Of je nu jong of oud bent, gezond of ziek, krap bij kas of met een goed gevulde portemonnee: elke Nederlander kan rekenen op goede gezondheidszorg. Dat was zo, dat is zo en dat moet ook in de toekomst zo blijven.
Om de zorg nu en voor komende generaties toegankelijk, betaalbaar en van goede kwaliteit te houden, heeft het kabinet op basis van het regeerakkoord een samenhangende, strategische zorgagenda opgesteld. Deze strategische agenda speelt in op verschillende maatschappelijke trends, zoals het groeiend aantal ouderen en chronisch zieken, het toenemende belang van preventie en de mondiger wordende burger. Ook medisch-technologische ontwikkelingen kunnen helpen bij verbetering van de zorg.
Uitgangspunt in die zorgagenda is dat er een omslag moet worden gemaakt van het denken in systemen naar het denken in mensen. Mensen die een beroep kunnen doen op goede zorg als ze dat nodig hebben en die deze zorg ook kunnen betalen. Daarom was het in de afgelopen periode nodig om financieel orde op zaken te stellen en de jaarlijkse uitgavengroei op een houdbaar pad te brengen.
In de curatieve zorg is de positie van de patiënt ten opzichte van artsen, ziekenhuizen en zorgverzekeraars de afgelopen jaren sterk verbeterd. Verzekerden kunnen weg bij hun verzekeraar als ze vinden dat deze zijn werk niet goed genoeg doet. Patiënten hebben medezeggenschap en steeds meer informatie over hun zorg. Maar het kan en het moet beter.
2015 stond in het teken van deze positieversterking:
Zo is de positie van de patiënt ten opzichte van de zorgverzekeraar versterkt met de brief Kwaliteit Loont. Zorgverzekeraars moeten patiënten op een begrijpelijke manier en bijtijds informeren over het inkoopbeleid, patiënten krijgen inspraak in het beleid van de zorgverzekeraar en zorgverzekeraars zijn verplicht om goede informatie te verstrekken aan vergelijkingssites. In de Wet kwaliteit klachten geschillen in de zorg (Wkkgz) is de juridische positie van de patiënten en cliënten in de gezondheidszorg versterkt. De positie van de patiënt bij een geschil is verbeterd.
De patiënt krijgt ook een betere positie tegenover de zorgaanbieder. Daar is informatie voor nodig. Het Jaar van de Transparantie is ingesteld om de patiënt toegang te geven tot informatie die cruciaal is om het juiste ziekenhuis te kiezen, de juiste arts en de juiste behandeling. Zo is afgelopen jaar met medisch-specialisten, patiënten, ziekenhuizen, verzekeraars en het Kwaliteitsinstituut afgesproken dat over de 30 belangrijkste aandoeningen versneld informatie beschikbaar komt. Ook in de cosmetische sector is de positie van consumenten en patiënten sterk verbeterd. Enerzijds door de veiligheid van deze zorg te verbeteren door hogere eisen en meer toezicht. Anderzijds door de patiënt een betere positie te geven, onder meer door de informatievoorziening te verbeteren.
In de eerste fase van deze kabinetsperiode lag de focus in de strategische agenda van de langdurige zorg vooral op het vaststellen van nieuwe wetten en het herinrichten van processen. Dit was noodzakelijk om het uiteindelijke doel te bereiken: het leven en de behoefte van de patiënt en cliënt centraal stellen in de zorg.
Het afgelopen jaar stond nadrukkelijk in het teken van het daadwerkelijk invoeren van maatregelen. Belangrijk onderdeel daarvan is dat gemeenten per 1 januari 2015 verantwoordelijk zijn geworden voor de zorgtaken op het terrein van ondersteuning thuis en jeugdhulp.
Het resultaat van deze inspanningen is dat zorg dicht bij de patiënt en cliënt kan worden georganiseerd (en deze meer in staat worden gesteld om eigen regie te voeren), mensen langer thuis kunnen blijven wonen en er ruimte ontstaat om met nieuwe, duurzame zorgvormen te experimenteren. Mede hierdoor kunnen de scheidslijnen tussen preventie, cure en care ook langzaam verdwijnen.
Geconstateerd kan worden dat de continuïteit van (passende) zorg en ondersteuning voor de cliënten in deze overgangsfase is gewaarborgd. Op veel plaatsen ontstonden bovendien veelbelovende, nieuwe zorginitiatieven. Met Waardigheid en Trots heeft het kabinet geïnvesteerd in de kwaliteit van de verpleeghuiszorg.
Tegelijkertijd waren er ook zaken die nog niet goed liepen. Met name het pgb vergde veel aandacht en vroeg om bijsturing.
Voor zowel de curatieve zorg als de langdurige zorg geldt dat mensen de mogelijkheid moeten hebben zelf regie te voeren. eHealth kan daarbij een belangrijke rol spelen. Op een aantal terreinen is groei in het gebruik van eHealth te zien. Maar er is nog veel werk te verzetten zodat eHealth echt vanzelfsprekend wordt en de potentie van innovatie volledig wordt benut.
Een bijzonder resultaat van 2015 dat niet onvermeld mag blijven, betreft het besluit dat is genomen om op morele gronden over te gaan tot een financiële regeling voor de genoegdoening van niet uitbetaalde salarissen aan ambtenaren en militairen die in dienst waren van het Nederlands-Indisch Gouvernement gedurende de Japanse bezetting en nu zelf nog in leven zijn.
In de volgende hoofdstukken van dit beleidsverslag blikt het kabinet uitgebreider terug op het afgelopen jaar. Het beleidsverslag biedt geen compleet overzicht van de behaalde doelen, maar geeft een overzicht van de meest relevante ontwikkelingen en in gang gezette en gerealiseerde beleidsmaatregelen op het terrein van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De Tweede Kamer heeft daarnaast voor de Jaarverantwoording 2015 gevraagd specifiek aandacht te besteden aan decentralisaties Wmo en Jeugdwet, uitvoering pgb’s en wijkverpleging.