Algemene doelstelling
Het beschermen van jeugdigen die in hun ontwikkeling worden bedreigd in de opvoed- en leefsituatie en het realiseren van een effectieve aanpak van jeugdcriminaliteit en geweld in huiselijke kring.
Jeugdbescherming en jeugdreclassering7
Rol en verantwoordelijkheid
Per 1 januari 2015 wordt de uitvoering en financiering van de jeugdbescherming en de jeugdreclassering gedecentraliseerd naar de gemeenten. De Minister van Veiligheid en Justitie behoudt na de decentralisatie een regisserende rol. De Minister heeft een uitvoerende rol voor Halt, de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) en Justitiële Jeugdinrichtingen (JJI).
Jeugdsancties en preventie8
De Minister heeft op het gebied van jeugdsancties en preventie verschillende rollen:
-
– Een uitvoerende rol: de Minister beschikt over financiële en inhoudelijke voorwaarden op basis waarvan Halt, de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) en de sector Justitiële Jeugdinrichtingen (JJI) van DJI hun werkzaamheden uitvoeren in de strafrechtketen. De Minister is verantwoordelijk voor de beschikbaarheid van voldoende middelen (capaciteit, kwaliteit, tijdigheid) voor de tenuitvoerlegging van de sancties. Sturing geschiedt door middel van regelgeving, kaderstelling en financiering.
-
– Een regisserende rol: de Minister is verantwoordelijk voor het stelsel waarmee door middel van een effectieve aanpak jeugdcriminaliteit voorkomen wordt. De Minister heeft de regie op en een samenwerkingsrelatie met de gemeenten/steden, brancheorganisaties en de VNG betreffende de aanpak van jeugdcriminaliteit. Sturing geschiedt door middel van regelgeving, kaderstelling en financiering. De financiële middelen voor de uitvoering van de jeugdreclassering zijn overgeheveld naar de integratie-uitkering sociaal domein (onderdeel van het gemeentefonds).
Adoptie9
-
– De Minister heeft een regisserende rol op het gebied van adoptie. De Minister is verantwoordelijk voor interlandelijke adoptie en heeft in deze ook een sturingsverantwoordelijkheid ten aanzien van de Raad voor de Kinderbescherming en de vergunninghouders.
Decentralisatie Jeugdzorg
Beleidswijzigingen
In het Regeerakkoord is besloten tot het decentraliseren van jeugdbescherming en jeugdreclassering naar gemeenten. Deze decentralisatie gaat in per 1 januari 2015. (TK 31 893, nr. 290). Doelstelling van deze stelselherziening is dat door vroegtijdig ingrijpen het aantal justitiële maatregelen afneemt en dat de ketensamenwerking tussen betrokken partijen in de zorg- en veiligheidsketen verder wordt geoptimaliseerd. Tevens wordt een efficiencywinst van in totaal € 37 mln. gerealiseerd vanaf 2017; € 31 mln. voor de jeugdbescherming en € 6 mln. voor de jeugdreclassering.
Kinderbeschermingswetgeving
Met ingang van 1 januari 2015 treedt de herziene kinderbeschermingswetgeving in werking. Uitgangspunt van de herziene bepalingen is het centraal stellen van het kind; het belang van het kind is steeds de eerste afweging. Ouders worden bij de uitvoering van een onder toezicht stelling (ots) eerst in de gelegenheid gesteld om zo mogelijk met hun netwerk een plan van aanpak op te stellen (netwerkberaad/familiegroepsplan). Hiermee wordt gehoor gegeven aan de motie Ypma/Voordewind (TK 31 839, nr. 363). Er wordt één gezagsbeëindigende maatregel geïntroduceerd en het gezag van de ouders kan gedeeltelijk worden overgeheveld naar een gecertificeerde instelling als dit voor de uitvoering van een ots noodzakelijk is. Er komt bovendien een rechterlijke toets voor het beëindigen van de plaatsing van een minderjarige die langer dan één jaar in een pleeggezin heeft verbleven.
2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 821.589 | 728.207 | 372.566 | 349.245 | 327.793 | 325.156 | 325.722 | |
35.1 | Apparaatsuitgaven Raad voor de Kinderbescherming | |||||||
Personeel | 138.152 | 136.838 | 134.177 | 130.836 | 126.179 | 123.744 | 123.744 | |
waarvan eigen personeel | 130.578 | 129.956 | 127.338 | 124.184 | 119.786 | 117.493 | 117.493 | |
waarvan externe inhuur | 6.363 | 5.604 | 5.569 | 5.417 | 5.206 | 5.090 | 5.090 | |
Materieel | 40.921 | 32.348 | 32.744 | 31.648 | 30.259 | 29.571 | 29.571 | |
waarvan ICT | 6.618 | 5.675 | 6.364 | 6.191 | 5.949 | 5.829 | 5.829 | |
waarvan SSO's | 17.460 | 16.012 | 15.910 | 15.477 | 14.873 | 14.590 | 14.590 | |
Programma-uitgaven | 661.291 | 559.021 | 205.645 | 186.761 | 171.355 | 171.841 | 172.407 | |
Waarvan juridisch verplicht | 99,45% | |||||||
35.2 | Uitvoering jeugdbescherming en voogdij AMV's | |||||||
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | ||||||||
Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdrage (LBIO) | 4.066 | 4.518 | 2.772 | 2.670 | 2.542 | 2.492 | 2.492 | |
NIDOS – opvang | 25.501 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan medeoverheden | ||||||||
Bureaus jeugdzorg – jeugdbescherming | 302.406 | 281.766 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
BES Voogdijraad | 0 | 1.218 | 1.248 | 1.480 | 1.480 | 1.480 | 1.480 | |
Subsidies | ||||||||
Jeugdbescherming | 3.812 | 6.054 | 4.893 | 4.873 | 2.706 | 2.838 | 2.838 | |
Opdrachten | ||||||||
Jeugdbescherming – Regeling tegemoetkoming adoptiekosten | 1.576 | 500 | 900 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Stelsel Jeugdzorg | 192 | 2.100 | 100 | 418 | 526 | 1.285 | 1.285 | |
Bestrijding huiselijke geweld en kindermisbruik | 2.003 | 44 | 277 | 271 | 321 | 317 | 317 | |
35.3 | Tenuitvoerlegging justitiële sancties jeugd | |||||||
Bijdrage Agentschappen | ||||||||
DJI – jeugd | 241.199 | 165.020 | 160.998 | 142.896 | 131.912 | 131.898 | 132.464 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | ||||||||
Halt | 13.542 | 12.430 | 11.723 | 11.407 | 10.893 | 10.691 | 10.691 | |
Bijdrage aan medeoverheden | ||||||||
Bureaus jeugdzorg – jeugdreclassering | 65.133 | 66.464 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Opdrachten | ||||||||
Risicojeugd & jeugdgroepen | 0 | 4.451 | 4.020 | 4.020 | 1.993 | 1.993 | 1.993 | |
Projecten jeugd straf | 1.410 | 10.756 | 14.914 | 14.826 | 15.082 | 14.947 | 14.947 | |
Veiligheidshuizen | 451 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Taakstraffen/erkende gedragsinterventies1 | 0 | 3.700 | 3.800 | 3.900 | 3.900 | 3.900 | 3.900 | |
Ontvangsten | 13.082 | 4.678 | 1.487 | 1.487 | 1.487 | 1.487 | 1.487 |
Budgetflexibiliteit
Het juridisch verplichte deel van het budget op dit beleidsartikel bestaat onder andere uit structurele subsidierelaties (bv. Halt, Nidos en LBIO) en de bijdrage aan DJI. Het niet-juridisch verplicht deel betreft uitgaven aangaande ondersteuning primair processen t.a.v. tolken & vertalers, vergaderlocaties, catering e.d. En een deel van het budget op dit beleidsartikel is gereserveerd voor onder andere nog te starten projecten binnen de jeugdbescherming en jeugdsancties en -preventie en de aanpak van jeugdcriminaliteit en jeugdgroepen.
35.1 Apparaatsuitgaven Raad voor de Kinderbescherming
Toelichting op de instrumenten
De Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) heeft de taak om kinderen te beschermen indien de ontwikkeling van het kind in gevaar komt. De RvdK heeft een taak op terrein van bescherming, gezag en omgang, straf en adoptie. De meerjarige daling van de apparaatsuitgaven van de RvdK wordt grotendeels verklaard door het aandeel van de RvdK in de Rijksbrede efficiencytaakstelling uit het Regeerakkoord. Het aandeel van de RvdK in deze taakstelling is € 14,6 mln. structureel. De voorgenomen meerjarige productie van de Raad is weergegeven in onderstaande tabel.
Raad voor de Kinderbescherming | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 |
---|---|---|---|---|---|---|
Coördinatie taakstraffen | 11.100 | 10.276 | 10.076 | 9.095 | 8.895 | 8.895 |
Strafonderzoek 2A | 14.628 | 14.628 | 14.105 | 14.105 | 14.105 | 14.105 |
Strafonderzoek 2B | 8.135 | 7.403 | 7.220 | 7.220 | 7.220 | 7.220 |
Onderzoeken schoolverzuim | 4.700 | 4.700 | 4.700 | 4.700 | 4.700 | 4.700 |
Strafonderzoek GBM | 170 | 170 | 170 | 170 | 170 | 170 |
Aantal beschermingszaken | 18.209 | 17.622 | 16.840 | 16.253 | 16.253 | 16.253 |
RvdK Adoptiegerelateerde zaken | 2.500 | 2.500 | 2.500 | 2.500 | 2.500 | 2.500 |
Aantal gezag en omgangszaken | 4.900 | 4.900 | 4.900 | 4.900 | 4.900 | 4.900 |
Bron: Prognose model Justitiële ketens 2014
35.2 Uitvoering Jeugdbescherming
Bijdrage aan ZBO’s en RWT’s
Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdrage (LBIO)
Het LBIO verricht in opdracht van de Ministers van VenJ en VWS wettelijke taken op het gebied van onderhoudsbijdragen (inning kinder- en partneralimentatie en inning internationale alimentatie).
Prognoses | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | ||
Aantallen producten1 | |||||||
Alimentatie | 45.220 | 44.900 | 42.176 | 42.190 | 40.290 | 39.870 | |
Internationale alimentatie | 3.750 | 3.910 | 4.040 | 4.050 | 3.940 | 3.955 | |
Ouderbijdragen | 171.500 | 02 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Kosten per geïnde euro | |||||||
Alimentatie | € 0,05 | € 0,05 | € 0,05 | € 0,06 | € 0,07 | € 0,07 | |
Internationale alimentatie | € 0,20 | € 0,20 | € 0,21 | € 0,21 | € 0,21 | € 0,21 | |
Ouderbijdragen | € 0,20 | – | – | – | – | – |
Bronnen: Jaarplan LBIO 2014 en Meerjarenplan LBIO 2015–2019
Het betreft hier de cijfers over de inning van alimentatie. Uit efficiencyoverwegingen bekijkt en selecteert een interventieteam zaken, zodat betalingen mogelijk nog vrijwillig tot stand komen en het LBIO niet tot inning hoeft over te gaan. Het streven is het aantal inningszaken de komende jaren te doen laten dalen. Het aantal inningszaken zegt niets over het aantal inningsverzoeken. Door de economische crisis stijgt het aantal kinder- en partneralimentatieverzoeken.
Bijdrage aan medeoverheden
Bureaus jeugdzorg (BJZ) – jeugdbescherming
In het kader van de stelselwijziging jeugdzorg wordt de jeugdbescherming en de jeugdreclassering (zie 35.2) gedecentraliseerd naar de gemeenten. De budgetten voor 2015 en verder zijn overgeheveld naar het gemeentefonds. Jeugdbescherming en Jeugdreclassering zullen door gecertificeerde instellingen worden aangeboden.
Bij de presentatie van het Financieel jaarverslag 2013 was het niet mogelijk om de realisaties van de productiegegevens van de jeugdbescherming te presenteren. Zoals is toegezegd in het jaarverslag 2013, treft u onderstaand een overzicht aan van de gerealiseerde productiegegevens over 2013. Een stijging zit in het aantal voogdijmaatregelen. Deze stijging wordt zowel bepaald door de stijging van het aantal cliënten dat na ots een voogdijmaatregel krijgt opgelegd, als door het aantal cliënten dat direct een verderstrekkende maatregel krijgt opgelegd. In opdracht van het WODC wordt onderzoek gedaan naar de nieuwe methode voogdij. In dit onderzoek wordt tevens getracht de stijging van de voogdijmaatregelen nader te duiden. Het onderzoek is eind 2014 gereed.
Bron: accountant gecontroleerde 12-maandsgemiddelde
BES voogdijraad
De BES voogdijraad heeft civielrechtelijke en strafrechtelijke taken. De voogdijraad is, naast de civiele onderzoeks- en rekestrerende taak, bezig met het opzetten en ontwikkelen van taakstraffen en sinds juni 2010 met de uitvoering van jeugdreclassering. Daarnaast heeft de voogdijraad nog een financiële taak: bemiddeling, inning en uitbetaling van kinderalimentatie. Op deze post staan tevens de incidentele uitgaven voor de uitvoering van de jeugdbescherming op de BES-eilanden en de projectmiddelen voor huiselijk geweld en veiligheidshuizen (€ 0,1 mln. in 2015).
Subsidies
Jeugdbescherming
De Minister subsidieert meerdere organisaties en initiatieven die betrekking hebben op de jeugdbescherming. Onder deze post vallen diverse kleinere subsidies zoals centrum Internationale Kinderontvoering (IKO) en Stichting Adoptievoorzieningen (SAV), vertaalkosten IKO en internationale contributies maar ook de regeling betreffende schadevergoeding als gevolg van seksueel misbruik. De regeling is sinds december 2012 van kracht en het einde van de looptijd van de regeling is destijds bepaald op 1 januari 2016 waarbij de laatste schadevergoedingen in 2016 plaatsvinden.
Opdrachten
Regeling tegemoetkoming adoptiekosten
De regeling tegemoetkoming adoptiekosten strekt tot het verstrekken van een vergoeding van € 3.700,– voor buitenlandse kinderen waarvan de adoptie is afgerond in de periode 2009 tot en met 2012. De periode waarin een aanvraag voor een vergoeding kan worden ingediend loopt tot 1 januari 2016.
Stelsel jeugdzorg
Het gaat hier om middelen voor onderzoek en stimulering in het nieuwe jeugdstelsel.
Bestrijding huiselijk geweld en kindermisbruik
Huiselijk geweld, kindermishandeling en seksueel misbruik zijn belangrijke problemen in Nederland. Dit geldt in het bijzonder voor minderjarige slachtoffers. Doordat het geweld veelal achter gesloten deuren plaatsvindt, is een belangrijke doelstelling het vergroten van de zichtbaarheid van de problematiek. Bestrijding omvat vele aspecten: preventie, hulpverlening, jeugdbescherming, huisverbod en het strafrecht.
35.3 Tenuitvoerlegging justitiële sancties jeugd
Bijdragen Agentschappen
DJI-Jeugd
DJI zorgt voor de tenuitvoerlegging van straffen en vrijheidsbenemende maatregelen, die na een beslissing van een rechter zijn opgelegd. Voor jeugdigen vindt deze tenuitvoerlegging plaats in een justitiële jeugdinrichting (JJI). De trend dat de jeugdcriminaliteit daalt in Nederland lijkt zich voort te zetten. Deze positieve ontwikkeling werkt door in de capaciteitsbehoefte. De dalende capaciteitsbehoefte heeft gevolgen voor de operationele capaciteit en voor de bezetting in de JJI’s. JJI’s worden dan te klein en dit heeft negatieve gevolgen heeft voor de kwaliteit van de behandeling en begeleiding in de JJI’s. Om deze kwaliteit van de behandeling, de gedragsinterventies en het onderwijs in JJI’s te handhaven is besloten tot het sluiten van een aantal JJI’s.
In het masterplan DJI (TK 24 587, nr. 535) is reeds aangekondigd dat in 2015 de samenvoeging van de drie Rijks Justitiële Inrichtingen (JJI) wordt gerealiseerd en wordt voorzien in de sluiting en afstoot van de 4e Rijksinrichting «De Heuvelrug-Eikenstein» per 1 januari 2017. Daarnaast wordt ook de JJI Amsterbaken buiten gebruik gesteld en afgestoten per 1 januari 2016 (TK 24 587, nr. 580). Hiermee resteert een operationele capaciteit van 520 plaatsen vanaf 2017. In 2015 zijn er 650 plaatsen direct inzetbare capaciteit in de justitiële jeugdinrichtingen (particulier en rijk) en 127 plaatsen reservecapaciteit. De gemiddelde kostprijs is € 606. Meer informatie over de productiegegevens JJI is vermeld in de agentschapsparagraaf van DJI.
Realisatie | Prognoses | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | ||
Percentage jeugdigen waarvoor binnen 3 weken na instroom JJI eerste perspectiefplan gereed is | 75% | 62% | 80% | 85% | 90% | 95% | 95% | |
Percentage jeugdigen dat bij uitstroom JJI beschikt over dagbesteding | 85% | 90% | 90% | 90% | 90% | 90% | 90% | |
Percentage jeugdigen dat bij uitstroom JJI beschikt over een woonplek | 90% | 97% | 92% | 92% | 92% | 92% | 92% |
Bronnen: Viermaandsrapportage DJI.
Bijdragen aan ZBO’s en RWT’s
Halt
Halt is als RWT verantwoordelijk voor de uitvoering van de Halt-afdoening. Naast activiteiten voert Halt ook preventieve activiteiten uit. Voor preventieve activiteiten zoekt Halt zelf financiering (voor een groot deel bij gemeenten, daarnaast incidentele bijdragen van provincies of andere fondsen). Het aantal Halt-afdoeningen is voor 2015 geraamd op 18.500. De kostprijs van een Halt-afdoening is circa € 590 euro. Bij de budgettaire opgave 2013 voor de VenJ-begroting (TK 33 400 VI, nr. 106) is besloten tot een taakstelling op de bijdrage Halt oplopend tot € 1,1 mln. structureel in 2018.
Bijdrage aan medeoverheden
BJZ – Jeugdreclassering (JR)
In het kader van de stelselwijziging jeugdzorg wordt de jeugdreclassering gedecentraliseerd naar de gemeenten. De budgetten voor 2015 en verder zijn overgeheveld naar het gemeentefonds.
Bij de presentatie van het Financieel jaarverslag 2013 was het niet mogelijk om de realisaties van de productiegegevens van de jeugdreclasering te presenteren. Zoals is toegezegd in het jaarverslag 2013, treft u onderstaand een overzicht aan van de gerealiseerde productiegegevens over 2013. De realisatie van productie jeugdreclassering laat een afnemende ontwikkeling zien. Dit ligt in lijn met de dalende trend van jeugdcriminaliteit.
Bron: door accountant gecontroleerde 12-maandsgemiddelde
Opdrachten
Programma Risicojeugd & Jeugdgroepen
Het programma Risicojeugd en Jeugdgroepen is een doorstart van het in 2014 afgeronde programma Jeugdcriminaliteit en Jeugdgroepen. De reeds opgeleverde projectresultaten zijn waar nodig per 1 juli 2014 geborgd in de staande organisatie. De aanpak van de jeugdgroepen zal tot aan het einde van de kabinetsperiode gecontinueerd worden binnen het programma. Gewerkt wordt aan het voorstel voor de nieuwe opdracht. Conform de opdracht in het Regeerakkoord zal het nieuwe programma lopen tot aan het einde van deze kabinetsperiode.
Jeugdstraf
Het gaat hier om diverse middelen voor onder meer erkende interventies, onderzoek en slachtoffers.
Taakstraffen/erkende gedragsinterventies
In het kader van het coördineren van taakstraffen zet de Raad voor de Kinderbescherming in de markt opdrachten erkende gedragsinterventies uit voor passende interventies voor de betrokken jeugdigen.