Base description which applies to whole site

Belangrijkste beleidsmatige mutaties

Overzicht intensiveringen Rutte III

In het Regeerakkoord ‘Vertrouwen in de toekomst’ zijn verschillende budgettaire intensiveringsenveloppes opgenomen. De volgende tabel geeft weer welke intensiveringsmiddelen uit het Regeerakkoord zijn overgeheveld naar de EZK-begroting.

Tabel 4 Overzicht intensiveringen Rutte III (bedragen x € 1 mln)
   

Toegevoegd aan begroting EZK (x € 1 mln)

  

Envelop

 

Status1

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

B8

Cybersecurity

b

 

5,0

7,0

9,0

9,0

9,0

9,0

9,0

9,0

E23

Klimaat

b

117,0

122,8

97,5

95,0

125,0

140,0

140,00

140,0

140,0

E24

Intensivering SDE+ uitgaven

b

  

103,0

368,0

290,0

288,0

576,0

814,0

641,0

G37

Toegepast onderzoek

b

75,0

112,0

150,0

150,0

150,0

150,0

150,0

150,0

150,0

L105

Regionale knelpunten

b

132,0

 

25,0

      

L107

Ombouw laag- naar hoogcalorisch

a

  

0,3

 

19,7

55,0

   

L108

Gas/regiofonds Groningen2

b

 

44,4

       
 

Totaal

 

324,0

284,2

382,8

622,0

593,7

642,0

875,0

1113,0

940,0

1

Verklaring code status: a = het bedrag voor 2020 is toegevoegd aan de EZK-begroting; middelen vanaf 2022 staan nog op Aanvullende Post; b = aandeel EZK volledig toegevoegd aan begroting; geen middelen meer op Aanvullende Post.

2

De middelen op de Aanvullende Post voor het gasfonds zijn een deel van de voeding van het Nationaal Programma Groningen. De verantwoordelijkheid hiervoor is in 2019 overgegaan naar de Minister van BZK. De besteding van deze middelen wordt vanaf 2020 verantwoord op de begroting en het jaarverslag van het Ministerie van BZK.

Totaaloverzicht belangrijkste beleidsmatige mutaties t.o.v. vorig jaar

Aansluitend een beknopte toelichting op de voornaamste mutaties ten opzichte van de stand Ontwerpbegroting 2021 (incl. Nota’s van Wijziging).

Tabel 5 Belangrijkste beleidsmatige uitgavenmutaties t.o.v. vorig jaar (bedragen x € 1.000)
 

Art.

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Stand ontwerpbegroting 2021 (inclusief NvW)

 

7.846.156

5.988.081

6.451.515

6.368.305

6.148.822

0

Belangrijkste mutaties

       

Coronamaatregelen

2 en 3

7.248.625

710.650

95.150

48.150

18.150

 

Projecten Nationaal Groeifonds

2

31.800

80.630

56.240

33.990

13.340

 

Urgendamaatregelen industrie

2

‒ 22.100

25.300

43.150

36.350

10.200

 

Indirecte kostencompensatie ETS

2

 

81.600

    

Eindejaarsmarge Toekomstfonds

3

97.047

     

Kasschuif Seed

3

‒ 40.000

4.000

4.000

8.000

12.000

 

SDE+

4

441.673

     

SDE+ Wind op Zee

4

 

150.000

    

WarmtelinQ

4

35.000

50.000

37.500

   

Kapitaalinjectie EBN

5

  

397.264

387.880

317.930

 

Vergoeding voor schades en waardedalingen in Groningen

5

503.750

928.631

388.000

248.100

70.750

 

Loon- en prijsbijstelling

1 t/m 40

46.050

42.353

41.682

40.818

39.021

 
        

Overige mutaties

 

91.644

53.157

41.279

27.068

1.301

 

Stand ontwerpbegroting 2022

 

16.279.645

8.114.402

7.555.780

7.198.661

6.631.514

6.494.202

Toelichting

Coronamaatregelen

Bij het onderdeel beleidsprioriteiten is een overzicht van de coronagerelateerde uitgaven van het Ministerie van EZK opgenomen. Deze uitgaven zijn in verschillende (incidentele suppletoire) begrotingen aan de EZK-begroting toegevoegd en verantwoord op de beleidsartikelen. Het betreft zowel subsidie-uitgaven als leningen en verwachte uitgaven op te verstrekken garanties in het kader van de verschillende garantiemodules.

Projecten Nationaal Groeifonds

Voor de NGF-projecten AiNed, Groenvermogen van de Nederlandse economie, Health-RI, RegMed XB en QuantumDeltaNL zijn onvoorwaardelijke toekenningen vanuit het NGF verstrekt. Het bijbehorende budget is meerjarig overgeheveld naar de EZK-begroting.

Urgendamaatregelen Industrie

Het budget voor Urgendamaatregelen is met € 95 mln verhoogd. Deze verhoging heeft betrekking op het actieplan procesefficiency en energiebesparing (€ 50 mln), de ODE-compensatie voor de industrie (€ 28 mln) en specifieke maatregelen (€ 17 mln).

Indirecte kostencompensatie ETS

Op de aanvullende post zijn middelen gereserveerd voor het «Noodfonds bedrijven» voor gezonde bedrijven die door een accumulatie van (klimaat)maatregelen worden geconfronteerd met dreigende weglek van werkgelegenheid. Hieruit worden nu middelen opgevraagd voor voortzetting van de regeling Indirecte Kostencompensatie ETS met een jaar, waarbij bedrijven in 2022 worden gecompenseerd voor hun indirecte emissiekosten in 2021. Het benodigde budget hiervoor bedraagt € 81,6 mln.

Eindejaarsmarge Toekomstfonds

De niet benutte middelen van het Toekomstfonds in 2020 worden conform de fondsconstructie toegevoegd aan het budget voor 2021. Het betreft begrotingsgeld voor onder meer Fund to Fund, Kapitaalverstrekking aan Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen, Smart Industries, Fundamenteel en toegepast onderzoek, Thematische Technology, Transfer, RegMed XB, de Seed Capital regeling, Vroege Fase Financiering en Startups MKB.

Kasschuif SeeD

Vanwege een vertraging in de uitfinanciering van de Seed worden deze kasmiddelen meerjarig in de tijd gespreid.

SDE+

Door de lage energieprijzen en daarmee door de hogere subsidie-uitgaven voor de SDE+, is er sprake van een tekort op de kasuitgaven op lopende SDE+-subsidies. Daarnaast is SDE+-budget nodig voor de subsidie voor het volledig stoppen met kolen in een kolencentrale, als onderdeel van het Urgenda-maatregelenpakket. Het totale tekort op het SDE+-budget van € 461 mln wordt grotendeels gedekt door een onttrekking aan de reserve duurzame energie. Uit het opgehoogde SDE+-budget is € 17,9 mln overgeheveld naar de IenW-begroting voor uitgaven van het Maritiem Informatievoorzieningen Servicepunt (MIVSP) in 2020 en € 1,4 mln naar het RVO-uitvoeringsbudget ter dekking van de hogere uitvoeringskosten van de SDE+ en de ISDE.

SDE+ Wind op Zee

Aan het SDE+-budget is voor de realisatie van 21GW windenergie op zee tot en met 2030 is in 2022 een bedrag van € 150 mln toegevoegd om de voorbereiding, inpassing en uitvoering door het Rijk van de uitrol tot en met 2030 van wind op zee mogelijk te maken.

WarmtelinQ

Voor een investering in het warmtetransportnetwerk (WarmtelinQ) tussen Rotterdam en Den Haag, en een aftakking naar de regio Leiden (WarmtelinQ+), wordt in 2021 € 35 mln, in 2022 € 50 mln en in 2023 € 37,5 mln beschikbaar gesteld.

Kapitaalinjectie EBN

Door de lagere winning uit het Groningerveld en hogere verplichtingen voor de schadeafhandeling en de versterkingsoperatie wordt verwacht dat het eigen vermogen van EBN aangevuld moet worden. Daartoe is bij de eerste suppletoire begroting 2021 een raming opgenomen. Deze is aangepast naar aanleiding van de aangepaste werkwijze van het IMG en de verwachte doorwerking daarvan op de verplichtingen van EBN voor de schadeafhandeling.

Vergoeding voor schades en waardedalingen in Groningen

In de 1e suppletoire begroting 2021 is een meerjarige raming voor de schadeafhandeling opgenomen. Het gaat om de raming van de kosten voor de afhandeling van fysieke schade, waardedaling van gebouwen, immateriële schade, uitvoeringskosten, en de btw-component hiervan. Deze raming is aangepast naar aanleiding van de in het voorjaar van 2021 aangepaste werkwijze van het IMG.

Loon- en prijsbijstelling

Bij Voorjaarsnota 2021 is loon- en prijsbijstellingstranche 2021 voor EZK uitgedeeld. De loonbijstelling betreft de vergoeding voor de stijging van de contractloonontwikkeling en de stijging van de sociale lasten en pensioenpremies voor de overheidswerkgevers. De prijsbijstelling betreft de verwerking van de stijging van de diverse prijsindexen.

Tabel 6 Belangrijkste beleidsmatige ontvangstenmutaties t.o.v. vorig jaar (bedragen x € 1.000)
 

Art.

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Stand ontwerpbegroting 2021 (inclusief NvW)

 

4.820.359

3.561.039

4.183.067

4.335.396

4.421.183

0

Belangrijkste mutaties

       

Rijksoctrooiwet

2

8.400

9.400

9.400

8.900

6.400

 

Coronamaatregelen

2

379.000

117.500

73.033

71.700

70.367

 

Onttrekking begrotingsreserve Klein Krediet Corona

2

100.000

     

Onttrekking begrotingsreserve duurzame energie

4

447.891

     

ETS-ontvangsten

4

530.000

490.000

410.000

390.000

330.000

 

Ontvangsten NAM

5

673.599

972.231

509.408

277.025

112.543

 
        

Overige mutaties

 

30.724

4.067

3.514

3.395

5.864

 

Stand ontwerpbegroting 2022

 

6.989.973

5.154.237

5.188.422

5.086.416

4.946.357

4.339.455

Toelichting

Rijksoctrooiwet

De ontvangstenraming Rijksoctrooiwet wordt voor de komende jaren verhoogd op basis van een extrapolatie van de gerealiseerde ontvangsten in de afgelopen jaren.

Coronamaatregelen

De ontvangsten betreffen de geraamde terugontvangsten en in rekening te brengen rente in verband met de voucherkredietfaciliteit voor de reissector en daarnaast de geraamde terugontvangsten in het kader van de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) als gevolg van te veel uitgekeerde TVL.

Onttrekking begrotingsreserve Klein Krediet Corona

Naar aanleiding van de herijking van de kasbuffer van Klein Krediet Corona wordt € 100 mln onttrokken aan de begrotingsreserve Klein Krediet Corona.

Onttrekking begrotingsreserve duurzame energie

Aan de begrotingsreserve wordt bijna € 448 mln meer onttrokken dan oorspronkelijk begroot, deels om de tekorten op de uitfinanciering van de lopende SDE+ subsidies te dekken en deels om middelen te reserveren voor het volledig stoppen met kolen in een kolencentrale, als onderdeel van het Urgenda maatregelenpakket. Zie toelichting bij de SDE+ uitgaven.

ETS-ontvangsten

De gestegen prijs van ETS-rechten leidt tot een aanzienlijke opwaartse bijstelling van de raming. De ETS-prijzen zijn na een aanvankelijke daling tijdens de eerste lockdown van 2020 snel hersteld. Sinds halverwege december zijn de prijzen aanzienlijk gestegen tot een niveau van 50 tot 55 EUR/ton.

Ontvangsten NAM

De uitgaven voor vergoeding van fysieke schade, waardedaling van gebouwen, en immateriële schade in Groningen en bijbehorende uitvoeringskosten worden via een wettelijke heffing bij de NAM in rekening gebracht. In de meerjarige raming van deze ontvangsten is rekening gehouden met de verwachting dat in elk jaar de heffing over het laatste kwartaal pas in het volgende jaar kan worden betaald. Dit geldt dus ook voor de ontvangsten uit 2020.

Licence