusvoertuigen van het type E-ONE ingezet ter ondersteuning van de civiele brandweer. In maart is er met een E-ONE van de Vliegbasis Eindhoven een vrachtwagen met hooi geblust op de snelweg A2 en in april 2010 is er met een E-ONE geassisteerd bij een uitslaande brand in een timmerfabriek te Someren. De vliegbasis Gilze-Rijen heeft in april twee E-ONE’s ingezet voor een bermbrand nabij munitiekamp Alphen Riel en in juni één voor de brand op Kamp de Kiek (Alphen Riel). In juli is er een gecombineerde inzet geweest van blusheli en in totaal vier E-ONE’s voor de bestrijding van de bos- en heidebrand op de Strabrechtse heide. De E-ONE's waren afkomstig van de vliegbases Woensdrecht, Eindhoven en Volkel.
Dorniers (kustwacht)
De Dorniers hebben in 2010 een totaal van 1973 uren gevlogen. Hiervan zijn 1 500 uur gevlogen voor de Kustwachttaken, hetgeen ook overeen kwam met de door de Kustwacht gestelde norm. Van de overige uren kwam 100 uur voor rekening voor de basisopleiding luchtvaartnavigatoren, de overige 373 uren zijn besteed aan opleiding, training en instandhouding van de vliegers.
Air Operations Control Station Nieuw Milligen (AOCS NM)
Naast de begeleiding van de twee eerder genoemde QRA-vluchten heeft het AOCS in 2010 tien incidenten afgehandeld waarbij geen radioverkeer tussen de begeleidende grondstations en toestellen was. Tweemaal betrof dat incidenten van twee Russische Bear bommenwerpers. De eerste maal werden de toestellen gevolgd door de Duitse QRA en zijn de bommenwerpers niet in het Nederlands luchtruim geweest. De tweede maal zijn de toestellen door de Nederlandse QRA gevolgd (zie boven). Eenmaal is de QRA door het AOCS naar een hogere gereedheid gebracht wegens een onbekend toestel.
Extra openstelling vliegbases voor nationale operaties
Ten behoeve van incidenteel gebruik door derden zijn in 2010 de vliegbases 24 keer buiten de reguliere openingstijden ter beschikking gesteld, bijvoorbeeld voor orgaantransplantatievluchten.
Afstoten en opheffen
Nederland heeft in november 2010 zes F-16 toestellen aan Chili overgedragen. De overige twaalf toestellen zullen dit jaar volgen.
In 2010 was afstoting voorzien van twee F-50 transportvliegtuigen. Deze zijn daarom vanaf 1 oktober 2010 niet meer operationeel gereed gesteld.
Operationele gereedheid
Jachtvliegtuigen
De doelstelling voor Operationele Gereedheid (OD2) is in 2010 niet helemaal gerealiseerd. In de eerste twee maanden van 2010 zorgden de extreme weersomstandigheden voor aanzienlijk minder mogelijkheden om gereedheid te kunnen realiseren. Vervolgens heeft de in februari ingestelde verplichtingenpauze grote gevolgen gehad voor de jachtvliegtuigen, waardoor benodigde reservedelen niet beschikbaar waren en onderhoudscontracten niet konden worden afgesloten. Ten slotte is het in september geconstateerde tekort op het brandstofbudget ook van invloed geweest op een dalende realisatie van de doelstellingen.
Maritieme helikopters
Als gevolg van nieuwe besluitvorming in het project Uitfasering Lynx-helikopters is er begin 2010 een bijstelling geweest van het aantal beschikbare toestellen. Dit aantal lag lager dan waar bij de begroting van is uitgegaan. Hierdoor is de realisatie van OD2 lager dan voorzien. Met de overgebleven Lynx-helikopters is echter gewoon aan de daarvoor geldende gereedheidsnormering voldaan.
Geleide Wapens
De realisatie van de doelstelling is onder de norm geweest als gevolg van uitlopende modificaties die zijn uitgevoerd op de verschillende (Commando)-containers en door klachten ten aanzien van verschillende systeemonderdelen. Tevens is de verminderde beschikbaarheid van personeel van invloed geweest die het gevolg is van individuele uitzendingen, opleidingen, vacatures en systeembeperkingen. Door onderlinge uitwisseling van systemen tussen de eenheden is de inzet van één cluster van twee Fire Platoons altijd gegarandeerd conform de gestelde eisen.
Kustwacht
De Kustwacht laat een kleine afwijking zien bij OD2. Deze is het gevolg van het niet meenemen van het onderhoud in de begroting onder het voortzettingsvermogen (OD3) terwijl deze wel is gerealiseerd. De kustwacht heeft wel volledig aan al haar opdrachten en verplichtingen voldaan.