Base description which applies to whole site

Bijlage 1: Gerealiseerde uitgaven die in verband met het koningschap kunnen worden beschouwd

De gerealiseerde uitgaven worden hieronder per begroting nader toegelicht.

Buitenlandse Zaken (begroting V, artikel 4) (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie 2019

Vastgestelde begroting 2019

Buitenlandse Zaken

1.736

2.000

In 2019 heeft de Koning een staatsbezoek gebracht aan Ierland en India en vonden (werk)bezoeken plaats aan de Duitse deelstaten Bremen, Mecklenburg Voor Pommeren en Brandenburg en aan het Verenigd Koninkrijk, Japan en de AVVN (Algemene Vergadering van de Verenigde Naties). De staatshoofden van Polen en Spanje brachten een bezoek aan Nederland.

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (begroting VII, artikel 9) (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie 2019

Vastgestelde begroting 2019

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

13.823

15.713

De bijdrage van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) voor de huisvesting (Paleizen) van het Koninklijk Huis bedroeg in 2019 € 13,8 miljoen. Dit bedrag is lager dan begroot, omdat een aantal activiteiten later worden uitgevoerd dan gepland.

Genoemd bedrag voor de paleizen bestaat uit een aantal componenten. In 2019 heeft het RVB circa € 5 miljoen in rekening gebracht voor rente en afschrijvingen voor investeringen die vanaf 2010 via de leenfaciliteit zijn gefinancierd en zijn geactiveerd op de balans van het RVB. Daarnaast zijn voor de in 2019 opgeleverde projecten € 1 miljoen aan gebruiksvergoedingen in rekening gebracht, waaronder de renovatie van Huis ten Bosch.

Voor de vergoeding voor regulier dagelijks en planmatig onderhoud is circa € 4,1 miljoen afgerekend en voor vergoeding voor kleinere investeringen, functionele verbeteringen en projecten op basis van wet- en regelgeving waaronder veilig werken op hoogte circa € 3,7 miljoen.

Paleis Huis ten Bosch

Eind 2018 heeft de oplevering van het paleis plaatsgevonden en in 2019 heeft het Koninklijk gezin zijn intrek genomen in het paleis. Vanaf de zomer heeft het paleis zijn representatieve functie voor ontvangsten en officiële gelegenheden vervuld. De kosten van het project, vastgesteld door de stuurgroep van het project d.d. 5 november 2019, komen uit binnen de financiële randvoorwaarden (Kamerstukken II 2017/18 34775-XVIII, nr. 6, 14 november 2017).

Paleis Noordeinde

In 2019 heeft het voorgenomen onderhoud aan de logeervleugel niet plaatsgevonden, maar wordt de komende jaren voorzien. Op het ogenblik vindt er een onderzoek plaats.

Koninklijk Paleis Amsterdam

Het multidisciplinair bouwhistorisch onderzoek naar de Burgerzaal is aangevuld met een vervolgonderzoek dat nog doorloopt in 2020.

Defensie (begroting X, artikel 5), uitgaven bewaking leden koninklijke huis

De Koninklijke Marechaussee (KMar) voert politietaken uit op grond van de Politiewet 2012 (PW). Daarnaast voert de KMar Defensietaken uit in opdracht van de Minister van Defensie. Het gezag over de KMar berust bij meerdere gezagsdragers. Voor de Defensietaken is dat de Secretaris-Generaal van het Ministerie van Defensie en voor de in de PW aan de KMar opgedragen politietaken zijn dat de in artikel 14 van die wet opgedragen gezagsdragers. De Secretaris-Generaal van Defensie is beheersverantwoordelijk en verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang, samenstelling en de vereiste mate van gereedheid van de KMar. De uitvoering is opgedragen aan Commandant KMar. In artikel 4 lid 1 van de Politiewet 2012 zijn aan de KMar een aantal politietaken opgedragen, zoals het waken over de veiligheid van de leden van het Koninklijk Huis, in samenwerking met andere daartoe aangewezen organen.

Justitie en Veiligheid (begroting VI, artikel 36)

De Minister van Justitie en Veiligheid heeft op basis van onder andere de Politiewet de verantwoordelijkheid voor de veiligheid van de leden van het Koninklijk Huis en is daarmee verantwoordelijk voor een adequate en proportionele uitvoering van de beveiliging rondom de leden van het Koninklijk Huis en hun woon- en werkverblijven. De Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister van Defensie zorgen voor de uitvoering daarvan in personele zin. Deze ministers hebben middelen voor deze beveiligingstaken op hun begroting staan, ongeacht of deze uitgaven voor beveiliging betrekking hebben op leden van het kabinet, van de Kamers der Staten-Generaal of het Koninklijk Huis. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties zorgt voor een adequate uitvoering van fysieke beveiliging van woon- en werkverblijven. Vanwege veiligheidsrisico’s worden deze uitgaven niet nader toegerekend, omdat daar informatie over de beveiliging aan zou kunnen worden ontleend naar de te beveiligen objecten en personen.

Licence