Base description which applies to whole site

11. Uitvoering

Artikel

Algemene doelstelling

De overheid voorziet de uitvoeringsorganisaties van financiële middelen voor een rechtmatige, doelmatige, doeltreffende en klantgerichte uitvoering van sociale zekerheidsregelingen, binnen de kaders die de overheid stelt.

De uitvoering van de sociale zekerheidswetten vindt mede plaats door ZBO’s en RWT’s. De Minister van SZW bepaalt de kaders waarbinnen de uitvoering tot stand komt en stelt uitvoeringsbudget ter beschikking aan het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) inclusief het Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (BKWI), de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en het Inlichtingenbureau (IB). Hij maakt daarbij prestatieafspraken en stuurt op rechtmatige, doelmatige, doeltreffende en klantgerichte uitvoering. Hiertoe is een planning- en controlcyclus ingericht tussen de uitvoeringsorganen en het ministerie.

Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor het doen uitvoeren van de sociale zekerheidswetgeving door de uitvoeringsorganen en draagt zorg voor:

  • De vormgeving, het onderhoud en de werking van het stelsel van wet- en regelgeving (wet SUWI) waarbinnen de uitvoeringsorganen opereren;

  • De vormgeving van het stelsel van sociale zekerheidswetten die het UWV en de SVB uitvoeren;

  • De vaststelling van de budgetten die aan het UWV, de SVB en het IB beschikbaar worden gesteld met daarbij passende prestatieafspraken;

  • De sturing van en het toezicht op de rechtmatige, doelmatige, doeltreffende en klantgerichte uitvoering door het UWV, de SVB en het IB en de verantwoording daarover;

  • De vaststelling van de omvang van de middelen die aan de Landelijke Cliëntenraad (LCR) beschikbaar worden gesteld.

Beleidsconclusies

Voor het UWV en de SVB was 2016 een jaar waarin verder is gewerkt aan de implementatie van wet- en regelgeving. Bij het UWV betreft dit met name de Participatiewet, de Wet werk en zekerheid en de eerste aanpassingen daarvan. Bij de SVB hebben de aanpassingen van de Overbruggingsregeling veel aandacht gevergd.

In 2016 zijn structureel extra financiële middelen beschikbaar gesteld voor meer persoonlijke dienstverlening aan WW-gerechtigden door het UWV (Tweede Kamer, 2015–2016, 33 566, nr. 93). Sinds 1 oktober 2016 is de nieuwe dienstverlening landelijk uitgerold. Kern van de nieuwe opzet is dat meer gerichte en persoonlijke dienstverlening wordt ingezet om de kans op werkhervatting te vergroten. De dienstverlening varieert in intensiteit en is aangepast aan de persoonlijke behoeften en mogelijkheden van de werkzoekenden. De dienstverlening kan bestaan uit bijvoorbeeld persoonlijke gesprekken, workshops, competentietesten, netwerktrainingen en scholingsvouchers.

In 2016 is veel aandacht besteed aan het beheersen van de achterstanden bij herbeoordelingen en is een plan opgezet om de beschikbare capaciteit van verzekeringsartsen de komende jaren te maximaliseren (Tweede Kamer, 2015–2016, 26 448, nr. 569) .

Omdat het in het kader van de banenafspraak belangrijk is dat mensen in de Wajong2010 goede en voldoende ondersteuning ontvangen van het UWV is het dienstverleningsbudget voor de Wajong2010 in 2016 meerjarig verhoogd.

De Algemene Rekenkamer (AR) heeft in 2016 onderzoek gedaan naar de balans tussen ambities, mensen, middelen en doelen bij het UWV. De AR constateert dat het UWV de afgelopen jaren de taken adequaat heeft uitgevoerd. In relatie tot het groot aantal wijzigingen in en implementatie van wet- en regelgeving, de bezuinigingen en oplopende werkloosheid is dit geen geringe prestatie, aldus de AR. Op een aantal punten worden er concrete handvatten gegeven om verbeteringen door te voeren, bijvoorbeeld om de relatie tussen kosten en prestaties te versterken. Het rapport «UWV, balanceren tussen ambities en middelen» is op 31 januari 2017 naar de Tweede Kamer verstuurd (Tweede Kamer, 2016–2017, 26 488, nr. 586).

In het UWV-informatieplan heeft het UWV uitgewerkt hoe het ICT-landschap de komende jaren toekomstbestendig gemaakt wordt (Tweede Kamer, 2015–2016, 26448, nr. 575) . Een belangrijk project daarbij is het ICT-project «één uniforme betaalomgeving (1UBO)». Met dit project wordt een eerste stap gezet om de uitkeringssystemen van het UWV te vereenvoudigen en te moderniseren. Het Bureau ICT-Toetsing (BIT) heeft hierover positief geadviseerd en het UWV is gestart met de uitvoering.

De SVB heeft in 2016 gewerkt aan de concretisering en implementatie van de Veranderagenda (Tweede Kamer, 2015–2016 26 448, nr. 571). De Veranderagenda moet bijdragen aan doelstellingen die gericht zijn op betrouwbaarheid, continuïteit en wendbaarheid van de SVB-organisatie. Onderdeel van de Veranderagenda is de vernieuwing van het AKW-systeem (vAKWerk). Hierover heeft het Bureau ICT-Toetsing (BIT) een positief advies uitgebracht en de werkzaamheden hiervoor zijn inmiddels gestart.

In onderstaande tabel zijn de rechtmatigheidindicatoren voor het UWV en de SVB weergegeven. De realisaties zijn in lijn met de afgesproken streefwaarden.

Tabel 4.11.1 Indicatoren rechtmatigheid uitvoering ZBO’s
 

Realisatie

2014

Realisatie

2015

Realisatie

2016

Streefwaarde

Begroting

2016

Verschil

2016

Rechtmatigheid UWV (in %)1

98,9

99,3

99,0

99

0

Rechtmatigheid SVB (in %)2

99,9

99,9

99,9

99

0,9

1

UWV, jaarverslag.

2

SVB, jaarverslag.

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 4.11.2 Begrotingsgefinancierde uitgaven en ontvangsten artikel 11 (x € 1.000)

Artikelonderdeel

Realisatie 2012

Realisatie 2013

Realisatie 2014

Realisatie 2015

Realisatie 2016

Begroting 2016

Verschil

2016

Verplichtingen

454.688

445.088

438.181

433.006

458.267

– 25.261

Uitgaven

493.138

454.688

445.088

438.181

433.006

458.267

– 25.261

               

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s1

492.486

454.044

444.133

437.532

432.328

457.627

– 25.299

UWV

379.397

344.878

339.747

331.571

324.638

346.966

– 22.328

SVB

103.980

101.385

97.661

99.590

100.687

104.936

– 4.249

IB

6.476

7.781

6.725

6.371

7.003

5.725

1.278

RWI

2.633

0

0

0

0

0

0

               

Bijdrage aan nationale organisaties

652

644

955

649

678

640

38

LCR

652

644

955

649

678

640

38

               

Ontvangsten

5.817

6.289

6.522

10.144

16.367

0

16.367

1

Deze bedragen hebben alleen betrekking op de uitvoering van het SZW-beleid door de ZBO’s.

Tabel 4.11.3 Premiegefinancierde uitgaven en ontvangsten artikel 11 (x € 1.000)

Artikelonderdeel

Realisatie 2012

Realisatie 2013

Realisatie 2014

Realisatie 2015

Realisatie 2016

Begroting 2016

Verschil

2016

Uitgaven

1.529.448

1.559.088

1.696.520

1.607.496

1.527.338

1.502.772

24.566

               

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s1

1.529.448

1.559.088

1.696.520

1.607.496

1.527.338

1.482.479

44.859

UWV

1.391.800

1.428.300

1.568.458

1.485.496

1.411.327

1.371.430

39.897

SVB

137.648

130.788

128.062

122.000

116.011

111.049

4.962

               

Nominaal

0

0

0

0

0

20.293

– 20.293

               

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

1

Deze bedragen hebben alleen betrekking op de uitvoering van het SZW-beleid door de ZBO’s.

A. Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

Toelichting financiële instrumenten

De Minister van SZW stelt de financiële kaders vast voor het UWV, de SVB en het IB, waarbinnen deze organisaties hun jaarplannen dienen op te stellen. Deze financiële kaders hebben alleen betrekking op de uitvoering van SZW-taken door genoemde ZBO’s. In de jaarplannen nemen het UWV en de SVB een verdeling van de uitvoeringskosten naar wet en/of fonds op. De Minister stuurt in eerste aanleg op het totaalbudget per organisatie. Uitgangspunt daarbij is dat de organisaties zelfstandig de uitvoering organiseren en over de realisatie via het jaarverslag verantwoording afleggen aan de Minister van SZW. Hij maakt daarbij prestatieafspraken en stuurt op rechtmatige, doelmatige, doeltreffende en klantgerichte uitvoering.

Budgettaire ontwikkelingen

De uitvoeringskosten van het UWV en de SVB wijzigen in de loop der jaren als gevolg van beleidswijzigingen en als gevolg van volumeontwikkelingen in de onderscheiden wetten. Voor een nadere toelichting op de volumeontwikkelingen wordt naar de desbetreffende artikelen verwezen.

De realisatie van de begrotingsgefinancierde uitvoeringskosten van het UWV is € 22 miljoen lager dan begroot. De premiegefinancierde uitvoeringskosten UWV komen € 40 miljoen hoger uit dan begroot. Indien rekening wordt gehouden met de ten tijde van de begrotingsopstelling geraamde loon- en prijsbijstelling (€ 19 miljoen) is de realisatie bij de premiegefinancierde uitgaven circa € 21 miljoen hoger dan begroot. Deze uitkomsten komen door budgettair neutrale herschikkingen tussen begrotings- en premiegefinancierde uitvoeringskosten (€ 40 miljoen) en door enkele beleidsmatige mutaties. De beleidsmatige mutaties betreffen de nieuwe regelingen in het kader van «Doorstart naar nieuw werk» (Tweede Kamer, 2015–2016, 33 566, nr. 93), extra middelen voor herbeoordelingen in de WGA en enkele kleinere mutaties.

De realisatie van de begrotingsgefinancierde uitvoeringskosten van de SVB is € 4 miljoen lager dan begroot. De premiegefinancierde uitvoeringskosten SVB komen € 5 miljoen hoger uit dan begroot. Indien rekening wordt gehouden met de ten tijde van de begrotingsopstelling geraamde loon- en prijsbijstelling (€ 1,5 miljoen), dan is de realisatie bij de premiegefinancierde uitgaven circa € 3,5 miljoen hoger dan begroot.

De opgelegde taakstellingen zijn in de uitvoeringsbudgetten van de ZBO’s verwerkt. In tabel 4.11.4 zijn de uitvoeringskosten van het UWV en de SVB toegedeeld aan de onderscheiden wetten en regelingen. Deze toedeling is extracomptabel.

B. Bijdrage aan nationale organisaties

De LCR is een overlegorgaan ingesteld bij Wet SUWI waarin landelijke cliëntenorganisaties, vertegenwoordigers van gemeentelijke cliëntenraden en vertegenwoordigers van de centrale cliëntenraden van de SVB en het UWV zitting hebben. De LCR heeft tot taak periodiek te overleggen met het UWV, de SVB, de gemeenten en de Minister van SZW over onderwerpen op het terrein van werk en inkomen. De Minister van SZW stelt de financiële kaders vast voor de LCR, waarbinnen de LCR een jaarplan dient op te stellen.

Budgettaire ontwikkelingen

De bijdrage aan de LCR is € 38.000 hoger dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door een loon- en prijsbijstelling van € 9.000 en € 29.000 aan extra middelen voor de uitvoering van een inventarisatie naar de vraag wat de succes- en faalfactoren zijn bij het organiseren van cliëntenparticipatie in de arbeidsmarktregio.

C. Ontvangsten

De ontvangsten betreffen in 2016 circa € 16 miljoen. Dit betreffen verrekeningen over rijksvergoedingen met betrekking tot de uitvoeringskosten van het UWV en de SVB in 2015.

Tabel 4.11.4 Extracomptabel overzicht begrotingsgefinancierde en premiegefinancierde uitvoeringskosten (x € 1.000)
 

Realisatie

2012

Realisatie

2013

Realisatie

2014

Realisatie

2015

Realisatie

2016

UWV (incl. BKWI)

1.771.197

1.773.178

1.908.206

1.817.067

1.735.965

           

Begrotingsgefinancierd

379.397

344.878

339.748

331.571

324.638

IOW

250

200

1.325

1.775

1.907

Wajong

118.435

96.126

117.878

114.518

108.170

Re-integratie Wajong

33.923

65.582

70.496

78.642

86.631

Basisdienstverlening

188.956

141.580

100.322

85.056

80.053

Uitvoeringskosten WW 50+

10.200

19.550

15.450

13.600

Regeling vouchers kansberoep

900

WSW-indicatiestelling

28.533

22.048

21.965

10.563

5.313

Beoordeling gemeentelijke doelgroep

16.930

19.340

Compensatieregeling musici en artiesten

11

0

0

BKWI

9.300

9.142

8.201

8.637

8.724

           

Premiegefinancierd

1.391.800

1.428.300

1.568.458

1.485.496

1.411.327

WAO

134.896

96.000

87.750

79.568

80.358

IVA

67.720

74.000

80.630

91.822

98.874

WGA

220.520

239.000

235.878

230.600

244.844

WAZ

4.000

3.000

3.242

3.299

3.744

WW

491.972

566.000

853.176

731.623

649.324

ZW

259.332

209.000

269.309

260.412

270.853

WAZO

26.360

24.000

13.148

14.052

10.484

Re-integratie WAZ/WAO/WIA/ZW

36.000

45.000

42.725

60.920

56.312

Re-integratie WW

151.000

167.000

0

0

0

Toevoeging aan bestemmingsfonds

5.300

– 17.400

13.200

– 3.466

           

SVB

241.078

232.173

225.723

221.591

216.698

           

Begrotingsgefinancierd

103.430

101.385

97.661

99.591

100.687

AKW

78.005

70.824

64.032

71.075

67.722

TOG

3.070

2.918

1.924

– 540

0

TAS

1.067

840

1.492

477

821

KOT/WKB

4.890

4.762

4.650

4.551

4.375

AIO

15.827

16.292

19.383

19.610

22.647

MKOB

571

900

459

37

0

Bijstand buitenland

424

320

155

270

Overbruggingsregeling AOW

4.425

3.082

1.363

2.652

Remigratiewet

2.319

2.863

2.200

           

Premiegefinancierd

137.648

130.788

128.062

122.000

116.011

AOW

118.577

114.509

116.454

110.900

105.674

Anw

19.071

16.279

11.608

11.100

10.337

Licence