Base description which applies to whole site

Bijlage 4: Focusonderwerp 2020, naleving CW 3.1

Toelichting

In de tabel zijn brieven/rapportages weergegeven die in 2020 naar de Tweede Kamer zijn verzonden, waarin voorstellen worden toegelicht met (kans op) significante financiële gevolgen (> € 20 mln). Artikel 3.1 van de Comptabiliteitswet (hierna CW3.1) bepaalt dat alle voorstellen, die ter tafel komen in de ministerraad of in de Kamers der Staten-Generaal, een toelichting op onder andere doeltreffendheid en doelmatigheid bevat. Voorstellen die tot een substantiële beleidswijziging leiden dienen ook een evaluatieparagraaf te bevatten conform de motie Van Weyenberg en Dijkgraaf.

Door in de beleidsvoorbereiding heldere doelen te formuleren en inzichtelijk te maken hoe beleidsinstrumenten zullen bijdragen aan het realiseren van deze doelen, kunnen er betere uitspraken worden gedaan over de doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid. Dit vergroot het inzicht in de wijze waarop de overheid haar middelen inzet en bevordert kwalitatief hoogwaardig en evalueerbaar beleid.

In het kader van de Operatie Inzicht in Kwaliteit heeft in de periode 1 juni tot eind december 2020 een pilot plaatsgevonden waarbij Kamerbrieven met significante financiële gevolgen dienden te worden voorzien van een afzonderlijke bijlage waarin wordt ingegaan op de verplichte aspecten van CW3.1. Aanleiding voor deze pilot vormde onder meer een onderzoek van de rapporteurs voor de Operatie Inzicht in Kwaliteit, Sneller en Snels, waarin zij aanbevolen om de vindbaarheid van toelichtingen te vergroten zodat de dialoog hierover met de Kamer kan worden verbeterd.

Bij de afbakening van het aantal voorstellen met bijlage in de pilotperiode was voorzien 10 verschillende typen voorstellen (vallend binnen de scope van artikel CW3.1) aan de Tweede Kamer te verzenden. Hierbij was de wens dat een toekomstige evaluatie van de pilot mogelijkheden biedt voor een systematische vergelijking van factoren die in de praktijk noodzakelijk en/of voldoende zijn voor vragen over de onderbouwing en evaluatie van voorstellen in de betreffende Kamercommissies. Het mag worden aangenomen dat de extra aandacht voor CW3.1 stimulerend is voor het bewustzijn en louterend werkt voor betrokkenen. Fin heeft de betreffende 10 voorstellen in de pilotperiode met de Kamer gedeeld. Toch is moeilijk vast te stellen in hoeverre het opstellen van de afzonderlijke bijlage toepassing en naleving van CW 3.1 tot de beoogde kwaliteitsimpuls leidt.

Bij drie voorstellen betrof de pilot een toelichting die werd opgenomen in de Memorie van Toelichting (hierna MvT) van een wetsvoorstel. In concreto ging het om drie verschillende voorstellen uit het Belastingplan waar is gewerkt met aparte koppen om de elementen van CW3.1 aan te duiden. Dit heeft de vindbaarheid vermoedelijk vergroot. Bij de zeven overige voorstellen die voor de pilot zijn geselecteerd is de toelichting in een afzonderlijke bijlage bij de Tweede Kamerbrieven danwel voortgangsrapportages opgenomen. Uit de bijlage bij de Machtigingswet oprichting Invest-NL bleek dat het lastig was om de verschillende elementen van CW3.1 te duiden en is de vraag of brieven die afgeleide zijn van voorstellen met significante financiële gevolgen eveneens een onderbouwing conform CW 3.1 dienen te bevatten. Voor de overige 9 voorstellen heeft de pilot erin geresulteerd dat bij de betreffende brieven alle CW3.1 aspecten en de evaluatieparagraaf (kwalitatief goed) zijn toegelicht.

Bij Kamerbrieven die buiten de pilot vielen is de toelichting op aspecten van dit artikel in de brieven zelf te verwerken. Deze brieven betroffen hoofdzakelijk corona gerelateerde maatregelen van fiscale danwel Europese aard met een uiteenzetting van voorgenomen beleid hieromtrent. Er bestond in deze periode een enorme druk om snel te handelen. Alles was erop gericht om banen en bedrijven te behouden en economische schade te beperken. In deze brieven -verzonden in de periode zowel voorafgaand als tijdens de pilotperiode-, is derhalve meestal is niet altijd expliciet naar CW3.1 verwezen maar het merendeel van de brieven zijn op aspecten doelmatigheid en doeltreffendheid wel in een expliciete toelichting te vinden. De toepassing van de evaluatieparagraaf blijft in deze voorstellen enigszins achter omdat de betreffende maatregelen die aan de Tweede Kamer werden toegelicht op moment van schrijven nog in ontwikkeling waren en een eenduidig evaluatievoorstel daarmee ook niet voorhanden was. Op verzoek van de Kamer - en samen met het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en het ministerie van Sociale Zaken Werkgelegenheid - is eind december 2020 de beoogde aanpak van de evaluatie en monitoring van de sociaaleconomische steunpakketten met de Kamer gedeeld (zie: Kamerstuk 35 420, nr. 227).

Licence