Base description which applies to whole site

Nederlandse Emissieautoriteit (NEa)

De Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) is de onafhankelijke nationale autoriteit voor de uitvoering van en het toezicht op marktinstrumenten die bijdragen aan een klimaatneutrale samenleving. De NEa ondersteunt bedrijven om hun verplichtingen na te leven, maar treedt ook op bij overtredingen. Ook draagt de NEa bij aan de totstandkoming van uitvoerbaar en doelmatige wet- en regelgeving.

Het gaat daarbij om het Europees Emissiehandelsysteem (EU-ETS), de HBE-systematiek (Hernieuwbare brandstofeenheden) voor het behalen van de Europese klimaatdoelen voor transport uit de Europese Richtlijn hernieuwbare energie en om diverse nationale instrumenten, waaronder de CO2-heffing voor de industrie. In de afgelopen jaren heeft de NEa verschillende nieuwe taken opgepakt die voortvloeien uit het Europese Fit for 55 pakket en die binnenkort uitgevoerd gaan worden, zoals het EU-ETS voor de Zeevaart en voor de gebouwde omgeving en wegtransport, de Europese brandstofverordeningen voor luchtvaart en zeevaart en de koolstofgrensheffing (CBAM). Ook nationale instrumenten zoals de inframarginale elektriciteitsheffing en de bijmengverplichting voor groen gas gaat de NEa uitvoeren.

De uitvoering van de wettelijke taken van het agentschap NEa valt onder de eindverantwoordelijkheid van het bestuur van de NEa dat als zodanig een ZBO is.

Tabel 48 Staat van baten en lasten van het baten-lastenagentschap NEa voor het jaar 2023 (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil (3) = (2) - (1)

Realisatie 2022 (4)

Baten

    

- Omzet

15.929

15.157

‒ 772

11.904

waarvan omzet moederdepartement

10.350

10.279

‒ 71

7.441

waarvan omzet overige departementen

5.579

4.878

‒ 701

4.463

waarvan omzet derden

0

0

0

0

Rentebaten

0

158

158

15

Vrijval voorzieningen

0

0

0

0

Bijzondere baten

0

115

115

22

Totaal baten

15.929

15.430

‒ 499

11.941

     

Lasten

    

Apparaatskosten

15.124

13.146

‒ 1.978

10.901

- Personele kosten

11.609

9.820

‒ 1.789

8.229

waarvan eigen personeel

10.281

8.651

‒ 1.630

7.520

waarvan inhuur externen

812

528

‒ 284

455

waarvan overige personele kosten

516

641

125

254

- Materiële kosten

3.515

3.326

‒ 189

2.672

waarvan apparaat ICT

797

1.270

473

673

waarvan bijdrage aan SSO's

1.312

1.566

254

1.378

waarvan overige materiële kosten

1.406

490

‒ 916

621

Rentelasten

34

28

‒ 6

0

Afschrijvingskosten

771

1.035

264

303

- Materieel

0

0

0

0

waarvan apparaat ICT

0

0

0

0

waarvan overige materiële afschrijvingskosten

0

0

0

0

- Immaterieel

771

1.035

264

303

Overige lasten

0

76

76

24

waarvan dotaties voorzieningen

0

 

0

0

waarvan bijzondere lasten

0

76

76

24

Totaal lasten

15.929

14.285

‒ 1.644

11.228

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

0

1.145

1.145

713

Agentschapsdeel Vpb-lasten

0

0

0

0

Saldo van baten en lasten

0

1.145

1.145

713

Tabel 49 Voorgestelde resultaatbestemming (bedragen x € 1.000)

Voorgestelde resultaatbestemming

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil (3) = (2) - (1)

Realisatie 2022 (4)

(Voorgesteld het resultaat als volgt te verdelen)

    
     

Toevoeging/ onttrekking:

    

- POK/Woo

0

0

0

‒ 114

- Exploitatiereserve

0

1.145

1.145

827

Saldo van baten en lasten

0

1.145

1.145

713

Toelichting op de baten

De totale baten zijn € 0,5 mln lager uitgevallen dan de vastgesteld begroting 2023. Het verschil is een opsomming van de lagere omzet dan verwacht en hogere overige baten dan verwacht. Dit wordt hieronder toegelicht.

Omzet

De gerealiseerde omzet is € 0,8 mln lager dan begroot. De oorzaak ligt met name bij de omzet overige departementen. De omzet overige departementen betreft de bijdragen van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) voor de opdracht Energie voor Vervoer. De omzet IenW is € 0,7 mln lager dan de ontwerpbegroting 2023. Dit is het gevolg van een geactualiseerde inschatting van de snelheid en noodzaak van de beoogde capaciteitsuitbreiding en het gevolg van het wegvallen van de jaarverplichting voor binnenvaart. Hierdoor zijn in de offerte EZK minder fte’s opgenomen dan begroot. De realisatie was ongeveer gelijk aan de offerte.

Bijzondere baten

De bijzondere baten betreffen met name een tegemoetkoming vanuit het UWV voor werknemers van de NEa die in 2022 langdurig ziek of zwanger waren (€ 0,05 mln), een ontvangen creditfactuur waarmee een factuur uit 2022 gecorrigeerd werd (€ 0,05 mln) en vrijval van reserveringen voor facturen die lager uitvielen dan verwacht (€ 0,02 mln).

Rentebaten

De rentebaten over 2023 zijn een gevolg van het positieve saldo op de Rekening-Courant bij het Ministerie van Financiën.

Toelichting op de lasten

De totale lasten zijn € 1,6 mln lager uitgekomen dan in de ontwerpbegroting over 2023. De verschillen komen met name voort uit de personele kosten.

Personele kosten

De totale personele kosten zijn € 1,8 mln lager dan werd opgenomen in de ontwerpbegroting 2023.

Dit betreft grotendeels lagere kosten voor het eigen personeel (€ 1,6 mln). Ter voorbereiding op de nieuwe taken en op uitbreiding van taken waren extra personeelsleden begroot. Een groot deel hiervan is later in het jaar aangenomen dan verwacht, mede door de krappe arbeidsmarkt. Hierdoor waren de personele kosten lager dan verwacht. Bij de NEa waren begin 2022 84 fte’s in dienst, eind 2023 was dat gegroeid tot 98 fte’s.

Daarnaast betreft de lagere realisatie met name de inhuur (€ 0,3 mln), ook hiervoor geldt dat de situatie op de arbeidsmarkt in 2023 het lastig maakte om de juiste mensen in te huren.

Materiële kosten

De materiele kosten zijn € 0,2 mln lager dan begroot. Dit is als volgt te verklaren:

  • De ICT-kosten zijn hoger (€ 0,5 mln) omdat de kosten van beheer en onderhoud stijgen doordat investeringen hoger zijn dan begroot (door extra taken die erbij zijn gekomen) en daardoor ook meer activa in gebruik zijn genomen. De ontwikkelkosten zijn bekostigd met de leenfaciliteit.

  • De bijdragen aan SSO’s zijn gestegen (€ 0,3 mln) door de gestegen tarieven.

  • De overige materiele kosten zijn lager (€ 0,9 mln) door lagere uitbestedingen van advieswerkzaamheden. NEa heeft meer zaken zelf op kunnen pakken door de toename aan medewerkers.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten zijn iets hoger (€ 0,3 mln) dan begroot, omdat de geactiveerde investeringen hoger zijn uitgevallen dan begroot.

Rentelasten

De rentelasten betreffen rente voor de leenfaciliteit van het Ministerie van Financiën en de rente die betaald is voor het negatieve saldo op de Rekening-Courant bij het Ministerie van Financiën.

Overige lasten

De overige lasten bestaan uit bijzondere lasten. De bijzondere lasten betreffen nagekomen facturen over 2022 waarvoor geen transitorische post was opgenomen.

Resultaat

Het resultaat van de NEa over het jaar 2023 is € 1,1 mln positief. De grootste oorzaak hiervan is dat het percentage directe uren per persoon hoger is dan verwacht. Dit kon onder meer worden bereikt door goed te sturen op het volledig boeken van de directe uren. Ook is de (relatief duurdere) inhuur lager dan begroot.

Voorgestelde resultaatbestemming

Voorgesteld wordt het resultaat geheel toe te voegen aan de exploitatiereserve.

De bestemmingsreserve voor de Parlementaire Onderzoekscommissie Kinderopvang en de Wet open overheid (hierna POK/Woo) komt vrij te vallen (zoals ook toegelicht bij het eigen vermogen).

Tabel 50 Balans per 31 december 2023 (bedragen x € 1.000)
 

Balans 2023

Balans 2022

Activa

  

Vaste activa

5.133

4.909

Immateriële vaste activa

5.133

4.909

Materiële vaste activa

0

0

waarvan grond en gebouwen

0

0

waarvan installaties en inventarissen

0

0

waarvan projecten in uitvoering

0

0

waarvan overige materiële vaste activa

0

0

Vlottende activa

5.342

3.270

Voorraden en onderhanden projecten

0

0

Debiteuren

21

0

Overige vorderingen en overlopende activa

188

44

Liquide middelen

5.133

3.226

Totaal activa

10.475

8.179

   

Passiva

  

Eigen Vermogen

1.695

1.426

POK/ Woo reserve

0

245

Exploitatiereserve

550

354

Onverdeeld resultaat

1.145

827

Voorzieningen

0

0

Langlopende schulden

2.107

1.680

Leningen bij het Ministerie van Financiën

2.107

1.680

Kortlopende schulden

6.673

5.073

Crediteuren

219

208

Belastingen en premies sociale lasten

0

0

Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën

842

560

Overige schulden en overlopende passiva

5.612

4.305

Totaal passiva

10.475

8.179

Toelichting op de Balans

Vaste activa

Immateriële vaste activa

In 2023 zijn nieuwe registers in ontwikkeling genomen: EHP2 en EHP Fit for 55 (voor luchtvaart en zeevaart).

In 2023 is € 1,0 mln afgeschreven en € 1,3 mln geïnvesteerd.

Vlottende activa

De debiteuren betreffen facturen voor de vrijwillige rekeninghouders van het ETS-register.

De overige vorderingen en overlopende activa bestaat bijna volledig uit nog te ontvangen creditrente voor de Rekening-Courant bij het Ministerie van Financiën.

De liquide middelen betreffen met name de Rekening-Courant bij het Ministerie van Financiën (€ 5,1 mln). In het kasstroomoverzicht is het verloop hiervan toegelicht.

Passiva

Eigen vermogen

Het eigen vermogen einde boekjaar is het totaal van de bestemmingsreserve, de exploitatiereserve, en het onverdeeld resultaat boekjaar.

Met instemming van het Ministerie van Financiën heeft NEa een bestemmingsreserve POK/Woo gevormd.

De gereserveerde gelden voor POK/Woo waren bestemd om de NEa aan te laten sluiten aan het door EZK te ontwikkelen platform PLOOI, waarvan nu wordt voorzien dat de ontwikkeling in de voorzienbare toekomst niet voltooid zal worden. De POK/Woo reserve wordt daarom terugbetaald aan het Ministerie van EZK, waardoor de bestemmingsreserve ultimo 2023 op nul komt.

De exploitatiereserve is toegenomen door het positieve resultaat in het boekjaar 2022 en afgenomen door de afroming.

Het eigen vermogen bedraagt eind 2023 € 1,7 mln. Het vermogensplafond is € 0,6 mln (5% van de gemiddelde jaaromzet over de laatste drie jaar). Het verschil ad. € 1,07 mln zal teruggestort worden naar het Ministerie van EZK.

Tabel 51 Vermogensontwikkeling (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

1.Eigen Vermogen per 1/1

1.402

1.632

1.331

1.426

2. Saldo Baten en Lasten

894

798

827

1.145

3. Directe mutaties in het Eigen Vermogen

‒ 664

‒ 1.099

‒ 732

‒ 876

‒ 3a Uitkering aan moederdepartement

‒ 990

‒ 1.169

‒ 985

‒ 631

‒ 3b Additionele bijdrage van moederdepartement

326

70

8

0

‒ 3c Overige Mutaties

0

0

0

0

‒ 3d Toevoeging aan de bestemmingsreserve

0

0

359

147

‒ 3e Onttrekking aan de bestemmingsreserve

0

0

‒ 114

‒ 392

4. Eigen vermogen per 31/12

1.632

1.331

1.426

1.695

Omzet

10.439

10.629

11.904

15.157

Vermogensplafond (5%)

463

507

550

628

Vermogensontwikkeling

De uitkering aan het moederdepartement betreft de afroming van het eigen vermogen over het boekjaar 2022.

De toevoeging aan de bestemmingsreserve betreft een bijdrage van het moederdepartement aan de bestemmingsreserve POK/Woo.

De onttrekking aan de bestemmingsreserve betreft de vrijval van de bestemmingsreserve POK/Woo. Zoals toegelicht bij het Eigen Vermogen.

Langlopende schulden

De lening bij het Ministerie van Financiën betreft de lening voor de zelfontwikkelde immateriële vaste activa.

Kortlopende schulden

De crediteuren betreffen alleen derden (en geen rijksoverheidsorganisaties).

Het kortlopende deel van de leningen voor 2024 is € 0,8 mln. Dit betreft de bedragen die in 2024 moeten worden afgelost van de twee huidige leningen.

De overige schulden en overlopende passiva (€ 5,6 mln) bestaan uit een schuld aan het moederdepartement (EZK) (€ 3,5 mln), een schuld aan het Ministerie van IenW (€ 0,3 mln), schulden aan overige ministeries (in totaal € 0,1 mln), schulden aan derden (€ 0,4 mln) en salarisgerelateerde schulden (€1,3 mln, dit betreft met name vakantiedagen).

De schuld aan EZK betreft de terug te betalen omzet, vanwege de lagere realisatie van de geboekte directe uren (€ 2,6 mln), terug te storten boetes en vergoedingen voor vrijwillige rekeninghouders van het ETS (€ 0,1 mln), nog door EZK door te belasten kosten voor diensten die NEa afneemt van FM Haaglanden (€ 0,3 mln) en van HRM (€ 0,1 mln) en de terugbetaling van de POK/Woo gelden (€ 0,4 mln).

De reden dat er omzet moet worden terugbetaald, is dat bij het opstellen van de offerte rekening werd gehouden met veel meer in te zetten uren. Ter voorbereiding op de nieuwe taken en voor uitbreiding van taken zijn in de offerte 2023 extra personeelsleden opgenomen. Een groot deel hiervan is later in het jaar aangenomen dan verwacht, mede door de krappe arbeidsmarkt. Hierdoor zijn directe uren lager dan verwacht.

De schuld aan IenW betreft de terug te betalen omzet, vanwege de iets lagere realisatie van de geboekte directe uren en de terug te storten boetes.

Tabel 52 Kasstroomoverzicht over het jaar 2023 (bedragen x € 1.000)
  

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil realisatie en vastgestelde begroting (3)=(2)-(1)

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2023 + stand depositorekeningen

2.639

3.225

586

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

15.929

15.270

‒ 659

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

‒ 15.158

‒ 12.279

2.879

2.

Totaal operationele kasstroom

771

2.991

2.220

 

Totaal investeringen (-/-)

0

‒ 1.309

‒ 1.309

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

0

‒ 1.309

‒ 1.309

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

‒ 631

‒ 631

 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

0

147

147

 

Aflossingen op leningen (-/-)

‒ 180

‒ 701

‒ 521

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

500

1.410

910

4.

Totaal financieringskasstroom

320

225

‒ 95

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2023 + stand depositorekeningen  (=1+2+3+4)

3.730

5.132

1.402

Toelichting Kasstroomoverzicht

Het kasstroomoverzicht geeft aan hoeveel kasmiddelen in de verslagperiode beschikbaar zijn gekomen en op welke wijze gebruik is gemaakt van deze middelen.

Operationele kasstroom

Bij het bepalen van de operationele kasstroom is uitgegaan van het saldo van baten en lasten, dat is gecorrigeerd voor de afschrijvingen, aflossingen en de mutaties in de balansposten kortlopende activa en passiva.

Investeringskasstroom

In 2023 heeft de NEa € 1,3 mln geïnvesteerd in de immateriële vaste activa. Dit betreft alle registers die bij de NEa zelf ontwikkeld worden.

Financieringskasstroom

In 2023 heeft de NEa € 0,6 mln aan eigen vermogen afgedragen aan het moederdepartement. Verder heeft de NEa budget gekregen ten behoeve van de projecten Parlementaire Onderzoekscommissie Kinderopvang (POK) en de Wet open overheid (Woo) van € 0,15 mln.

In 2023 is er een beroep gedaan op de leenfaciliteit voor € 1,4 mln en is € 0,71 mln afgelost op de leenfaciliteit.

Tabel 53 Overzicht doelmatigheidsindicatoren per 31 december 2023
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

 

2020

2021

2022

2023

2023

Omschrijving generiek deel

     

Tarieven/uur

     

Laag

69

68

68

75

68

Midden

93

89

91

100

91

Hoog

118

117

117

130

117

Omzet per productgroep (x € 1000)

     

Naleving ETS

6.946

6.374

6.322

8.628

10.348

Naleving EV

3.493

3.889

4.463

4.878

5.579

FTE-totaal (excl. externe inhuur)

68,7

71,2

84,3

97,9

99

Saldo van baten en lasten (%)

8,52%

7,49%

5,97%

7,42%

0,00%

Kwaliteitsindicatoren

     

Naleving ETS

     

% vergunningen afgegeven binnen wettelijke termijn (4 maanden)

83%

100%

100%

67%

90%

% afgehandelde meldingen binnen wettelijke termijn (8 weken)

89%

100%

88%

85%

80%

Voortgang toezichtprogramma

69%

70%

58%

70%

100%

Naleving EV

     

Opleveringsdatum rapportage Naleving jaarverplichting t-1 EV en brandstoffen luchtverontreiniging

29-6-2020

2-7-2021

1-7-2022

17-7-2023

<15 juli

Voortgang toezichtprogramma

116%

125%

115%

130%

100%

Algemeen

     

Directe uren/totaal aantal gewerkte uren

63%

64%

76%

76%

>70%

Toelichting doelmatigheidsindicatoren

De NEa tarieven zijn in 2023 gemiddeld 12% gestegen t.o.v. 2022. Vier procent is het gevolg van de daling van het aantal productieve uren, door de extra IKB-uren die zijn toegekend in de nieuwe CAO. De overige stijging is het gevolg van de hogere salarissen. Deze stijging is extra hoog, omdat bij de berekening van tarieven 2022 de salarisstijging in 2022 nog niet was meegenomen. Bij de berekening van de tarieven 2023 zijn dus salarisstijgingen van twee jaar meegenomen.

Het percentage directe uren (77%) is gedaald, maar wel boven de norm van 70%.

Naleving ETS

Twee van de zes vergunningen zijn buiten de wettelijke termijn afgegeven, omdat ze door procesveranderingen en de komst van nieuwe medewerkers relatief laat op naam van een medewerker zijn gezet. Dit proces is nu verbeterd.

Het percentage afgehandelde meldingen ligt boven de norm.

Het toezichtprogramma is niet volledig uitgevoerd. Er is bewust voor gekozen een deel van de mensen hiervoor prioritair in te zetten bij het opbouwen van nieuwe taken. En met een relatief nieuw team ligt de focus nu vooral op het verder opbouwen van kennis en verhogen van de kwaliteit van de output. Het is de verwachting dat daardoor de doorlooptijden van bijvoorbeeld het uitvoeren van een handhavingsonderzoek of AVS-onderzoek kunnen worden verkort.

Naleving EV

Het toezichtprogramma is volledig uitgevoerd.

De rapportage Naleving jaarverplichting t-1 EV en brandstoffen luchtverontreiniging is 2 dagen te laat gepubliceerd. Nea heeft de rapportage wel tijdig verstuurd naar het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Licence