96. Apparaatsuitgaven kerndepartement
Artikel
Dit artikel bevat alle personele en materiële uitgaven en ontvangsten van het Ministerie van SZW. In beleidsartikel 11 is een verdere toelichting op de bijdragen aan ZBO’s opgenomen, terwijl hoofdstuk 3 van deze begroting nader ingaat op het Agentschap SZW.
artikelonderdeel | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 288.815 | 270.151 | 277.949 | 279.911 | 296.177 | 294.157 | 295.905 |
Uitgaven | 291.218 | 270.491 | 278.324 | 279.911 | 296.177 | 294.157 | 295.905 |
Personele uitgaven | 186.049 | 201.842 | 211.226 | 211.469 | 223.800 | 222.478 | 223.744 |
• waarvan eigen personeel | 177.265 | 192.450 | 203.083 | 202.736 | 213.823 | 213.004 | 214.133 |
• waarvan externe inhuur | 6.427 | 6.659 | 5.443 | 6.046 | 7.292 | 6.789 | 6.926 |
• waarvan overige personele uitgaven | 2.357 | 2.733 | 2.700 | 2.687 | 2.685 | 2.685 | 2.685 |
Materiële uitgaven | 105.169 | 68.649 | 67.098 | 68.442 | 72.377 | 71.679 | 72.161 |
• waarvan ICT | 10.400 | 9.800 | 9.295 | 9.346 | 9.377 | 9.377 | 9.472 |
• waarvan bijdrage aan SSO's | 81.784 | 40.326 | 38.696 | 37.690 | 37.824 | 37.800 | 37.867 |
• waarvan overige materiële uitgaven | 12.985 | 18.523 | 19.107 | 21.406 | 25.176 | 24.502 | 24.822 |
Ontvangsten | 4.569 | 15.188 | 28.777 | 42.344 | 61.841 | 61.147 | 63.579 |
A. Personele en materiële uitgaven
Toelichting
De totaal begrote apparaatsuitgaven voor het kerndepartement bedragen in 2017 € 278,3 miljoen. Dit bedrag bestaat uit € 211,2 miljoen personele uitgaven en € 67,1 miljoen materiële uitgaven.
De totale uitgaven nemen meerjarig toe vanwege de opbouw van de Rijksschoonmaakorganisatie (RSO; zie onder).
De bijdrage aan SSO’s waren in 2015 en 2016 incidenteel hoger door de afkoop van de restwaarde van het SZW-gebouw (2015) en de ontvangen restwaarde van de Rijksgebouwendienst en FM Haaglanden (2016). Vanaf 2017 liggen de uitgaven op het structurele niveau van € 38 miljoen.
B. Ontvangsten
De ontvangsten hebben betrekking op de RSO en doorbelaste uitgaven aan derden, waaronder het Agentschap SZW.
Rijksschoonmaakorganisatie (RSO)
De RSO is in 2016 gestart met het uitvoeren van de schoonmaakactiviteiten. De opbouw van de organisatie zal in de komende jaren geleidelijk plaatsvinden naar gelang er meer departementen aansluiten. De bijbehorende uitgaven komen ten laste van de begroting van het Ministerie van SZW. De schoonmakers zijn in dienst van het Rijk.
Op de begroting van SZW zijn taakstellende ontvangsten voor de RSO opgenomen. Facturering aan de opdrachtgevers vindt plaats op basis van meerjarige dienstverleningsafspraken.
Ter financiering van aanloopkosten van de RSO is voor de eerste jaren een transitiebudget voorzien. De inkomsten zijn namelijk in de eerste jaren onvoldoende om de uitgaven te dekken. De meerjarige bijdrage aan het transitiebudget is in 2015 van alle departementen ontvangen en verwerkt in de uitgavenraming van het kerndepartement. Dit is de verklaring voor het verschil tussen de ontvangstenraming RSO en de uitgavenraming RSO tot en met 2019.
Vanaf 2021 zullen de inkomsten van de RSO volledig dekkend zijn. Tabel 96.2 laat de apparaatuitgaven van RSO afzonderlijk zien.
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Kerndepartement exclusief RSO | |||||||
Uitgaven | 288.976 | 257.108 | 253.721 | 243.773 | 241.538 | 239.990 | 240.053 |
Ontvangsten | 4.569 | 5.801 | 6.657 | 8.340 | 8.242 | 7.811 | 7.727 |
Rijksschoonmaakorganisatie | |||||||
Uitgaven RSO | 2.242 | 13.383 | 24.603 | 36.138 | 54.639 | 54.167 | 55.852 |
Ontvangsten RSO | 0 | 9.387 | 22.120 | 34.004 | 53.599 | 53.336 | 55.852 |
Tabel 96.3 geeft een samenvatting van de apparaatsuitgaven van het kerndepartement, het Agentschap SZW en van de ZBO’s van het ministerie.
artikelonderdeel | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal apparaatsuitgaven ministerie | 291.218 | 270.491 | 278.324 | 279.911 | 296.177 | 294.157 | 295.905 |
Totaal apparaatskosten Agentschap SZW | 15.997 | 16.300 | 15.440 | 16.000 | 19.500 | 14.500 | 17.500 |
Totaal apparaatskosten ZBO’s/RWT’s1 | 2.035.028 | 1.949.899 | 1.957.863 | 1.904.294 | 1.795.965 | 1.777.440 | 1.770.536 |
UWV (inclusief BKWI) | 1.807.067 | 1.733.741 | 1.737.097 | 1.690.290 | 1.587.805 | 1.571.929 | 1.570.577 |
SVB | 221.590 | 209.712 | 214.497 | 207.808 | 201.008 | 199.359 | 193.807 |
IB | 6.371 | 6.446 | 6.269 | 6.196 | 6.152 | 6.152 | 6.152 |
In onderstaande tabel zijn de apparaatsuitgaven van het departement onderverdeeld naar de verschillende organisatieonderdelen. De uitgaven voor de RSO, huisvesting en ICT van het gehele kerndepartement zijn onder de pSG opgenomen.
2017 | |
---|---|
SG | 26.564 |
pSG | 105.487 |
DG SZI | 26.087 |
DG Werk | 19.553 |
Inspectie SZW | 100.633 |
Totaal kerndepartement | 278.324 |
Taakstelling 2016–2018
De taakstelling 2016–2018 is voor het kerndepartement SZW onder meer ingevuld door een verdere versobering van de bedrijfsvoering. Voorts zijn de processen rond het beroep en bezwaar van de Wet Arbeid Vreemdelingen (WAV) vereenvoudigd en gestroomlijnd. Tevens is door deregulering per 1 januari 2016 gestopt met het organisatiegerichte toezicht op het UWV en de SVB. De taakstelling van het kerndepartement is verhoogd om extra formatieplaatsen te kunnen creëren voor medewerkers uit de doelgroep kwetsbare groepen.
De taakstelling van het UWV en de SVB wordt ingevuld door besparingsmogelijkheden als gevolg van een meer doelmatige uitvoering, vereenvoudiging van wet- en regelgeving en versobering van taken en dienstverlening. Het UWV en de SVB verwerken de invulling van de taakstelling in hun jaarplannen die worden aangeboden aan de Tweede Kamer.
Verdeling taakstelling tussen kerndepartement SZW, Agentschap SZW en ZBO’s
Tabel 96.5 geeft de verdeling van de taakstelling tussen het kerndepartement, het Agentschap SZW en de ZBO’s.
2016 | 2017 | 2018 | Structureel | |
---|---|---|---|---|
Departementale taakstelling totaal | 23.354 | 52.803 | 64.978 | 64.978 |
Kerndepartement | 3.354 | 7.703 | 9.378 | 9.378 |
Agentschap SZW | 0 | 0 | 0 | 0 |
ZBO’s totaal | 20.000 | 45.100 | 55.600 | 55.600 |
UWV (inclusief BKWI) | 17.700 | 39.700 | 48.900 | 48.900 |
SVB | 2.300 | 5.400 | 6.700 | 6.700 |
Personele ontwikkeling SZW-domein in meerjarig perspectief
Onderstaande grafieken laten de ontwikkeling van het aantal fte voor het kerndepartement SZW en voor het SZW-domein zien voor de periode 2006–2021. Het basisjaar is 2006, omdat in dat jaar ten behoeve van het programma Vernieuwing Rijksdienst een nulmeting heeft plaatsgevonden naar de personele omvang van de Rijksdienst.
Figuur 96.1 fte-ontwikkeling kerndepartement SZW in- en exclusief RSO
De door achtereenvolgende kabinetten opgelegde taakstellingen op de apparaatsuitgaven laten voor het kerndepartement SZW vanaf 2006 een afname van het aantal fte’s zien. Daarnaast is er een overgang van fte’s naar het Ministerie van BZK door de uitvoering van de bedrijfsvoering in Shared Service Organisaties onder te brengen. Aan de andere kant is er een uitbreiding van het aantal fte’s door de komst van beleidsterreinen bij SZW (Kinderopvang in 2011, Integratie en maatschappelijke samenhang in 2012, Financieel Dienstencentrum in 2015).
De verwachting na 2015 is enerzijds gebaseerd op de nog te realiseren taakstellingen op de apparaatsuitgaven in die periode. Anderzijds zal de formatie toenemen door een (tijdelijke) uitbreiding van taken bij de Inspectie SZW. Tevens leidt de oprichting van de RSO tot een opwaartse bijstelling van de formatie. Het effect van de oprichting van de RSO is indicatief in de figuren 96.1 en 96.2 in beeld gebracht.
Figuur 96.2 fte-ontwikkeling SZW-domein (inclusief UWV en SVB) in- en exclusief RSO
De periode 2006–2021 laat voor het gehele SZW-domein een zelfde beeld zien als voor het kerndepartement. De verwachte ontwikkeling betreft een saldo van de gevolgen van de taakstellingen op de apparaatsuitgaven en de uitvoeringskosten, de overgang van dienstonderdelen van en naar andere departementen en van de in- en extensiveringen van beleid(suitvoering) en de oprichting van RSO. Daarbij hebben de optredende conjuncturele effecten op de formatie van het UWV geleid tot een toename van het aantal fte in het SZW-domein in de jaren 2009/2010 en 2013/2015.
97. Aflopende regelingen
Artikel
Voor de financiële afwikkeling en verantwoording van een aantal aflopende regelingen is in de begroting een afzonderlijke voorziening getroffen.
artikelonderdeel | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | – 121 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitgaven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Programma-uitgaven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Aflopende regelingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 199 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
A. Programma-uitgaven
Toelichting
Een aantal wetten en regelingen is financieel afgewikkeld. Er kunnen nog wel nabetalingen plaatsvinden. Het gaat hierbij om nagekomen declaraties of vergoedingen voor nabetalingen op grond van gerechtelijke uitspraken (bezwaar- en beroepsprocedures) naar aanleiding van geschillen in het verleden. Er worden dan ook geen ramingen voor 2017 en latere jaren opgenomen.
98. Algemeen
Artikel
Op dit artikel worden de niet naar beleidsartikelen toe te rekenen budgetten verantwoord.
artikelonderdeel | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 23.605 | 40.596 | 37.717 | 31.685 | 37.743 | 34.329 | 32.740 |
Uitgaven | 27.550 | 39.948 | 37.749 | 31.728 | 37.743 | 34.329 | 32.740 |
Subsidies | 191 | 1.506 | 396 | 43 | 0 | 0 | 0 |
Opdrachten | 9.186 | 19.325 | 18.533 | 15.395 | 16.889 | 16.799 | 16.852 |
Handhaving | 724 | 3.736 | 5.794 | 4.669 | 6.866 | 6.776 | 6.776 |
Opdrachten overig | 8.462 | 15.589 | 12.739 | 10.726 | 10.023 | 10.023 | 10.076 |
Bekostiging | 3.295 | 3.503 | 3.455 | 3.455 | 3.455 | 3.139 | 2.773 |
Uitvoeringskosten Caribisch Nederland | 3.295 | 3.503 | 3.455 | 3.455 | 3.455 | 3.139 | 2.773 |
Bijdrage aan agentschappen | 13.086 | 13.414 | 13.165 | 10.635 | 15.199 | 12.191 | 10.915 |
Agentschap SZW | 12.694 | 12.745 | 12.500 | 9.970 | 14.534 | 11.526 | 10.250 |
Rijksdienst Ondernemend Nederland | 392 | 509 | 505 | 505 | 505 | 505 | 505 |
Agentschap CJIB | 0 | 160 | 160 | 160 | 160 | 160 | 160 |
Bijdrage aan andere begrotingen | 1.792 | 2.200 | 2.200 | 2.200 | 2.200 | 2.200 | 2.200 |
Ontvangsten | 438 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
A. Subsidies
Toelichting
Op het subsidiebudget van artikel 98 worden subsidies begroot en verantwoord met een breed departementaal karakter. Het begrotingsbedrag voor 2017 heeft betrekking op subsidies SUWI-net, Star en Young professionals.
B. Opdrachten
B1. Handhaving
Het beleidsbudget voor handhaving in 2017 bedraagt € 5,8 miljoen. Een belangrijk deel daarvan is gereserveerd voor de uitvoering van niet-structurele innovatieve projecten. Daarvoor vinden tijdens de begrotingsuitvoering overboekingen plaats naar de relevante budgetten voor de feitelijke realisatie.
B2. Opdrachten overig
Hieronder vallen de uitgaven voor onderzoek en voorlichting die niet zijn toebedeeld aan beleidsartikelen. Het onderzoeksbudget op artikel 98 bedraagt € 5,3 miljoen. Van het totale onderzoeksbudget is € 2,7 miljoen bestemd voor beleidsinformatie. Naast de uitgaven voor voorlichtingsprogramma’s worden uit het budget op artikel 98 ook de uitgaven voor algemene publieksinformatie betaald.
C. Bekostiging
De unit SZW, die ondergebracht is bij de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN), voert namens de Minister de regelingen op Caribisch Nederland uit. Het budget voor de uitvoeringskosten van de RCN bedraagt in 2017 € 3,5 miljoen.
D. Bijdrage aan agentschappen
In hoofdstuk 3 van deze begroting wordt nader ingegaan op het Agentschap SZW.
De bijdrage aan de Rijksdienst Ondernemend Nederland heeft betrekking op de uitvoeringskosten van de borgstellingregeling (€ 0,1 miljoen). Daarnaast wordt jaarlijks € 0,4 miljoen gereserveerd voor de controle van de betaalaanvragen uit het Europees Globalisering Fonds en de ESF-programma’s.
Voor uitvoeringskosten voor het innen van bestuurlijke boetes door de Inspectie SZW is structureel € 0,16 miljoen geraamd bij het Agentschap CJIB.
E. Bijdrage aan andere begrotingen
Naar het Ministerie van Financiën wordt jaarlijks € 2,2 miljoen overgeboekt ten behoeve van controlewerkzaamheden voor de ESF-programma’s 2007–2013 en 2014–2020.
99. Nominaal en onvoorzien
Artikel
Op dit artikel worden de uitgaven verantwoord voor onvoorziene uitgaven, loon- en prijsbijstelling.
artikelonderdeel | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 0 | 35.775 | 621.863 | 1.040.814 | 1.126.607 | 1.097.051 | 1.077.684 |
Uitgaven | 0 | 35.775 | 128.863 | 643.814 | 1.126.607 | 1.097.051 | 1.077.684 |
Overige beleidsuitgaven | 0 | 35.775 | 128.863 | 643.814 | 1.126.607 | 1.097.051 | 1.077.684 |
Loonbijstelling | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Prijsbijstelling | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Onvoorzien | 0 | 35.775 | 128.863 | 643.814 | 1.126.607 | 1.097.051 | 1.077.684 |
A. Overige beleidsuitgaven
Toelichting
Onvoorzien
De grondslag van dit artikel ligt in de Comptabiliteitswet, waarin de mogelijkheid bestaat een artikel voor onvoorziene uitgaven op te nemen. Op dit artikel staan middelen geparkeerd die op een later moment nog uitgedeeld moeten worden. De totaalstand bestaat voornamelijk uit middelen gereserveerd voor de regelingen Lage-inkomensvoordeel (LIV) en Loonkostenvoordeel (LKV) die in de latere uitwerking elders in de begroting worden opgenomen. Bij deze regelingen, die respectievelijk ingaan in 2017 en 2018, vindt uitbetaling plaats na afloop van het kalenderjaar waarin de verplichting ontstaat. Dit verklaart het verschil tussen verplichtingen en uitgaven in 2017 en 2018.