Vastgestelde begroting (1) | Realisatie (2) | Verschil (3) = (2) - (1) | Realisatie 2022 (4) | |
---|---|---|---|---|
Baten | ||||
- Omzet | 356.700 | 372.222 | 15.522 | 351.078 |
waarvan omzet moederdepartement | 239.268 | 264.459 | 25.191 | 249.827 |
waarvan omzet overige departementen | 116.529 | 106.867 | ‒ 9.662 | 100.808 |
waarvan omzet derden | 903 | 896 | ‒ 7 | 443 |
Rentebaten | 0 | 39 | 39 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 818 | 818 | 1.812 |
Bijzondere baten | 0 | 10 | 10 | 0 |
Totaal baten | 356.700 | 373.089 | 16.389 | 352.890 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | 335.770 | 357.569 | 21.799 | 318.007 |
- Personele kosten | 238.517 | 240.598 | 2.080 | 227.911 |
waarvan eigen personeel | 101.882 | 98.833 | ‒ 3.049 | 92.055 |
waarvan inhuur externen | 132.685 | 138.387 | 5.701 | 133.026 |
waarvan overige personele kosten | 3.950 | 3.378 | ‒ 572 | 2.830 |
- Materiële kosten | 97.252 | 116.971 | 19.719 | 90.096 |
waarvan apparaat ICT | 25.189 | 26.695 | 1.506 | 13.449 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 21.100 | 26.263 | 5.163 | 24.444 |
waarvan overige materiële kosten | 50.963 | 64.013 | 13.050 | 52.203 |
Rentelasten | 5 | 413 | 408 | 75 |
Afschrijvingskosten | 20.425 | 15.430 | ‒ 4.995 | 15.466 |
- Materieel | 14.250 | 11.430 | ‒ 2.820 | 10.631 |
waarvan apparaat ICT | 14.250 | 11.430 | ‒ 2.820 | 10.631 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 0 | 0 | 0 | 0 |
- Immaterieel | 6.175 | 4.000 | ‒ 2.175 | 4.835 |
Overige lasten | 500 | 108 | ‒ 392 | 865 |
waarvan dotaties voorzieningen | 500 | 12 | ‒ 488 | 0 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 96 | 96 | 865 |
Totaal lasten | 356.700 | 373.520 | 16.820 | 334.413 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 0 | ‒ 431 | ‒ 431 | 18.477 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | 0 | ‒ 431 | ‒ 431 | 18.477 |
Toelichting op de baten
De totale baten zijn ten opzichte van de ontwerpbegroting € 16,4 mln hoger.
In zijn geheel is de gerealiseerde omzet van € 372,2 mln 4,4% hoger dan begroot. In de ontwerpbegroting is bij het moederdepartement een afvlakking van de omzet t.o.v. 2022 aangegeven. In de realisatie is de omzet van het moederdepartement € 25,2 mln hoger. Dit is grotendeels (€ 17,8 mln) het gevolg van de verschuiving van de opdrachtgever Nationaal Coördinator Groningen (NCG) van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties naar het moederdepartement.
De verdeling per productgroep wordt in de onderstaande tabellen weergegeven:
Vastgestelde begroting 2023 | Realisatie 2023 | Verschil realisatie en vastgestelde begroting | Realisatie 2022 | |
---|---|---|---|---|
Applicatiebeheer (applicatieservices) | 78.308 | 81.484 | 3.176 | 75.443 |
Ontwikkelopdrachten | 92.485 | 107.694 | 15.209 | 105.750 |
Werkplekservices | 60.441 | 66.179 | 5.738 | 60.149 |
Overige omzet | 1.266 | 1.524 | 258 | 1.205 |
Generieke eBS | 6.767 | 7.579 | 812 | 7.280 |
Totaal | 239.268 | 264.459 | 25.191 | 249.827 |
De toename bij ontwikkelopdrachten (inclusief dienstverlening Rijkszaak) en werkplekservice is met name het gevolg van de genoemde verschuiving van de opdrachtgever Nationaal Coördinator Groningen (resp. € 13,1 mln en € 4,1 mln).
Vastgestelde begroting 2023 | Realisatie 2023 | Verschil realisatie en vastgestelde begroting | Realisatie 2022 | |
---|---|---|---|---|
Applicatiebeheer (applicatieservices) | 43.932 | 55.885 | 11.953 | 48.132 |
Ontwikkelopdrachten | 43.772 | 25.498 | ‒ 18.274 | 28.050 |
Werkplekservices | 21.059 | 19.509 | ‒ 1.550 | 19.177 |
Overige omzet | 6.134 | 4.683 | ‒ 1.451 | 4.049 |
Generieke eBS | 1.633 | 1.292 | ‒ 341 | 1.400 |
Totaal | 116.529 | 106.867 | ‒ 9.662 | 100.808 |
De hogere omzet onder Applicatiebeheer van € 11,9 mln zien we met name bij de klant Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (€ 12,1 mln) met betrekking tot applicatie beheer voor diensten platformen.
De lagere omzet onder ontwikkelopdrachten (€ 18,3 mln) wordt deels veroorzaakt door de genoemde verschuiving van opdrachtgever NCG van overige departementen (onder Ministerie van BZK) naar moederdepartement. Daarnaast is de omzet voor ontwikkelopdrachten bij de klant Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport € 6,9 mln lager door minder dienstverlening voor de diensten Rijkszaak en Toegangs Verlenings Service.
Vastgestelde begroting 2023 | Realisatie 2023 | Verschil realisatie en vastgestelde begroting | Realisatie 2022 | |
---|---|---|---|---|
Ministerie van BZK | 35.844 | 31.007 | ‒ 4.837 | 29.033 |
Ministerie van Fin | 557 | 134 | ‒ 423 | 579 |
Ministerie van IenW | 12.225 | 11.489 | ‒ 736 | 9.400 |
Ministerie van J&V | 1.713 | 1.535 | ‒ 178 | 1.933 |
Ministerie van LNV | 46.852 | 52.841 | 5.989 | 47.067 |
Ministerie van OCW | 260 | 168 | ‒ 92 | 131 |
Ministerie van SZW | 2.075 | 285 | ‒ 1.790 | 911 |
Ministerie van VWS | 15.751 | 8.716 | ‒ 7.035 | 11.059 |
Overig | 1.252 | 692 | ‒ 560 | 695 |
Totaal | 116.529 | 106.867 | ‒ 9.662 | 100.808 |
Vrijval voorziening
De vrijval van de voorziening van € 0,8 mln betreft de voorziening dubieuze debiteuren. Deze vrijval is het gevolg van meer aandacht en inzet op debiteuren beheer. En als gevolg hiervan is de voorziening niet meer nodig.
Toelichting op de lasten
De totale lasten zijn met € 16,8 mln toegenomen.
Personele kosten
In de realisatie zijn de personele lasten per saldo maar 1% hoger dan begroot. Voor intern personeel is in de ontwerpbegroting uitgegaan van gemiddeld 991 FTE. Door krapte op de arbeidsmarkt is DICTU er niet in geslaagd de doelstelling voor interne FTE’s te realiseren. De werkelijke gemiddelde bezetting is 66 FTE lager en uitgekomen op gemiddeld 925 FTE. De kosten intern personeel zijn verder gestegen als gevolg van CAO effecten, en hiermee wordt het effect van lagere kosten als gevolg van een gemiddeld lager aantal fte grotendeels opgeheven.
In de realisatie is de externe inhuur € 5,7 mln hoger dan begroot. Het aantal extern ingehuurde FTE’s is conform begroting gedaald en uitgekomen op gemiddeld 780 FTE. Hier zijn twee onderliggende verklaringen voor: enerzijds zijn de inhuurkosten externen hoger doordat het sourcingstraject voor ICT diensten niet in 2023 is afgerond. Anderzijds zijn de inhuurkosten lager door een andere organisatie van Rijkszaak implementaties door klanten. De uiteindelijk hogere kosten zijn het gevolg van een andere mix van functies waarop is ingehuurd en een stijging van de inhuurtarieven als gevolg van de opgelopen inflatie.
Materiele kosten
De materiele kosten zijn in de realisatie hoger dan opgenomen in de ontwerpbegroting. Dit is grotendeels het gevolg van een nieuw meerjarig contract met de cloudpartner waarbij de kern van de dienst is dat zij DICTU gaat helpen met de doorontwikkeling van DICTU conform de eerder vastgestelde Bedrijfsstrategie. De werkvorm (sourcing) is níet uitbesteden, maar ‘samen doen’. Concreet gaat het om beter en sneller kunnen inspelen op technologische innovaties, met name ook op public cloud gebaseerde diensten. Ook is een sterke stijging zichtbaar door hogere licentiekosten, aanschafwaarde overige hardware en kosten van huisvesting.
Afschrijvingskosten
Afschrijvingskosten zijn in de realisatie lager als gevolg van uitblijvende investeringen, met name met betrekking tot infrastructurele componenten / hardware.
Balans 2023 | Balans 2022 | |
---|---|---|
Activa | ||
Vaste activa | 40.742 | 42.565 |
Immateriële vaste activa | 9.855 | 7.178 |
Materiële vaste activa | 30.887 | 35.387 |
waarvan grond en gebouwen | 0 | 0 |
waarvan installaties en inventarissen | 28.680 | 33.591 |
waarvan projecten in uitvoering | 0 | 0 |
waarvan overige materiële vaste activa | 2.207 | 1.796 |
Vlottende activa | 68.645 | 78.725 |
Voorraden en onderhanden projecten | 0 | 0 |
Debiteuren | 23.611 | 26.283 |
Overige vorderingen en overlopende activa | 25.204 | 23.222 |
Liquide middelen | 19.830 | 29.220 |
Totaal activa | 109.387 | 121.290 |
Passiva | ||
Eigen Vermogen | 17.121 | 34.290 |
Exploitatiereserve | 17.552 | 15.813 |
Onverdeeld resultaat | ‒ 431 | 18.477 |
Voorzieningen | 167 | 348 |
Langlopende schulden | 21.325 | 28.830 |
Leningen bij het Ministerie van Financiën | 21.325 | 28.830 |
Kortlopende schulden | 70.774 | 57.822 |
Crediteuren | 15.663 | 3.035 |
Belastingen en premies sociale lasten | 0 | 0 |
Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën | 14.462 | 16.128 |
Overige schulden en overlopende passiva | 40.649 | 38.659 |
Totaal passiva | 109.387 | 121.290 |
Activa
Vaste Activa
De immateriële vaste activa zijn met € 2,7 mln gestegen. Voor Rijkszaak is bijna € 1,8 mln in zelf ontwikkelde activa geïnvesteerd en is er voor € 1,7 mln aan zelfontwikkelde software in gebruik genomen. Daarnaast is voor € 4,7 mln geïnvesteerd in licenties voor het nieuwe document management systeem (SIRIS) voor het kerndepartement. Op de immateriële vaste activa is in 2023 € 4,0 mln afgeschreven.
De materiële vaste activa zijn ten opzichte van vorig jaar met € 4,5 mln gedaald. Dit komt door het achterblijven van vervangingsinvesteringen op de infrastructurele componenten als gevolg van het voornemen om meer diensten af te nemen van Rijkspartners of met de cloud te gaan werken. Afgelopen jaar is er voor € 3,8 mln aan storage & backup en overige infrastructurele componenten geïnvesteerd en € 2,0 mln aan werkplek devices. In totaal is voor € 11,4 mln afgeschreven.
Vlottende activa
De debiteuren positie is ten opzichte van 2022 met € 2,7 mln gedaald. In 2023 is extra aandacht geweest op het debiteurenbeheer en dit heeft geresulteerd in een lager openstaand saldo en een sterke verbetering van de ouderdom van de openstaande debiteurenposten. Dit betekent ook dat er geen voorziening dubieuze debiteuren nodig is.
Passiva
Eigen vermogen
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|
1. Eigen vermogen per 1/1 | 13.310 | 16.627 | 31.207 | 34.290 |
2. Saldo baten en lasten | 3.317 | 20.900 | 18.477 | ‒ 431 |
3. Directe mutaties in het eigen vermogen | 0 | ‒ 6.320 | ‒ 15.394 | ‒ 16.738 |
‒ 3a Uitkering aan moederdepartement | 0 | ‒ 6.400 | ‒ 15.701 | ‒ 17.100 |
‒ 3b Bijdrage door moederdepartement ter versterking eigen vermogen | 0 | 0 | 307 | 362 |
‒ 3c Overige mutaties | 0 | 80 | 0 | 0 |
4. Eigen vermogen per 31/12 | 16.627 | 31.207 | 34.290 | 17.121 |
De uitkering aan het moederdepartement van € 17,1 mln betreft de afroming van het overschot aan eigen vermogen. Het eigen vermogen einde boekjaar bedraagt € 17,1 mln. Dit is 4,8% van de gemiddelde jaaromzet over de laatste drie jaar en dat valt onder de maximum grens van 5%.
Boekwaarde 1-1-2023 | Dotaties | Onttrekkingen | Vrijval | Boekwaarde 31-12-2023 | |
---|---|---|---|---|---|
Voorziening personeel | 348 | 12 | 193 | 0 | 167 |
Voorzieningen
De voorziening personeel wordt benut als voorziening voor contractuele afspraken met medewerkers. Van de voorziening personeel is gedurende 2023 € 0,2 mln onttrokken conform de opbouw van de voorziening. De dotatie heeft betrekking op een aanvulling als gevolg van een te lage beginstand.
Kortlopende schulden
Crediteuren
De toename van het crediteurensaldo van € 12,6 mln wordt veroorzaakt doordat het laatste betaalmoment niet eind 2023 was maar begin 2024. Medio januari is ruim 95% van het openstaande factuurbedrag betaald.
Overige schulden en overlopende passiva
De lichte stijging van de post overige schulden en overlopende passiva van € 1,9 mln (5,0%) is met name het gevolg van de toename van de post passivering vakantiedagen en overuren. De extra passivering wordt voornamelijk veroorzaakt door een toename van de IKB-verlofuren op basis van CAO-afspraken.
Vastgestelde begroting (1) | Realisatie (2) | Verschil realisatie en vastgestelde begroting (3)=(2)-(1) | ||
---|---|---|---|---|
1. | Rekening-courant RHB 1 januari 2022 + stand depositorekeningen | 15.407 | 27.957 | 12.550 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 356.700 | 374.317 | 17.617 | |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) | ‒ 336.275 | ‒ 343.453 | ‒ 7.178 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 20.425 | 30.864 | 10.439 |
Totaal investeringen (-/-) | ‒ 22.000 | ‒ 13.094 | 8.906 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 10 | 10 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 22.000 | ‒ 13.084 | 8.916 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | 0 | ‒ 17.100 | ‒ 17.100 | |
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) | 0 | 362 | 362 | |
Aflossingen op leningen (-/-) | ‒ 20.425 | ‒ 16.128 | 4.297 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 22.000 | 6.957 | ‒ 15.043 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 1.575 | ‒ 25.909 | ‒ 27.484 |
5. | Rekening-courant RHB 31 december 2022 + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 15.407 | 19.828 | 4.421 |
Toelichting kasstroomoverzicht
In 2023 zijn de ontvangsten in de operationele kasstroom € 17,6 mln hoger dan begroot door een hogere hoeveelheid geleverde diensten van DICTU. Dit wordt versterkt door een beter debiteurenbeleid. De uitgaven van de operationele kasstroom liggen € 7,2 mln boven het niveau van de begroting. Dit komt door enerzijds een hogere hoeveelheid geleverde diensten van DICTU, waardoor de kosten meestijgen en anderzijds door stijgende kosten van lopende contracten. De gestegen crediteuren positie dempt dit effect.
De investeringskasstroom is € 8,9 mln lager dan begroot. De investeringen bij de divisie Infrastructurele Diensten zijn substantieel lager als gevolg van terughoudende investeringen in afwachting van de nieuwe sourcingsstrategie.
In 2023 zijn voor € 7,0 mln aan leningen afgeroepen. Dit bedrag is lager dan de € 13,1 mln aan investeringen. Het verschil wordt veroorzaakt door investeringen die zijn gedaan in de laatste weken van december. Deze investeringen drukken op het leenplafond van 2024.
De eenmalige uitkering aan het moederdepartement heeft betrekking op afroming als gevolg van het maximale eigen vermogen.
Realisatie | Vastgestelde begroting | ||||
---|---|---|---|---|---|
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 | |
Omschrijving generiek deel | |||||
Kostprijzen per product (groep) | |||||
a. Basistarief werkplek CW | 3.746 | 3.516 | 3.126 | 3.026 | 3.026 |
Tarieven/uur1 | |||||
a. Senior medewerker (ontwikkeling) | 137 | 136 | 135 | 141 | 141 |
b. Medior medewerker (bouw) | 114 | 112 | 111 | 116 | 116 |
c. Junior medewerker (test en beheer) | 102 | 100 | 99 | 103 | 103 |
Indicatoren | |||||
Aantal werkplekken CW2 | 14.929 | 16.027 | 18.042 | 19.186 | 18.559 |
FTE-totaal (excl. externe inhuur)3 | 828 | 905 | 927 | 925 | 991 |
Aantal interne FTE’s in percentage van het totale aantal FTE’s | 54% | 55% | 54% | 54% | 56% |
Saldo van baten en lasten (%)4 | 1,04% | 6,02% | 5,24% | ‒ 0,12% | 0,00% |
Ziekteverzuim | 3,7% | 4,8% | 6,3% | 6,1% | 4,0% |
Klanttevredenheid | 7,0 | 7,8 | 7,7 | 7,3 | 7,0 |
Beschikbaarheid applicaties | 99,8% | 99,7% | 99,5% | 99,7% | 98,0% |
Aantal grote verstoringen5 | 4 | 5 | max 5 | ||
Eindgebruikerstevredenheid afhandeling incidenten5 | 8,4 | 8,5 | 7,0 ‒ 7,5 | ||
Oplospercentage 1ste lijn helpdesk | 71% | 70% | 81% | 83% | 75% |
Basistarief werkplek CW
Het tarief voor de basis Cloudwerkplek is met € 100 per werkplekaccount per jaar verlaagd ten opzichte van het (reeds verlaagde) tarief van 2022. Voor een standaard basis account gaat het tarief van € 3.126 in 2022 naar € 3.026 in 2023. Deze tariefsverlaging wordt gerealiseerd door schaalvoordelen en kostenbeheersing in de Cloudwerkplek-keten.
Aantal werkplekken CW
Ten tijde van de ontwerpbegroting is gerekend met een gemiddeld aantal van 18.559 werkplekken CW. Vanwege de genoemde hogere vraag door verdere groei bij onze klanten is de realisatie eind 2023 van het aantal geleverde werkplekken 19.186 (gemiddeld 18.688).
Aantal interne FTE in % van het totale aantal FTE
In de realisatie is het aantal interne fte als percentage van het totale aantal fte lager dan ten opzichte van de begroting. Dit is het gevolg van de gestegen vraag naar ICT dienstverlening ten opzichten van de begroting en de krapte op de arbeidsmarkt waardoor de benodigde extra capaciteit is verkregen via externe inhuur.
Saldo van baten en lasten
DICTU heeft in 2023 een negatief resultaat geboekt van € 0,431 mln.
Ziekteverzuim
Voor de uitvoering van de doelstellingen is het nog altijd hoge ziekteverzuim een risico en een zorgelijke ontwikkeling. Hier is dan ook in 2023 volop aandacht voor geweest. Naast verzuim is ook sociale veiligheid een belangrijk thema binnen DICTU, zeker ook als randvoorwaarde voor de veranderopgave. Het verzuimpercentage is in 2023 nagenoeg stabiel gebleven na een stijging die in 2021 begon en in 2022 doorzette. Het voortschrijdend jaargemiddelde van geheel DICTU schommelde rond de 6,2% en ligt daarmee, ondanks de versterkte zorg en aandacht, ruim boven het streefgemiddelde van 4%. Terugbrengen van het ziekteverzuim naar het streefgemiddelde blijft een aandachtspunt en is daarom ook expliciet opgenomen in het jaarplan 2024.
Klanttevredenheid
Ten opzichte van het in de begroting opgenomen doel is de gemeten klanttevredenheid hoger.
Beschikbaarheid Applicaties
De beschikbaarheid van frontend-applicaties wordt gemeten door middel van tooling (BSM). Deze meting is per applicatie per maand over de beschikbaarstellingsperiode, exclusief de overeengekomen onderhoudsperioden. In 2023 is het gemeten percentage (99,7%) hoger dan het percentage uit 2022 (99,5%) en ligt ook boven de doelstelling voor 2023 (98,0%).
Oplospercentage 1e lijn helpdesk
Dit percentage geeft weer hoeveel procent van de calls door de 1e lijn kan worden opgelost. Het gemeten percentage (83%) over 2023 is hoger dan het percentage uit 2022 (81%) en ligt ook boven de doelstelling voor 2023 (75%).