In dit Belastingplan 2014 wordt uitvoering gegeven aan een aantal in het regeerakkoord voorziene maatregelen op het gebied van de fiscale innovatieregelingen. Dit betreft allereerst de taakstellende besparing van structureel € 160 miljoen (€ 93 miljoen in 2014). Ten tweede is in het regeerakkoord bepaald dat, ingeval een besparingsverlies op zou treden binnen de (taakstellende) maatregel «Boetes marktwerking NMa», deze taakstelling ook binnen de fiscale innovatieregelingen gerealiseerd moet worden. Dat besparingsverlies wordt geraamd op € 75 miljoen in 2014, oplopend tot € 115 miljoen structureel. Dit leidt tot de volgende taakstelling op fiscale innovatieregelingen.
| 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | Struc. |
---|---|---|---|---|---|
Beperking fiscale innovatieregelingen | 93 | 160 | 160 | 160 | 160 |
Boetes marktwerking NMa – alternatieve invulling | 75 | 100 | 100 | 1151 | 1151 |
Totale taakstelling fiscale innovatieregelingen | 168 | 260 | 260 | 275 | 275 |
In 2014 wordt de taakstelling ingevuld door het budget van de regeling Research en Development Aftrek (RDA) met € 138 miljoen terug te brengen. De overige € 30 miljoen taakstelling wordt gerealiseerd door een structurele korting op de energie-investeringsaftrek (EIA), milieuinvesteringsaftrek (MIA) en de willekeurige afschrijving milieuinvesteringen (Vamil) van € 10 miljoen per regeling. De invulling van de taakstelling voor de jaren 2015 en verder staat nog niet vast en is voorlopig technisch geboekt, zoals in onderstaande tabel is weergegeven.
Er is nog geen concrete uitwerking van de invulling van de taakstelling vanaf 2015. Om die reden zijn de bedragen vooralsnog (technisch) ingeboekt op de WBSO en de RDA. De precieze verdeling van de taakstelling op het innovatie instrumentarium kan per 2015 worden gewijzigd. Daarbij worden ook de Innovatiebox en de TKI-toeslag (een subsidieregeling voor Topconsortia voor Kennis en Innovatie) betrokken.
Voorts wordt nog een aantal andere maatregelen getroffen in de sfeer van de fiscale innovatieregelingen. Hierna worden deze maatregelen toegelicht.
De afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk (S&O-afdrachtvermindering)18 en de RDA zijn twee fiscale instrumenten ter stimulering van innovatie door private partijen. De S&O-afdrachtvermindering faciliteert loonkosten van speur- en ontwikkelingswerk (S&O). De RDA faciliteert niet-loonkosten en investeringen in S&O.
S&O-afdrachtvermindering
Het kabinet stelt voor om met betrekking tot de S&O-afdrachtvermindering de eerste schijf te verlengen van € 200.000 naar € 250.000. Hierdoor is het hoge percentage van de S&O-afdrachtvermindering van toepassing op een groter deel van de loonkosten van S&O. Deze maatregel is met name van belang om het MKB meer mogelijkheden te bieden om door te groeien, omdat met name kleinere tot middelgrote bedrijven van een schijfverlenging kunnen profiteren. Uit de evaluatie WBSO 2006–201019 is gebleken dat het verlengen van de eerste schijf in 2009 en 2010 bedrijven tot meer speur- en ontwikkelingswerk heeft aangezet. Het tarief in de eerste schijf wordt verlaagd van 38% naar 35%. Dit sluit aan op de uitkomst van de evaluatie dat de effectiviteit van hogere percentages beperkter is. Het gebruik van de S&O-afdrachtvermindering heeft in 2012 geleid tot een overschrijding van het budget met € 35 miljoen. Die overschrijding wordt conform de budgetsystematiek gedekt in 2014, wat voor 2014 leidt tot een lager beschikbaar budget. Om het verlengen van de eerste schijf, het verlagen van het tarief in die eerste schijf en het continueren van overige parameters mogelijk te maken, wordt structureel € 60 miljoen van het budget van de RDA naar het budget van de S&O-afdrachtvermindering verplaatst. Deze verplaatsing wordt in 2014 deels ingezet om de budgetoverschrijding in 2012 te dekken. Voorts wordt in 2014 € 16 miljoen van de onderuitputting van het RDA-budget in 2012 ingezet voor het beschikbare budget. Het beschikbare budget voor de S&O-afdrachtsvermindering in 2014 bedraagt € 756 miljoen, zoals in de hierna opgenomen tabel zichtbaar is. De maatregelen voor de S&O-afdrachtvermindering voor 2014 worden ingevuld met inachtneming van de in bijlage 1 bij de memorie van toelichting op het Belastingplan 2012 beschreven budgetsystematiek.
2014 | |
---|---|
Budget voor BP2014 | 715 |
Structureel van RDA naar S&O-afdrachtvermindering | 60 |
Incidentele inzet deel onderuitputting RDA-budget 2012 | 16 |
Compensatie overschrijding 2012 | – 35 |
Beschikbaar budget na BP2014 | 756 |
Daarnaast worden binnen de S&O-afdrachtvermindering twee technische maatregelen (jaaraanvraag en ruimere verrekeningsmogelijkheden) getroffen. Deze wijzigingen leiden tot een intensivering van € 2 miljoen, die wordt opgevangen binnen het budget.
Jaaraanvraag
Het kabinet stelt voor om iedere S&O-inhoudingsplichtige de mogelijkheid te bieden om een S&O-verklaring voor een periode langer dan 6 maanden, met een maximum van een geheel kalenderjaar, aan te vragen. Momenteel staat de mogelijkheid van een jaaraanvraag alleen open voor S&O-inhoudingsplichtigen die beschikken over een onderzoek- of een ontwikkelafdeling en die tevens in het voorafgaande kalenderjaar een S&O-verklaring ontvangen hebben. Inhoudingsplichtigen die niet aan beide voorwaarden voldoen, kunnen momenteel een S&O-verklaring voor ten hoogste zes kalendermaanden aanvragen. Deze maatregel leidt tot een afname van de administratieve lasten bij S&O-inhoudingsplichtigen.
Ruimere verrekeningsmogelijkheden
De toegekende S&O-afdrachtvermindering mag op grond van de thans geldende regelgeving alleen verrekend worden in de aangiftetijdvakken voor de loonheffingen die eindigen in de periode waarop de S&O-verklaring ziet. De huidige verrekeningssystematiek kan tot gevolg hebben dat inhoudingsplichtigen niet alle toegekende S&O-afdrachtvermindering kunnen verzilveren, omdat ze in de periode van de S&O-beschikking onvoldoende loonkosten hebben. Om de verzilveringsmogelijkheden zo veel mogelijk te verhogen, stelt het kabinet voor toe te staan dat inhoudingsplichtigen de S&O-afdrachtvermindering – die niet verzilverd kon worden in de periode waarop de S&O-verklaring ziet – kunnen verrekenen in andere aangiftetijdvakken die eindigen in het kalenderjaar waarop de S&O-verklaring ziet.
Het geheel van de bovenstaande wijzigingen resulteert in de volgende parameters van de S&O-afdrachtvermindering.
2012 | 2013 | 2014 | |
---|---|---|---|
Tarief eerste schijf | 42% | 38% | 35% |
Tarief eerste schijf starters | 60% | 50% | 50% |
Loongrens eerste schijf | € 110.000 | € 200.000 | € 250.000 |
Tarief tweede schijf | 14% | 14% | 14% |
Plafond | € 14 mln. | € 14 mln. | € 14 mln. |
Research en Development Aftrek (RDA)
De RDA is in 2012 geïntroduceerd. In 2012 was het beschikbare budget voor de RDA € 250 miljoen.20 In 2013 liep dit budget op tot € 375 miljoen en vanaf 2014 was structureel een budget van € 500 miljoen voorzien. Zoals hiervoor is aangegeven wordt de taakstelling op de fiscale innovatieregelingen in 2014 voor een deel ingevuld door het budget van de RDA te korten met € 138 miljoen. Voorts wordt, zoals eveneens hiervoor aangegeven, € 60 miljoen budget van de RDA structureel naar het budget van de S&O-afdrachtvermindering overgeheveld. Daarmee resteert in 2014 een RDA-budget van € 302 miljoen, zoals in onderstaande tabel zichtbaar is. Met dit budget bestaat ruimte voor een voorlopig percentage van de RDA in 2014 van circa 60% (ten opzichte van 54% in 2013). Dit komt overeen met een nettovoordeel van 15% bij een Vpb-tarief van 25%. Dit is met inachtneming van de budgetsystematiek van deze regeling, het RDA-percentage kan op basis van de ontwikkelingen in 2013 nog worden bijgesteld. Eind 2013 wordt het definitieve RDA-percentage voor 2014 bij ministeriële regeling vastgesteld.
2014 | |
---|---|
Budget RDA in 2014 voor Belastingplan 2014 (a) | 500 |
Taakstelling regeerakkoord (incl. «boetes marktwerking NMa») (b) | – 138 |
Overheveling budget van RDA naar S&O-afdrachtvermindering (c) | – 60 |
Budget RDA na Belastingplan 2014 (a+b+c) | 302 |