Base description which applies to whole site

Artikel 3: Doorbelaste uitgaven van andere begrotingen

Op dit begrotingsartikel worden de uitgaven geraamd die niet via de Dienst van het Koninklijk Huis lopen, maar wel deel uitmaken van de uitgaven die functioneel samenhangen met het koningschap. Het gaat om de uitgaven in het kader van de voorlichting (Rijksvoorlichtingsdienst), het Militaire Huis als onderdeel van de Dienst van het Koninklijk Huis en de uitgaven van het Kabinet van de Koning. Deze uitgaven ontstaan (en worden betaald) onder de verantwoordelijkheid van de desbetreffende Minister. De uitgaven worden primair geraamd en verantwoord ten laste van desbetreffende begrotingen en zullen vervolgens door de Minister (rechtstreeks) worden doorbelast aan de begroting van de Koning, die daarvoor een raming bevat. Daartegenover ontstaat dan een ontvangstenraming op desbetreffende begroting.

Opbouw verplichtingen/uitgaven (x € 1.000)
 

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Stand ontwerpbegroting 2014

 

5.594

5.596

5.593

5.576

5.560

 
               

Mutatie eerste suppletoire begroting 2014

 

36

10

10

10

9

10

Nieuwe mutaties:

             

1. Extrapolatie

           

5.560

2. Actualisering personele uitgaven RVD

   

94

94

94

94

94

3. Actualisering personele uitgaven Militaire Huis

   

– 100

– 100

– 100

– 100

– 100

Stand ontwerpbegroting 2015

6.118

5.630

5.600

5.597

5.580

5.563

5.564

Opbouw ontvangsten (x € 1.000)
 

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Stand ontwerpbegroting 2014

 

nihil

nihil

nihil

nihil

nihil

nihil

               

Mutatie eerste suppletoire begroting 2014

 

131

         

Stand ontwerpbegroting 2015

125

131

nihil

nihil

nihil

nihil

nihil

Omdat na enkele jaren is gebleken dat de oorzaken voor de onderuitputting en overschrijding op diverse personele budgetten een structureel karakter hebben, is een actualisering binnen de doorbelaste uitgaven van andere begrotingen doorgevoerd. Deze zijn op desbetreffende begrotingen gecompenseerd, waardoor de Rijksbegroting als geheel niet omhoog gaat. In onderstaande tabel wordt inzicht gegeven in de verschillende onderdelen binnen begrotingsartikel 3 over 2015. Het begrotingsartikel bestaat uit een personele en een materiële component.

Raming over 2015 (bedragen x € 1.000)
 

2015

Doorbelaste personele uitgaven

3.819

Doorbelaste materiële uitgaven

1.781

Totaal

5.600

w.v. RVD

1.488

w.v. Militaire Huis

1.774

w.v. Kabinet van de Koning

2.338

De personele en materiële uitgaven van de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) hebben betrekking op de communicatie over en de begeleiding van publieke optredens van Koning Willem-Alexander, Koningin Máxima en Prinses Beatrix. Bij de communicatie over deze, en eventueel overige, leden van het Koninklijk Huis wordt zorg gedragen voor een goed evenwicht tussen tijdige en feitelijke voorlichting enerzijds en bescherming van de persoonlijke levenssfeer anderzijds. De personeelsinzet voor de uitvoering van deze activiteiten bedraagt 11,5 fte.

Het Militaire Huis is een integraal onderdeel van de Dienst van het Koninklijk Huis en is belast met het (mede) organiseren van evenementen voor en begeleiding van de Koning en de leden van het Koninklijk Huis. Ook onderhoudt het Militaire Huis de niet-politieke contacten tussen het Koninklijk Huis en het Ministerie van Defensie en is het verantwoordelijk voor het militaire ceremonieel aan het hof. De geraamde personele inzet voor 2015 betreft 15 fte.

Het Kabinet van de Koning heeft tot taak de Koning ten behoeve van de uitoefening van diens constitutionele taken te ondersteunen inzake:

  • a. het verkeer tussen de Koning en de overige leden van de regering;

  • b. contacten met andere organen van de overheid, ontvangsten, bezoeken en overige toegang tot de Koning;

  • c. verzoekschriften aan de Koning;

  • d. de zorg voor het registreren, bewaren en overdragen van wetten, koninklijke besluiten en andere staatsstukken.

De personele inzet voor de uitvoering van deze taken bedraagt 25,5 fte.

Licence