Op dit moment bedraagt de vrije ruimte 1,2% van – kort gezegd – de fiscale loonsom van alle medewerkers samen. Dit betekent dat bepaalde vergoedingen en verstrekkingen tot die 1,2% onbelast kunnen blijven. Met name mkb-ondernemingen met lage lonen of veel parttimers ervaren de huidige vrije ruimte als knellend. Een genoemd argument is dat mkb-bedrijven vaker genoodzaakt zijn om personeelsfestiviteiten op een externe locatie te organiseren, waardoor de kosten – anders dan bij festiviteiten op de werkplek – ten laste van de vrije ruimte komen. Een ander argument is dat deze mkb-ondernemingen vanwege lage lonen of veel parttimers relatief hoge kosten hebben voor het verstrekken van bijvoorbeeld een kerstpakket, welke kosten ook ten laste van de vrije ruimte komen. De in dit wetsvoorstel opgenomen vergroting van de vrije ruimte komt tegemoet aan de hierboven genoemde signalen. Er wordt namelijk een tweeschijvenstelsel voorgesteld in de berekening van de vrije ruimte. De vrije ruimte wordt berekend als 1,7% van – kort gezegd – de fiscale loonsom tot en met € 400.000 plus 1,2% van het restant van die loonsom. Door deze vormgeving is de verruiming voor werkgevers met een lage fiscale loonsom relatief het grootst.