Base description which applies to whole site

5.3. Niet-beleidsartikel 90 Algemeen

Algemene doelstelling

De beheerste uitvoering van het beleidsproces en de bedrijfsvoering van het ministerie van Defensie.

Doelstellingen

Doelstelling 1: Ondersteunen bewindslieden bij het besturen van de defensieorganisatie.

De bewindslieden zijn door de Bestuursstaf geadviseerd en ondersteund bij het besturen van de defensieorganisatie.

Doelstelling 2: Ontwikkeling van departementaal beleid en regelgeving.

In de ontwikkeling en monitoring van beleid is veel aandacht besteed aan de budgetdiscipline binnen de defensieorganisatie, de verbetering van het financieel en materieel beheer en de vereenvoudiging van interne procedures.

Doelstelling 3: Beheersing en ontwikkeling van departementsbrede programma’s.

De resultaten van deze doelstelling worden toegelicht onder de tabel «budgettaire gevolgen van beleid».

Budgettaire gevolgen van beleid

De onderstaande tabel bevat de geraamde en gerealiseerde gevolgen van beleid voor 2010.

Bedragen x € 1 000

Realisatie 2006

Realisatie 2007

Realisatie 2008

Realisatie 2009

Realisatie 2010

Begroting 2010

Verschil

Verplichtingen

1 710 147

1 625 811

1 610 884

1 656 817

1 682 458

1 667 643

14 815

Apparaatsuitgaven

     

 

 

Bestuursstaf

153 784

133 587

107 722

125 259

125 721

111 607

14 114

Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst

54 794

60 786

64 679

70 723

70 848

74 671

– 3 823

Bijdragen aan baten-lastendiensten

4 970

4 724

273

0

0

0

0

Totaal apparaatsuitgaven

213 548

199 097

172 674

195 982

196 569

186 278

10 291

Programma-uitgaven

       

Pensioenen en uitkeringen *)

1 059 140

1 076 410

1 103 371

1 069 855

1 147 502

1 123 444

24 058

Wachtgelden, inactiviteitswedden en SBK-gelden

130 976

129 342

123 669

124 278

109 833

120 352

– 10 519

Ziektekostenvoorziening

13 667

14 728

15 553

12 128

8 812

9 274

– 462

Milieu-uitgaven

8 034

6 370

5 230

6 617

6 530

11 019

– 4 489

Subsidies en bijdragen

18 165

16 590

20 542

14 610

19 697

14 657

5 040

Bijdragen aan de Navo

66 864

94 418

64 113

75 857

74 613

77 364

– 2 751

Internationale samenwerking

1 987

3 284

4 074

4 660

4 121

5 332

– 1 211

Wetenschappelijk onderzoek

78 159

80 879

78 627

85 416

74 736

74 035

701

Overige uitgaven

34 935

76 794

26 687

42 182

53 284

35 888

17 396

Totaal programma-uitgaven *)

1 411 927

1 498 815

1 441 866

1 435 603

1 499 128

1 471 365

27 763

Totaal uitgaven

1 625 475

1 697 912

1 614 540

1 631 585

1 695 697

1 657 643

38 054

Ontvangsten

 

 

 

 

 

 

 

Totaal ontvangsten

289 539

428 201

409 224

11 510

20 533

9 609

10 924

*) waarvan niet relevant

24 090

31 465

30 026

33 840

41 922

60 694

– 18 772

Toelichting bij de verschillen groter dan € 5 miljoen.

Verplichtingen

De posten die bij de uitgaven worden genoemd zorgen tevens voor hogere verplichtingen. Daartegenover staat dat overeenkomsten met een facilitair karakter meer dan voorheen jaarlijks worden vastgelegd in plaats van meerjarig en dat minder meerjarige verplichtingen zijn aangegaan voor «Bijdragen aan de Navo» en «Milieu-uitgaven».

Uitgaven

Apparaatsuitgaven

De hogere realisatie op dit artikelonderdeel van per saldo € 10,3 miljoen is in het bijzonder een gevolg van de verhoging van het inhuurbudget voor de projecten «Professionaliseren Materiaalbeheer Defensie» en «Beter Verbeteren» met respectievelijk € 4,9 miljoen en € 1,6 miljoen. Vervolgens is ten behoeve van deze projecten het budget voor de overige uitgaven verhoogd met € 1,8 miljoen.

Militaire pensioenen en uitkeringen

De hogere realisatie op dit artikelonderdeel van per saldo € 24,1 miljoen is in het bijzonder een gevolg van het niet tijdig in 2009 verrichten van een betaling aan het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds van € 37,5 miljoen. Deze betaling is in 2010 uitgevoerd. Daarnaast is € 4,8 miljoen overgeboekt naar Subsidies en Bijdragen. Deze uitgave was oorspronkelijk begroot onder de post Veteranenbeleid.

Wachtgelden, inactiviteitswedden en SBK-gelden

De lagere realisatie op dit artikelonderdeel van per saldo € 10,5 miljoen is in het bijzonder een gevolg van het achterblijven van loondoorbetaling bij externe bemiddeling. Personeel dat door reorganisaties overtollig is, wordt gedurende zes maanden eerst intern bemiddeld via het Sociaal Beleidskader van Defensie, en daarna extern. De kosten voor externe bemiddeling komen ten laste van Wachtgelden en Inactiviteitswedden. Gebleken is dat de termijn van interne bemiddeling van maximaal zes maanden vaak wordt overschreden. Daardoor komt overtollig personeel soms later, en voor een kortere duur in het externe bemiddelingstraject terecht en worden eveneens de loonkosten later en voor een kortere duur ten laste van Wachtgelden en Inactiviteitswedden gebracht.

Milieu-uitgaven

De lagere realisatie op dit artikelonderdeel van per saldo € 4,5 miljoen is in het bijzonder een gevolg van de overheveling van het project Windmolens Coevorden naar het CDC ten bedrage van € 3,1 miljoen.

Subsidies en Bijdragen

De hogere realisatie op dit artikelonderdeel van per saldo € 5 miljoen is in het bijzonder een gevolg van het toekennen van een subsidie aan de Stichting Veteranen Instituut (SVI) van € 4,8 miljoen. Deze uitgave was oorspronkelijk begroot onder de post Veteranenbeleid die valt onder het functiegebied Militaire Pensioenen en Uitkeringen.

Overige uitgaven

De overige uitgaven zijn € 14,6 miljoen hoger doordat in 2010 besloten is een uitzendbonus uit te keren. De uitzendbonus houdt in dat militairen een bonus krijgen van € 1 000 netto als zij minimaal twaalf maanden uitgezonden zijn geweest. De resterende verschillen betreffen diverse kleinere posten.

Nadere toelichting Wetenschappelijk Onderzoek Defensie

Omschrijving (bedragen x € 1 000,–)

Begroting 2010

Realisatie 2010

Verschil

Programmafinanciering TNO (en MARIN)

47 054

47 054

Programmafinanciering NLR

515

515

Contractonderzoek technologie-ontwikkeling

18 412

20 354

1 942

Small Business Innovation Research (EZ-financiering)

200

90

– 110

Enveloppe innovatie, kennis en onderzoek

 

900

900

Contractonderzoek kennistoepassing

7 854

6 813

– 1 041

Totaal generaal

74 035

75 726

1 691

Uit de cijfers blijkt dat de realisatie van de uitgaven voor wetenschappelijk onderzoek over 2010 € 1,7 miljoen meer is dan begroot.

De meeruitgaven betreffen budgetoverhevelingen van de ministeries van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor de projecten STARS en I-Bridge.

Programmafinanciering TNO, MARIN en NLR

In 2010 is uitvoering gegeven aan het R&D plan 2010 en daarmee aan de Strategische Kennis Agenda van Defensie. Vanuit het investeringsdeel van de begroting voor wetenschappelijk onderzoek heeft Defensie in 2010 kennis en kunde laten opbouwen bij de kennisinstituten TNO, NLR en MARIN. Dit had plaats door middel van 63 lopende programma’s, waarvan er elf in 2010 gestart zijn. Negentien programma’s zijn in 2010 voltooid en zeven progamma’s zijn vanwege de bezuinigingen op 31 december beëindigd. De elf nieuwe onderzoekprogramma’s die zijn gestart bij TNO en NLR betreffen onderzoek op het gebied van scheepskwetsbaarheid, signaturen, verbeterde waarneming, bescherming tegen biologische en chemische strijdmiddelen, effecten van sonarsystemen op zeezoogdieren, jachtvliegtuigen, autonome training, direct firing platforms en wapen- en munitie-inzet.

Van de in totaal negentien voltooide onderzoeksprogramma’s zijn de eindresultaten beschikbaar. Daaronder vallen onder andere Joint Air en Missile Defence en Operating at Night.

Contractonderzoek technologieontwikkeling

Daarnaast liepen er 73 Nationale Technologieprojecten (NTP’n) waarvan er 27 in 2010 zijn voltooid. Twee van deze projecten zijn het vemelden waard. Het eerste project is de Counter IED Robothelicopter, die succesvol is beproefd. Het tweede is het project Desinfecting Bandages dat zowel voor civiel als militair gebruik geschikt is bij behandeling van ernstige brandwonden.

Vanuit pijler 2 (Kennis en Innovatie) zijn in het domein van Maatschappelijke Veiligheid binnen de Maatschappelijke Innovatie Agenda Veiligheid met Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Justitie en Economische Zaken gezamenlijke projecten opgelopen. Zo is het project STARS, ingediend door Defensie vanuit de MIA-Veiligheid, halverwege 2010 gestart. Het project STARS richt zich op reconfigureerbaarheid van sensoren en sensornetwerken. Gedurende 2010 heeft Defensie Research and Development (DR&D) twee bijzondere activiteiten georganiseerd die beide invulling geven aan het innoveren bij Defensie. In de Innovation Game is vooral het aankomend management van Defensie via het Instituut Defensie Leergangen betrokken. De Innovatie Competitie betrekt het Midden en Klein Bedrijf (MKB) daarbij. Beide activiteiten hebben geleid tot een aantal nieuwe innovatie projecten, zoals een innovatieve airconditioner die inzetbaar is in de woestijn en de tropen.

Contractonderzoek kennistoepassing

In 2010 is gebruikgemaakt van de opgebouwde kennis en technologie die bekostigd is vanuit het materiële exploitatiedeel van de begroting voor wetenschappelijk onderzoek. In 2010 waren er nog 95 lopende projecten, 62 zijn er in de loop van 2010 afgesloten.

Vanaf 2010 voert Defensie een korting door op de centrale Research and Development-budgetten die oploopt tot € 22,2 miljoen euro in 2013. Het grootste deel van deze bezuiniging (oplopend tot € 17 miljoen euro) betreft een programmafinanciering waarmee TNO een voor Defensie relevante kennisbasis opbouwt en in stand houdt. Het centrale budget voor technologieontwikkeling die gericht is op concrete toepassingen blijft geheel behouden. In 2010 betrof de reductie € 5,5 miljoen. Over de invulling daarvan is de Kamer geïnformeerd op 26 november 2009 (Kamerstuk 27 830, nr. 47). Om de bezuinigingen voor 2011 en verder zorgvuldig te kunnen uitvoeren heeft Defensie een herijking van de kennisportfolio uitgevoerd. De resultaten daarvan zijn op 28 januari 2010 aan de Kamer gemeld (Kamerstuk 27 830, nr. 71). De door Defensie genomen bezuinigingsmaatregel laat het strategische partnerschap tussen Defensie en TNO onverlet.

Zoals in de brief van 16 juli 2010 (Kamerstuk 27 830, nr. 79) is beschreven is met TNO in de Raad voor het Defensieonderzoek overeenstemming bereikt over de implementatie van de herijking van de kennisportefeuille. Het overleg met TNO betrof in het bijzonder de expertisegebieden waarop wordt bezuinigd. Vanwege de uitkomst van de herijking heeft TNO in 2010 haar organisatie aangepast met als gevolg een personele krimp.

De uitkomsten van de herijking zijn bepalend voor de investeringen van Defensie in expertisegebieden bij TNO. De uitkomsten van de herijking hanteert Defensie bij de uitvoering van haar eigen Research and Development Plan voor 2011.

Op initiatief van Nederland is in oktober 2010 de internationale vergadering en workshop op het gebied van Strategic Mutual Assistance in Research and Technology (SMART) gehouden. De researchdirecteuren en hun staf uit Australië, België, Canada, Duitsland, Nederland, Noorwegen, Zweden en het Navo Research and Technology (R&T) Agency hebben zich gebogen over nieuwe samenwerkingsconcepten op het gebied van R&T. De concepten richtten zich op de verbetering van de doelmatige besteding van onderzoeksbudgetten door gezamenlijke onderzoeksplanning, het opbouwen en in stand houden van wederzijdse internationale kennisbases en portfoliomanagement. In 2011 zullen Australië, Canada, Duitsland, Nederland en Noorwegen het concept verder uitwerken.

Het centrale budget voor kennistoepassing wordt verminderd van circa € 11 miljoen in 2009 tot circa € 6 miljoen in 2011 en verdere jaren. De defensiespecifieke kennisbasis bij TNO en de Grote Technologische Instituten (GTI’s) dient in principe met decentrale middelen te worden aangesproken. Het resterende budget is alleen bedoeld voor de financiering van acute kennisondersteuning die niet te plannen is. Daarnaast wordt dit budget belast met interdepartementaal afgesproken bijdragen aan de financiering van het exploitatietekort van grote technologisch faciliteiten van TNO en de GTI’s.

Ontvangsten

De hogere ontvangsten hebben in het bijzonder betrekking op een afrekening van Essent en een extra ontvangst voor de wachtgelden over 2008 en 2009 van de baten-lastendiensten van Defensie.

Licence