Omschrijving | Vastgestelde begroting (1) | Realisatie (2) | Verschil realisatie en vastgestelde begroting (3 = 2 – 1) | Realisatie (4) t-1 |
---|---|---|---|---|
Baten | ||||
Omzet moederdepartement | 2.154.988 | 2.167.396 | 12.408 | 2.287.904 |
Omzet overige departementen | – | 5.284 | 5.284 | 5.228 |
Omzet derden | 103.490 | 93.939 | – 9.551 | 84.979 |
Rentebaten | 250 | 38 | – 212 | 303 |
Vrijval voorzieningen | – | 7.339 | 7.339 | 7.678 |
Bijzondere baten (bv. zaagtand) | – | 41.364 | 41.364 | 29.389 |
Totaal baten | 2.258.728 | 2.315.360 | 56.632 | 2.415.481 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten1 | 1.125.075 | 1.090.085 | – 34.990 | 1.128.960 |
– Personele kosten | 1.043.446 | 969.242 | – 74.204 | 1.019.305 |
Waarvan eigen personeel | 993.446 | 886.566 | – 106.880 | 912.519 |
Waarvan externe inhuur | 50.000 | 63.401 | 13.401 | 58.917 |
Waarvan overige personele kosten | 19.275 | 19.275 | 47.869 | |
– Materiële kosten1 | 81.629 | 120.843 | 39.214 | 109.655 |
Waarvan apparaat ICT | 35.000 | 38.024 | 3.024 | 22.539 |
Waarvan bijdrage aan SSO's | 17.312 | 29.488 | 12.176 | 24.095 |
Waarvan overige materiële kosten | 29.317 | 53.331 | 24.014 | 63.021 |
Programmakosten | 1.060.148 | 981.856 | – 78.292 | 1.013.198 |
Afschrijvingskosten | 39.144 | 37.412 | – 1.732 | 38.052 |
– immaterieel | 3.326 | 4.128 | 802 | 3.300 |
– materieel | 35.818 | 33.284 | – 2.534 | 34.752 |
Overige lasten | 68.461 | 144.526 | 76.065 | 211.616 |
– Dotaties voorzieningen | 66.300 | 135.093 | 68.793 | 158.154 |
– Rentelasten | 2.161 | 1.372 | – 789 | 1.716 |
– Bijzondere lasten | – | 8.061 | 8.061 | 51.746 |
Totaal lasten | 2.292.828 | 2.253.879 | – 38.949 | 2.391.826 |
Saldo van baten en lasten | – 34.100 | 61.481 | 95.581 | 23.655 |
Toelichting op de Staat van baten en lasten
In 2015 zijn de uitgangspunten voor de toerekening van kosten aan apparaat en programma gewijzigd. Voor de vergelijkbaarheid is de methodiek van 2015 ook toegepast op de realisatie cijfers van 2014. Het effect van deze stelselwijziging is als volgt weer te geven:
2014 | 2014 | verschil | |
---|---|---|---|
nieuw | oud | ||
Omzet | – 2.415.481 | – 2.412.992 | – 2.489 |
Personele Kosten | 1.019.305 | 1.017.746 | 1.559 |
Materieel apparaat | 109.655 | 95.389 | 13.816 |
Materieel programma | 1.013.198 | 1.039.364 | – 26.166 |
Afschrijvingskosten | 38.052 | 38.072 | – 20 |
Overige lasten | 211.616 | 198.316 | 13.300 |
– 23.655 | – 23.655 | – |
Het effect van de stelselwijziging op het resultaat is nihil. De stelselwijziging betreft een herrubricering van materiële programmakosten naar omzet, personele kosten, materiële kosten apparaat en overige lasten. De grootste mutatie betreft een herrubricering van € 13,3 mln. van materieel programma naar overige lasten (incidenteel). Dit betreft de kosten van de afkoop van de subsidierelatie met Amsterbaken (jeugdinstelling).
De begroting 2015 is nog opgesteld conform de in 2014 geldende systematiek, de begrotingscijfers zijn niet omgerekend naar de nieuwe systematiek.
Baten
Omzet Moederdepartement
2015 | 2014 | |
---|---|---|
Bijdrage | 2.145.392 | 2.272.597 |
Overige opbrengsten vanuit VenJ | 22.004 | 15.307 |
Totaal | 2.167.396 | 2.287.904 |
(1) | (2) | (3) = (2)+ (1) | ||
---|---|---|---|---|
Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie 2015 | Verschil | 2014 | |
Artikelonderdeel 34.3: | ||||
– Intramurale sanctiecapaciteit (inclusief reservecapaciteit) | 982,5 | 976,2 | – 6,3 | 1.051,2 |
– Extramurale sanctiecapaciteit | 8,0 | 10,3 | 2,3 | 14,6 |
– Intramurale forensische zorg in GW (PPC) | 90,9 | 93,2 | 2,3 | 91,2 |
FPC’s / forensische zorg | 314,3 | 299,6 | – 14,7 | 330,4 |
– Intramurale forensische zorg in GGz-instellingen | 251,6 | 246,9 | – 4,7 | 248,3 |
– Inkoop ambulante forensische zorg | 61,3 | 74,1 | 12,8 | 68,0 |
– Vreemdelingenbewaring en uitzendcentra (inclusief reserve aan te houden capaciteit) | 89,3 | 85,0 | – 4,3 | 100,1 |
Artikelonderdeel 35.3: | ||||
– Jeugdplaatsen (inclusief reserve en aan te houden capaciteit) | 151,1 | 158,3 | 7,2 | 152,1 |
Subtotaal volgens PxQ | 1.949,2 | 1.943,8 | – 1,7 | 2.055,9 |
Capaciteit Caribisch Nederland (BES) | 9,3 | 12,7 | 3,4 | 8,4 |
Vreemdelingen vervoer | 8,4 | 0 | – 8,4 | 0 |
Frictiekosten masterplan DJI (personeel) | 103,8 | 108,9 | 6,7 | 40,2 |
Frictiekosten masterplan DJI (huisvesting / inventaris) | 34,0 | 24,3 | – 9,7 | 151,6 |
Overige reserveringen Masterplan DJI | 24,9 | 0 | – 24,9 | 0 |
Substantieel Bezwarende Functies (SBF) | 50,2 | 37,8 | – 12,4 | 32,6 |
Flankerend Beleid | 5,4 | 0 | – 5,4 | 0 |
Overig niet in PxQ begrepen | 3,8 | 2,9 | – 0,9 | – 0,8 |
Nog te ontvangen bijdrage Aanvullende Post | – 34,1 | 15,0 | 49,1 | 0 |
Totaal omzet moederdepartement | 2.154,9 | 2.145,4 | – 9,3 | 2.287,9 |
Overige opbrengsten vanuit VenJ
Omschrijving (bedragen x € 1.000) | Begroting | Realisatie | Verschil |
---|---|---|---|
Dienstverlening RvdK | 8.474 | 8.474 | |
Dienstverlening DT&V | 6.111 | 6.111 | |
Dienstverlening IND | 6.251 | 6.251 | |
Overig VenJ | 1.168 | 1.168 | |
Totaal | – | 22.004 | 22.004 |
Deze opbrengsten hebben betrekking op door DJI verrichte activiteiten t.b.v. andere onderdelen van V&J (o.a. IND, RvdK en DT&V). Deze activiteiten hebben voornamelijk betrekking op vreemdelingenvervoer en ICT dienstverlening.
Omzet overige departementen
Omschrijving (bedragen x € 1.000) | Begroting | Realisatie | Verschil |
---|---|---|---|
Dienstverlening Overige ministeries | – | 5.284 | 5.284 |
Totaal | – | 5.284 | 5.284 |
Omzet derden
Omschrijving (bedragen x € 1.000) | Begroting | Realisatie | Verschil |
---|---|---|---|
Opbrengsten arbeid | 12.100 | 12.976 | 876 |
Opbrengst verdrag België/Noorwegen | 35.600 | 42.967 | 7.367 |
Diverse opbrengsten | 58.800 | 37.996 | – 20.804 |
Totaal | 106.500 | 93.939 | – 12.561 |
Opbrengst verdragen België/Noorwegen
Het oorspronkelijke verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België loopt tot 1 januari 2017. Dit verdrag heeft betrekking op de tenuitvoerlegging van in België opgelegde vrijheidsstraffen.
Sedert 1 september 2015 is er ook een verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Noorwegen. Dit verdrag heeft betrekking op de tenuitvoerlegging van in Noorwegen opgelegde vrijheidsstraffen. In 2015 bedroegen de opbrengsten voor DJI € 43,0 mln.
Diverse opbrengsten
De diverse opbrengsten betreffen onder andere de externe dienstverlening (onder andere bijzondere bijstand en ondersteuning), de exploitatievergoeding voor de VN-bewaring en het Internationaal Strafhof, de opbrengst ESF-subsidies en de afrekeningen van verstrekte voorschotten aan particuliere inrichtingen.
Rentebaten
De rentebaten over 2015 bedroegen ruim € 0,038 mln. Deze opbrengsten zijn enerzijds gerealiseerd middels het aanhouden van deposito’s bij het Ministerie van Financiën, anderzijds als vergoeding voor het positieve rekening courantsaldo aangehouden bij het Ministerie van Financiën.
Vrijval uit voorzieningen
Bij de balanspost voorzieningen is een toelichting opgenomen op de vrijval uit de voorzieningen (zie toelichting bij balans).
Bijzondere baten
De bijzondere baten bedraagt in 2015 € 41,4 mln. De bijzondere bijdrage is als volgt te specificeren:
-
• € 32,3 mln. Terugbetaling Zaagtandmiddelen RVB aan DJI
-
• € 8,0 mln. Diverse opbrengsten afgestoten panden in relatie verhuur COA/RVB
-
• € 1,1 mln. afwikkeling afgestoten panden
Lasten
Apparaatskosten
a. Personele kosten
Bedragen x € 1.000 | ||
---|---|---|
Realisatie 2015 | Realisatie 2014 | |
Ambtelijk personeel | 886.566 | 912.519 |
Externe inhuur: | ||
– uitzendkrachten | 24.072 | 28.556 |
– deskundigen/adviseurs (excl. op formatieplaatsen) | 39.329 | 30.361 |
Overig personeel | 6.344 | 20.809 |
Reiskosten woon-/standplaats | 23.963 | 22.757 |
Overige personeelskosten | – 11.032 | 4.303 |
Totaal | 969.242 | 1.019.305 |
Omschrijving | Begroting 2015 | Realisatie 2015 | Verschil |
---|---|---|---|
Ambtelijk personeel excl. SBF (x 1fte) | 14.426 | 14.489 | 63 |
Gemiddelde kosten per fte (x € | 59.000 | 58.825 | – 175 |
Totale loonsom (x1 mln € | 851 | 852 | 1 |
(incl. toelagen en vergoedingen) |
b. Materiële apparaatskosten
Bedragen x € 1.000 | ||
---|---|---|
Realisatie 2015 | Realisatie 2014 | |
Gebruiksvergoedingen RVB | 16.915 | 15.432 |
Overige huisvestingskosten | 5.091 | 14.304 |
Onderhoud en exploitatie apparatuur | 43.870 | 29.930 |
Inbesteding via SSO's | 12.573 | 8.662 |
Bureaukosten | 6.348 | 6.246 |
Reis- en verblijfkosten | 9.578 | 10.164 |
Personeelsgebonden exploitatiekosten | 9.032 | 8.295 |
Overige exploitatiekosten | 17.436 | 16.622 |
Totaal | 120.843 | 109.655 |
c. Materiële programmakosten
Bedragen x € 1.000 | ||
---|---|---|
Realisatie 2015 | Realisatie 2014 | |
Financiering particuliere Jeugdinrichtingen | 63.313 | 73.283 |
Inkoop forensische zorg | 535.348 | 536.668 |
Afkoop subsidierelaties | – | – |
Gebruiksvergoedingen RVB | 223.970 | 235.706 |
Overige huisvestingskosten | 55.546 | 53.648 |
Kosten Justitieel Ingeslotenen (rijksinrichtingen) | 83.458 | 85.318 |
Materiële kosten arbeid justitiabelen | 10.837 | 8.219 |
Kosten arrestanten op politiebureaus | 1.370 | 4.556 |
Overige exploitatiekosten | 8.014 | 15.800 |
Totaal | 981.856 | 1.013.198 |
De financiering van de particuliere inrichtingen is gewijzigd. Vanwege de invoering van de DBBC systematiek en het loslaten van de budgetparameters vanaf 2015 en verder is er voor gekozen om de inkoop van forensische zorg in totaliteit te verantwoorden onder die post.
Rentelasten
De rentelasten over 2015 bedraagt € 1,4 mln. Deze rentelasten hebben betrekking op uitstaande leningen bij het Ministerie van Financiën.
Afschrijvingskosten
De gerealiseerde afschrijvingskosten bedragen € 37,4 mln. en zijn ruim € 1,8 mln. lager uitgevallen dan de begroting.
Overige lasten
Dotaties voorzieningen
De dotaties aan de voorzieningen zijn nader toegelicht bij de betreffende post in de balans.
Bijzondere lasten
In 2015 is er € 8,1 mln. als de bijzondere last verantwoord. Dit bedrag betreft de extra kosten van de boeterente in het kader van de aflossing van de lening van Amsterbaken bij MVF.
Saldo van baten en lasten
Over 2015 is een positief exploitatieresultaat ad € 61,5 mln. gerealiseerd. Dit komt overeen met circa 3,0% van de totale omzet in 2015.
Balans
Balans per 31 december 2015 (vóór resultaatbestemming)
31-12-2015 | 31-12-2014 | |
---|---|---|
Activa | ||
Immateriële activa | 13.753 | 14.916 |
Materiële vaste activa | 109.282 | 117.124 |
– grond en gebouwen | 7.701 | 9.474 |
– installaties en inventarissen | 99.577 | 104.821 |
– overige materiële vaste activa | 2.004 | 2.829 |
Voorraden | 4.371 | 3.454 |
Debiteuren | 55.716 | 33.820 |
Nog te ontvangen | 151.158 | 143.716 |
Liquide middelen | 321.618 | 254.477 |
Totaal Activa | 655.898 | 567.507 |
Passiva | ||
Eigen vermogen | 61.495 | – 77.011 |
– exploitatiereserve | 15 | – 100.666 |
– onverdeeld resultaat | 61.480 | 23.655 |
Voorzieningen | 171.966 | 175.151 |
Leningen bij het Ministerie van Financiën | 37.125 | 50.225 |
Crediteuren | 55.173 | 36.248 |
Nog te betalen | 330.139 | 382.894 |
Totaal Passiva | 655.898 | 567.507 |
Nadere specificatie balansposten
Hieronder worden enkele balansposten nader gespecificeerd.
Activa
31-12-2015 | 31-12-2014 | |
---|---|---|
Debiteuren | 56.335 | 34.330 |
– /– Voorziening dubieuze debiteuren | – 619 | – 510 |
Totaal | 55.716 | 33.820 |
Nadere specificatie | 31-12-2015 | 31-12-2014 |
Debiteuren moederdepartement | 1.555 | 663 |
Debiteuren agentschappen binnen ministerie VenJ | 9.497 | 2.356 |
Debiteuren andere ministeries | 1.030 | 1.718 |
Debiteuren agentschappen andere ministeries | 50 | 257 |
Debiteuren derden (buiten het Rijk) | 44.203 | 29.336 |
Totaal | 56.335 | 34.330 |
Bedragen x € 1.000 | ||
---|---|---|
31-12-2015 | 31-12-2014 | |
Nog te ontvangen van moederdepartement | 41.072 | 48.960 |
Nog te ontvangen van agentschappen binnen ministerie VenJ | 1.383 | 6.430 |
Nog te ontvangen van andere ministeries | 3.392 | |
Nog te ontvangen van agentschappen andere ministeries | 6.091 | 4.844 |
Nog te ontvangen van derden (buiten het Rijk) | 102.612 | 80.090 |
Totaal | 151.158 | 143.716 |
Bedragen x € 1.000 | ||
---|---|---|
31-12-2015 | 31-12-2014 | |
Rekening courant Rijks hoofdboekhouding | 320.780 | 253.297 |
Kas | 838 | 1.180 |
Totaal | 321.618 | 254.477 |
De liquide middelen zijn in 2015 met ruim € 67 mln. gestegen. Deze stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door de eenmalige storting van het moederdepartement inzake de aanzuivering van het negatieve eigen vermogen van 2014 ad € 77 mln.
Passiva
Eigen Vermogen
Het eigen vermogen bestaat uit de exploitatiereserve en het onverdeelde resultaat uit het verslagjaar.
Het jaarlijkse exploitatieresultaat wordt na afloop van het boekjaar in principe ten gunste of ten laste van de exploitatiereserve gebracht. Conform de Regeling Agentschappen (art 27 lid 4 c) mag het maximum van de exploitatiereserve niet meer bedragen dan 5% van de gemiddelde omzet van de drie meest recente jaren.
Jaar | Omzet (x € 1.000) | Eigen Vermogen (x € 1.000) | % |
---|---|---|---|
2015 | 2.266.620 | 61.495 | 3 |
2014 | 2.378.111 | – 77.011 | 0 |
2013 | 2.434.515 | – 81.949 | 0 |
Het verloop van het eigen vermogen is als volgt te specificeren:
Bedragen x € 1.000 | Exploitatiereserve | Onverdeeld resultaat | Totaal |
---|---|---|---|
Stand 01-01-2015 | – 100.666 | 23.655 | – 77.011 |
Toevoeging door moederdepartement (+) | 77.026 | – | 77.026 |
Storting aan moederdepartement (–/–) | – | – | – |
Toevoeging onverdeeld resultaat 2014 (+/+) | 23.655 | – 23.655 | – |
Onverdeeld resultaat 2015 (+/–) | – | 61.480 | 61.480 |
Stand 31-12-2015 | 15 | 61.480 | 61.495 |
In de exploitatiereserve binnen het eigen vermogen is een rechtstreekse vermogensmutatie verantwoord van € 77,0 mln. Deze mutatie betreft een eenmalige storting van het moederdepartement inzake het aanzuiveren van het negatieve eigen vermogen per 1 januari 2015 ad. € 77 mln. negatief. Het resultaat 2014 is in de jaarrekening 2015 toegevoegd aan de exploitatiereserve die daardoor ultimo 2015 uitkomt op een positief saldo van € 15.000.
Omschrijving voorziening | Stand per 1-1-2015 | Vrijval in 2015 | Dotatie in 2015 | Onttrekking in 2015 | Stand per 31-12-2015 |
---|---|---|---|---|---|
Voorziening SBF | 35.387 | – 678 | 25.383 | – 24.775 | 35.317 |
Voorziening wachtgelden | 294 | 50 | – 133 | 211 | |
Reorganisatievoorziening | 3.389 | – 226 | 910 | – 1.351 | 2.722 |
Voorziening Van Werk Naar Werk | 16.884 | – 2.286 | 45.979 | – 25.173 | 35.404 |
Voorziening doorlopende salariskosten VWNW | – | 40.952 | 40.952 | ||
Voorziening afkoop boekwaarde gebouwen | 93.543 | – 4.132 | 21.813 | – 56.360 | 54.864 |
Voorziening verzelfstandiging Mesdagkliniek | 2.762 | – 18 | – 248 | 2.496 | |
Voorziening verlieslatende contracten | 22.891 | – 22.891 | – | ||
Totaal | 175.150 | – 7.340 | 135.087 | – 130.931 | 171.966 |
Voorziening Van Werk Naar Werk
In het kader van de uitvoering van het Masterplan worden bij verschillende onderdelen van DJI reorganisaties uitgevoerd, waarbij medewerkers komen te vallen onder de Rijksbrede VWNW regeling. Binnen de VWNW regeling ontstaat het recht op diverse voorzieningen zoals stimuleringspremies en reistijd/werktijd. Deze voorziening is gebaseerd op de formele besluiten per medewerker.
Voor de medewerkers die eind 2014 in de vrijwillige fase zijn ondergebracht is een voorziening getroffen ad € 16,9 mln. Daarnaast is er voor medewerkers die in 2015 in deze regeling zijn ingestroomd € 45,9 mln. gedoteerd. Voor de uitgaven in 2015 is € 25,2 mln. onttrokken en is na herberekening een bedrag ad € 2,3 mln. vrijgevallen
Voorziening doorlopende salariskosten VWNW
In het kader van de reorganisaties in het kader plan van het masterplan is in 2015 een nieuwe voorziening gevormd. Deze voorziening betreft de salariskosten van medewerkers die in de VWNW regeling zijn opgenomen en in afwachting zijn van een nieuwe functie binnen of buiten de DJI. De grondslag voor de berekening is gebaseerd op artikel 49DD ARAR waarin een maximale begeleidingsperiode van 18 maanden is genoemd. Indien er zicht is op detachering binnen of buiten de DJI dan is daar rekening mee gehouden in de berekening van de voorziening. Indien er geen informatie bekend is in hoeverre de betreffende kandidaat plaatsbaar is wordt de maximale termijn van 18 maanden gehanteerd voor de berekening van de voorziening. De voorziening bedraagt ultimo 2015 € 40,9 mln.
Voorziening afkoop boekwaarde gebouwen
DJI heeft ten aanzien van een aantal van de RVB gehuurde panden de beslissing genomen deze af te stoten. Aan deze beslissingen zijn kosten verbonden, zoals nog resterende huren, kosten wederoplevering en eventuele sloopkosten. In 2015 is aan de RVB een aantal bedragen betaald o.a. in het kader van het Masterplan DJI, hetgeen heeft geleid tot een onttrekking aan de voorziening van € 56,4 mln. Voorts zijn er o.a. in het kader van de verdere uitvoering van het Masterplan DJI voorzieningen ad € 21,8 mln. getroffen voor het sluiten van locaties van na 2015. Daarnaast is voor diverse locaties een totaalbedrag ad € 4,1 mln. vrijgevallen a.g.v. herberekening van de afkoopbedragen door de RVB.
In de stand per 31 december 2015 is o.a. de afkoop boekwaarde voorzien voor de volgende (nog te sluiten) inrichtingen: PI Overamstel, PI Amsterdam, PI Tilburg en JJI de Heuvelrug.
31-12-2015 | 31-12-2014 | |
---|---|---|
Crediteuren moederdepartement | 68 | 201 |
Crediteuren agentschappen binnen ministerie VenJ | 24 | 11 |
Crediteuren andere ministeries | 949 | 1.743 |
Crediteuren agentschappen andere ministeries | 530 | 432 |
Betalingen onderweg | 6.877 | 8.639 |
Crediteuren derden (buiten het Rijk) | 46.725 | 25.222 |
Totaal | 55.173 | 36.248 |
Omschrijving | 31-12-2015 | 31-12-2014 |
---|---|---|
Nog te betalen facturen/declaraties | 273.198 | 326.024 |
Vooruitontvangen | 1.255 | 1.159 |
Vakantiegeld | 26.356 | 27.391 |
Eindejaarsuitkering | 3.563 | 3.681 |
Terug te betalen bijdragen aan moederdepartement | 7.225 | 7.510 |
Niet opgenomen vakantiedagen | 18.542 | 17.129 |
Totaal | 330.139 | 382.894 |
Nadere specificatie conform RBV | 31-12-2015 | 31-12-2014 |
Nog te betalen aan moederdepartement | 8.449 | 7.510 |
Nog te betalen aan agentschappen binnen ministerie VenJ | – | |
Nog te betalen aan andere ministeries | 704 | 349 |
Nog te betalen aan agentschappen andere ministeries | 12.654 | 10.464 |
Nog te betalen aan derden (buiten het Rijk) | 308.332 | 364.571 |
Totaal | 330.139 | 382.894 |
Kasstroomoverzicht 2015
Begroot | Realisatie | Verschil | ||
---|---|---|---|---|
1 | 2 | 3 (= 2 – 1) | ||
1 | Liquide middelen per 1 januari 2015 | 165.459 | 254.477 | 89.018 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom(+/+) | 2.806.827 | 2.806.827 | ||
Totaal uitgaven operationele kasstroom (–/–) | – 2.772.481 | – 2.772.481 | ||
2 | Totaal operationele kasstroom | 20.000 | 34.346 | 14.346 |
Totaal investeringen (–/–) | – 32.500 | – 43.330 | – 10.830 | |
Totaal boekwaarden desinvesteringen (+/+) | 12.199 | 12.199 | ||
3 | Totaal investeringskasstroom | – 32.500 | – 31.131 | 1.369 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–) | – | |||
Eenmalige storting door het moederdepartement (+/+) | 77.026 | 77.026 | ||
Aflossing op leningen (–/–) | – 23.305 | – 13.100 | 10.205 | |
Beroep op leenfaciliteit (+/+) | 32.500 | – 32.500 | ||
4 | Totaal financieringskasstroom | 9.195 | 63.926 | 54.731 |
5 | Liquide middelen per 31 december 2015 | 162.154 | 321.618 | 159.464 |
Het kasstroomoverzicht is gebaseerd op alle inkomende en uitgaande geldstromen van zowel de Rekening-Courant bij de Rijkshoofdboekhouding als de kassen bij alle onderdelen en de overige liquide middelen (bankrekening Bonaire). De kassen en bankrekening Bonaire waren in 2014 niet opgenomen waardoor de beginstand 2015 afwijkt van de eindstand 2014.
De stijging in de liquide middelen is voornamelijk het gevolg van de eenmalige storting van het moederdepartement ad € 77 mln in de Rekening-Courant bij de Rijkshoofdboekhouding.
Omdat nog steeds een hoog bedrag aan langlopende voorzieningen beschikbaar is voor de financiering van vaste activa, is geen beroep op de leenfaciliteit gedaan
De investeringen hebben voornamelijk betrekking op vervangingen.
Doelmatigheid
2013 | 2014 | Realisatie 2015 | Begroting 2015 | |
---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting verdeeld naar: | 11.920 | 11.586 | 11.388 | 11.496 |
Direct inzetbare capaciteit: | ||||
– strafrechtelijke sanctiecapaciteit | 11.258 | 11.191 | 10.877 | 10.967 |
– inbewaringgestelden op politiebureaus | 50 | 39 | 20 | 20 |
– capaciteit ten behoeve van internationale tribunalen | 96 | 96 | 96 | 114 |
Reservecapaciteit | 516 | 260 | 395 | 395 |
Gemiddelde prijs per plaats/per dag | ||||
– operationele capaciteit (x 1,–) | 262 | 253 | 240 | 240 |
– reservecapaciteit | 95 | 65 | 83 | 83 |
Totaal PxQ (x 1 mln.) | 1.108 | 1.051,2 | 976 | 982 |
– operationele en reservecapaciteit | ||||
Bezettingsgraad (in)1 | 84,7 | 78,6 | 73,5 | 91,3 |
2013 | 2014 | Realisatie 2015 | Begroting 2015 | |
---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2015 | 450 | 481 | 444 | 400 |
Verdeeld naar | ||||
(B)PP met of zonder ET | 450 | 481 | 444 | 0 |
Elektronische Detentie | 0 | 0 | 01 | 400 |
Gemiddelde prijs per plaats/per dag (x € 1,–) | 57 | 83 | 64 | 55 |
Totaal kader PxQ (x € 1 mln.) | 9,4 | 14,6 | 10,3 | 8,0 |
Naast de effecten van loon- en prijsbijstelling wordt het verschil in de gerealiseerde kostprijs verklaard door een product-mix verschil met- en zonder enkelbandje. In de begroting werd rekening gehouden met 40% met bandje, in de realisatie is dat 55%.
2013 | 2014 | Realisatie 2015 | Begroting 2015 | |
---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2015 | 680 | 620 | 620 | 620 |
Gemiddelde prijs per plaats/per dag (x € 1,–) | 398 | 403 | 412 | 402 |
Totaal kader PxQ (x € 1 mln.) | 98,7 | 101,2 | 93,2 | 91,01 |
De hogere gerealiseerde gemiddelde prijs voor PPC-plaatsen heeft voornamelijk te maken met de loon- en prijsbijstelling 2015.
Doelmatigheidsindicatoren forensische zorg
2013 | 2014 | Realisatie 2015 | Begroting 2015 | |
---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting verdeeld naar: | 1.858 | 1.782 | 1.630 | 1.630 |
Direct inzetbare capaciteit: | ||||
– Rijks FPC’s | 373 | 362 | 296 | 296 |
– Tbs-capaciteit bij particuliere instellingen | 1.286 | 1.416 | 1.334 | 1.334 |
Reservecapaciteit (rijk/part.) | 0 | 0 | 0 | 0 |
Gemiddelde prijs per plaats/per dag | ||||
– operationele capaciteit (x1,–) | 494 | 508 | 504 | 528 |
– reservecapaciteit | 201 | 0 | 0 | 0 |
Totaal P3X (x1 mln.) | ||||
– operationele en reservecapaciteit | 335,0 | 330,4 | 299,6 | 314,3 |
Bezettingsgraad Justitiële Tbs-klinieken (in %)1 | 92,0 | 89,6 | 91,2 | 91,3 |
Van de Tbs-capaciteit was in 2015 gemiddeld 8,8% niet bezet. Bij de niet bezette plaatsen wordt alleen de vaste bedprijs gefinancierd. Dit heeft geleid tot een lagere gemiddelde gerealiseerde dagprijs.
2013 | 2014 | Realisatie 2015 | Begroting 2015 | |
---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2015 | 1.628 | 1.916 | 2.150 | 1.9761 |
verdeeld naar: | ||||
Inkoop forensische zorg in strafrechtelijk kader | 1.418 | 1.707 | 1.940 | 1.766 |
Inkoop forensische zorg voor gedetineerden | 210 | 209 | 210 | 210 |
Gemiddelde prijs per plaats/per dag (x € 1,–) | 360 | 355 | 315 | 349 |
Totaal kader PxQ (x € 1 mln.) | 213,8 | 248,3 | 246,9 | 251,6 |
Bij de begrotingsvoorbereiding 2016 is de capacitaire taakstelling 2015 voor de overige forensische zorg met 174 plaatsen (circa 9%) verhoogd. Het gaat hierbij om plaatsen in het segment beschermd wonen met een relatief lage dagprijs. Hierdoor is de gemiddelde prijs van de OFZ-productie lager uitgekomen dan oorspronkelijk geraamd.
Doelmatigheidsindicatoren vreemdelingenbewaring
2013 | 2014 | Realisatie 2015 | Begroting 2015 | |
---|---|---|---|---|
Capaciteit vr.bew. en uitzetcentra verdeeld naar: | 2.476 | 1.762 | 1.179 | 1.179 |
Vrijheidsbeneming (art. 6 Vw) | 168 | 98 | 50 | 50 |
Vreemdelingenbewaring (art. 59 Vw) | 1.361 | 1.424 | 1.129 | 1.129 |
In bewaring gestelden op politiebureaus | 1 | 0 | 0 | 0 |
Uitzetcentra | 161 | 0 | 0 | 0 |
Reservecapaciteit | 390 | 240 | 0 | 0 |
In stand te houden capaciteit korte termijn | 330 | 0 | 0 | 0 |
In stand te houden capaciteit lange termijn | 65 | 0 | 0 | 0 |
Gemiddelde prijs per dag operationele cap. (x € 1,–) | 158 | 168 | 198 | 208 |
Gemiddelde prijs per dag reserve capaciteit (x € 1,–) | 93 | 77 | 0 | 0 |
Gem. prijs per dag in stand te houden cap. kort (x € 1,–) | 53 | 0 | 0 | 0 |
Gem. prijs per dag in stand te houden cap. lang (x € 1,–) | 13 | 0 | 0 | 0 |
Totaal kader (x € 1 miljoen) direct inzetbare capaciteit | 97,6 | 93,3 | 85,0 | 89,3 |
– reservecapaciteit incl. in stand te houden capaciteit | 19,9 | 10,7 | 0 | 0 |
Bezettingsgraad (in %) | 38,4 | 30,1 | 22,8 | 91,3 |
De afwijking van de gerealiseerde kostprijs ten opzichte van de geraamde kostprijs VB wordt enerzijds veroorzaakt door de effecten van loon- en prijsbijstelling 2015 en anderzijds door de concentratie van leegstand als gevolg van een lage bezetting in de vreemdelingenbewaring, de hogere huuropbrengsten van ketenpartners en een incidentele meevaller van huisvestingskosten.
Doelmatigheidsindicatoren Jeugd
2013 | 2014 | Realisatie 2015 | Begroting 2015 | |
---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2015 | 1.164 | 777 | 777 | 777 |
Verdeeld naar: | ||||
Direct inzetbare capaciteit: | ||||
– rijksinrichtingen | 358 | 319 | 319 | 319 |
– particuliere jeugdinrichtingen | 442 | 331 | 328 | 331 |
Reservecapaciteit | 150 | 127 | 130 | 127 |
Gemiddelde prijs per plaats / per dag (x € 1,–) | ||||
Operationele capaciteit (x € 1,–) | 547 | 608 | 638 | 606 |
reservecapaciteit (x € 1,–) | 124 | 132 | 125 | 125 |
Totaal PxQ (x 1 mln.) | ||||
– operationele en reserve capaciteit | 176,2 | 152,1 | 156,7 | 149,5 |
Bezettingsgraad (in %) | 64,0 | 72,1 | 66,2 | 90,0 |
De hogere gerealiseerde prijs voor jeugdplaatsen wordt verklaard door de extra kosten van de zorginkoop in de GGZ (als gevolg van de stelselwijziging AWBZ), waarvan de middelen bij voorjaarsnota 2015 zijn overgeheveld van VWS naar DJI. Deze meerkosten waren nog niet in de begrotingsprijs 2015 verwerkt. Verder heeft ook de loon- en prijsbijstelling 2015 een opwaarts effect gehad.
2013 | 2014 | Realisatie 2015 | Begroting 2015 | |
---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2015 | 214 | 36 | 36 | 36 |
Gemiddelde prijs per plaats / per dag | 124 | 132 | 125 | 125 |
Totaal PxQ (x 1 mln.) | 9,7 | 1,7 | 1,6 | 1,6 |