Base description which applies to whole site

4.2. Fiscale innovatieregelingen

In het regeerakkoord is een taakstelling op het fiscale innovatie-instrumentarium opgenomen. Het gaat om een taakstelling van € 260 miljoen in 2015 en 2016 en € 275 miljoen vanaf 2017. In het Belastingplan 2014 is deze taakstelling (technisch) ingevuld voor de jaren 2015 en verder. Hierbij was de taakstelling voor € 135 miljoen (oplopend tot € 145 miljoen) geboekt op de S&O-afdrachtvermindering (ook wel WBSO) en voor € 95 miljoen (oplopend tot € 100 miljoen) op de Research en Development Aftrek (RDA). Ook is ter invulling van deze taakstelling het budget van de energie-investeringsaftrek (EIA), de milieuinvesteringsaftrek (MIA) en de willekeurige afschrijving milieuinvesteringen (Vamil) ingeperkt met € 10 miljoen per regeling, dus met € 30 miljoen in totaal. Deze invulling blijft gehandhaafd en vormt het uitgangspunt voor de voorstellen die het kabinet doet met betrekking tot deze regelingen. In onderstaande tabel is de definitieve invulling van de taakstelling zichtbaar.

Tabel 5: Invulling taakstelling fiscale innovatieregelingen na 2014 (€ mln., –/– is lastenverlichting)
 

2015

2016

2017

struc.

WBSO

135

135

145

145

RDA

95

95

100

100

EIA MIA Vamil

30

30

30

30

Taakstelling RA

260

260

275

275

In de Begrotingsafspraken 2014 is besloten om de middelen voor het bedrijfsleven vanaf 2015 te herschikken en de subsidies rijksbreed te verlagen. Het gaat om een taakstelling van € 55 miljoen in 2015 oplopend naar € 110 miljoen vanaf 2016. Het kabinet kiest ervoor om € 50 miljoen van deze taakstelling vanaf 2016 via het fiscale innovatie instrumentarium te realiseren. De invulling van het fiscale deel van de taakstelling volgt in het Belastingplan 2016.

De S&O-afdrachtvermindering en de RDA zijn twee fiscale instrumenten ter stimulering van innovatie door private partijen. De S&O-afdrachtvermindering faciliteert loonkosten van speur- en ontwikkelingswerk (S&O). De RDA faciliteert niet-loonkosten en investeringen in S&O.

De S&O-afdrachtvermindering en de RDA zijn beide (apart) gebudgetteerde regelingen. Dit betekent voor beide regelingen dat een overschrijding in enig jaar (t) gedekt moet worden in jaar t+2 en een onderuitputting in jaar t aan het budget wordt toegevoegd in jaar t+2.

Om invulling te geven aan de taakstelling stelt het kabinet voor 2015 één aanpassing binnen de S&O-afdrachtvermindering en RDA voor. Daarnaast worden mutaties doorgevoerd in de beschikbare budgetten van de S&O-afdrachtvermindering en de RDA. De aanpassingen worden hieronder per regeling toegelicht.

S&O-afdrachtvermindering

Het gebruik van de S&O-afdrachtvermindering heeft in 2013 geleid tot een overschrijding van het budget met € 76 miljoen. Die overschrijding wordt conform de budgetsystematiek gedekt in 2015, wat leidt tot een lager beschikbaar budget in 2015. Daarnaast wordt € 214 miljoen van het budget van de RDA naar de S&O-afdrachtvermindering verschoven. Ten slotte wordt incidenteel € 16 miljoen aan het budget voor 2015 toegevoegd als gevolg van de augustusbesluitvorming van 2014. Het beschikbare budget voor de S&O-afdrachtvermindering komt hiermee in 2015 uit op € 794 miljoen.

Tabel 6: Budget van de S&O-afdrachtvermindering in 2015 (€ mln.)
 

2015

Budget voor BP 2015 (stand MN 2014)1

640

Schuif van RDA naar S&O-afdrachtvermindering

214

Compensatie overschrijding 2013

– 76

Additionele middelen augustusbesluitvorming

16

Beschikbaar budget 2015 (BP2015)

794

1

In de stand Miljoenennota 2014 is de technische invulling van de taakstelling meegenomen, die nu dus definitief wordt.

Met een budget van € 794 miljoen kunnen de parameters voor de regeling in 2015 op het niveau van 2014 gehandhaafd worden.

De parameters van de S&O-afdrachtvermindering in 2014 en 2015 worden in onderstaande tabel weergegeven.

Tabel 7: Parameters S&O-afdrachtvermindering
 

2014

2015

Tarief eerste schijf

35%

35%

Tarief eerste schijf starters

50%

50%

Loongrens eerste schijf

€ 250.000

€ 250.000

Tarief tweede schijf

14%

14%

Plafond

€ 14 mln.

€ 14 mln.

Contractonderzoek door kennisinstellingen

Kennisinstellingen die geen onderneming drijven komen in aanmerking voor S&O-afdrachtvermindering als zij S&O verrichten in opdracht en voor rekening van een onderneming of een samenwerkingsverband van ondernemingen. Er is dan sprake van contractonderzoek. Het is de bedoeling dat zo’n kennisinstelling die S&O-afdrachtvermindering ontvangt, dit voordeel weer doorgeeft aan de opdrachtgever uit het bedrijfsleven.

Uit de evaluatie van de S&O-afdrachtvermindering uit 20067 bleek al dat kennisinstellingen het voordeel van de S&O-afdrachtvermindering in onvoldoende mate aan de opdrachtgever doorgeven. De Minister van Economische Zaken heeft de kennisinstellingen er destijds op gewezen dat het de bedoeling is om het ontvangen voordeel van de S&O-afdrachtvermindering door te geven aan de opdrachtgever.8 Uit de laatstelijk uitgevoerde evaluatie uit 20129 volgt echter dat nog steeds slechts een beperkt deel van de kennisinstellingen het voordeel doorgeeft, namelijk 31% van de kennisinstellingen. In 46% van de gevallen wordt het voordeel niet doorgegeven en in 23% van de gevallen slechts gedeeltelijk. In 69% van de gevallen komt het voordeel dus niet of niet volledig bij het bedrijfsleven terecht.

In lijn met de aankondiging van de Minister van Economische Zaken in de brief van 2 juli 201410, wordt daarom het contractonderzoek door publieke kennisinstellingen uit de S&O-afdrachtvermindering gehaald. Met het schrappen van contractonderzoek en het daarmee vrijvallen van het bijbehorende budget voor de rest van de regeling wordt de S&O-afdrachtvermindering beter gericht op de doelstelling van de regeling: het stimuleren van zelfstandig speur- en ontwikkelingswerk door bedrijven.

RDA

De RDA is een regeling die in 2012 is geïntroduceerd. Kenmerkend voor de regeling is dat deze de grondslag voor de winstbelasting verlaagt, waardoor het de facto een korting is op de te betalen winstbelasting. Het kabinet krijgt vanuit het bedrijfsleven signalen dat (het moment van) verzilvering van het RDA-voordeel als een probleem wordt ervaren. Het kan dat de lagere winstgevendheid van het bedrijfsleven van de afgelopen jaren hierbij een rol speelt. Mogelijkerwijs heeft het ook te maken met het karakter van startende innovatieve ondernemingen. Deze zijn in de eerste jaren vaak sterk gericht op investeren en in deze periode niet altijd winstgevend. Daarnaast geven bedrijven aan er nadeel van te ondervinden dat ze onder de accountancyregels (International Accounting Standards) het RDA-voordeel niet als kostenverlaging in de boeken kunnen zetten bij de winstberekening. Deze punten geven aanleiding voor het kabinet om nader te onderzoeken of met ingang van 2016 de RDA met de S&O-afdrachtvermindering kan worden samengevoegd tot één geïntegreerde regeling in de sfeer van de loonheffing. Voorwaarde voor een introductie van de nieuwe regeling is dat deze tot een eenvoudigere aanvraagprocedure voor bedrijven leidt. Ook moet de uitvoering voor de Belastingdienst ontlast worden door de samenvoeging van beide regelingen. Het is de bedoeling dat de verrekening van het RDA-voordeel na samenvoeging van beide regelingen op dezelfde wijze gebeurt als de huidige verrekeningssystematiek van de S&O-afdrachtvermindering. Bij de concrete vormgeving en het budget van de nieuwe regeling wordt rekening gehouden met het financiële nadeel dat het bedrijfsleven zou kunnen ondervinden van de samenvoeging.

Voor het jaar 2015 vinden de volgende budgettaire schuiven plaats in de RDA. Zoals hiervoor aangegeven wordt er € 214 miljoen van het RDA-budget overgeheveld naar de S&O-afdrachtvermindering. Daarnaast wordt conform de budgetsystematiek incidenteel € 153 miljoen toegevoegd aan het RDA-budget voor 2015 als gevolg van de onderuitputting in 2013. Ten slotte wordt in 2015 incidenteel € 150 miljoen aan het RDA-budget onttrokken voor de dekking van het uitstel van de huishoudentoeslag in 2015. Daarmee resteert in 2015 een RDA-budget van € 238 miljoen. In onderstaande tabel is het bovenstaande op een rij gezet.

Tabel 8: Budget van de RDA in 2015 (€ mln.)
 

2015

Budget voor BP 2015 (stand MN 20141)

449

Structureel van RDA naar S&O-afdrachtvermindering

– 214

Compensatie onderschrijding 2013

153

Incidentele dekking huishoudentoeslag 2015

– 150

Beschikbaar budget 2015 (BP2015)

238

Met dit budget bestaat naar verwachting de ruimte om het percentage van de RDA in 2015 op 60% te handhaven. Dit komt overeen met een nettovoordeel van 15% bij een belastingtarief van 25%. Het RDA-percentage kan op basis van de ontwikkelingen in 2014 nog worden bijgesteld. Eind 2014 wordt het definitieve RDA-percentage voor 2015 bij ministeriële regeling vastgesteld.

Licence