De komende jaren geeft de Rechtspraak uitvoering aan de Agenda van de Rechtspraak 2015–2020. Belangrijke punten zijn investeringen in de modernisering van de behandeling van zaken door digitalisering van de procedure en investeringen in handhaving en versterking van de kwaliteit van het rechterlijke werk, in het bijzonder door het verder ontwikkelen van en werken met professionele standaarden.
Programma KEI
Met het programma Kwaliteit en Innovatie (KEI) moderniseert de Rechtspraak de behandeling van zaken door digitalisering en vereenvoudiging van procedures. KEI is noodzakelijk voor een snelle en toegankelijke rechtspraak, passend bij deze tijd. KEI levert een moderne rechtspraak op, draagt zorg voor een stijging van de kwaliteit en levert als beoogd neveneffect efficiencywinst.
Een gedegen invoering van KEI vergt de komende jaren nog een forse investering.
De ramingen in de businesscase KEI worden periodiek herijkt op grond van de voortgang van de benodigde wetgeving en van de daarop gebaseerde implementatie. Zowel voor de wetgeving als voor de implementatie wordt op dit moment gekeken naar scenario’s die afwijken van de huidige businesscase KEI. In de tweede helft van 2016 is naar verwachting een nieuwe herijking van de businesscase KEI beschikbaar waarin de implicaties van de voortgang worden meegenomen
Het uitvoeren van het programma KEI vergt de komende jaren veel van de medewerkers van de Rechtspraak. Door KEI zal naar verwachting circa 40 procent van de administratieve functies binnen de griffies en ongeveer 7 procent van de functies van juridisch medewerkers vervallen. Dit betreft circa 950 fte. Een groot aantal medewerkers zal zodoende in een mobiliteitstraject terecht komen conform het geldende flankerend beleid.
Professionele standaarden
De professionele standaarden zijn een weerslag van het onder rechters collectief gevoelde en nagestreefde vakmanschap en vormen de grondslag voor zowel de kwaliteit van moderne rechtspraak als de transparantie naar de samenleving. De standaarden beogen ook balans te brengen tussen management en professionals, door de regie meer bij de rechter te leggen en normen te stellen voor een werklast die toelaat dat onder alle omstandigheden kwaliteit geboden kan worden.
De ontwikkeling van professionele standaarden gebeurt door de rechters en raadsheren zelf. Daarmee is bewaking en bevordering van vakinhoudelijke kwaliteit in belangrijke mate in handen van de individuele rechter. De professionele standaarden zijn niet in beton gegoten. De huidige professionele standaarden zijn slechts een begin van een voortdurend proces dat gericht is op het ontwikkelen en toepassen van een door rechters gedeeld beeld van kwalitatief goede rechtspraak.
Huisvesting
Er zijn op dit moment veel ontwikkelingen gaande rond het huisvestingsdossier van de rechtspraak. De effecten van het nieuwe huisvestingsstelsel zijn aanzienlijk en nog niet volledig uitgekristalliseerd. Kabinetsbesluitvorming over een wijziging van de financiering van het Rijksvastgoedbedrijf is inmiddels nagenoeg afgerond met de nodige gevolgen voor de gebruikersvergoeding vanaf 2017.
Het locatiebeleid van de Rechtspraak krijgt als gevolg van de motie Oskam c.s. een ander karakter: de handhaving van de huidige zaakspakketten in de zeven zittingsplaatsen zoals bedoeld in de voornoemde motie is voor de Rechtspraak een gegeven.
Leegstand wordt teruggedrongen, waarbij wordt geanticipeerd op verdere vermindering van de behoefte aan kantoorruimte als gevolg van de introductie van plaats- en tijdonafhankelijk werken en de digitalisering in het kader van het programma KEI.
Realisatie | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
Baten | |||||||
Bijdrage Ministerie van VenJ | 1.003.442 | 1.006.715 | 949.987 | 917.585 | 895.941 | 907.844 | 914.744 |
Overige bijdrage van Ministerie van VenJ | 24.229 | 24.000 | 24.000 | 24.000 | 24.000 | 24.000 | 24.000 |
Overige opbrengsten | 8.368 | 8.300 | 8.300 | 8.300 | 8.300 | 8.300 | 8.300 |
Rentebaten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
bijdrage meer/minder werk | – 25.380 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 1.010.659 | 1.039.015 | 982.287 | 949.885 | 928.241 | 940.144 | 947.044 |
Lasten | |||||||
Personele kosten | 759.935 | 798.193 | 734.257 | 707.612 | 689.546 | 697.534 | 701.550 |
Materiele kosten | 220.298 | 231.389 | 212.854 | 205.130 | 199.893 | 202.208 | 203.373 |
Afschrijvingskosten | 24.863 | 28.289 | 29.704 | 31.189 | 32.748 | 34.386 | 36.105 |
Rentekosten | 1.726 | 1.676 | 1.676 | 2.028 | 1.992 | 1.955 | 1.955 |
Gerechtskosten | 3.054 | 3.733 | 3.796 | 3.926 | 4.062 | 4.062 | 4.062 |
Totale lasten | 1.009.876 | 1.063.280 | 982.287 | 949.885 | 928.241 | 940.144 | 947.044 |
Resultaat | 783 | – 24.265 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Baten
Bijdrage Ministerie van Veiligheid en Justitie
De bijdrage bestaat uit een productiegerelateerde bijdrage, een bijdrage voor gerechtskosten en een bijdrage voor overige taken. Daarnaast bevat de bijdrage middelen voor taken die niet voortvloeien uit de Wet op de rechterlijke organisatie zoals tuchtrecht en de commissies van toezicht voor het gevangeniswezen.
Overige bijdragen van het Ministerie van VenJ en overige opbrengsten
Deze posten betreffen bijdragen van het Openbaar Ministerie voor Spirit en SSR en bijdragen aan de Rechtspraak van andere departementen.
Bijdrage meer- en minderwerk
De bijdrage meer- en minderwerk (egalisatierekening van de Rechtspraak) betreft het saldo van meer- en minder- productie ten opzichte van de productie zoals wordt gefinancierd door de Minister van Veiligheid en Justitie. Het meer- en minderwerk wordt afgerekend tegen 70% van de afgesproken productgroepprijzen. De instroomontwikkelingen blijken mede als gevolg van de economische crisis uiterst moeilijk voorspelbaar. Deze onzekerheid, heeft ertoe geleid dat de uit de VenJ-begroting gefinancierde productie na 2017 lager is dan de nu geraamde capaciteitsbehoeften volgens het Prognosemodel Justitiële Ketens. De Rechtspraak wil al wat mogelijk is doen door eigen middelen (egalisatierekening en eigen vermogen) in te zetten.
Lasten
Personele kosten
Ten opzichte van 2016 zullen de personele kosten vanaf 2017 afnemen als gevolg van het programma KEI omdat de Rechtspraak een hogere instroom zal verwerken.
Materiële kosten
De materiële kosten nemen evenredig toe met de personele kosten. De wijzigingen in het huisvestingsstelsel leiden op termijn tot lagere kosten.
materiële vaste activa | afschrijvingstermijn |
---|---|
Hard- en software | 3 jaar |
Vervoersmiddelen, inventaris, meubilair kort en kantoormachines | 5 jaar |
Audio- en visuele middelen en stoffering | 8 jaar |
Verbouwingen, installaties, bekabeling en meubilair lang | 10 jaar |
De afschrijvingskosten van de Rechtspraak zijn berekend door de totale afschrijvingskosten op de activa in een jaar te verminderen met de verwachte vrijval in dat jaar van de balanspost «Vooruitontvangen bedragen OM». De post «Vooruitontvangen bedragen OM» betreft de eerder door het OM verstrekte bijdrage in de aanschaf van activa die gemeenschappelijk worden gebruikt door OM én ZM. Met deze bijdrage in de aanschaf heeft het OM destijds zijn deel van de afschrijvingskosten voldaan. In 2015 bedroeg de bijdrage van het OM € 560.000, in 2016 is dit naar verwachting € 524.000, in 2017 naar verwachting € 393.000 en in 2018–2021 zal deze gemiddeld € 275.000 per jaar bedragen
Rentekosten
Voor de financiering van materiële vaste activa sluit de Rechtspraak leningen af bij het Ministerie van Financiën. Voor de berekening van deze kosten wordt rekening gehouden met de door Financiën afgegeven rentepercentages. Dit rentepercentage bedraagt gemiddeld 0,3%.
Gerechtskosten
Het gaat hier om de kosten die het gerecht in civiele- en bestuurszaken maakt gedurende of als gevolg van een aan de rechter voorgelegde zaak zoals advertentiekosten bij faillissementen, tolken en vertalers en deskundigen.
Bijdrage Ministerie van Veiligheid en Justitie
In de onderstaande tabel is de bijdrage van het Ministerie van Veiligheid en Justitie gespecificeerd.
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Productiegerelateerde bijdrage | 962.214 | 905.433 | 872.892 | 851.108 | 863.014 | 869.914 |
Bijdrage voor gerechtskosten | 3.733 | 3.796 | 3.926 | 4.062 | 4.062 | 4.062 |
Bijdrage voor overige uitgaven | ||||||
Bijzondere kamers rechtspraak | 8.039 | 8.037 | 8.039 | 8.039 | 8.039 | 8.039 |
College van Beroep v/h bedrijfsleven | 6.450 | 6.448 | 6.449 | 6.450 | 6.450 | 6.450 |
Megazaken | 17.285 | 17.281 | 17.285 | 17.287 | 17.285 | 17.285 |
Bijdrage Niet-BFR 2005 taken | ||||||
Tuchtrecht | 2.803 | 2.803 | 2.804 | 2.804 | 2.804 | 2.804 |
Cie. van toezicht | 6.141 | 6.139 | 6.140 | 6.141 | 6.140 | 6.140 |
Overige | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 |
Bijdrage VenJ begroting 2017 | 1.006.715 | 949.987 | 917.585 | 895.941 | 907.844 | 914.744 |
De productiegerelateerde bijdrage is het meest omvangrijke deel van de bijdrage van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Deze bijdrage komt tot stand door de productieafspraken tussen Raad en Minister te vermenigvuldigen met de afgesproken prijzen. In onderstaande tabel zijn de gefinancierde productieaantallen opgenomen.
Realisatie | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
Totaal | 1.697.291 | 1.789.242 | 1.665.725 | 1.650.933 | 1.660.033 | 1.692.077 | 1.738.705 |
Gerechtshoven | |||||||
Civiel | 13.557 | 14.413 | 14.952 | 15.013 | 14.757 | 14.769 | 14.908 |
Straf | 35.204 | 36.723 | 36.623 | 36.551 | 36.517 | 36.547 | 36.644 |
Belasting | 4.901 | 5.387 | 4.671 | 4.487 | 4.398 | 4.382 | 4.403 |
Rechtbanken | |||||||
Civiel | 287.639 | 294.458 | 279.013 | 267.933 | 260.504 | 256.863 | 254.656 |
Straf | 184.117 | 178.235 | 178.164 | 177.711 | 177.248 | 176.754 | 176.344 |
Bestuur (excl. Vreemdelingenkamers) | 51.578 | 52.047 | 49.631 | 46.200 | 44.982 | 44.877 | 45.359 |
Bestuur (Vreemdelingenkamers) | 25.380 | 39.310 | 43.520 | 43.520 | 43.520 | 43.520 | 43.520 |
Kanton | 1.061.520 | 1.133.573 | 1.027.858 | 1.029.310 | 1.048.416 | 1.084.546 | 1.132.693 |
Belasting | 25.371 | 26.627 | 23.091 | 22.522 | 22.271 | 22.393 | 22.702 |
Bijzondere colleges | |||||||
Centrale Raad van Beroep | 8.024 | 8.469 | 8.203 | 7.687 | 7.419 | 7.426 | 7.476 |
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Eigen vermogen per 1–1 | 23.482 | 24.265 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Resultaat | 783 | – 24.265 | |||||
Eigen vermogen per 31–12 | 24.265 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
In 2016 moet de Rechtspraak extra kosten maken voor de ontwikkeling en implementatie van het programma Kwaliteit en Innovatie. Hierdoor wordt door de Raad een negatief resultaat van de Rechtspraak voorzien voor 2016. Nu het wetsvoorstel KEI onlangs door de Eerste Kamer is aangenomen betekent dit dat de reorganisatie in het kader van KEI in gang gezet kan worden en dat als gevolg van die reorganisatie op basis van verslaggevingsvereisten in 2016 een voorziening getroffen zal moeten worden. Wat dit exact in bedragen betekent voor de omvang van het eigen vermogen zal pas na 31 december 2016 bij het opmaken van de Rekening 2016 bekend zijn.
Doorlooptijden
In onderstaande tabel wordt de realisatie weergegeven ten opzichte van de norm.
realisatie | |||||
---|---|---|---|---|---|
Civiel- handelszaken rechtbanken | Norm | 2013 | 2014 | 2015 | |
Handelszaken met verweer – norm 1 | 90% | ≤ 2 jaar | 81% | 86% | 87% |
Handelszaken met verweer – norm 2 | 70% | ≤ 1 jaar | 55% | 60% | 62% |
Handelszaken zonder verweer (verstek) | 90% | ≤ 6 wkn. | 77% | 79% | 84% |
Beëindigde faillissementen | 90% | ≤ 3 jaar | 81% | 79% | 77% |
Handelsrekesten (vooral insolventie) | 90% | ≤ 3 mnd. | 81% | 83% | 80% |
Kort gedingen/vovo's (inclusief familierecht) | 95% | ≤ 3 mnd. | 93% | 92% | 92% |
Civiel- familiezaken rechtbanken | |||||
Scheidingszaken totaal (exclusief vovo's) | 95% | ≤ 1 jaar | 94% | 93% | 93% |
– waarvan op gemeenschappelijk verzoek | 95% | ≤ 2 mnd. | 90% | 90% | 92% |
Alimentatiezaken, bijstandsverhaal | 90% | ≤ 1 jaar | 93% | 92% | 92% |
Omgang- en gezagzaken | 85% | ≤ 1 jaar | 83% | 83% | 87% |
Jeugdbeschermingszaken kinderrechter | 90% | ≤ 3 mnd. | 90% | 90% | 89% |
– waarvan eerste verzoeken tot OTS | 80% | ≤ 3 wkn. | 72% | 71% | 68% |
Bestuursrechtelijke zaken rechtbanken | |||||
Reguliere bestuurszaken, bodemzaken – norm 1 | 90% | ≤ 1 jaar | 84% | 85% | 82% |
Reguliere bestuurszaken, bodemzaken – norm 2 | 70% | ≤ 9 mnd. | 68% | 70% | 68% |
Voorlopige voorzieningen bestuur regulier | 90% | ≤ 3 mnd. | 95% | 95% | 95% |
Vreemdelingenzaken, bodemzaken | 90% | ≤ 9 mnd. | 81% | 88% | 84% |
Belastingzaken lokaal, bodemzaken | 90% | ≤ 9 mnd. | 62% | 62% | 55% |
Rijksbelastingzaken, bodemzaken – norm 1 | 90% | ≤ 18 mnd. | 86% | 76% | 74% |
Rijksbelastingzaken, bodemzaken – norm 2 | 70% | ≤ 1 jaar | 67% | 60% | 59% |
Kantonzaken | |||||
Handelszaken met verweer – norm 1 | 90% | ≤ 1 jaar | 94% | 95% | 94% |
Handelszaken met verweer – norm 2 | 75% | ≤ 6 mnd. | 75% | 77% | 76% |
Arbeidsontbindingen op tegenspraak | 95% | ≤ 3 mnd. | 96% | 95% | 94% |
Handelsrekesten, niet-arbeidszaken1) | 95% | ≤ 6 mnd. | 87% | 86% | 83% |
Handelszaken zonder verweer (verstek) | 90% | ≤ 6 wkn. | 97% | 98% | 98% |
Geregelde arbeidsontbindingen1) | 90% | ≤ 15 dgn. | 79% | 87% | 83% |
Kort gedingen/vovo's | 95% | ≤ 3 mnd. | 97% | 97% | 96% |
Overtredingszaken | 85% | ≤ 1 mnd. | 86% | 87% | 89% |
Mulderzaken | 80% | ≤ 3 mnd. | 66% | 63% | 58% |
Strafzaken rechtbanken | |||||
Strafzaken MK (= meervoudig behandeld) | 90% | ≤ 6 mnd. | 78% | 81% | 81% |
Politierechterzaken (incl. economische) | 90% | ≤ 5 wkn. | 87% | 87% | 87% |
Strafzaken bij de kinderrechter (enkelvoudig) | 85% | ≤ 5 wkn. | 77% | 83% | 81% |
Raadkamerzaken m.b.t. voorlopige hechtenis | 100% | ≤ 2 wkn. | 99% | 99% | 99% |
Raadkamerzaken niet voorlopige hechtenis | 85% | ≤ 4 mnd. | 72% | 78% | 76% |
Uitwerken strafzaken (EK+MK) ivm hoger beroep, jeugd | 100% | ≤ 4 wkn. | |||
Uitwerken strafzaken (EK+MK) ivm hoger beroep, niet jeugd | 100% | ≤ 16 wkn. | |||
– waarvan gedetineerdenzaken | 100% | ≤ 3 mnd. | |||
Civiel – handelszaken hoven | Norm | 2013 | 2014 | 2015 | |
Handelszaken dagvaardingen – norm 1 | 90% | ≤ 2 jaar | 80% | 80% | 81% |
Handelszaken dagvaardingen – norm 2 | 70% | ≤ 1 jaar | 46% | 47% | 48% |
Insolventierekesten | 90% | ≤ 2 mnd. | 31% | 52% | 65% |
Handelsrekesten, niet insolventie | 90% | ≤ 6 mnd. | 52% | 44% | 46% |
Civiel – familiezaken hoven | |||||
Familierekesten | 90% | ≤ 1 jaar | 91% | 92% | 90% |
– waarvan Jeugdbeschermingszaken | 90% | ≤ 4 mnd. | 85% | 83% | 85% |
Belastingzaken hoven | |||||
Belastingzaken – norm 1 | 90% | ≤ 18 mnd. | 76% | 75% | 78% |
Belastingzaken – norm 2 | 70% | ≤ 1 jaar | 44% | 53% | 51% |
Strafzaken hoven | |||||
Meervoudige Kamer-zaken | 85% | ≤ 9 mnd. | 63% | 67% | 65% |
EK-strafzaken, niet kantonappellen | 85% | ≤ 6 mnd. | 24% | 41% | 55% |
EK-strafzaken, kantonappellen | 85% | ≤ 6 mnd. | 42% | 43% | 67% |
Raadkamer m.b.t. Voorlopige Hechtenis | 90% | ≤ 2 wkn. | 62% | 69% | 74% |
Raadkamer niet m.b.t. Voorlopige Hechtenis | 80% | ≤ 4 mnd. | 45% | 51% | 57% |
Klachten niet vervolgen (12 Sv) | 85% | ≤ 6 mnd. | 34% | 35% | 34% |
Uitwerken (MK) strafzaak i.v.m. cassatie | 100% | ≤ 6 mnd. | 70% | 70% | 65% |
Operationele kasstroom
De operationele kasstroom bestaat uit het saldo van baten en lasten gecorrigeerd voor afschrijvingen, mutaties in eventuele voorzieningen en in mutaties in het netto werkkapitaal.
Omschrijving | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. | Rekening courant RHB 1 januari1 | 174.080 | 158.131 | 133.866 | 133.866 | 133.866 | 133.866 | 133.866 |
2. | Totaal operationele kasstroom | 6.537 | 4.024 | 29.704 | 31.189 | 32.748 | 34.386 | 36.105 |
3a. | – /– totaal investeringen | – 21.658 | – 40.000 | – 40.000 | – 40.000 | – 40.000 | – 40.000 | – 40.000 |
3b. | +/+ totaal boekwaarde desinvesteringen | 522 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
3. | Totaal investeringskasstroom | – 21.136 | – 40.000 | – 40.000 | – 40.000 | – 40.000 | – 40.000 | – 40.000 |
4a. | – /– eenmalige uitkering aan moederdepartement | |||||||
4b. | +/+ eenmalige storting door moederdepartement | |||||||
4c. | – /– Aflossingen op leningen | – 24.774 | – 28.289 | – 29.704 | – 31.189 | – 32.748 | – 34.386 | – 36.105 |
4d. | +/+ beroep op de leenfaciliteit | 23.424 | 40.000 | 40.000 | 40.000 | 40.000 | 40.000 | 40.001 |
4. | Totaal financieringskasstroom | – 1.350 | 11.711 | 10.296 | 8.811 | 7.252 | 5.614 | 3.896 |
5. | Rekening courant RHB 31 december (= 1+2+3+4). | 158.131 | 133.866 | 133.866 | 133.866 | 133.866 | 133.866 | 133.867 |
41.143 | 41.143 | 41.143 | 41.143 | 41.143 | 41.143 | 41.143 |
Investeringen
Om de kapitaalgoederenvoorraad op peil te kunnen houden is jaarlijks een vervangingsinvestering van € 40 mln. nodig. Daarnaast is rekening gehouden met de relatief beperkte, noodzakelijke uitbreidingsinvesteringen.
Omschrijving | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
---|---|---|---|---|---|---|
Hard- en software | 18.131 | 17.141 | 17.141 | 17.141 | 17.141 | 17.141 |
Vervoersmiddelen, inventaris, meubilair kort en kantoormachines | 3.901 | 4.101 | 4.101 | 4.101 | 4.101 | 4.101 |
Audio- en visuele middelen en stoffering | 9.443 | 9.443 | 9.443 | 9.443 | 9.443 | 9.443 |
Verbouwingen, installaties en meubilair lang | 8.525 | 9.315 | 9.315 | 9.315 | 9.315 | 9.315 |
Totaal | 40.000 | 40.000 | 40.000 | 40.000 | 40.000 | 40.000 |
Investeringen verdeeld naar vervanging en uitbreiding | ||||||
Vervanging | 34.678 | 35.676 | 35.794 | 35.520 | 35.023 | 35.023 |
Uitbreiding | 5.322 | 4.324 | 4.206 | 4.480 | 4.977 | 4.977 |