Uitgaven 2023 | Uitgaven 2024 | Uitgaven 2025 | Uitgaven 2026 | Uitgaven 2027 | |
---|---|---|---|---|---|
Vastgestelde begroting 2023 | 2.996.423 | 2.982.821 | 2.857.823 | 2.755.918 | 2.640.285 |
Belangrijkste suppletoire mutaties | |||||
1) Bijstelling accres tranche 2023 | 21.087 | 21.087 | 21.087 | 11.611 | 11.145 |
2) Afrekening ruimte onder plafond BCF 2022 | 27.169 | ||||
3) Financieringssystematiek | 100.000 | ||||
4) Overige mutaties | 16.858 | 1.212 | 1.212 | 4.017 | 3.617 |
Stand 1e suppletoire begroting 2023 | 3.061.537 | 3.005.120 | 2.880.122 | 2.771.546 | 2.755.047 |
Toelichting
1. Bijstelling accres tranche 2023
Na verwerking van de voorjaarsbesluitvorming is de accrestranche 2023 voor het provinciefonds herberekend. Voor de periode 2023 t/m 2025 wordt de accrestranche 2023 herberekend op basis van de reguliere normeringssystematiek. Voor de jaren 2026 en 2027 wordt de accrestranche 2023 bijgesteld op basis van de verandering van de loon- en prijsontwikkeling in 2023.
2. Afrekening ruimte onder plafond BCF 2022
Provincies en gemeenten kunnen gedurende een begrotingsjaar de door hen betaalde BTW, onder voorwaarden, declareren bij het BTW-compensatiefonds (BCF). Het BCF kent jaarlijks een plafond. Wanneer er aan het eind van het jaar minder gedeclareerd is dan het vastgestelde plafond, dan wordt het restant naar rato toegevoegd aan het provinciefonds en gemeentefonds. Over 2022 hebben de provincies, ten opzichte van de voorlopige afrekening bij ontwerpbegroting 2023, aanvullend recht op € 27,2 mln.
3) Financieringssystematiek
Bij Miljoenennota 2023 heeft het kabinet aanvullend eenmalig € 100 mln. voor provincies beschikbaar gesteld voor 2026, vooruitlopend op de nieuwe financieringssystematiek. Dit bedrag komt nu vanaf 2027 structureel beschikbaar.
Daarnaast wordt het Provinciefonds vanaf 2027 geïndexeerd op basis van de ontwikkeling van het bruto binnenlands product. Dit zal worden verwerkt in de Miljoenennota 2024.