Artikel 1. Primair onderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand ontwerp begroting 2010 | Stand 1e suppletoire begroting 2010 | Mutaties 2e suppletoire begroting 2010 | Stand 2e suppletoire begroting 2010 | ||
---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 9 459 204 | 9 511 789 | – 46 835 | 9 464 954 | |
Waarvan garantieverplichtingen | |||||
Totale uitgaven | 9 460 420 | 9 513 005 | – 46 835 | 9 466 170 | |
Programma-uitgaven | 9 455 659 | 9 507 996 | – 46 835 | 9 461 161 | |
Leerlingen volgen onderwijs op voldoende toegeruste scholen voor primair onderwijs | 8 980 140 | 9 134 920 | – 6 185 | 9 128 735 | |
• | Personele bekostiging | 7 712 843 | 7 843 426 | 1 180 | 7 844 606 |
• | Materiële bekostiging | 1 146 968 | 1 146 691 | – 3 774 | 1 142 917 |
• | Verbeteren binnenmilieu | 79 647 | 105 388 | 312 | 105 700 |
• | Onderwijspersoneelsbeleid | 4 427 | 4 427 | – 860 | 3 567 |
• | Invoering persoonsgebonden nummer | 2 000 | 1 833 | – 830 | 1 003 |
• | Humanistisch vormend en godsdienstonderwijs | 10 000 | 10 208 | – 2 462 | 7 746 |
• | Aanpak (zeer) zwakke scholen | 2 400 | 1 800 | 196 | 1 996 |
• | Overig | 21 855 | 21 146 | 53 | 21 199 |
Leerlingen volgen onderwijs van hoge kwaliteit | 65 234 | 65 377 | – 2 773 | 62 604 | |
• | Verbeteren van taal- en rekenopbrengsten | 31 150 | 31 814 | – 3 342 | 28 472 |
• | Excellentie en talentontwikkeling | 3 095 | 3 127 | 668 | 3 795 |
• | Verbreding techniek in het basisonderwijs | 4 955 | 4 955 | – 50 | 4 905 |
• | Cultuur en school | 18 483 | 18 483 | 0 | 18 483 |
• | Overig | 7 551 | 6 999 | – 49 | 6 950 |
Leerlingen kunnen zonder drempels het primair onderwijs volgen dat het beste past bij hun talenten en specifieke behoeften | 259 415 | 255 089 | – 30 413 | 224 676 | |
• | Passend onderwijs en LGF | 93 726 | 95 944 | – 22 695 | 73 249 |
• | Onderwijsachterstandenbeleid GOA/OAB, VVE en schakelklassen | 111 469 | 104 464 | – 2 981 | 101 483 |
• | Segregatie | 1 830 | 1 830 | – 982 | 848 |
• | Onderwijsvoorzieningen voor jonggehandicapten | 22 204 | 22 204 | – 2 900 | 19 304 |
• | Veiligheid op school | 22 928 | 23 318 | – 800 | 22 518 |
• | Overig | 7 258 | 7 329 | – 55 | 7 274 |
Leerlingen krijgen een beter aanbod van aansluitende voorzieningen in en om de school | 11 072 | 7 882 | – 5 731 | 2 151 | |
• | Brede scholen | 11 047 | 7 857 | – 6 231 | 1 626 |
• | Dagarrangementen en combinatiefuncties | 0 | 0 | 500 | 500 |
• | Tussenschoolse opvang | 0 | 0 | 0 | 0 |
• | Overig | 25 | 25 | 0 | 25 |
Voorcalculatorische uitdelingen | 95 152 | – 971 | 971 | 0 | |
Programmakosten overig | 44 646 | 45 699 | – 2 703 | 42 996 | |
• | Uitvoeringsorganisatie DUO | 33 771 | 33 724 | – 3 108 | 30 616 |
• | Overig | 10 875 | 11 975 | 405 | 12 380 |
Apparaatsuitgaven | 4 761 | 5 009 | 0 | 5 009 | |
Ontvangsten | 5 936 | 7 936 | 36 977 | 44 913 |
NB. Verschillen in de optelling worden veroorzaakt door afrondingsverschillen
Toelichting mutaties
Voor artikel 1 (Primair onderwijs) is er per saldo sprake van een daling van de uitgaven met € 46,8 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire wet 2010. Voor + € 1,5 miljoen betreffen het technische mutaties. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting met € 48,3 miljoen gedaald.
De ontvangsten zijn met € 37,0 miljoen gestegen. Voor € 10,4 miljoen betreffen het technische mutaties. Als gevolg van autonome mutaties zijn de ontvangsten met € 26,6 miljoen gestegen.
Toelichting per operationele doelstelling
Leerlingen volgen onderwijs op voldoende toegeruste scholen voor primair onderwijs
Personele bekostiging
Het budget voor personele bekostiging wordt per saldo met € 1,2 miljoen verhoogd. Dit betreft ondermeer het overboeken van € 15 miljoen uit het budget passend onderwijs naar de personele bekostiging, waaronder ook de bekostiging van scholen voor zorgleerlingen valt. Er treedt daarnaast een meevaller op van € 14 miljoen als gevolg van meer ontvangsten vangnet zwangerschapsverlof. Een deel van deze meevaller (€ 7,3 miljoen) wordt doorgeschoven naar 2011 ter dekking van de verwachte overschrijding op de kosten voor zorgleerlingen.
Materiële bekostiging
Op de materiële bekostiging doet zich een daling voor van € 3,8 miljoen. Belangrijke componenten daarvan zijn € 1,8 miljoen in verband met opgelegde sancties, een onderuitputting op de reguliere bekostiging van circa € 0,4 miljoen en een bijdrage aan de huisvesting van scholen op de BES-eilanden van circa € 0,9 miljoen afkomstig uit een meevaller op de groeiregeling basisonderwijs. In totaal wordt uit het materiële artikel € 2 miljoen bijgedragen aan de huisvesting voor scholen op de BES-eilanden.
Humanistisch vormend en godsdienstonderwijs
De uitgaven voor het gesubsidieerde godsdienstonderwijs en humanistische vorming in 2010 zijn circa € 2,5 miljoen lager dan geraamd. Er is nog sprake van opbouw van activiteiten, zodat niet het hele budget van € 10 miljoen in 2010 nodig is.
Leerlingen volgen onderwijs van hoge kwaliteit
Verbeteren van taal- en rekenopbrengsten
In totaal wordt dit budget met € 3,3 miljoen verlaagd. Het gaat hierbij om een bedrag van circa € 1,6 miljoen dat niet in 2010 tot betaling is gekomen voor o.a. het project opbrengst gericht werken, het project alle scholen in beweging en het project scholen voor morgen. Verder is er sprake van minder aanspraak op de voorziening kwaliteitsagenda ter grootte van circa € 1 miljoen.
Leerlingen kunnen zonder drempels het primair onderwijs volgen dat het beste past bij hun talenten en specifieke behoeften
Passend Onderwijs
In totaal wordt dit budget met € 22,7 miljoen verlaagd. Dit betreft onder andere de bovengenoemde overboeking van € 15 miljoen naar de personele bekostiging 2010. De resterende € 7,7 miljoen wordt in 2010 niet uitgegeven maar in de eindejaarsmarge meegenomen. Verder hebben nog een aantal technische overboekingen plaatsgevonden van circa € 3 miljoen.
Onderwijsachterstanden
Per saldo wordt dit budget verlaagd met € 3,0 miljoen. De belangrijkste mutaties zijn: Vanuit het FES is een bedrag van € 9,6 miljoen toegevoegd voor de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). Daarnaast wordt € 6,6 miljoen van dit budget ingezet ter dekking van de problematiek kinderopvang. Tot slot is het budget onderwijsachterstanden voor de bijzondere bekostiging in 2010 met € 3,2 miljoen verlaagd. Dit bedrag wordt meegenomen in de eindejaarmarge.
Onderwijsvoorziening jonggehandicapten
De realisatie op dit budget valt lager uit dan geraamd, hierdoor valt € 2,9 miljoen vrij.
Leerlingen krijgen een beter aanbod van aansluitende voorzieningen in en om de school
Brede school
Het budget voor brede scholen wordt per saldo verlaagd met € 6,2 miljoen. Deze verlaging betreft onder andere een overboeking aan het Gemeentefonds van € 3,6 miljoen ten behoeve van de realisatie van combinatiefuncties in brede scholen. Daarnaast valt er € 2 miljoen vrij op dit budget en is het budget met € 0,4 miljoen verhoogd als gevolg van technische overboekingen.
Overige programmakosten
Het totale budget uitvoeringskosten wordt verlaagd met € 2,7 miljoen. Dit komt onder andere doordat de uitvoeringskosten voor de stimuleringsmaatregelen in het kader van Onderhoud en bouw scholen € 1,3 miljoen lager zijn dan geraamd. Deze worden nu als (extra) programmakosten via de regeling uitbetaald aan gemeenten voor onderhoud en bouw van scholen. Daarnaast zijn de uitvoeringskosten voor DUO anders verdeeld over de beleidsartikelen, waarbij het aandeel van beleidsterrein 1 lager is geworden met € 1,3 miljoen.
Toelichting ontvangsten mutaties
Eind 2009 heeft de eindafrekening plaatsgevonden van de Regeling OCW dagarrangementen en combinatiefuncties (2006–2009). Een deel daarvan wordt afgewikkeld in 2010. Daaruit vloeit € 6 miljoen aan ontvangsten van gemeenten voort.
Hiernaast vallen de ontvangsten € 19 miljoen hoger uit. Dit komt onder andere doordat een bedrag van € 7 miljoen is ontvangen van de WEC-raad in verband met de afrekening van het project Op de Rails over de periode 2006–2009; daarnaast is circa € 10 miljoen ontvangen van schoolbesturen door verrekeningen van ten onrechte betaalde bekostiging op basis van jaarverslagen en op grond van de Regeling in mindering brengen uitkeringen. Verder is € 9,6 miljoen aan FES-middelen ontvangen voor de voor- en vroegschoolse educatie (VVE).
Artikel 3. Voortgezet onderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
|
| Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2010 | Stand 1e suppletoire begroting 2010 | Mutaties 2e suppletoire begroting 2010 | Stand 2e suppletoire begroting 2010 |
---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 6 838 245 | 6 939 930 | – 11 314 | 6 928 616 | |
Waarvan garantieverplichtingen |
|
|
|
| |
Totale uitgaven | 6 869 680 | 6 971 365 | – 10 114 | 6 961 251 | |
Programma-uitgaven | 6 864 957 | 6 966 476 | – 16 484 | 6 949 992 | |
Leerlingen volgen onderwijs op voldoende toegeruste scholen voor voortgezet onderwijs | 6 707 743 | 6 797 395 | – 18 812 | 6 778 583 | |
• | Personele en materiële bekostiging | 6 553 181 | 6 633 675 | – 10 102 | 6 623 573 |
• | Investeringen in energiebesparing en een beter binnenmilieu | 40 900 | 50 900 | 0 | 50 900 |
• | Actieprogramma «Onderwijs bewijs» (FES) | 9 153 | 3 762 | – 239 | 3 523 |
• | Onderwijsverzorging | 53 160 | 53 160 | – 1 751 | 51 409 |
• | Projecten | 19 164 | 19 089 | – 3 100 | 15 989 |
• | Belangenbeht.dienstverl. ICT (po, vo, be) | 32 185 | 36 809 | – 3 620 | 33 189 |
Leerlingen volgen voortgezet onderwijs van hoge kwaliteit | 64 035 | 64 159 | – 54 | 64 105 | |
• | Kwaliteitsprojecten via VO-Raad | 3 550 | 3 482 | 0 | 3 482 |
• | Kwaliteitsbeleid voortgezet onderwijs | 60 485 | 60 677 | – 54 | 60 623 |
Leerlingen ervaren een goede aansluiting tussen onderwijsfases in hun doorlopende leerlijn | 4 531 | 15 980 | 0 | 15 980 | |
• | Experimenten vmbo-mbo2 | 4 531 | 15 980 | 0 | 15 980 |
Leerlingen krijgen een beter leeraanbod gericht op sociale en maatschappelijke vaardigheden | 66 180 | 66 164 | – 520 | 65 644 | |
• | Maatschappelijke stage | 66 180 | 66 164 | – 520 | 65 644 |
Programmakosten-overig | 22 468 | 22 778 | 2 902 | 25 680 | |
• | Uitvoeringsorganisatie DUO | 22 468 | 22 778 | 2 902 | 25 680 |
Apparaatsuitgaven | 4 723 | 4 889 | 6 370 | 11 259 | |
Ontvangsten | 62 144 | 63 760 | – 4 269 | 59 491 |
Toelichting mutaties
Voor artikel 3 (Voortgezet onderwijs) is sprake van een daling van de uitgaven met € 10,1 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire wet 2010.
Voor – € 6,3 miljoen betreft het technische mutaties. Het gaat om desalderingen van FES-middelen (– € 8,3 miljoen) en in- en externe overboekingen (€ 2,0 miljoen). Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting met € 3,8 miljoen gedaald.
De ontvangsten zijn met € 4,3 miljoen gedaald. Voor – € 8,3 miljoen betreft het technische mutaties in verband met desalderingen van FES-middelen. Als gevolg van autonome mutaties zijn de ontvangsten met € 4,0 miljoen gestegen.
Toelichting per operationele doelstelling van de belangrijkste mutaties
Leerlingen volgen onderwijs op voldoende toegeruste scholen voor voortgezet onderwijs
• Een bijstelling van – € 3,0 miljoen in verband met minder uitgaven voor projecten in het voortgezet onderwijs.
• Desalderingen van FES-middelen voor een bedrag van – € 8,3 miljoen.
• Daarnaast is er sprake van een overheveling van middelen ad. € 6,2 miljoen van deze operationele doelstelling naar de «apparaatsuitgaven voortgezet onderwijs» in verband met de overheveling van de middelen voor het College van Examens.
Toelichting ontvangsten mutaties
Dit betreft extra ontvangsten als gevolg van terugvorderingen naar aanleiding van het jaarverslag 2009 van de Stichting Kennisnet en naar aanleiding van de controle op aanvragen in het kader van de regeling praktijkgerichte leeromgeving vmbo/pro.
Artikel 4. Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2010 | Stand 1e suppletoire begroting 2010 | Mutaties 2e suppletoire begroting 2010 | Stand 2e suppletoire begroting 2010 | ||
---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 3 435 522 | 3 515 330 | – 75 017 | 3 440 313 | |
Waarvan garantieverplichtingen | |||||
Totale uitgaven | 3 598 050 | 3 591 929 | – 78 097 | 3 513 832 | |
Programma-uitgaven | 3 594 220 | 3 587 897 | – 78 008 | 3 509 889 | |
Deelnemers volgen beroepsonderwijs en volwasseneneducatie in voldoende toegeruste instellingen | 3 016 313 | 2 984 672 | – 35 670 | 2 949 002 | |
• | Bekostiging roc's/overige regelingen | 2 896 595 | 2 864 011 | – 10 579 | 2 853 432 |
• | Korting 2e teldatum (coalitieakkoord) | -36 090 | -36 090 | 0 | – 36 090 |
• | Bekostiging kbb's | 105 521 | 105 521 | 50 | 105 571 |
• | School-ex programma | 7 000 | 7 515 | – 1 400 | 6 115 |
• | Competentiegerichte kwalificatiestructuur | 21 626 | 21 626 | – 18 026 | 3 600 |
• | Overig | 21 661 | 22 089 | – 5 715 | 16 374 |
Deelnemers volgen beroepsonderwijs en volwasseneneducatie van hoge kwaliteit in innovatieve instellingen en via hoogwaardige stageplekken | 180 123 | 173 879 | – 9 005 | 164 874 | |
• | Taal en rekenen | 62 099 | 62 099 | – 2 363 | 59 736 |
• | Innovatiearrangement | 20 000 | 10 000 | 0 | 10 000 |
• | Innovatiebox | 43 138 | 43 138 | 0 | 43 138 |
• | Regeling stagebox | 35 000 | 35 000 | 0 | 35 000 |
• | Stage en leerbaanoffensief Kenniscentra | 13 000 | 13 000 | 0 | 13 000 |
• | Netwerkscholen (FES) | 4 404 | 4 500 | – 4 500 | 0 |
• | Overig | 2 482 | 6 142 | – 2 142 | 4 000 |
Deelnemers kunnen zonder drempels beroepsonderwijs en volwasseneneducatie volgen dat het best past bij hun talenten en specifieke behoeften | 237 178 | 251 492 | – 17 459 | 234 033 | |
• | Leerlinggebonden financiering (LGF) | 31 114 | 38 714 | – 6 749 | 31 965 |
• | Educatie | 150 433 | 150 433 | 0 | 150 433 |
• | Aanvalsplan Laaggeletterdheid | 4 000 | 4 101 | 134 | 4 235 |
• | Leven Lang Leren en EVC | 23 918 | 29 905 | – 4 000 | 25 905 |
• | Schoolmaatschappelijk werk | 15 000 | 15 000 | 0 | 15 000 |
• | Overig | 12 713 | 13 339 | – 6 844 | 6 495 |
Er vallen minder leerlingen gedurende hun schoolloopbaan voortijdig uit het onderwijs | 149 931 | 166 941 | – 19 966 | 146 975 | |
• | RMC's/GSB | 53 377 | 31 471 | 0 | 31 471 |
• | Convenanten met RMC-regio's | 34 080 | 39 760 | – 2 095 | 37 665 |
• | Programmagelden regio's | 22 870 | 22 870 | – 5 | 22 865 |
• | Aanvullende vergoeding experimenten vmbo-mbo | 7 200 | 7 400 | – 2 316 | 5 084 |
• | Verbetering melding verzuim | 2 000 | 2 000 | – 2 000 | 0 |
• | Plusvoorziening «overbelaste jongeren" | 15 000 | 47 918 | – 194 | 47 724 |
• | Overig | 15 404 | 15 522 | – 13 356 | 2 166 |
Programmakosten-overig | 10 675 | 10 913 | 4 092 | 15 005 | |
• | Uitvoeringsorganisatie DUO | 10 675 | 10 913 | 4 092 | 15 005 |
Apparaatsuitgaven | 3 830 | 4 032 | – 89 | 3 943 | |
Ontvangsten | 7 404 | 12 003 | 4 200 | 16 203 |
Toelichting mutaties
Voor artikel 4 (Beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie) is sprake van een daling van de uitgaven met € 78,1 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire wet 2010.
Voor de daling van € 0,6 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting met € 77,5 miljoen gedaald.
De ontvangsten zijn met € 4,2 miljoen gestegen. Deze stijging wordt veroorzaakt door technische mutaties.
Toelichting per operationele doelstelling
Deelnemers volgen beroepsonderwijs en volwasseneneducatie in voldoende toegeruste instellingen
De verlaging van € 35,7 miljoen van deze operationele doelstelling betreft met name:
• Van de gastouders die in 2010 gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid om met een subsidie van de overheid aan de kwalificatie-eis te voldoen, heeft een deel dit gedaan via het behalen van één van de daarvoor benoemde diploma's in het beroepsonderwijs. De subsidie komt wegens de t-2 bekostiging niet in 2010 tot betaling aan het desbetreffende ROC. In de begroting 2011 is hiervoor € 6,5 miljoen van 2010 naar 2012 doorgeschoven. Daarnaast wordt hiervoor € 6,5 miljoen gereserveerd via de eindejaarsmarge.
• de einddeclaraties van de subsidies voor versterking van de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) en de bestrijding van vroegtijdig schoolverlaters (vsv) verstrekt door het Europees Structuur Fonds zijn in 2010 niet op tijd ontvangen. De behandeling van de einddeclaraties en betaling hiervan vindt in 2011 plaats. Hiervoor wordt een bedrag van € 12,9 miljoen via de eindejaarmarge gereserveerd.
• Een verlaging van het budget met € 3,7 miljoen in 2010. Bij onderwijsinstellingen is vanwege het niet naleven van de 850 urennorm voor gegeven onderwijstijd geld ingehouden. Omdat de instellingen een mogelijkheid tot bezwaar en beroep hebben, zullen deze gelden mogelijkerwijs terugbetaald moeten worden. Daarom worden deze middelen in de eindejaarsmarge meegenomen.
• een overboeking van € 6,4 miljoen naar het artikel 11 (studiefinanciering) vanwege het school exit en extension programma. Het betreft het SF-effect van de extra instroom in het mbo veroorzaakt door het school-ex programma over de eerste 5 maanden van het schooljaar 2010–2011.
• een overboeking naar LNV voor de opvang van conjunctuureffecten op de deelnemersaantallen in het mbo (€ 3,6 miljoen).
• een vrijval van € 1,4 miljoen op de regeling van het school Ex programma. Dit ter dekking van de ocw-problematiek in verband met de leerlingenramingen.
• een overboeking van € 3 miljoen naar het artikel 3 (voortgezet onderwijs) voor het budget van Sport en Bewegen.
Tot slot is € 18 miljoen voor de competentiegerichte kwalificatiestructuur structureel aan de bekostiging van de mbo-instellingen toegevoegd.
Deelnemers volgen beroepsonderwijs en volwasseneneducatie van hoge kwaliteit in innovatieve instellingen en via hoogwaardige stageplekken
Deze operationele doelstelling wordt verlaagd met € 9 miljoen.
• de verlaging wordt grotendeels veroorzaakt door de kasschuif in de FES-middelen voor beroepsonderwijs in bedrijf (€ 4,5 miljoen). Het project voor de netwerkschool start niet in 2010 maar 2011.
• daarnaast wordt er € 1,4 miljoen overgeboekt naar het artikel 3 (voorgezet onderwijs) voor onder andere de ontwikkeling van software voor digitale examens en de implementatie van examens taal en rekenen.
Deelnemers kunnen zonder drempels beroepsonderwijs en volwasseneneducatie volgen dat het best past bij hun talenten en specifieke behoeften
De verlaging van deze operationele doelstelling met € 17,5 miljoen wordt vooral veroorzaakt door:
• Een neerwaartse bijstelling van het budget voor leerlinggebonden financiering met € 6,7 miljoen.
• Een overboeking van € 4,0 miljoen naar het artikel 8 (internationaal beleid) ten behoeve van de onderwijshuisvesting op de BES.
• Een verlaging van het budget voor 2010 voor diverse projecten van in totaal € 4,9 miljoen, wegens uitstel van en vertraging bij diverse projecten, waaronder het communicatietraject Competentiegerichte kwalificatiestructuur (CKS) en het onderzoek naar de tevredenheid bij het bedrijfsleven. Deze middelen worden meegenomen in de eindejaarsmarge.
Er vallen minder leerlingen gedurende hun schoolloopbaan voortijdig uit het onderwijs
De verlaging van deze operationele doelstelling van € 20 miljoen is onder andere het saldo van:
• Een overboeking van de middelen voor digitaal verzuimloket van € 1,7 miljoen naar het budget van DUO voor de uitvoering van de activiteiten.
• Een verlaging van het budget met € 14,2 miljoen voor verplichtingen voortkomend uit de vsv-convenanten die niet in 2010 tot betaling zijn gekomen. Deze middelen worden in de eindejaarsmarge meegenomen.
• Een verlaging van het budget met € 10,1 miljoen door het niet herinvesteren van terugbetaalde prestatiesubsudies voor het tegengaan van voortijdig schoolverlaten. Deze terugbetaling vindt plaats als instellingen de beoogde reductie in het aantal voortijdig schoolverlaters niet realiseren (€ 6,2 miljoen). Deze middelen zijn ingezet ter dekking van de problematiek kinderopvang.
Programmakosten-overig
De verhoging van het budget voor de uitvoeringsorganisatie DUO van € 4,1 miljoen wordt onder andere veroorzaakt door de toevoeging van middelen voor diverse projecten, waaronder het digitaal verzuimloket (€ 1,7 miljoen) en het programma «invoering GBA en BSN» (€ 1,5 miljoen). Het programma «invoering GBA en BSN» beoogt voor de uitvoeringsorganisatie DUO om voor alle onderwijssectoren aan twee wetten de verplichtingen in te lossen: de invoering van het burgerservicenummer en het verplicht gebruik van GBA als basisregistratie.
Toelichting ontvangsten mutaties
De ontvangsten betreffen voornamelijk de FES-middelen en verschillende afrekeningen (vsv-terugontvangsten, project leren en werken, afrekeningen jaarrekeningen en subsidies). Dit gehele palet aan verschillende afrekeningen cumuleert tot € 4,2 miljoen meeropbrengsten.
Artikel 5 Technocentra
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2010 | Stand 1e suppletoire begroting 2010 | Mutaties 2e suppletoire begroting 2010 | Stand 2e suppletoire begroting 2010 | ||
---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 9 998 | 9 991 | 0 | 9 991 | |
Waarvan garantieverplichtingen |
|
|
|
| |
Totale uitgaven | 9 998 | 9 991 | 0 | 9 991 | |
Programma-uitgaven | 9 998 | 9 991 | 0 | 9 991 | |
• | Basissubsidie | 7 000 | 7 000 | 0 | 7 000 |
• | Speerpuntsubsidie | 2 698 | 2 691 | 0 | 2 691 |
• | Overig | 300 | 300 | 0 | 300 |
Ontvangsten | 9 632 | 9 592 | 0 | 9 592 |
Toelichting mutaties
Voor artikel 5 (Technocentra) zijn er geen wijzigingen ten opzichte van de 1e suppletoire wet 2010.
Artikel 6. Hoger beroepsonderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
|
| Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2010 | Stand 1e suppletoire begroting 2010 | Mutaties 2e suppletoire begroting 2010 | Stand 2e suppletoire begroting 2010 |
---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 2 426 775 | 2 705 530 | 42 494 | 2 748 024 | |
Waarvan garantieverplichtingen | |||||
Totale uitgaven | 2 397 538 | 2 506 198 | – 12 151 | 2 494 047 | |
Programma-uitgaven | 2 391 712 | 2 500 187 | – 12 116 | 2 488 071 | |
Studenten volgen onderwijs, en (wetenschappelijk) personeel doet onderzoek, in voldoende toegeruste instellingen voor hoger onderwijs | 2 219 638 | 2 329 893 | 532 | 2 330 425 | |
• | Reguliere bekostiging (lumpsum) | 2 219 638 | 2 329 893 | 532 | 2 330 425 |
Binnen- en buitenlandse studenten volgen hoger onderwijs, en (wetenschappelijk) personeel doet onderzoek, van hoge en excellente kwaliteit | 5 474 | 5 474 | 0 | 5 474 | |
• | Kwaliteitsverbetering docenten (lumpsum) | 5 474 | 5 474 | 0 | 5 474 |
• | Excellentie in onderwijs: binnen- en buitenlandse studenten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Studenten volgen zonder drempels het hoger onderwijs dat het best past bij hun talenten en specifieke behoeften, en worden gestimuleerd om hun opleiding succesvol af te ronden | 50 164 | 50 164 | 0 | 50 164 | |
• | Minder uitval en kwaliteitsimpuls (lumpsum) | 34 867 | 34 867 | 0 | 34 867 |
• | Verhogen studierendement Nederlandse studenten met niet westerse allochtone studenten (lumpsum) | 12 797 | 12 797 | 0 | 12 797 |
• | Studiekeuze informatie voor het hoger onderwijs | 2 400 | 2 400 | 0 | 2 400 |
• | Erkenning van verworven competenties | 0 | 0 | 0 | 0 |
• | Emancipatie | 100 | 100 | 0 | 100 |
De samenleving (bedrijven en maatschappelijke organisaties) benut optimaal de kennis van het hoger onderwijs en onderzoek en vice versa | 102 050 | 100 050 | -14 290 | 85 760 | |
• | Praktijkgericht onderzoek (Raak) | 16 300 | 16 300 | 2 583 | 18 883 |
• | Praktijkgericht onderzoek (lectoren en kenniskringen) | 7 823 | 7 823 | 7 823 | |
• | Ondernemerschap | 7 500 | 7 500 | – 7 500 | 0 |
• | Nieuwe hbo-masteropleidingen | 10 452 | 10 452 | – 9 373 | 1 079 |
• | Deltaplan bèta/techniek | 55 500 | 55 500 | 0 | 55 500 |
• | FES: Investeringsagenda bèta en techniek hoger onderwijs | 4 475 | 2 475 | 0 | 2 475 |
Programmakosten-overig | 14 386 | 14 606 | 1 642 | 16 248 | |
• | Uitvoeringsorganisatie DUO | 14 386 | 14 606 | 1 642 | 16 248 |
Apparaatsuitgaven | 5 826 | 6 011 | – 35 | 5 976 | |
Ontvangsten | 4 492 | 2 492 | 0 | 2 492 |
Toelichting mutaties
Voor artikel 6 (Hoger beroepsonderwijs) is sprake van een daling van de uitgaven met € 12,2 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire wet 2010.
Voor + € 2,8 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van beleidsmatige mutaties is de begroting met € 14,9 miljoen verlaagd.
De ontvangsten zijn niet gewijzigd.
Toelichting per operationele doelstelling
De samenleving (bedrijven en maatschappelijke organisaties) benut optimaal de kennis van het hoger onderwijs en onderzoek en vice versa
De verlaging van € 14,3 miljoen op deze operationele doelstelling is met name het gevolg van:
• De middelen voor nieuwe hbo-masteropleidingen zijn niet besteed (– € 8,4 miljoen). Deze middelen zijn ingezet ter dekking van de leerlingenontwikkeling;
• De toevoeging van de middelen voor het programma RAAK-internationaal (+ € 2,6 miljoen); deze waren geraamd op artikel 7, en
• De verlaging in 2010 van de middelen voor onderwijs en ondernemerschap (– € 7,0 miljoen). De middelen worden in een gewijzigd kasritme beschikbaar gesteld.
Artikel 7. Wetenschappelijk onderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2010 | Stand 1e suppletoire begroting 2010 | Mutaties 2e suppletoire begroting 2010 | Stand 2e suppletoire begroting 2010 | ||
---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 3 890 901 | 3 954 246 | – 21 149 | 3 933 097 | |
Waarvan garantieverplichtingen |
|
|
|
| |
Totale uitgaven | 3 809 083 | 3 837 533 | – 14 400 | 3 823 133 | |
Programma-uitgaven | 3 809 083 | 3 837 533 | – 14 400 | 3 823 133 | |
Studenten volgen onderwijs, en (wetenschappelijk) personeel doet onderzoek, in voldoende toegeruste instellingen voor hoger onderwijs | 3 740 412 | 3 767 592 | – 5 663 | 3 761 929 | |
• | Reguliere bekostiging (lumpsum) | 3 714 826 | 3 742 006 | – 1 663 | 3 740 343 |
• | Geesteswetenschappen | 10 660 | 10 660 | – 4 000 | 6 660 |
• | Alfa/Gamma-onderzoek | 14 926 | 14 926 | 0 | 14 926 |
Binnen- en buitenlandse studenten volgen hoger onderwijs, en (wetenschappelijk) personeel doet onderzoek, van hoge en excellente kwaliteit | 47 268 | 48 538 | – 8 737 | 39 801 | |
• | Kwaliteitsverbetering docenten (lumpsum) | 5 414 | 5 414 | 0 | 5 414 |
• | Excellentie in onderwijs: binnen- en buitenlands talent (HSP) | 10 331 | 10 331 | 0 | 10 331 |
• | Excellentie in onderwijs: binnen- en buitenlands talent: FES (Sirius Programma) | 10 320 | 11 590 | – 4 154 | 7 436 |
• | Excellentie in onderwijs: binnen- en buitenlands talent (Sirius Programma) | 4 000 | 4 000 | 0 | 4 000 |
• | Excellentie in onderwijs: binnen- en buitenlands talent (kwaliteit en bekostiging) | 2 000 | 2 000 | – 2 000 | 0 |
• | Nederlandse Instituten in het Buitenland (NIB's), Netherlands Education Support Offices (NESO's), Beeldmerk | 6 816 | 6 816 | 0 | 6 816 |
• | Internationaliseringsagenda | 5 500 | 5 500 | – 2 583 | 2 917 |
• | Noodfonds voor internationale hulpacties | 1 000 | 1 000 | 0 | 1 000 |
• | Internationale samenwerking en beurzenprogramma's | 1 887 | 1 887 | 0 | 1 887 |
Studenten volgen zonder drempels het hoger onderwijs dat het best past bij hun talenten en specifieke behoeften, en worden gestimuleerd om hun opleiding succesvol af te ronden | 15 337 | 15 337 | 0 | 15 337 | |
• | Minder uitval en kwaliteitsimpuls (lumpsum) | 15 337 | 15 337 | 0 | 15 337 |
• | Verhogen studierendement Nederlandse studenten met niet westerse allochtone studenten | 0 | 0 | 0 | 0 |
• | Verhoging deelname studenten met een handicap | 0 | 0 | 0 | 0 |
De samenleving (bedrijven en maatschappelijke organisaties) benut optimaal de kennis van het hoger onderwijs en vice versa | 6 066 | 6 066 | 0 | 6 066 | |
• | 3 TU's samenwerking: FES | 6 066 | 6 066 | 0 | 6 066 |
• | 3 TU’s samenwerking | 0 | 0 | 0 | 0 |
• | Sectorplan Natuur- en scheikunde | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 16 402 | 17 672 | – 4 154 | 13 518 |
Toelichting mutaties
Voor artikel 7 (wetenschappelijk onderwijs) is sprake van een daling van de uitgaven met € 14,4 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire wet 2010.
Voor – € 10,8 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting met € 3,6 miljoen gedaald.
De ontvangsten zijn met € 4,2 miljoen gedaald. Het betreft hier technische mutaties.
Toelichting per operationele doelstelling
Studenten volgen onderwijs, en (wetenschappelijk) personeel doet onderzoek, in voldoende toegeruste instellingen voor hoger onderwijs
De mutatie van – € 4,0 miljoen betreft een overboeking naar artikel 16 «Onderzoek en wetenschapsbeleid» en heeft betrekking op een via NWO beschikbaar te stellen bijdrage voor het programma «Promoties in de Geesteswetenschappen» waarmee uitvoering wordt gegeven aan een van de aanbevelingen uit het rapport «Duurzame Geesteswetenschappen».
Binnen- en buitenlandse studenten volgen hoger onderwijs, en (wetenschappelijk) personeel doet onderzoek, van hoge en excellente kwaliteit
Excellentie in onderwijs: binnen- en buitenlands talent: FES (Sirius Programma): Gelet op de startdatum en looptijd van de nog in 2010 goed te keuren projecten is de raming met – € 4 154 000,– aangepast.
Excellentie in onderwijs: binnen- en buitenlands talent (kwaliteit en bekostiging): De middelen ad € 2,0 miljoen die waren geraamd in het kader van de koppeling van kwaliteit en bekostiging worden niet toegevoegd aan de rijksbijdrage van de universiteiten maar ingezet voor de dekking van de stijging van het aantal studenten.
Internationaliseringsagenda: De mutatie van – € 2,6 miljoen betreft een overboeking naar artikel 6 «Hoger beroepsonderwijs», heeft betrekking op de uitvoering van de Internationaliseringsagenda «Het Grenzeloze Goed (Tweede Kamer, vergaderjaar 2008–2009, 31 288, nr. 44) en wordt aangewend voor het programma RAAK (Regionale Aandacht en Actie voor Kenniscirculatie) internationaal.
Toelichting ontvangsten mutaties
Voor een toelichting op deze mutatie wordt verwezen naar die bij «Excellentie in onderwijs: binnen- en buitenlands talent: FES (Sirius Programma)».
Artikel 8. Internationaal Beleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2010 | Stand 1e suppletoire begroting 2010 | Mutaties 2e suppletoire begroting 2010 | Stand 2e suppletoire begroting 2010 | ||
---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 22 734 | 21 938 | – 5 429 | 16 509 | |
Waarvan garantieverplichtingen | |||||
Totale uitgaven | 26 317 | 29 395 | – 5 429 | 23 966 | |
Programma-uitgaven | 23 434 | 26 534 | – 5 400 | 21 134 | |
Stimuleren van internationalisering, grensoverschrijdende mobiliteit en institutionele samenwerking teneinde de internationale competenties van lerenden, docenten, kunstenaars en wetenschappers te vergroten | 10 596 | 10 594 | 0 | 10 594 | |
• | Mobiliteitsprogramma's | 7 767 | 7 757 | 0 | 7 757 |
• | Bilaterale samenwerking met andere landen | 2 829 | 2 837 | 0 | 2 837 |
In internationaal verband waarbogen van de OCW-belangen en benutten van internationale kennis voor de kwaliteit van nationaal beleid | 6 208 | 6 310 | 0 | 6 310 | |
• | OCW-vertegenwoordiging in het buitenland | 2 100 | 2 100 | 0 | 2 100 |
• | Participeren in multilaterale organisaties | 3 455 | 3 428 | 0 | 3 428 |
• | Stimuleren van internationale uitwisseling van kennis en cultuur, beleidsonderzoek en benchmarking | 653 | 782 | 0 | 782 |
Het integreren van de BES-eilanden in Nederland voor wat betreft de OCW – beleidsterreinen en het onderhouden van de relaties met de andere landen in het Koninkrijk | 6 630 | 9 630 | – 5 400 | 4 230 | |
• | Verbetering van het onderwijs op de BES-eilanden | 5 680 | 8 680 | – 5 400 | 3 280 |
• | Studiefinanciering Nederlandse Antillen en Aruba | 950 | 950 | 0 | 950 |
Apparaatsuitgaven | 2 883 | 2 861 | – 29 | 2 832 | |
Ontvangsten | 99 | 99 | 0 | 99 |
Toelichting mutaties
Voor artikel 8 (Internationaal beleid) is sprake van een daling van de uitgaven met € 5,4 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire wet 2010.
Voor + € 7,5 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van beleidsmatige mutaties is de begroting met € 12,9 miljoen gedaald.
De ontvangsten zijn niet gewijzigd.
Toelichting per operationele doelstelling
Bij de mutaties gaat het om en verlaging van dit artikel met totaal € 5,4 miljoen. Het betreft hier voornamelijk de operationele doelstelling voor de BES-eilanden.
De mutaties die hieraan ten grondslag ligt is:
Een verhoging met een bedrag van € 7,5 miljoen. Het betreft hier een drietal overboekingen vanuit artikel 1 «Primair onderwijs» (€ 2 miljoen), van artikel 3 «Voortgezet onderwijs» (€ 1,5 miljoen) en van artikel 4 «Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie (€ 4 miljoen) naar dit artikel, ter dekking van de verbetering van de onderwijshuisvesting op de BES-eilanden (€ 6 miljoen) en € 1,5 miljoen voor het dossier Leerwerktrajecten Nederlandse Antillen.
Een beleidsmatige verlaging met een bedrag van € 12,9 miljoen. Deze mutatie heeft eveneens betrekking op de BES-eilanden.
In 2010 zijn met de drie bestuurscolleges op hoofdlijnen afspraken gemaakt over de bestemmingen van de bij BES beschikbare budgetten voor de verbetering van het onderwijs. De bedragen zijn in juni vastgelegd door middel van een transitieprotocol per eiland, ondertekend namens de gedeputeerde van het betreffende eiland en de SG OCW. Voor de daadwerkelijke aanwending dient overeenstemming te bestaan tussen OCW en het bestuur van het eiland. Daarbij dienen ook de scholen betrokken te worden, aangezien daar de aanwending over het algemeen dient neer te slaan. Hoewel op alle drie de eilanden voortgang wordt geboekt, zal het niet lukken om de beschikbare budgetten nog dit jaar in te zetten en lopen deze middelen mee in de eindejaarmarge
Artikel 9. Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2010 | Stand 1e suppletoire begroting 2010 | Mutaties 2e suppletoire begroting 2010 | Stand 2e suppletoire begroting 2010 | ||
---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 291 353 | 293 949 | – 13 616 | 280 333 | |
Waarvan garantieverplichtingen | |||||
Totale uitgaven | 291 353 | 294 524 | – 13 616 | 280 908 | |
Programma-uitgaven | 289 185 | 292 285 | – 13 600 | 278 685 | |
Zorgen voor de beschikbaarheid van voldoende personeel | 116 057 | 116 057 | – 4 200 | 111 857 | |
• | Een betere beloning | 86 836 | 86 836 | 0 | 86 836 |
• | Arbeidsmarkt | 11 000 | 11 000 | – 3 600 | 7 400 |
• | Overig | 18 221 | 18 221 | – 600 | 17 621 |
Versterken van de positie van leraren en zorgen voor personeel van voldoende kwaliteit | 170 329 | 173 429 | – 9 678 | 163 751 | |
• | Een sterker beroep | 119 513 | 127 113 | 0 | 127 113 |
• | Een professionelere school | 36 300 | 40 300 | – 9 400 | 30 900 |
• | Overig | 14 516 | 6 016 | – 278 | 5 738 |
Programmakosten-overig | 2 799 | 2 799 | 278 | 3 077 | |
• | Uitvoeringsorganisatie DUO | 2 799 | 2 799 | 278 | 3 077 |
Apparaatsuitgaven | 2 168 | 2 239 | – 16 | 2 223 | |
Ontvangsten | 0 | 4 000 | – 2 000 | 2 000 |
Toelichting mutaties
Voor artikel 9 (Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid) is sprake van een daling van de uitgaven met € 13,6 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire wet 2010.
Voor – € 2,0 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van autonome mutaties is de begroting met € 11,6 miljoen gedaald.
De ontvangsten zijn met € 2 miljoen gedaald. Het betreft een technische mutatie.
Toelichting per operationele doelstelling
Zorgen voor de beschikbaarheid van voldoende personeel
• Op het project experiment teambeloning is enige vertraging ontstaan. De eerste kosten treden vanaf 2011 op waardoor in 2010 € 2,5 miljoen niet besteed wordt.
• De raming is met € 1,7 miljoen neerwaarts bijgesteld doordat projectsubsidies en overige uitgaven achterblijven bij de daarvoor geraamde bedragen.
Versterken van de positie van leraren en zorgen voor personeel van voldoende kwaliteit
• De loonkostensubsidie onderwijs ondersteunend personeel (conciërges) is vanaf 2009 aan circa 2000 scholen voor primair onderwijs structureel toegekend (uitgaven € 23,3 miljoen per jaar). Ten opzichte van het in de begroting 2010 beschikbare bedrag resteert een bedrag van € 7,4 miljoen, dat niet besteed wordt doordat circa 500 scholen niet aan de voorwaarden voor het aanstellen van een ondersteuner voldeden, op grond waarvan de subsidie is ingetrokken.
• Om de FES-middelen voor de InnovatieImpuls Onderwijs meerjarig te laten aansluiten op de begrote bedragen is een kasschuif van 2010 naar volgende jaren gepleegd van € 2,0 miljoen.
Toelichting ontvangsten mutaties
In verband met de desaldering van de FES-middelen voor de InnovatieImpuls Onderwijs (zie uitgaven hiervoor) is op de ontvangsten dezelfde mutatie geboekt als op de uitgaven.
Artikel 11. Studiefinanciering
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2010 | Stand 1e suppletoire begroting 2010 | Mutaties 2e suppletoire begroting 2010 | Stand 2e suppletoire begroting 2010 | ||
---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 3 934 192 | 3 745 500 | 64 264 | 3 809 764 | |
Waarvan garantieverplichtingen | |||||
Totale uitgaven | 3 934 192 | 3 745 500 | 64 264 | 3 809 764 | |
Programma-uitgaven | 3 934 192 | 3 745 500 | 64 264 | 3 809 764 | |
Waarborgen van de algemene financiële toegankelijkheid van het onderwijs voor studenten | 1 701 958 | 1 499 595 | 233 257 | 1 732 852 | |
• | Basisbeurs | 1 024 287 | 999 021 | 40 778 | 1 039 799 |
• | Reisvoorziening | 677 671 | 500 574 | 192 478 | 693 052 |
Waarborgen toegankelijkheid van het onderwijs voor studerenden met minder draagkrachtige ouders | 689 726 | 683 158 | – 78 482 | 604 676 | |
• | Aanvullende beurs | 689 726 | 683 158 | – 78 482 | 604 676 |
Waarborgen flexibiliteit in de wijze van financiering door de studerende | 1 394 400 | 1 409 736 | – 92 020 | 1 317 716 | |
• | Bijverdiengrens | 0 | 0 | 0 | |
• | Leenfaciliteit | 1 394 400 | 1 409 736 | – 92 020 | 1 317 716 |
Stimuleren internationale studentenmobiliteit | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Overige uitgaven Studiefinanciering | 71 000 | 67 719 | – 5 762 | 61 957 | |
Programmakosten-overig | 77 108 | 85 292 | 7 271 | 92 563 | |
• | Uitvoeringsorganisatie DUO | 77 108 | 85 292 | 7 271 | 92 563 |
Totaal programma-uitgaven | 3 934 192 | 3 745 500 | 64 264 | 3 729 764 | |
– | Waarvan relevant | 2 122 992 | 1 813 109 | 104 318 | 1 837 427 |
– | Waarvan niet-relevant | 1 811 200 | 1 932 391 | – 40 054 | 1 892 337 |
Apparaatsuitgaven | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Totaal ontvangsten | 540 200 | 553 226 | 47 310 | 600 536 | |
Waarborgen adequate terugbetaling leningen | |||||
• | Terugbetalingssysteem van lening naar draagkracht | 252 100 | 260 837 | 295 930 | 556 767 |
Overige ontvangsten uit kortlopende schulden | 288 100 | 292 389 | – 248 619 | 43 770 | |
Totaal ontvangsten | 540 200 | 553 226 | 47 310 | 600 536 | |
– | Waarvan relevant | 252 100 | 260 601 | 3 321 | 263 922 |
– | Waarvan niet-relevant | 288 100 | 292 625 | 43 989 | 336 614 |
Toelichting mutaties
Voor artikel 11 (Studiefinanciering) is sprake van een stijging van de uitgaven met € 64,3 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire wet 2010.
Voor – € 40,1 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting met € 104,3 miljoen gestegen.
De ontvangsten zijn met € 47,3 miljoen gestegen. Voor € 44,0 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van autonome mutaties zijn de ontvangsten met € 3,3 miljoen gestegen.
Toelichting per operationele doelstelling
Bij de relevante uitgaven voor de basisbeurs en aanvullende beurs is een meevaller van in totaal € 69,9 miljoen geraamd.
• Voor de basisbeurs zijn de direct relevante uitgaven (giftregime) € 13,0 miljoen lager dan geraamd.
• Voor de aanvullende beurs (giftregime) wordt een meevaller van € 47,0 miljoen verwacht, omdat het aantal studerenden met aanvullende beurs achterblijft bij het geraamde aantal.
• Daarnaast wordt € 9,9 miljoen minder basisbeurs en aanvullende beurs (prestatiebeurs) omgezet in gift. Het verschil wordt veroorzaakt door minder afstudeerders dan geraamd en een minder groot omzettingsbedrag per persoon.
Daarnaast is er € 6,4 miljoen van artikel 4 (BVE) overgeheveld vanwege het school exit en extension programma. Het betreft het SF-effect in 2010 van de extra instroom in het mbo die wordt veroorzaakt door het school-ex programma. Bij 1e suppletoire wet 2010 is reeds het eerste deel van deze middelen overgeheveld.
Bij de relevante uitgaven voor de reisvoorziening is een meevaller geraamd van in totaal € 29,8 miljoen.
• De meevaller wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door € 24,1 miljoen minder omzettingen van OV-kaart (prestatiebeurs) in gift. Het verschil wordt veroorzaakt door minder afstudeerders dan geraamd en een minder groot omzettingsbedrag per persoon.
• De resterende ramingsbijstelling van € 5,7 miljoen wordt vooral veroorzaakt door het verschil tussen de voorlopige en definitieve vergoeding aan de vervoerbedrijven voor het jaar 2009.
Daarnaast wordt een extra deel van de verplichtingen voor de OV-studentenkaart 2011 al in 2010 voldaan: € 205,9 miljoen.
De meevaller op de overige relevante uitgaven is geraamd op in totaal € 15,5 miljoen.
• Hiervan wordt € 7,1 miljoen veroorzaakt door controles die DUO uitvoert. Indien uit de controle blijkt dat studerenden over een voorgaande periode onterecht een bedrag hebben ontvangen, ontstaat een kortlopende vordering. Dit is achterstallig lager recht. Er is een groter bedrag aan achterstallig lager recht dan geraamd, waardoor een bijstelling van de relevante uitgaven kan plaatsvinden.
• De resterende ramingsbijstelling van € 8,4 miljoen wordt veroorzaakt door correctieboekingen. Die worden onder andere veroorzaakt door afschrijving van studieschulden (ten gevolge van overlijden, ernstige ziekte of handicap).
De relevante programma-uitgaven voor de uitvoering door DUO (voorheen: IB-Groep) stijgen in 2010 met € 7,3 miljoen. Het is noodzakelijk dat de systemen studiefinanciering toekomstbestendig en klantvriendelijker worden gemaakt. Daarnaast zijn deze aanpassingen benodigd om de maatregelen uit het regeerakkoord in de systemen te accommoderen.
Bij de niet-relevante uitgaven aan prestatiebeurs (basisbeurs, aanvullende beurs, reisvoorziening) is een tegenvaller van per saldo € 52,0 miljoen geraamd. De tegenvaller wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door minder omzettingen van prestatiebeurs in gift dan geraamd (€ 57,9 miljoen). Daarnaast wordt er naar verwachting minder uitgegeven aan aanvullende beurs voor het hoger onderwijs (– € 5,9 miljoen).
Bij de niet-relevante uitgaven voor studieleningen wordt een meevaller van in totaal € 92,0 miljoen verwacht.
• De meevaller wordt voor het grootste deel veroorzaakt door een minder groot beroep op de leenfaciliteiten dan geraamd: € 72,2 miljoen.
• Het resterende bedrag van € 19,8 miljoen betreft minder bijboeking van langlopende studieschuld vanwege achterstallig lager recht en een in totaal minder groot bedrag aan correctieboekingen.
De relevante ontvangsten (ontvangen rente) zullen in 2010 naar verwachting € 3,3 miljoen hoger uitvallen dan eerder geraamd.
• De meevaller wordt enerzijds veroorzaakt door meer spontane/extra aflossingen. Aan rente wordt er € 16,3 miljoen meer ontvangen dan geraamd. Uit de realisatiecijfers blijkt dat er meer vervroegd wordt afgelost op studieschulden (aantal aflossingen én gemiddeld bedrag).
• Anderzijds is er een tegenvaller van € 13,0 miljoen doordat er meer kortlopende vorderingen openstaan ten gevolge van achterstallig lager recht.
De niet-relevante ontvangsten (terugontvangen hoofdsom) zullen in 2010 vermoedelijk € 44,0 miljoen hoger uitvallen dan eerder geraamd. De meevaller wordt veroorzaakt door meer spontane/extra aflossingen. Uit de realisatiecijfers blijkt dat er meer vervroegd wordt afgelost op studieschulden (groter aantal aflossingen en hoger gemiddeld bedrag).
Artikel 12. Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2010 | Stand 1e suppletoire begroting 2010 | Mutaties 2e suppletoire begroting 2010 | Stand 2e suppletoire begroting 2010 | ||
---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 126 298 | 133 462 | – 12 044 | 121 418 | |
Waarvan garantieverplichtingen | |||||
Totale uitgaven | 126 298 | 133 462 | – 12 044 | 121 418 | |
Financiële toegankelijkheid onderwijs voor leerlingen vo en deelnemers bol | 96 700 | 104 205 | – 12 194 | 92 011 | |
• | TS 17- | 34 200 | 35 420 | – 7 040 | 28 380 |
• | VO 18+ | 61 500 | 67 348 | – 5 154 | 62 194 |
waarvan niet-relevante uitgaven | 2 500 | 1 791 | 0 | 1 791 | |
• | TS 18+ vavo | 1 000 | 1 437 | 0 | 1 437 |
Financiële toegankelijkheid onderwijs voor studenten aan de lerarenopleiding | 11 400 | 9 799 | 150 | 9 949 | |
• | TS 18+ tlo | 11 400 | 9 799 | 150 | 9 949 |
Programma-uitgaven overig | 18 198 | 19 458 | 0 | 19 458 | |
• | Uitvoeringsorganisatie DUO | 18 198 | 19 458 | 0 | 19 458 |
Totaal ontvangsten | 9 400 | 9 400 | 0 | 9 400 | |
• | TS 17- | 2 200 | 2 200 | 0 | 2 200 |
• | VO 18+ | 6 600 | 6 600 | 0 | 6 600 |
• | TS 18+ | 600 | 600 | 0 | 600 |
Toelichting mutaties
Voor artikel 12 (Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten) is sprake van een daling van de uitgaven met € 12,0 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire wet 2010. Dit betreft autonome en beleidsmatige mutaties.
De ontvangsten zijn niet gewijzigd.
Toelichting per operationele doelstelling
Bij de WTOS TS 17- (voor minderjarige mbo-ers) wordt een onderuitputting van per saldo € 7,0 miljoen verwacht. Het betreft een extra uitgave van € 3,0 miljoen voor het schooljaar 2009/2010. Voor het nieuwe schooljaar (2010/2011) zijn er veel minder aanvragen WTOS dan geraamd. Het beleid is om niet-gebruik van de regeling tegen te gaan. Daarom wordt de doelgroep nogmaals geattendeerd op het bestaan van de regeling. Minderjarige mbo-ers kunnen immers tot het eind van het schooljaar met terugwerkende kracht een WTOS-vergoeding aanvragen. Verwachting is dat een deel van deze aanvragen (€ 10,0 miljoen) niet meer in 2010 tot betaling komt maar pas in 2011.
Voor de WTOS vo 18+ wordt in 2010 een meevaller van € 5,2 miljoen verwacht. Op basis van realisatiegegevens is de raming van de uitgaven voor de tegemoetkoming voor leerlingen in het voortgezet onderwijs van 18 jaar en ouder naar beneden bijgesteld.
Voor de WTOSTS18+ tlo wordt een tegenvaller van € 0,15 miljoen veroorzaakt door groter dan geraamd gebruik van de regeling voor het schooljaar 2009/2010.
Artikel 13. Lesgeld
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2010 | Stand 1e suppletoire begroting 2010 | Mutaties 2e suppletoire begroting 2010 | Stand 2e suppletoire begroting 2010 | ||
---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 5 951 | 6 630 | 0 | 6 630 | |
Waarvan garantieverplichtingen | |||||
Totale uitgaven | 5 951 | 6 630 | 0 | 6 630 | |
• | Uitvoeringsorganisatie DUO | 5 951 | 6 630 | 0 | 6 630 |
Totaal ontvangsten lesgeld | 192 600 | 199 834 | – 6 018 | 193 816 |
Toelichting mutaties
Voor artikel 13 (Lesgeld) is sprake van een daling van de ontvangsten met € 6,0 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire wet 2010. Dit betreft een autonome mutatie.
Toelichting per operationele doelstelling
De ontvangsten aan lesgeld zullen in 2010 vermoedelijk € 6,0 miljoen lager uitvallen dan eerder geraamd. Lesgeld is verschuldigd door leerlingen van 18 jaar en ouder in het middelbaar beroepsonderwijs en het voortgezet volwassenenonderwijs. Vooral voor het lopende schooljaar 2010/2011 zal er in 2010 minder worden ontvangen.
Artikel 14. Cultuur
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2010 | Stand 1e suppletoire begroting 2010 | Mutaties 2e suppletoire begroting 2010 | Stand 2e suppletoire begroting 2010 | ||
---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 611 712 | 625 942 | 5 347 | 631 289 | |
Waarvan garantieverplichtingen | |||||
Totale uitgaven | 951 738 | 970 821 | 5 835 | 976 656 | |
Programma-uitgaven | 903 249 | 920 669 | 3 113 | 923 782 | |
Bevorderen van de deelname van de burgers aan kunsten | 584 580 | 591 767 | – 5 068 | 586 699 | |
• | Cultuursubsidies 2009–2012 | 552 678 | 559 124 | 125 | 559 249 |
– | 4-jarig | 97 311 | 96 672 | 0 | 96 672 |
• producerend | 69 949 | 70 103 | 0 | 70 103 | |
• niet producerend | 27 362 | 26 569 | 0 | 26 569 | |
– | Langjarig | 293 867 | 294 501 | 0 | 294 501 |
• producerend | 264 910 | 265 517 | 0 | 265 517 | |
waarvan Musea | 150 802 | 150 802 | 0 | 150 802 | |
• niet producerend | 28 957 | 28 984 | 0 | 28 984 | |
– | Fondsen | 161 500 | 167 951 | 125 | 168 076 |
• | Verbreden inzet Cultuur | 26 262 | 25 353 | – 5 193 | 20 160 |
• | Internationaal Cultuurbeleid (HGIS) | 5 640 | 7 290 | 7 290 | |
Behoud en Beheer Cultureel Erfgoed | 222 105 | 225 949 | 16 798 | 242 747 | |
• | Archieven | 26 222 | 26 122 | 0 | 26 122 |
• | Beelden voor de toekomst | 23 468 | 23 332 | 25 000 | 48 332 |
waarvan FES | 22 032 | 22 032 | 0 | 22 032 | |
• | Musea: huisvesting | 27 202 | 27 870 | 0 | 27 870 |
• | Musea: buiten de Cultuursubsidies 2009–2012 | 19 143 | 19 143 | – 1 280 | 17 863 |
• | Mooier Nederland | 6 743 | 5 141 | – 1 575 | 3 566 |
• | Monumenten | 110 397 | 114 797 | – 512 | 114 285 |
• | Archeologie | 2 725 | 3 452 | – 2 465 | 987 |
waarvan FES | 1 750 | 2 477 | – 1 876 | 601 | |
• | Overige instrumenten | 6 205 | 6 092 | – 2 370 | 3 722 |
Bibliotheken | 31 179 | 33 835 | – 1 512 | 32 323 | |
• | Subsidies | 0 | 0 | 0 | 0 |
• | Bibliotheekvernieuwing | 18 500 | 20 917 | – 1 512 | 19 405 |
• | Leesvoorziening leesgehandicapten | 9 679 | 9 918 | 0 | 9 918 |
• | Programma leesbevordering | 3 000 | 3 000 | 0 | 3 000 |
Programmakosten overig | 47 581 | 50 839 | – 8 421 | 42 418 | |
Nationaal Archief | 17 804 | 18 279 | 1 316 | 19 595 | |
waarvan informatie op Orde (Archiefachterstanden) | 500 | 500 | 0 | 500 | |
Apparaatsuitgaven | 48 489 | 50 152 | 2 722 | 52 874 | |
• | Bestuursdepartement | 9 131 | 9 000 | – 7 | 8 993 |
• | Uitvoeringsdiensten | 39 358 | 41 152 | 2 729 | 43 881 |
Ontvangsten | 24 276 | 25 540 | 860 | 26 400 |
Toelichting mutaties
Voor artikel 14 (Cultuur) is sprake van een verhoging van de uitgaven met € 5,8 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire wet 2010.
Voor – € 0,8 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van beleidsmatige mutaties is de begroting met € 6,6 miljoen verhoogd.
De ontvangsten zijn met € 0,9 miljoen gestegen. Het betreft technische mutaties.
Toelichting per operationele doelstelling
Behoud en beheer Cultureel Erfgoed
Het budget Beelden voor de Toekomst wordt verhoogd met € 25 miljoen als gevolg van een bijdrage van OCW aan de afwikkeling van het project Beelden voor de Toekomst.
Het project Beelden voor de Toekomst is net geëvalueerd. De evaluatie wijst uit dat de terugverdienverplichting niet haalbaar is. Om het project te kunnen afbouwen op een manier die aan reeds aangegane verplichtingen voldoet wordt incidenteel een bedrag van € 25,0 miljoen beschikbaar gesteld.
Overige uitgaven
Het budget is verlaagd als gevolg van een korting op incidentele subsidies 2010 van € 3 miljoen. Deze middelen worden meegenomen in de eindejaarsmarge. Voorts wordt het budget verlaagd met € 7,8 miljoen door beperking van de innovatieregeling Cultuuruitingen met € 1,8 miljoen en door taakstelling op de cultuurbegroting van € 6 miljoen ter dekking van het project «Beelden voor de Toekomst».
Artikel 15 Media
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2010 | Stand 1e suppletoire begroting 2010 | Mutaties 2e suppletoire begroting 2010 | Stand 2e suppletoire begroting 2010 | ||
---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 904 583 | 903 094 | – 2 190 | 900 904 | |
Waarvan garantieverplichtingen | |||||
Programma-uitgaven | 905 329 | 903 969 | – 2 190 | 901 779 | |
Bevorderen dat alle burgers toegang hebben tot een kwalitatief hoogwaardig, onafhankelijk en pluriform media-aanbod | 897 486 | 896 438 | – 2 190 | 894 248 | |
• | Financiering publieke omroep | 880 004 | 878 956 | – 2 190 | 876 766 |
• | Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Omroepproducties | 17 482 | 17 482 | 17 482 | |
Programmakosten-overig | 7 843 | 7 531 | 0 | 7 531 | |
• | Overige uitgaven (geen Mediawet) | 7 843 | 7 531 | 7 531 | |
Ontvangsten | 246 252 | 247 520 | 0 | 247 520 |
Toelichting mutaties
Voor artikel 15 (Media) is sprake van een daling van de uitgaven met € 2,2 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire wet 2010. Het betreft technische mutaties.
De ontvangsten zijn niet gewijzigd.
Toelichting per operationele doelstelling
Bevorderen dat alle burgers toegang hebben tot een kwalitatief hoogwaardig, onafhankelijk en pluriform media-aanbod.
De daling betreft een correctie op de bij voorjaarsnota berekende wettelijke indexering van de rijksomroepbijdrage.
Artikel 16 Onderzoek en Wetenschapsbeleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2010 | Stand 1e suppletoire begroting 2010 | Mutaties 2e suppletoire begroting 2010 | Stand 2e suppletoire begroting 2010 | ||
---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 1 197 221 | 1 191 220 | 9 888 | 1 201 108 | |
Waarvan garantieverplichtingen | |||||
Totale uitgaven | 1 239 302 | 1 272 125 | – 56 345 | 1 215 780 | |
Programma-uitgaven | 1 236 048 | 1 268 991 | – 56 465 | 1 212 526 | |
Zorgen voor een voldoende toerusting van het onderzoeksstelsel | 784 591 | 790 554 | 1 223 | 791 777 | |
• | NWO | 313 343 | 313 464 | 4 025 | 317 489 |
• | KNAW | 90 774 | 90 774 | 30 | 90 804 |
• | Koninklijke Bibliotheek (KB) | 46 429 | 46 429 | 0 | 46 429 |
• | KNAW bibliotheek | 2 429 | 2 429 | 0 | 2 429 |
• | LF TUD bibliotheek | 7 626 | 7 626 | 0 | 7 626 |
• | IISG | 284 | 284 | 0 | 284 |
• | SURF | 7 517 | 7 517 | 0 | 7 517 |
• | CPG | 515 | 515 | 0 | 515 |
• | Montesquieu Instituut | 1 067 | 1 067 | 0 | 1 067 |
• | NCB | 5 170 | 5 170 | 100 | 5 270 |
• | TNO | 191 444 | 195 614 | -2 800 | 192 814 |
• | BPRC/ Stichting AAP | 9 597 | 9 597 | 0 | 9 597 |
• | Nationaal Herbarium | 1 225 | 1 225 | -100 | 1 125 |
• | NLR | 916 | 916 | 0 | 916 |
• | Deltaris | 2 265 | 2 265 | 590 | 2 855 |
• | MARIN | 957 | 957 | 0 | 957 |
• | STT | 233 | 233 | 0 | 233 |
• | EMBC | 724 | 724 | 0 | 724 |
• | EMBL | 4 100 | 4 100 | 35 | 4 135 |
• | ESA | 33 832 | 33 832 | 2 457 | 36 289 |
• | CERN | 35 444 | 35 444 | -914 | 34 530 |
• | ESO | 7 100 | 7 100 | -500 | 6 600 |
• | NEMO | 3 368 | 3 368 | 0 | 3 368 |
• | EG-Liaison | 405 | 405 | 8 | 413 |
• | NTU/INL | 3 241 | 3 241 | 0 | 3 241 |
• | EIB | 1 297 | 1 297 | 0 | 1 297 |
• | Nationale coördinatie | 7 105 | 7 625 | -523 | 7 102 |
• | Bilaterale samenwerking | 3 258 | 3 258 | 0 | 3 258 |
• | Weerstandsverhoging onderzoekinstellingen (CBRN) | 2 470 | 2 622 | 178 | 2 800 |
• | Nader te verdelen | 456 | 1 456 | -1 363 | 93 |
Het bevorderen van wetenschappelijke activiteiten die bijdragen aan de ontwikkeling van specifieke kennis en/of aan het oplossen van belangrijke maatschappelijke vraagstukken | 255 296 | 272 276 | -60 188 | 212 088 | |
• | FES- BSIK | 22 370 | 52 960 | -33 405 | 19 555 |
• | FES- ITER | 0 | 0 | 0 | 0 |
• | FES- GATE | 2 000 | 2 000 | 0 | 2 000 |
• | FES- grootschalige researchfaciliteiten | 3 902 | 3 902 | 0 | 3 902 |
• | FES- Parelsnoer | 7 750 | 7 750 | 0 | 7 750 |
• | FES- SURF-net | 11 700 | 11 700 | 0 | 11 700 |
• | FES- NCB | 10 000 | 10 000 | 0 | 10 000 |
• | FES- ITER-2 | 4 000 | 4 000 | 0 | 4 000 |
• | FES- hersenen en Cognitie | 4 000 | 4 000 | 0 | 4 000 |
• | Genomics | 40 000 | 40 000 | 0 | 40 000 |
• | Kenniswerkers | 120 000 | 106 390 | – 24 283 | 82 107 |
• | Smart-mix | 0 | 0 | 0 | 0 |
• | EET | 0 | 0 | 0 | 0 |
• | Valorisatie | 2 500 | 2 500 | – 2 500 | 0 |
• | Talentenkracht | 500 | 500 | 0 | 500 |
• | Kust- en zeeonderzoek | 2 000 | 2 000 | 0 | 2 000 |
• | ASTRON/LOFAR | 2 074 | 2 074 | 0 | 2 074 |
• | Grootschalige research infrastructuur | 19 000 | 19 000 | 0 | 19 000 |
• | Poolonderzoek | 2 000 | 2 000 | 0 | 2 000 |
• | Gezondheidsonderzoek | 1 500 | 1 500 | 0 | 1 500 |
Ruimte voor excellente onderzoekers en excellente wetenschap | 195 873 | 205 873 | 2 500 | 208 373 | |
• | Vernieuwingsimpuls | 168 873 | 178 873 | 2 500 | 181 373 |
• | VI-vrouwencomponent | 2 000 | 2 000 | 0 | 2 000 |
• | Talent Mozaik | 2 000 | 2 000 | 0 | 2 000 |
• | Talent Rubicon | 4 000 | 4 000 | 0 | 4 000 |
• | Aspasia | 4 000 | 4 000 | 0 | 4 000 |
• | Toptalent | 4 000 | 4 000 | 0 | 4 000 |
• | Graduate schools | 11 000 | 11 000 | 0 | 11 000 |
Programmakosten-overig | 288 | 288 | 0 | 288 | |
• | Uitvoeringsorganisatie DUO | 288 | 288 | 0 | 288 |
Apparaatsuitgaven | 3 254 | 3 134 | 120 | 3 254 | |
Ontvangsten | 179 797 | 210 107 | – 33 860 | 176 247 |
Toelichting mutaties
Voor artikel 16 (Onderzoek en wetenschapsbeleid) is sprake van een daling van de uitgaven met € 56,4 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire wet 2010.
Voor – € 31,6 miljoen betreft het technische mutaties: desalderingen (FES en TNO) voor – € 33,9 miljoen en interne en externe overboekingen voor € 2,3 miljoen. Als gevolg van beleidsmatige mutaties is de begroting met € 24,8 miljoen gedaald.
De ontvangsten zijn als gevolg van technische mutaties (desalderingen) met € 33,9 miljoen gedaald.
Toelichting per operationele doelstelling van de belangrijkste mutaties
Zorgen voor een voldoende toerusting van het onderzoeksstelsel
• Een overboeking van 4 miljoen van de directie Hoger Onderwijs in verband met het sectorplan geesteswetenschappen.
• Een overboeking van 1,8 miljoen naar het ministerie van Verkeer en Waterstaat in verband met het instituut Deltaris.
Het bevorderen van wetenschappelijke activiteiten die bijdragen aan de ontwikkeling van specifieke kennis en/of aan het oplossen van belangrijke maatschappelijke vraagstukken
• Een desaldering van FES-middelen van – € 33,4 miljoen.
• Een kasschuif naar 2011 van € 24,3 miljoen in verband met niet opgevraagde middelen met betrekking tot de regeling «Kenniswerkers» (ministerie van EZ, Stscrt. Van 17 juni 2009, nr. 109).
Artikel 24. Kinderopvang
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2010 | Stand 1e suppletoire begroting 2010 | Mutaties 2e suppletoire begroting 2010 | Stand 2e suppletoire begroting 2010 | ||
---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 2 707 939 | 3 025 286 | 64 703 | 3 089 989 | |
Waarvan garantieverplichtingen | |||||
Programma-uitgaven | 2 707 939 | 3 025 286 | 64 703 | 3 089 989 | |
Kinderen kunnen gebruik maken van kinderopvang zonder financiële drempels voor de ouders | 2 612 385 | 2 932 385 | 115 000 | 3 047 385 | |
• | Kinderopvangtoeslag | 2 612 385 | 2 932 385 | 115 000 | 3 047 385 |
Kinderopvang is van goede kwaliteit, passend bij de leeftijd, mogelijkheden en behoeften van kinderen | 51 439 | 79 620 | – 50 222 | 29 398 | |
• | Subsidies | 9 712 | 3 712 | – 500 | 3 212 |
• | Kwaliteit en opleidingen | 33 663 | 67 844 | – 46 822 | 21 022 |
• | Taskforce wachtlijsten | 8 064 | 8 064 | – 2 900 | 5 164 |
Harmonisatie regelgeving kinderopvang en peuterspeelzalen om alle kinderen te bereiken die VVE nodig hebben | 44 097 | 13 263 | – 75 | 13 188 | |
• | Harmonisering kinderopvang, peuterspeelzalen en VVE | 44 097 | 13 263 | – 75 | 13 188 |
Programmakosten-overig | 18 | 18 | 0 | 18 | |
• | Agentschap SZW | 0 | 0 | 0 | 0 |
• | Uitvoeringsorganisatie DUO | 18 | 18 | 0 | 18 |
Ontvangsten | 747 736 | 842 736 | – 21 000 | 821 736 |
Toelichting mutaties
Voor artikel 24 (Kinderopvang) is sprake van een stijging van de uitgaven met € 64,7 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire wet 2010.
Voor – € 11,0 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting met € 75,7 miljoen gestegen.
De ontvangsten zijn als gevolg van een technische mutatie met € 21,0 miljoen gedaald.
Toelichting per operationele doelstelling
Kinderopvang is van goede kwaliteit, passend bij de leeftijd, mogelijkheden en behoeften van kinderen
Op grond van het uitgavenbeeld tot en met september wordt de prognose voor kinderopvangtoeslag in 2010 verhoogd met € 115,0 miljoen. De extra uitgaven zijn grotendeels op het conto te schrijven van grotere aantallen kinderen in de opvang dan geraamd, zowel in de buitenschoolse opvang als in de dagopvang. Daarnaast zijn er hogere uitgaven dan geraamd bij de afrekening door de belastingdienst van in eerdere jaren als voorschot verstrekte toeslagen.
Kinderen kunnen gebruik maken van kinderopvang zonder financiële drempels voor de ouders
Van het budget voor subsidies kinderopvang en het bestrijden van knelpunten bij de uitbreiding van de kinderopvangcapaciteit komt € 13,9 miljoen in 2010 niet tot besteding. Dit bedrag wordt ingezet als onderdeel van de dekking van de hogere uitgavenprognose voor kinderopvangtoeslag.
Van de verplichtingen voor de subsidieregelingen scholing overblijfmedewerkers, de uitbreiding van de capaciteit voor buitenschoolse opvang en de verdere ontwikkeling van het Landelijk Register Kinderopvang en de gemeenschappelijke Inspectieruimte (GIR) komt € 5,8 miljoen niet in 2010 tot besteding. Deze middelen worden meegenomen in de eindejaarsmarge.
Er hebben overboekingen plaatsgevonden van € 25,3 miljoen naar het beleidsterrein van beroepsonderwijs en volwasseneneducatie in verband met kosten voor opleiding van gastouders, € 2,5 miljoen naar de Belastingdienst in verband met extra uitvoeringskosten en € 2,7 miljoen naar het Gemeentefonds in verband met de bestrijding door de gemeenten van de wachtlijsten in de kinderopvang.
Artikel 25. Emancipatie
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2010 | Stand 1e suppletoire begroting 2010 | Mutaties 2e suppletoire begroting 2010 | Stand 2e suppletoire begroting 2010 | ||
---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 16 213 | 14 809 | 3 327 | 18 136 | |
Waarvan garantieverplichtingen | |||||
Totale uitgaven | 20 198 | 18 794 | – 1 876 | 16 918 | |
Programma-uitgaven | 18 296 | 16 794 | – 1 844 | 14 950 | |
Emancipatie | 14 799 | 13 387 | – 1 747 | 11 640 | |
• Het verankeren van het emancipatieperspectief in het beleid van departementen | 762 | 637 | – 100 | 537 | |
• Het versterken van het emancipatieperspectief in de samenleving | 14 037 | 12 750 | – 1 647 | 11 103 | |
Homo-emancipatie | 3 497 | 3 407 | – 97 | 3 310 | |
• Het verankeren van het emancipatieperspectief in het beleid van departementen | 200 | 200 | 0 | 200 | |
• Het versterken van het emancipatieperspectief in de samenleving | 3 297 | 3 207 | – 97 | 3 110 | |
Apparaatsuitgaven | 1 902 | 2 000 | – 32 | 1 968 | |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting mutaties
Voor artikel 25 (Emancipatie) is sprake van een daling van de uitgaven met € 1,9 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire wet 2010.
Voor – € 0,5 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van beleidsmatige mutaties is de begroting met € 1,4 miljoen gedaald.
De ontvangsten zijn niet gewijzigd.
Toelichting per operationele doelstelling
• Op operationele doelstelling emancipatiebeleid: «Het versterken van het emancipatieproces in de samenleving» is naar het gemeentefonds (ministerie BZK) € 0,5 miljoen overgeboekt voor een bijdrage aan 9 gemeenten voor het koploperstijdenbeleid en naar het provinciefonds € 0,2 miljoen voor een bijdrage van 3 provincies voor hetzelfde doel.