Base description which applies to whole site

1. LEESWIJZER

Beleidsartikelen

In beleidsartikel 1 Inzet wordt de inzet van de krijgsmacht begroot. Dit betreft de bijdragen van Defensie aan crisisbeheersingsoperaties, contributies aan door de leden gemeenschappelijk gefinancierde (common funded) NAVO- en EU-operaties, inzet voor nationale en koninkrijkstaken en overige inzet. Het artikel bevat ook een overzicht voor de structurele inzet die in andere beleidsartikelen is begroot, bijvoorbeeld door de Koninklijke Marechaussee en de Explosieven Opruimingsdienst Defensie. Vanaf 2018 zijn de geraamde middelen in het kader van het Budget Internationale Veiligheid (BIV) overgeheveld naar de Ministeries van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BH&OS; € 30 miljoen) en Buitenlandse Zaken (BZ; € 30 miljoen) en naar de defensieonderdelen (€ 59,5 miljoen).

In de beleidsartikelen 2 tot en met 5 wordt de taakuitvoering geraamd voor zeestrijdkrachten (CZSK), landstrijdkrachten (CLAS), luchtstrijdkrachten (CLSK), de marechaussee (KMar) en de aan hen gemandateerde inzet, voor zover deze niet valt onder artikel 1. De bedragen die zijn opgenomen in de tabellen «budgettaire gevolgen van beleid» betreffen de exploitatie-uitgaven. Daarnaast worden ook de relevante investeringsprojecten gepresenteerd in afzonderlijke tabellen. Vanaf 2018 zijn de middelen voor de Kustwacht Caribisch gebied overgeheveld van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties naar beleidsartikel 2 taakuitvoering zeestrijdkrachten (Kamerstukken II 2017–2018, 34 775 X, nr. 64).

In beleidsartikel 6 zijn de investeringen voor de krijgsmacht opgenomen, te weten investeringen voor materieel, infrastructuur, IT, wetenschappelijk onderzoek en bijdragen aan de NAVO-investeringen. Daarnaast zijn de verkoopopbrengsten voor afstoting van materieel en infrastructuur in dit beleidsartikel opgenomen.

In de beleidsartikelen 7 Ondersteuning door Defensie Materieel Organisatie (DMO) en 8 Ondersteuning door Defensie Ondersteuningscommando (DOSCO) zijn de uitgaven, verplichtingen en ontvangsten geraamd voor de ondersteunende en dienstverlenende defensieorganisaties.

Niet-beleidsartikelen

In het niet-beleidsartikel 9 Algemeen worden de niet specifiek aan een defensieonderdeel toe te wijzen programma-uitgaven opgenomen. In het niet-beleidsartikel 10 Apparaat Kerndepartement worden de uitgaven ten behoeve van het centrale apparaat van Defensie begroot, waaronder de Bestuursstaf met de defensietop, (hoofd)directies (inclusief Defensiestaf), bijzondere organisatie-eenheden (bijvoorbeeld Inspecteur Generaal der Krijgsmacht), alsmede de niet aan een specifiek artikel toe te wijzen apparaatsuitgaven voor pensioenen en wachtgelden. Ten slotte zijn er ramingen voor de niet-beleidsartikelen 11 Geheim en 12 Nog onverdeeld opgenomen.

Overig

In de bijlagen van de begroting wordt de raming voor de baten-lastendienst Paresto weergegeven. Daarnaast is in de bijlagen informatie opgenomen over de ZBO/RWT’s, de mutaties, moties en toezeggingen, subsidies, evaluaties, de uitgaven voor veteranen en de uitgaven voor zorg en nazorg alsmede de uitgaven voor IT. De begroting van het Ministerie van Defensie is ook digitaal beschikbaar op de website www.rijksbegroting.nl. Om de toegankelijkheid verder te vergroten zijn in de digitale versie, waar mogelijk, hyperlinks aangebracht naar de achterliggende documenten.

Defensie Materieelprojectenoverzicht

Zoals gebruikelijk ontvangt de Kamer op Prinsjesdag het Materieelprojectenoverzicht (MPO). Hierin wordt per project meer gedetailleerde informatie gegeven dan in de begroting. Zo wordt de samenhang met het defensiebeleid en met andere projecten duidelijk gemaakt. In het MPO zijn de lopende en de geplande wapensysteemgebonden materieel- en IT-projecten en vastgoed opgenomen met een financiële omvang van meer dan € 25 miljoen. Daarnaast wordt ingegaan op af te stoten materieel. In deze begroting worden alleen de wijzigingen bij projecten met een omvang van meer dan € 100 miljoen toegelicht.

Groeiparagraaf

In de begroting 2019 zijn ten opzichte van de begroting 2018 de volgende wijzigingen doorgevoerd:

  • De cirkeldiagrammen die inzicht bieden in de realisatie op artikel-niveau zijn gewijzigd in staafdiagrammen. Daarmee wordt visueel meer inzicht geboden in de uitgaven en ontvangsten per beleidsartikel, die daarmee onderling beter vergelijkbaar worden;

  • In de begroting 2019 zijn voor het eerst in de beleids- en niet beleidsartikelen de geraamde uitgaven voor overige personele exploitatie zichtbaar onder de «personele uitgaven». Voorheen waren de uitgaven voor overige personele en materiële exploitatie geclusterd onder de noemer «materiële uitgaven»;

  • In beleidsartikel 2 Taakuitvoering zeestrijdkrachten wordt de Kustwacht Caribisch gebied toegelicht. Het exploitatiebudget is in 2018 overgeheveld van de begroting van Koninkrijksrelaties naar de defensiebegroting (Kamerstukken II 2017–2018, 34 775 X, nr. 64). Het investeringsbudget voor een goede taakuitvoering van de Kustwacht Caribisch gebied is toegevoegd aan beleidsartikel 6 Investeringen;

  • In beleidsartikel 6 Investeringen is een aantal wijzigingen doorgevoerd. De belangrijkste daarvan zijn:

    • De budgettaire tabel van uitgaven en ontvangsten is doorgetrokken naar 15 jaar, in lijn met de presentatie in de Defensienota;

    • Er wordt meer dan voorheen inzicht gegeven in de status van projecten: de fase (onderzoeks-, voorbereidings- of realisatiefase) wordt zichtbaar, evenals de onderverdeling in het investeringsprogramma in zee, land, lucht, infra, etc.

    • Niet alleen in beleidsartikel 6, maar ook bij de artikelen van de operationele commando’s zijn de relevante investeringsprojecten opgenomen. Hiermee zorgen we ervoor dat de investerings- en exploitatieuitgaven in samenhang zichtbaar zijn, ter ondersteuning van het life cycle costing-denken. Deze cijfers worden dus twee keer gepresenteerd in de begroting;

    • De A-, B- en D-brieven die de Kamer het komend jaar naar verwachting zal ontvangen worden aangekondigd;

  • De naam van het Commando DienstenCentra (CDC) is in 2017 veranderd in Defensie Ondersteuningscommando (DOSCO);

  • In niet-beleidsartikel 9 Algemeen zijn de nieuwe financiële instrumenten «opdrachten» en «bekostiging» toegevoegd. Daarnaast zijn de budgetten met het karakter van apparaatsuitgaven, zoals voorlichting, overgeheveld van niet-beleidsartikel 9 (=programma uitgaven) naar het niet-beleidsartikel 10 Apparaat Kerndepartement (= apparaatsuitgaven);

  • Niet-beleidsartikel 10 Centraal apparaat is conform de Rijksbegrotingsvoorschriften gewijzigd in niet-beleidsartikel 10 Apparaat Kerndepartement, niet-beleidsartikel 11 Geheime uitgaven in niet-beleidsartikel 11 Geheim en niet-beleidsartikel 12 Nominaal en onvoorzien in niet-beleidsartikel 12 Nog onverdeeld;

  • Het agentschap Defensie Telematica Organisatie (DTO) gaat samen met het Joint Informatievoorzieningscommando (JIVC) op in het nieuwe IT-bedrijf binnen Beleidsartikel 7 Ondersteuning krijgsmacht door Defensie Materieel Organisatie per 1 januari 2019. De agentschapsstatus vervalt daarmee en de agentschapsbijlage voor DTO is daarom niet meer opgenomen in deze begroting;

  • De bijlage Financieel overzicht wapensystemen vervalt. In de plaats daarvan is ervoor gekozen de informatie over de wapensystemen integraler in de begroting te presenteren. In beleidsartikel 6 wordt hiertoe op een nieuwe manier inzicht gegeven in de investeringsplanning. Ook in de artikelen van de operationele commando’s wordt de samenhang tussen investerings- en exploitatieuitgaven beter zichtbaar. Het doel hiervan is aan de Kamer op een toegankelijkere en transparante wijze de informatie te presenteren binnen de daaraan gerelateerde beleidsartikelen;

  • In 2018 volgt (als zelfstandig document) de nieuwe Defensie Cyber Strategie. Hierin wordt de Kamer geïnformeerd over de ontwikkelingen op cyber-gebied. De bijlage cyber vervalt hierdoor bij deze begroting.

Licence