Vastgestelde begroting (1)2 | Realisatie (2) | Verschil (3) = (2) - (1) | Realisatie t-1 (4) | |
---|---|---|---|---|
Baten | ||||
- Omzet | 69.027 | 26.695 | ‒ 42.332 | 38.175 |
waarvan omzet moederdepartement | 52.652 | 15.564 | ‒ 37.088 | 20.466 |
waarvan omzet overige departementen | 480 | 249 | ‒ 231 | 406 |
waarvan omzet derden | 15.895 | 10.882 | ‒ 5.013 | 17.303 |
Rentebaten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 900 | 31.529 | 30.629 | 31.083 |
Totaal baten | 69.927 | 58.224 | ‒ 11.703 | 69.258 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | 69.862 | 58.391 | ‒ 11.471 | 70.894 |
- Personele kosten | 46.203 | 41.032 | ‒ 5.171 | 44.449 |
waarvan eigen personeel | 40.281 | 38.447 | ‒ 1.834 | 37.047 |
waarvan inhuur externen | 5.100 | 2.277 | ‒ 2.823 | 6.900 |
waarvan overige personele kosten | 822 | 308 | ‒ 514 | 502 |
- Materiële kosten | 23.659 | 17.359 | ‒ 6.299 | 26.445 |
waarvan apparaat ICT | 0 | 395 | 395 | 695 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige materiële kosten | 750 | 613 | ‒ 137 | 1.015 |
Rentelasten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Afschrijvingskosten | 66 | 82 | 16 | 78 |
- Materieel | 66 | 82 | 16 | 78 |
waarvan apparaat ICT | 10 | 3 | ‒ 7 | 3 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 56 | 79 | 23 | 75 |
- Immaterieel | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige lasten | 0 | 131 | 131 | 55 |
waarvan dotaties voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 131 | 131 | 55 |
Totaal lasten | 69.927 | 58.604 | ‒ 11.323 | 71.027 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 0 | ‒ 380 | ‒ 380 | ‒ 1.769 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | 0 | ‒ 380 | ‒ 380 | ‒ 1.769 |
In 2020 is conform de RBV besloten dat de bijdrage van het moederdepartement om het agentschap te ondersteunen als gevolg van het maximeren van tarieven als bijzondere baat te verantwoorden. Daarom is de werkgeversbijdrage, welke toe te rekenen is aan het moederdepartement, als bijzondere baat verantwoord. Om te kunnen vergelijken met het voorgaande jaar is de realisatie van 2019 ook conform deze regelgeving gepresenteerd.
Toelichting op de staat van baten en lasten
De totale baten bestaan uit omzet en bijzondere baten. De omzet is onder te verdelen in een drietal categorieën: moederdepartement, overige departementen en derden en bedraagt € 26,7 miljoen. De bijzondere baten bestaan voor € 30,0 miljoen uit de werkgeversbijdrage die door het moederdepartement wordt verstrekt.
Omzet moederdepartement
Omzet moederdepartement | 15,6 |
---|---|
Waarvan direct gerelateerd aan geleverde producten/diensten | 15,6 |
Waarvan overige ontvangsten/bijdragen van het moederdepartement | 0 |
Omzet bedrijfsvoering (verkopen) Dit betreft in het boekjaar de door Paresto in rekening gebrachte opbrengst verkopen voor verrichte leveranties en diensten.
Vastgestelde begroting 2020 | Realisatie 2020 | |
Omzet regulier | 27.469 | 18.447 |
Omzet niet regulier | 9.142 | 7.252 |
Omzet werkgeversbijdrage | 979 | 995 |
Totaal omzet verkopen | 37.590 | 26.695 |
De omzet bedrijfsvoering is onder te verdelen in de volgende productgroepen:
– De omzet regulier betreft onder andere de verkopen in de bedrijfsrestaurants en kantines op locaties;
– De omzet niet-regulier is omzet van onder andere evenementen, vergaderingen, diners en recepties die op locaties worden gehouden;
– De omzet werkgeversbijdrage heeft betrekking op de factuur van het Koninklijk Huis en de bijdrage ten behoeve van het Militair Revalidatiecentrum.
Zowel de reguliere als niet-reguliere omzet is lager dan begroot. Door de COVID-19-crisis was er sprake van verplicht thuiswerken, zijn evenementen niet doorgegaan en hebben minder oefeningen plaatsgevonden.
Werkgeversbijdrage
De werkgeversbijdrage betreft de vergoeding die Paresto ontvangt voor de personele en materiële inzet op de locaties. Deze is hoger dan begroot door loonbijstellingen vanwege het arbeidsvoorwaardenakkoord uit 2019. De effecten van dit arbeidsvoorwaardenakkoord zijn niet in de begroting opgenomen, omdat het akkoord is bereikt na het opstellen van de begroting. De werkgeversbijdrage is verantwoord onder de bijzondere baten als gevolg van een aanpassing in de RBV.
Rentebaten
In 2020 is er vanwege een lage rentestand geen deposito uitgezet en tevens geen rente ontvangen op de lopende rekening courant met het Ministerie van Financiën.
Bijzondere baten
Als gevolg van een aanpassing van de RBV 2021 is de werkgeversbijdrage van het moederdepartement verantwoord als bijzondere baat. De overige bijzondere baten betreffen voornamelijk de producentenbonussen conform de contractuele afspraken en de suppletie van de belastingdienst over 2017. De bijzondere baten zijn niet afhankelijk van de omzet van betreffende jaar. Daardoor is het mogelijk dat de bijzondere baten hoger zijn dan begroot, terwijl de totale omzet lager is.
Personele kosten | ||||
Vastgestelde begroting | Realisatie | |||
Vte'n | Prijs per Vte | Vte'n | Prijs per Vte | |
Militair personeel | 55 | € 62.207 | 67 | € 62.666 |
Burgerpersoneel | 692 | € 54.422 | 630 | € 54.823 |
Inhuur en uitzendkrachten | 69 | € 74.375 | 29 | € 79.520 |
Totaal/Gemiddeld | 816 | € 56.623 | 726 | € 56.521 |
Personele kosten
Door Paresto is fors op de personele en inhuurkosten gestuurd na uitbraak van het COVID-19 virus. Inhuur vond enkel plaats na goedkeuring van de directie, tijdelijke contracten zijn niet standaard verlengd en vacatureruimte werd niet standaard gevuld. Dit verklaart waarom zowel het eigen personeel als inhuurpersoneel lager uitvalt dan begroot. De gemiddelde loonsom van vast personeel en inhuur is hoger dan begroot vanwege het arbeidsvoorwaardenakkoord. Daarnaast is door COVID-19 minder direct personeel ingehuurd, maar liep de inhuur van indirect personeel grotendeels door. Indirect personeel is veelal duurder dan direct personeel, waardoor de gemiddelde loonsom per VTE hoger is dan begroot.
Materiële kosten
De post materiële kosten bestaat voornamelijk uit ingrediëntskosten (€ 16,4 miljoen).
Afschrijvingskosten
De afschrijvingskosten op het totaal van activa bedragen € 82.000.
Bijzondere lasten
De bijzondere lasten hebben betrekking op facturen van leveranciers/lasten van voorgaand boekjaar.
ResultaatbestemmingHet resultaat over 2020 bedraagt -/- € 0,380 miljoen. Het resultaat wordt conform de vigerende regelgeving verrekend met het eigen vermogen.
Balans 31-12-2020 | Balans 31-12-2019 | |
---|---|---|
Activa | ||
Vaste activa | ||
Materiële vaste activa | 281 | 282 |
waarvan grond en gebouwen | ‒ | ‒ |
waarvan installaties en inventarissen | 24 | 36 |
waarvan projecten in uitvoering | ‒ | ‒ |
waarvan overige materiële vaste activa | 257 | 246 |
Immateriële vaste activa | ‒ | ‒ |
Vlottende activa | ||
Voorraden en onderhanden projecten | 482 | 582 |
Debiteuren | 1.188 | 3.698 |
Overige vorderingen en overlopende activa | 1.908 | 3.705 |
Liquide middelen | 12.799 | 5.720 |
Totaal activa: | 16.658 | 13.987 |
Passiva | ||
Eigen Vermogen | ||
Exploitatiereserve | 4.139 | 1.557 |
Onverdeeld resultaat | ‒ 380 | ‒ 1.769 |
Voorzieningen | ‒ | ‒ |
Langlopende schulden | ‒ | ‒ |
Leningen bij het Ministerie van Financiën | ‒ | ‒ |
Kortlopende schulden | ‒ | ‒ |
Crediteuren | 5.351 | 6.608 |
Belastingen en premies sociale lasten | 61 | 68 |
Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën | ‒ | ‒ |
Overige schulden en overlopende passiva | 7.488 | 7.523 |
Totaal passiva | 16.658 | 13.987 |
Toelichting op de balans
Vaste activa
Materiële vaste activa
In 2020 is er voor € 80.000 geïnvesteerd en voor € 82.000 afgeschreven.
Voorraden
De op de balans opgenomen voorraden betreffen de voorraden op de locaties van Paresto.
Debiteuren
De debiteuren bestaan voornamelijk uit vorderingen op het moederdepartement (€ 1,0 miljoen) en derden (€ 0,2 miljoen). De stand debiteuren is gedaald ten opzichte van 2019. Eind 2019 was er een achterstand met factureren. Dit had als gevolg dat de facturen niet zijn betaald, de post debiteuren hoger uitviel en de liquide middelen hierdoor lager uitvielen. Het effect hiervan was circa € 2,3 miljoen. Deze achterstand is in 2020 weggewerkt, waardoor het saldo is gedaald naar € 1,2 miljoen. Bij de post ‘debiteuren’ wordt rekening gehouden met het vermoedelijk oninbare deel. Dit bedrag is bepaald op € 0,2 miljoen.
Overige vorderingen en overlopende activa
Deze post is nader te specificeren in nog te ontvangen van het moederdepartement (€ 1,2 miljoen) en derden (€ 0,7 miljoen).
Vanwege COVID-19 hebben eindejaarsactiviteiten niet plaatsgevonden, wat een deel van de afname in de overige vorderingen en overlopende activa verklaart. Daarnaast heeft de professionaliseringsslag op de financiële administratie ervoor gezorgd dat de achterstanden grotendeels zijn weggewerkt.
Liquide middelen
De post liquide middelen omvat vooral de gelden in rekening-courant bij het Ministerie van Financiën (€ 12,8 miljoen). De toename van liquide middelen wordt veroorzaakt door een afname in de post debiteuren en een kapitaalstorting van het moederdepartement.
Passiva
Eigen vermogen
In 2020 heeft er een kapitaalstorting van € 4,1 miljoen door het moederdepartement plaatsgevonden. Daarnaast heeft er een aanzuivering van het negatief eigen vermogen van € 0,2 miljoen plaatsgevonden. De grens voor het eigen vermogen 2020 is € 2,6 miljoen (maximaal 5% van de gemiddelde omzet over de afgelopen 3 jaar). In 2021 zal er € 1,1 miljoen euro afgedragen worden aan het moederdepartement. Op basis van de nieuwe regelgeving omtrent de omzetverantwoording valt het maximale eigen vermogen lager uit dan verwacht.
Leningen
Alle door Paresto opgenomen gelden bij het Ministerie van Financiën (leningen) zijn volledig afgelost.
Crediteuren
Het crediteurensaldo bestaat uit schulden op het moederdepartement (€ 4,9 miljoen) en derden (€ 0,5 miljoen). Dit is een daling van € 1,3 miljoen ten opzichte van 2019. De daling wordt veroorzaakt door COVID-19. Er is door een lagere omzet minder afgenomen bij leveranciers, wat leidt tot een lagere crediteurenstand.
Belastingen en premies sociale lasten
De belastingen en premies sociale lasten hebben betrekking op de BTW-aangifte van december.
Overige schulden en overlopende passiva
Het saldo overige verplichtingen en overlopende passiva bestaat voornamelijk uit moederdepartement (€ 4,1 miljoen) en derden (€ 3,4 miljoen). De overige schulden bestaan met name uit de salarissen van december.
De vakantieverplichtingen aan het personeel bestaan uit € 2,1 miljoen te betalen aan vakantiedagen en € 1,1 miljoen te betalen aan vakantiegelden.
(1) Vastgestelde begroting2 | (2) Realisatie | (3)=(2)-(1) Verschil realisatie en vastgestelde begroting | |
---|---|---|---|
Rekening-courant RHB 1 januari 2020 + stand depositorekeningen | 12.997 | 5.690 | ‒ 7.307 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 69.927 | 62.637 | ‒ 7.290 |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) | ‒ 69.927 | ‒ 59.822 | 10.105 |
Totaal operationele kasstroom | 0 | 2.815 | 2.816 |
Totaal investeringen (-/-) | 0 | ‒ 80 | ‒ 80 |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 0 | ‒ 80 |
Totaal investeringskasstroom | 0 | ‒ 80 | ‒ 80 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | 0 | 0 | 0 |
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) | 0 | 4.352 | 4352 |
Aflossingen op leningen (-/-) | 0 | 0 | 0 |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 0 | 0 | 0 |
Totaal financieringskasstroom | 0 | 4.352 | 4.352 |
Rekening-courant RHB 31 december 2020 + stand depositorekeningen (=1+2+3+4), de maximale roodstand is 0,5 miljoen €. | 12.997 | 12.775 | ‒ 221 |
Toelichting op het kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode.
Kasstroom uit operationele activiteiten
De kasstroom uit operationele activiteiten bestaat uit de kasstroom bedrijfsactiviteiten, de mutatie in het werkkapitaal en de ontvangen dan wel betaalde interest. De ontvangsten operationele kasstroom is lager dan begroot. Het verplicht thuiswerken en het niet doorgaan van evenementen en minder oefeningen door de COVID-19-crisis is hier de oorzaak van. Als gevolg van de lagere omzet zijn er ook minder uitgaven gedaan.
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
In 2020 is er voor de aanschaf van kleding € 80.000 geïnvesteerd en is voor € 82.000 afgeschreven.
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
In 2020 is er geen beroep gedaan op de leenfaciliteit. In 2020 heeft er een kapitaalstorting van € 4,1 miljoen door het moederdepartement plaatsgevonden. Daarnaast heeft er een aanzuivering van het negatief eigen vermogen van € 0,2 miljoen plaatsgevonden.
Overzicht doelmatigheidsindicatoren per 31 december 2020
De omzet bij Paresto bestaat uit verkopen van ingekochte producten. Er is geen sprake van productie en hierdoor dus geen kostprijs per product. De gekozen indeling in een specifiek deel en een generiek deel vloeit voort uit de aard van de dienstverlening door Paresto. Gestuurd wordt op de brutomarge van de locaties. Hiermee samenhangende indicatoren zijn daarom als specifiek benoemd.
Realisatie | Vastgestelde begroting | ||||
---|---|---|---|---|---|
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2020 | |
Totaal omzet verkopen (x € 1.000) | 33.927 | 34.650 | 37.378 | 26.695 | 37.254 |
VTE-totaal (excl. externe inhuur) | 746 | 767 | 805 | 726 | 816 |
- waarvan in eigen dienst | 656 | 659 | 695 | 697 | 747 |
- waarvan inhuur | 90 | 108 | 110 | 29 | 69 |
Saldo van baten en lasten (%) | ‒ 1,1% | ‒ 2,2% | ‒ 2,6% | ‒ 0,7% | 0,0% |
Specifiek deel | |||||
Aantal locaties | 76 | 76 | 76 | 76 | 76 |
Productiviteit per medewerker (omzet per Vte) | 45.479 | 45.177 | 46.433 | 35.400 | 45.656 |
% Ziekteverzuim | 7,8% | 8,5% | 7,3% | 8,0% | 8,0% |
% Bruto marge locaties | 37,7% | 34,8% | 32,5% | 35,5% | 37,5% |
Het overgrote deel van de kosten van Paresto (ruim 90 procent) bestaat uit personeels- en ingrediëntkosten. De doelmatigheid komt met name tot uitdrukking in twee belangrijke graadmeters, de productiviteit per medewerker en het percentage brutomarge (totale omzet verminderd met inkoopkosten ten opzichte van de totale omzet).
Na maart 2020 zijn veel oefeningen en evenementen niet doorgegaan door COVID-19. Ook is het gastenaantal afgenomen door het thuiswerken. Beide hebben tot gevolg dat de omzet lager is uitgevallen. Door flink te sturen op de inzet van personeel, zijn met name de inhuurkosten fors lager uitgevallen. Dit resulteert in een omzet per VTE van € 35.400. Het ziekteverzuim laat ondanks COVID-19 slechts een lichte stijging zien. De prijsaanpassing die in 2020 is doorgevoerd, zorgt ten opzichte van voorgaande jaren voor een hogere brutomarge.