Onderdeel uitgaven, verplichtingen en ontvangsten
Uitgaven
In onderstaande tabel wordt een nadere uitsplitsing gegeven van de totstandkoming van het uitgavenbedrag van het provinciefonds. Ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2014 is het uitgavenbedrag van het provinciefonds met € 6 210 700 gewijzigd. De in de tabel weergegeven mutaties worden onder de tabel nader verklaard.
Stand uitgavenbedrag vastgestelde begroting 2014 | 1.171.987 | |
Stand uitgavenbedrag 1e suppletoire begroting 2014 | 1.247.354 | |
Stand uitgavenbedrag 2e suppletoire begroting 2014 | 1.289.532 | |
Voorgestelde mutaties bij slotwet 2014: | ||
1) Natuur (decentralisatie-uitkering) | 6.200 | |
2a) DU Ontwikkel / OEM variabel (algemene uitkering) | 40.356 | |
2b) DU Ontwikkel / OEM variabel (decentralisatie- uitkering) | – 40.356 | |
3) Realisatie Kosten Financiële-verhoudingswet | – 100 | |
4) Wijziging betalingsverloop integratie-uitkeringen 2014 | 0 | |
5) Wijziging betalingsverloop decentralisatie-uitkeringen 2014 | – 2 | |
6) Wijziging betalingsverloop algemene uitkering 2014 | 113 | |
Totaal mutaties bij slotwet | 6.211 | |
Stand uitgavenbedrag slotwet begroting 2014 | 1.295.743 | |
Waarvan uitgavenbedrag Kosten Financiële-verhoudingswet | 0 | |
Waarvan uitgavenbedrag Algemene uitkeringen | 347.342 | |
Waarvan uitgavenbedrag Integratie-uitkeringen | 40.330 | |
Waarvan uitgavenbedrag Decentralisatie-uitkeringen | 908.071 |
De wijziging van het uitgavenbedrag is het saldo van een aantal mutaties:
1) Natuur: programmatische aanpak stikstof (decentralisatie-uitkering)
Het Ministerie van Economische Zaken stelt in 2014 een bedrag beschikbaar van € 6,2 miljoen voor onder andere het oplossen van een aantal knelpunten die het ontstaan van ontwikkelingsruimte tegenhouden. De provincie Zeeland ontvangt € 2 miljoen, de provincie Zuid-Holland € 2,7 miljoen, de provincie Utrecht € 1 miljoen en de provincie Overijssel € 0,5 miljoen.
2a en 2b) DU Ontwikkel / OEM variabel
In het verdeelmodel van het provinciefonds per 1 januari 2012 wordt onderscheid gemaakt tussen beheer- en ontwikkeltaken, omdat beide andere verdeelcriteria vragen. Het beheerdeel omvat de vaste jaarlijks terugkerende kosten, bijvoorbeeld het betalen van de salarissen, onderhoud provinciehuis, wegen, groen, etc. Het ontwikkeldeel van het provinciefonds betreft taken zoals aanleg van nieuwe wegen, integrale gebiedsontwikkeling in het landelijk gebied, natuur en bodemsanering, maar ook taken met betrekking tot buitengewone groei en krimp. Om verdeeltechnische redenen is er voor gekozen om een deel van het bedrag dat gemoeid is met de ontwikkeltaken via een decentralisatie-uitkering (DU Ontwikkel/OEM variabel) uit te betalen aan de provincies.
In het verdeelmodel wordt er ook rekening mee gehouden dat provincies in staat zijn een deel van hun taken (ijkpunten) te financieren met eigen inkomsten uit de zogenaamde «overige eigen middelen» (OEM). De OEM in het nieuwe verdeelmodel wordt samengesteld uit twee onderdelen. Er is een vast deel van 5,48% dat wordt verondersteld voor alle provincies. Dit vaste deel is op voorhand in mindering gebracht op alle maatstaven en op de nieuwe decentralisatie-uitkering. Voor het variabele deel is gekozen om 35% van de inkomsten uit energiebedrijven (geraamde situatie in 2016) mee te nemen met een fictief rendement van 3%. Dit deel wordt in mindering gebracht op de bovenstaand beschreven bedragen van de decentralisatie-uitkering.
De op deze manier ontstane «DU Ontwikkel / OEM variabel» bedraagt in 2014 € 377,5 miljoen. Dat is € 40,4 miljoen minder dan in de 2de suppletoire begroting 2014 (Tweede Kamer, 2014–2015, 34 085, nr. 2) is vermeld.
3) Realisatie Kosten Financiële-verhoudingswet
Het gerealiseerde bedrag komt door de slotwetmutatie – € 100.000 lager uit dan na de stand 2de suppletoire begroting 2014 werd geraamd.
4 en 5) Wijziging betalingsverloop integratie-uitkeringen en decentralisatie-uitkeringen 2014
Vastgesteld is hoe de in 2014 gerealiseerde betalingen voor de decentralisatie-uitkeringen (DU) en integratie-uitkeringen (IU) aan de provincies zich verhouden tot het bedrag dat bij de 2de suppletoire begroting 2014 voor de betalingen is geraamd. Daarbij is gebleken dat er in totaal lagere betalingen zijn gedaan dan bij 2de suppletoire begroting 2014 werden verwacht. Het gaat hierbij om een verschil van € 0 bij de integratie-uitkeringen en – € 2.300 (negatief) bij de decentralisatie-uitkeringen. In onderstaande tabel wordt een specificatie gegeven van deze bedragen. Deze onderdelen zullen bij 1ste suppletoire begroting 2015 opwaarts worden bijgesteld. Deze mutaties in de uitgaven bij 1ste suppletoire begroting 2015 hebben dus nog betrekking op het begrotingsjaar 2014.
Budget na NJN | Slotwet | Budget totaal | Uitgegeven | Verschil | |
---|---|---|---|---|---|
Integratie-uitkeringen | |||||
Natuur | 40.330 | 40.330 | 40.330 | 0 | |
TOTAAl IU | 40.330 | 0 | 40.330 | 40.330 | 0 |
Decentralisatie-uitkeringen | |||||
Afsluitdijk | 500 | 500 | 500 | 0 | |
Asbestdaken | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 0 | |
Bedrijventerreinen | 10.611 | 10.611 | 10.611 | 0 | |
Bedrijventerreinen (Toppergelden) | 11.977 | 11.977 | 11.977 | 0 | |
Bodemsanering | 65.691 | 65.691 | 65.691 | 0 | |
DU Ontwikkel / OEM variabel | 417.899 | – 40.356 | 377.543 | 377.543 | 0 |
Erfgoed en ruimte | 1.695 | 1.695 | 1.695 | 0 | |
Externe veiligheid | 20.000 | 20.000 | 20.000 | 0 | |
Green Deal | 4.512 | 4.512 | 4.512 | 0 | |
Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing | 55.456 | 55.456 | 55.456 | 0 | |
Invoeringskosten decentralisatie jeugdzorg | 1.950 | 1.950 | 1.950 | 0 | |
Monumenten | 20.000 | 20.000 | 20.000 | 0 | |
Nationale gebiedsontwikkelingen | 38.598 | 38.598 | 38.598 | 0 | |
Natuur | 205.000 | 205.000 | 205.000 | 0 | |
Oversampling WoonOnderzoek Nederland | 37 | 37 | 37 | 0 | |
Programmatische Aanpak Stikstof | 6.200 | 6.200 | 6.200 | 0 | |
Regionale luchthavens | 934 | 934 | 933 | – 1 | |
Sterke regio's | 1.700 | 1.700 | 1.700 | 0 | |
Waddenfonds | 38.690 | 38.690 | 38.690 | 0 | |
Wijziging betalingsverloop decentralisatie-uitkeringen 2013 | 1 | 1 | – 1 | ||
Zuiderzeelijn REP-middelen | 44.778 | 44.778 | 44.778 | 0 | |
Zwemwaterrichtlijn EU | 1.200 | 1.200 | 1.200 | 0 | |
TOTAAL DU | 942.229 | – 34.156 | 908.073 | 908.071 | – 2 |
TOTAAL | 982.559 | – 34.156 | 948.403 | 948.401 | – 2 |
6) Wijziging betalingsverloop algemene uitkering 2014
Vastgesteld is hoe de in 2014 gerealiseerde betalingen aan de provincies zich verhouden tot het bedrag dat bij de 2de suppletoire begroting 2014 voor de betalingen is geraamd. Daarbij is gebleken dat er hogere uitbetalingen zijn gedaan dan bij 2de suppletoire begroting 2014 werden verwacht. Het gaat hierbij om een verschil van € 113.000.
De reden van het verschil ligt in het feit dat zolang de uitkeringsfactor1 niet definitief is de omvang van betalingen aan de provincies kan afwijken ten opzichte van wat in de begroting vermeld staat. De oorzaak ligt bij het verschil tussen raming van de verdeelmaatstaven voor de bepaling van voorlopige uitkeringsfactor en de verdeelmaatstaven die bij de betalingen worden gebruikt. Indien bij de betalingen de definitieve verdeelmaatstaven niet beschikbaar zijn, worden de gegevens van het vorige jaar gebruikt. Op het moment dat de definitieve gegevens beschikbaar komen, kan het gat tussen begroting en betaling gedicht worden door de uitkeringsfactor aan te passen. Het onderdeel wijziging betalingsverloop algemene uitkering zal bij 1ste suppletoire begroting 2015 dan ook met dit bedrag neerwaarts worden bijgesteld. Deze mutatie bij 1ste suppletoire begroting 2015 heeft dus nog betrekking op het begrotingsjaar 2014.
Verplichtingen
In de volgende tabel wordt ter toelichting een nadere uitsplitsing gegeven van de totstandkoming van het verplichtingenbedrag van het provinciefonds.
Ten opzichte van de 2de suppletoire begroting 2014 is het verplichtingenbedrag met € 6.100.000 gewijzigd.
Stand verplichtingenbedrag vastgestelde begroting 2014 | 1.171.987 | |
Stand verplichtingenbedrag 1e suppletoire begroting 2014 | 1.247.426 | |
Stand verplichtingenbedrag 2e suppletoire begroting 2014 | 1.289.604 | |
Voorgestelde mutaties bij slotwet 2014: | ||
1) Natuur (decentralisatie-uitkering) | 6.200 | |
2a) DU Ontwikkel / OEM variabel (algemene uitkering) | 40.356 | |
2b) DU Ontwikkel / OEM variabel (decentralisatie- uitkering) | – 40.356 | |
3) Realisatie Kosten Financiële-verhoudingswet | – 100 | |
Totaal mutaties bij slotwet | 6.100 | |
Stand verplichtingenbedrag slotwet begroting 2014 | 1.295.704 | |
Waarvan verplichtingenbedrag Kosten Financiële-verhoudingswet | 0 | |
Waarvan verplichtingenbedrag Algemene uitkeringen | 347.302 | |
Waarvan verplichtingenbedrag Integratie-uitkeringen | 40.330 | |
Waarvan verplichtingenbedrag Decentralisatie-uitkeringen | 908.072 |
De wijziging van het verplichtingenbedrag is het saldo van een aantal mutaties. Voor de verklaringen van de in de tabel weergegeven mutaties 1 t/m 3 wordt verwezen naar de verklaringen bij de overeenkomende mutaties van de «uitgaven».
Ontvangsten
Sinds de invoering van de Financiële-verhoudingswet zijn de uitgaven en de inkomsten op grond van artikel 4 van die wet over ieder uitkeringsjaar aan elkaar gelijk. Ten opzichte van de 2de suppletoire begroting voor 2014 worden de ontvangsten met € 6.210.700 gewijzigd.