In de zaak Facet heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU)13 uitspraak gedaan over het ontbreken van een onmiddellijk recht op aftrek van btw voor de zogeheten nummerverwerving. Daarbij gaat het om de intracommunautaire verwerving van goederen in een bepaalde lidstaat waarbij de ondernemer die verwerving verricht onder het btw-identificatienummer dat hem is toegekend door een andere lidstaat, bijvoorbeeld de lidstaat waar hij is gevestigd. In deze gevallen wordt zowel de lidstaat waar de verworven goederen daadwerkelijk aankomen als de lidstaat die aan de ondernemer het btw-identificatienummer heeft verstrekt waaronder hij de verwerving verricht, aangemerkt als lidstaat waarin de intracommunautaire verwerving plaatsvindt. Om dubbele heffing te voorkomen, kan er op verzoek teruggaaf van omzetbelasting ter zake van deze nummerverwerving worden verleend door de lidstaat waarin deze verwerving wordt verricht. Het HvJ EU oordeelt dat er geen onmiddellijk recht op aftrek van belasting bestaat voor deze nummerverwerving.
Naar aanleiding van deze uitspraak van het HvJ EU heeft de Tweede Kamer der Staten-Generaal gevraagd of kan worden verduidelijkt of het moeten terugvragen van btw ter zake van deze nummerverwerving via een apart teruggaafverzoek in plaats van via dezelfde btw-aangifte als waarop een dergelijke verwerving wordt aangegeven, ook geldt voor situaties waarin de zogeheten vereenvoudigde ABC-regeling van toepassing is.14 Wettelijk geldt hiervoor namelijk eveneens een
(aparte) teruggaafprocedure. In antwoord op deze vraag is toegezegd dat zal worden beoordeeld in hoeverre het mogelijk is om voor deze gevallen te komen tot een wettelijke vereenvoudiging van de teruggaafprocedure.
De nationale wetgeving kan op dit punt eenvoudiger en meer richtlijnconform worden gemaakt door af te zien van heffing ter zake van de nummerverwerving bij toepassing van een vereenvoudigde ABC-regeling. Dit wetsvoorstel voorziet daarin.