Inleiding
UBR richt zich op integrale en hoogwaardige advies- en transitiediensten door bedrijfsvoeringbrede en specialistische kennis en kunde te verbinden aan ervaring met interim-, project- en programmamanagement. UBR kent de overheid van binnenuit en zet haar gebundelde expertise in voor de primaire processen en veranderopgaven van haar opdrachtgevers.
UBR focust op het exploitabel maken van technologische ontwikkelingen, innovatieve dienstverleningsconcepten en nieuwe manieren van werken. Daarmee draagt UBR bij aan het invullen van politiek-bestuurlijke ambities en Rijksbrede prioriteiten.
De activiteiten van UBR worden bekostigd uit de omzet gebaseerd op aan afnemers geleverde producten en diensten tegen jaarlijks vastgestelde tarieven (p x q). Het onderdeel Expertise Centrum Organisatie & Personeel van UBR (UBR|EC O&P) heeft een belangrijk deel van haar dienstverlening budget gefinancierd op basis van het doorberekenen van de jaarlijkse kosten naar rato van het aantal individuele arbeidsrelaties (IAR) bij de betreffende departementen.
Staat van baten en lasten
2017 Stand Slotwet | 2018 1e suppletoire begroting | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten | ||||||||
Omzet moederdepartement | 62.109 | 69.046 | 70.235 | 72.252 | 74.110 | 76.312 | 76.312 | |
Omzet overige departementen | 130.115 | 143.014 | 154.556 | 159.028 | 163.149 | 168.030 | 168.030 | |
Omzet derden | 5.898 | 10.111 | 10.495 | 10.800 | 11.081 | 11.414 | 11.414 | |
Rentebaten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Vrijval voorzieningen | 535 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Totaal baten | 198.657 | 222.171 | 235.286 | 242.080 | 248.340 | 255.756 | 255.756 | |
Lasten | ||||||||
Apparaatskosten | 199.791 | 220.615 | 233.320 | 240.093 | 246.335 | 253.733 | 253.733 | |
– | personele kosten | 134.026 | 148.800 | 152.598 | 157.842 | 162.399 | 168.040 | 168.040 |
waarvan eigen personeel | 109.268 | 126.825 | 132.593 | 137.345 | 141.522 | 146.646 | 146.646 | |
waarvan externe inhuur | 21.409 | 15.762 | 13.756 | 14.095 | 14.349 | 14.699 | 14.699 | |
waarvan overige personele kosten | 3.349 | 6.213 | 6.249 | 6.402 | 6.528 | 6.695 | 6.695 | |
– | materiële kosten | 65.765 | 71.815 | 80.722 | 82.251 | 83.936 | 85.693 | 85.693 |
waarvan apparaat ICT | 7.263 | 3.064 | 2.815 | 2.860 | 2.902 | 2.948 | 2.948 | |
waarvan bijdrage aan SSO's | 15.592 | 15.588 | 15.931 | 16.279 | 16.602 | 16.981 | 16.981 | |
waarvan overige materiële kosten | 42.910 | 53.163 | 61.976 | 63.112 | 64.432 | 65.764 | 65.764 | |
Rentelasten | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 0 | 0 | |
Afschrijvingskosten | 1.612 | 1.496 | 1.964 | 1.985 | 2.003 | 2.023 | 2.023 | |
– | materieel | 827 | 777 | 797 | 809 | 819 | 830 | 830 |
waarvan apparaat ICT | 8 | 17 | 17 | 17 | 17 | 17 | 17 | |
– | immaterieel | 785 | 719 | 1.167 | 1.176 | 1.184 | 1.193 | 1.193 |
Overige kosten | 180 | 58 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
– | dotaties voorzieningen | 155 | 58 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
– | bijzondere lasten | 25 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 201.584 | 222.171 | 235.286 | 242.080 | 248.340 | 255.756 | 255.756 | |
Saldo van baten en lasten | – 2.927 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Uitgangspunt voor de begroting van baten en lasten van UBR is een kostendekkende exploitatie.
Bij het opstellen van de begroting 2019 is uitgegaan van de 2018 tarieven, geïndexeerd met 2,8%. Deze jaarlijkse indexatie is gebaseerd op Centraal Economisch Plan (CEP) 2018 verwachtingen voor loongevoelige kosten voor loonvoetontwikkeling sector overheid en voor niet loongevoelige kosten op overheidsconsumptie (IMOC).
In geval van (momenteel nog onvoorziene) grote structurele prijsstijgingen van toeleveranciers berekent UBR dit door in de betreffende tarieven.
Omzet
De organisatieonderdelen die de grootste bijdrage in 2019 leveren aan de omzet en kosten zijn de Rijksbeveiligingsorganisatie (UBR|RBO) voor circa € 70 mln., UBR|EC O&P voor circa € 75 mln., I-Interim Rijk (UBR|IIR) voor circa € 32,5 mln. en de programma’s bij het Ontwikkelbedrijf (UBR|OW) voor circa € 21 mln.
De groei van de activiteiten van UBR|RBO als gevolg van toegenomen inbesteding van de beveiliging van het Rijk bij UBR, de uitbreiding van de dienstverlening van UBR|IIR en de uitvoering van twee grote programma’s (Rijks-ICT Gilde en Binnenwerk) bij UBR|OW leiden tot de toename van de omzet van UBR in 2019 ten opzichte van 2018.
De meerjarenontwikkeling van de omzet is een resultante van de verwachte toename van de reguliere productieafzet bij meerdere organisatieonderdelen als gevolg van uitbreiding van de interdepartementale klantenkring en/of aanpassing van het producten- en dienstenaanbod op de vraag.
Kosten
De ontwikkeling van de lasten is gerelateerd aan de omzetontwikkelingen bij de organisatieonderdelen van UBR.
Personele kosten
De ontwikkeling van de kosten eigen personeel is voornamelijk het gevolg van gestegen loonkosten door stijgende werkgeverslasten, pensioenpremie als gevolg van CAO ontwikkelingen.
De externe inhuur voor UBR komt naar verwachting uit op € 13,8 mln. in 2019. Om de flexibiliteit in de vraag te kunnen opvangen huurt UBR|EC O&P arbeidsjuristen in en UBR|HIS inkoopdeskundigen. De overige externe inhuur bij UBR|EC O&P hangt samen met het business model bij het onderdeel Workflow en de dienstverlening op gebied van recruitment, waarbij gewerkt wordt met een kleine vaste bezetting en aangevuld met een grote flexibele schil van zzp-ers conform afspraken in de Interdepartementale Commissie Organisatie en Personeel.
Materiële kosten
De ontwikkeling van de materiële kosten is gerelateerd aan de omzetontwikkeling bij de organisatieonderdelen van UBR.
Afschrijvingskosten
De materiële afschrijvingskosten betreffen met name de bedrijfsauto’s van UBR|IPKD en de immateriële afschrijvingskosten betreffen de geactiveerde investeringen in het financiële systeem voor UBR en productiesystemen bij UBR|EC O&P die in nauwe samenwerking met P-Direkt worden ontwikkeld.
Kasstroomoverzicht
2017 Stand Slotwet | 2018 1e suppletoire begroting | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 18.446 | 4.508 | 7.404 | 8.641 | 9.851 | 11.113 | 12.336 |
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom | 232.914 | 222.171 | 235.286 | 242.080 | 248.340 | 255.756 | 255.756 | |
–/– totaal uitgaven operationele kasstroom | – 252.145 | – 220.675 | – 233.322 | – 240.095 | – 246.337 | – 253.733 | – 253.733 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | – 19.231 | 1.496 | 1.964 | 1.985 | 2.003 | 2.023 | 2.023 |
–/– totaal investeringen | – 1.642 | – 1.000 | – 1.000 | – 1.000 | – 1.000 | – 1.000 | – 1.000 | |
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen | 237 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | – 1.405 | – 1.000 | – 1.000 | – 1.000 | – 1.000 | – 1.000 | – 1.000 |
–/– eenmalige uitkering aan moederdepartement | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ eenmalige storting door moederdepartement | 7.225 | 2.927 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
–/– aflossingen op leningen | – 527 | – 527 | – 727 | – 775 | – 741 | – 800 | – 1.000 | |
+/+ beroep op leenfaciliteit | 0 | 0 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 0 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 6.698 | 2.400 | 273 | 225 | 259 | 200 | – 1.000 |
5. | Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) (noot: maximale roodstand 0,5 mln. euro) | 4.508 | 7.404 | 8.641 | 9.851 | 11.113 | 12.336 | 12.359 |
Toelichting
De investering in de jaren 2019 t/m 2023 betreft voor € 1 mln. overige materiële vaste activa bij organisatieonderdelen van UBR, waaronder reguliere vervanging van bedrijfsmiddelen en vervoersmiddelen voor UBR|IPKD en UBR|EC O&P (bedrijfsmaatschappelijk werk). Voor de financiering van de investeringen zal naar verwachting een beroep worden gedaan op de leenfaciliteit.
Het rekening-courantsaldo ultimo 2019 is een resultante van de ontwikkeling van de operationele kasstroom, de verwachte investeringen en ontvangsten en uitgaven van financieringen.
Overzicht doelmatigheidsindicatoren
2017 Slotwet | 2018 Vastgestelde begroting | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving Generiek Deel | |||||||
Kostprijzen per product (groep) (indexcijfer) | 107,3 | 106,8 | 113,4 | 116,6 | 119,5 | 123,0 | 126,5 |
Tarieven/uur (indexcijfer) | 105,8 | 106,8 | 113,4 | 116,6 | 119,5 | 123,0 | 126,5 |
Omzet per FTE | 142 | 135 | 144 | 148 | 152 | 156 | 156 |
FTE-totaal (excl. externe inhuur) | 1.391 | 1.515 | 1.635 | 1.636 | 1.637 | 1.637 | 1.637 |
Saldo van baten en lasten (%) | – 1,5% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% |
Kwaliteitsindicator 1 – KTO | nvt | 7,1 | 7,1 | 7,1 | 7,1 | 7,1 | 7,1 |
Kwaliteitsindicator 2 – MTO | in 2018 | 7,5 | nvt | 7,5 | nvt | 7,5 | nvt |
Omschrijving Specifiek Deel | |||||||
Tevredenheid dienstverlening: | |||||||
UBR|Bv&F | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 | |
UBR|ECO&P | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 | |
UBR|HIS | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 | |
UBR|ICG | 8 | 8 | 8 | 8 | 8 | 8 | |
UBR|IIR | 8 | 8 | 8 | 8 | 8 | 8 | |
UBR|KOOP | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 | |
UBR|IPKD | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 | |
UBR|RBO | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 |
Toelichting
UBR levert als shared service organisatie vele producten en diensten. Door de diversiteit van producten en diensten en de tarieven is gekozen voor een tweetal overall indicatoren voor de integrale kostprijzen en de verkooptarieven. Beide zijn door indexcijfers weergegeven (2011 = 100). In 2019 t/m 2023 zijn de UBR tarieven gemiddeld met 2,8% geïndexeerd voor loon- en prijsbijstelling. Het indexcijfer kostprijs en indexcijfer tarieven komen als gevolg hiervan uit op 113,4 in 2019.
De toename van het aantal FTE’s in 2019 ten opzichte van 2018, is vooral een gevolg van de uitbreiding van de dienstverlening bij UBR|IIR.
De toename van de omzet per FTE in 2019 is een gevolg van de relatief grotere toename van fte’s in de hogere loonschalen.